• No results found

Feiten en Cijfers, Werken in de publieke sector - juli 2012

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Feiten en Cijfers, Werken in de publieke sector - juli 2012"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dit is een uitgave van:

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Directie Arbeidszaken Publieke Sector

Postbus 20011 | 2500 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl

Juni 2012 | B-14466

Werken in de publieke sector

Feiten en cijfers

021 2

Dit is een uitgave van:

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Directie Arbeidszaken Publieke Sector

Postbus 20011 | 2500 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl

Juni 2012 | B-14466

Werken in de publieke sector

Feiten en cijfers

021

2

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1. Financieel-economische situatie 2. Personeel en omvang

3. Personeelsmobiliteit

4. Lonen en loonontwikkeling 5. Pensioenen

6. Secundaire arbeidsvoorwaarden

(4)
(5)

Inleiding

Bij de Nederlandse overheid werken bijna een miljoen werknemers. Bijna 12%

van het totaal aantal werkzame personen in Nederland werkt voor de

overheid. Deze mensen werken bij 2360 overheidswerkgevers, variërende van defensie en politie tot basisscholen en gemeenten. Mede door de huidige economische en financiële situatie staat de overheid als werkgever voor een reeks grote uitdagingen.

Deze publicatie geeft een actueel beeld van de omvang van diverse

overheidssectoren, de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in de publieke sector

(personeelsomvang en leeftijdsopbouw), de pensioenproblematiek en de

arbeidsvoorwaarden.

(6)

> Productiekosten Nederlandse zorg en overheid gegroeid

> Sterkste groei in de zorgsector

1. Financieel-economische situatie

De kosten van de overheid in Nederland zijn internationaal vergeleken sterk gestegen.

Deze groei wordt vooral veroorzaakt door de sterke groei van de categorie zorg. Ook de groei van de inhuur en inkoop door de overheid blijkt tot 2010 substantieel te zijn geweest. In 2010 en 2011 is echter fors bezuinigd op de externe inhuur.

Hoeveel kost de productie van de diensten van zorg en overheid? En zijn de ontwikkelingen in Nederland vergelijk- baar met wat in andere landen gebeurt?

De OESO heeft recentelijk de OESO- publicatie (2012) “Public Servants as Partners for Growth” uitgebracht. Uit deze publicatie blijkt dat de productie- kosten van de Nederlandse overheid tussen 2000 en 2010 sterk zijn gestegen.

Op Denemarken na zijn de Nederlandse productiekosten nu de hoogste van de OESO.

In het staafdiagram worden de productie kosten van de overheid (in % BBP) van de OESO-landen tussen 2000 en 2009 vergeleken. Uit het diagram blijkt dat deze kosten in Nederland met circa 8%-punt van het BBP gestegen zijn:

dat komt neer op € 45 mrd. In het staafdiagram zijn deze kosten in drie categorieën opgesplitst:

• Personeelskosten

• Inkoop goederen en diensten

• Afschrijvingen

In het cirkeldiagram wordt nader ingezoomd op de stijging van de productiekosten in Nederland.

Hierin is de inkoop van goederen en diensten uitgesplitst in inkoop goederen en diensten overheid en inkoop goede- ren en diensten zorg.

De omvang van de inhuur bij de overheid is inmiddels door bezuini- gingen in het kader van het project Compacte Overheid in 2010 en 2011 sterk gereduceerd.

(7)

afschrijvingen

Oorzaken groei productiekosten Nederlandse overheid

Personeelskosten

Intermediar verbruik (Inkoop en inhuur)

Inkoop goederen en diensten Zorg DNK

NLD

FIN

SWE

FRA

BEL

GBR

ISR

HUN

CAN

NOR

CZE

EST

PRT

NZL

GRC

ESP

ITA

DEU

IRL

USA

AUT

SVK

AUS

POL

JPN

LUX

KOR

OECD33 20002009

0 5 10 15 20 25 30 35 %

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

20002009

Personeelskosten

Kosten van goederen en diensten gefinancierd en verbruikt door de overheid

Afschrijvingen

Figuur 1.1 Productiekosten OESO-landen als percentage van het Bruto Binnenlands Product (2000 en 2009)

(8)

2. Personeel en omvang

> Openbaar bestuur krimpt, universitair medisch centra groeien

> Nederlandse overheid relatief klein

De overheid is in de afgelopen jaren in omvang afgenomen. Hier hebben diverse economische, politieke en demografische factoren toe bijgedragen.

De recente daling van het aantal werkenden in het openbaar bestuur hangt voornamelijk samen met het streven van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen naar een compactere overheid. De vergrijzing binnen de overheid is aan het toenemen waardoor steeds meer ambtenaren met (pre-) pensioen gaan. Door de economische crisis en bezuinigingen worden de vrijgekomen banen niet altijd opgevuld met nieuw (jonger) personeel.

Het onderwijs is in de afgelopen jaren ook in omvang afgenomen. Dit heeft te maken met demografische ontwikkelingen: scholen kennen een steeds kleiner leerlingenaantal doordat Nederland vergrijst en het aantal kinderen per gezin afneemt.

Binnen taakveld veiligheid zien we na jaren van gestage groei een daling optreden die voornamelijk veroorzaakt wordt door krimp bij defensie. Deze krimp is het resultaat van de bezuinigingen binnen die sector.

Binnen de universitair medisch centra is al enige jaren een groei waar te nemen. Hier zijn parallellen te zien met de algehele stijging van de omvang van zorg en het beroep dat door zorg op de beroeps bevolking wordt gedaan.

(9)

2. Personeel en omvang

Bron: Kerngegevens, 2005-2011 Zie ook www.arbeidenoverheid.nl 68.000

66.000 64.000 62.000 60.000 58.000 56.000 54.000 52.000 50.000

Figuur 2.4 Omvang universitair medisch centra

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

330.000 328.000 326.000 324.000 322.000 320.000 318.000 316.000 314.000 312.000 310.000 308.000

Figuur 2.1 Omvang openbaar bestuur

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

460.000 450.000 440.000 430.000 420.000 410.000 400.000

Figuur 2.2 Omvang onderwijs

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

Figuur 2.3 Omvang veiligheid

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

136.000 134.000 132.000 130.000 128.000 126.000 124.000

(10)

Aantal ambtenaren en zorgmedewerkers per duizend Nederlanders in 2011 per sector

Openbaar bestuur

Veiligheid

1 werknemer provincies:

4 werknemers politie:

7 werknemers Rijk:

4 werknemers defensie:

12 werknemers gemeenten:

De overheid is de grootste werkgever van Nederland. In het onder- staande plaatje is het aantal werknemers per sector, per 1000 burgers uitgedrukt. Deze visuele weergave maakt ook duidelijk hoe de verschillende sectoren in verhouding staan tot elkaar qua omvang.

Naast de overheid zijn tevens drie sectoren binnen de zorg weergegeven.

Totaal aantal werknemers: 12.630

Totaal aantal werknemers: 119.070

Totaal aantal werknemers:

170.060

Totaal aantal werknemers: 62.560

Totaal aantal werknemers: 65.030

(11)

Onderwijs

Zorg

Totaal aantal werknemers:

170.060

Totaal aantal werknemers: 42.910

Totaal aantal werknemers: 55.980

Totaal aantal werknemers: 54.470

Totaal aantal werknemers: 106.850

Totaal aantal werknemers: 184.380

Totaal aantal werknemers: 67.030

Totaal aantal werknemers:

203.000

Totaal aantal werknemers: 435.000

2 werknemers HBO:

3 werknemers MBO:

3 werknemers wetenschappelijk onderwijs:

5 werknemers voortgezet onderwijs:

11 werknemers primair onderwijs:

4 werknemers universitair medisch centra*:

12 werknemers ziekenhuizen**:

26 werknemers verpleeg- en verzorgingstehuizen & Thuiszorg*:

Figuur: Aantal ambtenaren (afgerond) per 1000 burgers. Gebaseerd op bevolkingscijfersvan CBS.

* Bron: Kerngetallen 2011

** Bron: cao gegevens SZW

(12)

Omvang Nederlandse overheid in internationaal perspectief

De Nederlandse overheid is relatief klein. Uit deze internationale vergelijking kan geconcludeerd worden, dat Nederland relatief weinig ambtenaren heeft.

In de vergelijking tussen Nederland, Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland en Groot Brittannië is te zien dat Duitsland de kleinste overheid heeft. De Nederlandse overheid (inclusief ZBO’s) is met de omvang van 6,03% van de totale bevolking, de één na kleinste.

Groot Brittannië heeft met 9,56% relatief de grootste overheid in deze vergelijking.

De figuur op de rechter pagina geeft het burgerlijk overheidspersoneel weer als percentage van de totale bevolking per land, inclusief gezondheidszorg- en onderwijspersoneel.

(13)

Figuur 2.5 Aantal ambtenaren als percentage van de totale bevolking 2009

Duitsland: 5,52 % Nederland: 6,03 %*

Verenigde Staten: 7,41 %

Frankrijk: 7,88 %

Groot Brittannië: 9,56 %

* Inclusief ZBO’s

Bron: F. v/d Meer, CAOP 2012

(14)

3. Personeelsmobiliteit

Uitstroom Jongeren hoog

Onder invloed van bezuinigingen is de instroom van jongeren bij de overheid sterk aan het afnemen. De instroom van jongeren (<30) is sinds 2007 met 63% afgenomen, en het totale aandeel jongeren binnen het gehele openbaar bestuur daalt met 15,3%, terwijl het aandeel 55+ toeneemt met 28,3%. Daardoor dreigt de overheid verder te vergrijzen. Op iets langere termijn gaan veel medewerkers wegens pensionering uitstromen bij de overheid.

Werken aan arbeidsmarktpositie

De overheid krijgt te maken met een verkrappende arbeidsmarkt.

De uitdaging is hoe de overheid er in kan slagen nog voldoende personeel te werven met de juiste competenties voor een moderne en toekomstbestendige overheid.

> Overheid vergrijst door bezuinigingen

> Jongeren stromen uit

(15)

350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0

––– 20 - 30 jaar ––– 31 - 40 jaar ––– 41 - 50 jaar ––– 51 - 60 jaar ––– > 60 jaar

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0

RijkGemeenten Provincies Waterschappen

2007 2008 2009 2010 2011

2.500 2.000 1.500 1.000 500

0 Tot

35 jaar Van

35-45 jaar Van

45-55 jaar Van

55-65 jaar Vanaf 65 jaar Figuur 3.1 Leeftijdsgroepen overheid

Figuur 3.2 Instroom jongeren tussen 15 - 29 jaar in sector openbaar bestuur

Figuur 3.3 Aantal personen met beëindigd dienstverband Rijk, 2010

(16)

De overheid opereert binnen een open en concurrerende arbeids- markt. Voor aantrekkelijk werkgeverschap is het relevant dat gekeken wordt hoe de arbeidsvoorwaarden zich ontwikkelen ten opzichte van de markt.

De grafiek laat zien dat tot en met 2010 de loonontwikkeling van markt en overheid gelijk oploopt. Vanaf 2010 moet het Kabinet de overheidsfinanciën weer op de orde krijgen en heeft meerjarig de lonen bevroren. Daardoor blijft de loonontwikkeling bij de overheid achter op die in de marktsector.

4. Lonen en

loonontwikkeling

> Loonontwikkeling overheid blijft achter op de markt

(17)

114 112 110 108 106 104 102

100 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

markt overheid

Figuur 4.1 Loonontwikkeling volgens CAO’s marktsector en overheid, 2007 en 2013

(18)

Pensioenpremies vormen een belangrijk onderdeel van de loon- kosten. De stijgende pensioenpremie legt daarmee een steeds grotere druk op de loonkosten. Bij de overheid zijn deze pensioenkosten relatief hoger dan in de markt.

Zonder hervormingen van de pensioenregeling zullen de kosten blijven stijgen. De pensioenkosten voor overheid en onderwijs, exclusief de tijdelijke herstelopslag, bedragen ruim 19% van het brutoloon. Om de pensioensector weer gezond te krijgen, heeft het kabinet de regels van het financiële toezicht aangescherpt. Er gelden onder andere strengere eisen voor het vaststellen van de pensioen- premie. Als de ABP-regeling niet wordt hervormd kunnen de structurele pensioenkosten in 2014 stijgen naar bijna 23%.

De kosten van aanvullend pensioen en de AOW samen genomen, laat zien dat gemiddeld 36% van de loonkosten in de overheid aan de oudedagsvoorziening wordt besteed. Dit betekent dat per vijfdaagse werkweek bijna 2 dagen wordt gewerkt voor de oude dag.

5. Pensioenen

> Pensioenpremies leggen steeds grotere druk op loonkosten

(19)

36%

*

* 1,8 dagen

64%

0%

15%

20%

25%

2007

Figuur 5.1 Werken voor de oude dag

Figuur 5.2 Ontwikkeling pensionkosten

Ontwikkeling pensioenkosten als percentage van gemiddelde salaris*

* Ontwikkeling pensioenkosten als percentage van gemiddelde salaris.

Betreft aanvullend pensioen en VUT premies. Exclusief tijdelijke herstel opslagen. Vanaf 2013 betreft het een schatting.

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

ma di wo do vr za / zo

Werken voor de oude dag Werken voor de oude dag Werk

Werk Werk

33%

67%

loonkosten

0 5 10 15 20 25

Overheid Bedrijven

2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003

% Percentage van het brutoloon dat wordt besteed aan pensioenkosten Kosten voor de oude dag

overheidspersoneel en CPB-gegevens, 2011

(20)

De belangrijkste reden om over te stappen naar een baan in een andere sector is voor de meeste werknemers een hoger loon.

Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn echter ook een belangrijke pullfactor.

Een overgrote meerderheid van de overheidswerknemers (74%) is voor meer keuzevrijheid bij secundaire arbeidsvoorwaarden. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen. Meer dan 2/3 wil een keuzebudget, ofwel gelijk voor iedereen, ofwel gedifferentieerd naar bepaalde groepen.

Een gedifferentieerd keuzebudget houdt in dat het budget (iets) hoger is voor bepaalde groepen medewerkers, zoals ouderen, werknemers met jonge kinderen, werknemers werkend in bezwarende omstandig- heden of met veel overwerk.

Hoewel de meerderheid van werknemers positief staan tegenover een keuzebudget, kiezen oudere werknemers (>55 jaar) nog wel voor differentiatie voor speciale groepen. Dit hangt samen met ouderen- regelingen. Jongere werknemers kiezen eerder voor een gelijk individueel keuzebudget voor alle werknemers.

6. Secundaire

arbeidsvoorwaarden

> Secundaire arbeidsvoorwaarden belangrijk voor werknemers bij de overheid

> Ambtenaar wil meer keuzevrijheid secundaire arbeidsvoorwaarden

(21)

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

56-70 jaar 46-55 jaar

20-45 jaar

andere hervormingen gedifferentiëerd

keuzebudget een gelijk

keuzebudget geen verandering

Figuur 6.1 Hervorming secundaire arbeidsvoorwaarden

Bron: Flitspanel onderzoek 2012, BZK

(22)

Openbaar bestuur

• Sector Rijk Bron: SAP payroll

• Sector Gemeenten Bron: ABP

• Sector Provincies Bron: ABP

• Sector Rechterlijke Macht Bron: SAP payroll

• Sector Waterschappen Bron: ABP Onderwijs en Wetenschappen

• Sector Primair Onderwijs, Bron: ABP

• Sector Voorgezet Onderwijs, Bron: ABP

• Sector Middelbaar Beroepsonderwijs Bron: ABP

• Sector Hoger Beroepsonderwijs Bron: ABP

• Sector Wetenschappelijk Onderwijs Bron: ABP

• Sector Onderzoekinstellingen Bron: ABP

• Sector Universitair Medische Centra Bron: ABP Veiligheid

• Sector Defensie Bron: NSK (Nieuw Salarissysteem Krijgsmacht)

• Sector Politie Bron: PolBIS

De instroom en uitstroom gegevens zijn afkomstig uit de ABP bestanden.

De gegevens betreffende de sociale verzekeringen (WW, WAO, WIA) zijn afkomstig van UWV.

De cijfers van deze publicatie en de cijfers van sector Politie kunnen vanwege afwijkende definities kleine verschillen vertonen.

De cijfers van 2011 zijn gebaseerd op voorlopige berekeningen.

Bronnen

(23)

Kennisbank Arbeidszaken Publieke Sector

www.arbeidenoverheid.nl

Deze publicatie is grotendeels gebaseerd op data die in het bezit zijn van de directie Arbeidszaken Publieke sector. Deze data zijn grotendeels terug te vinden op de Kennisbank van de directie:

www.arbeidenoverheid.nl. Op een gebruikersvriendelijke manier kunt u er analyses en uitsplitsin- gen maken die voor uw werk interessant zijn. Wij verwijzen u graag naar het onderdeel ”Tabellen en Grafi eken” op de website voor specifi ekere cijfers over werken in de publieke sector. De dossiers omvatt en onder andere data over Omvang van de overheid, Sociale zekerheid, In- en uitstroom- cijfers en Arbeidsvoorwaarden. De uitkomsten kunnen nader geanalyseerd worden op bijvoor- beeld, leeft ijd, geslacht, sector, opleiding, regio en inkomen.

Naast deze kwantitatieve informatie zijn ook de resultaten van een groot deel van onze belevings- onderzoeken openbaar gemaakt. Denkt u bijvoorbeeld aan de resultaten van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek (POMO), maar ook aan onderzoeken die zijn uitgevoerd met behulp van het Flitspanel zoals het onderzoek naar Agressie en Geweld in de publieke sector en de

Integriteitsmonitor. De resultaten van deze onderzoeken zijn nader te analyseren in het onderdeel

”Tabellen en Grafi eken”.

In het onderdeel ”Rapporten en Publicaties”, vindt u de relevante onderzoeksrapporten van de directie Arbeidszaken Publieke Sector. Ook dit rapport is daar in PDF te downloaden.

De directie Arbeidszaken Publieke Sector van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt deze informatie voor een breed publiek toegankelijk.

(24)

Dit is een uitgave van:

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Directie Arbeidszaken Publieke Sector

Postbus 20011 | 2500 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl

Juni 2012 | B-14466

Werken in de publieke sector

Feiten en cijfers

021 2

Dit is een uitgave van:

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Directie Arbeidszaken Publieke Sector

Postbus 20011 | 2500 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl

Juni 2012 | B-14466

Werken in de publieke sector

Feiten en cijfers

021

2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierbij dient rekening mee gehouden te worden dat voor de gedi- plomeerden van de lagere mbo-bol opleidingen de door- stroom naar een vervolgopleiding in de regel binnen het

Deze cijfers zijn gebaseerd op de museumpopulatie zoals gedefinieerd door het CBS, de Museumvereniging en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, op basis van de

Kaart Inwoners Wonen Wijken en dorpen Ruimtelijke structuur 2018. Uitgave: gemeente Oosterhout Samenstelling: Onderzoek &amp; Statistiek Informatie:

- Als contactpersoon wordt Appke, door de jongeren, toegevoegd in hun telefoon met als doel dat hij 24/7 bereikbaar is en er niet. gezocht hoeft te worden: “waar kan ik met mijn

Gegevens over de aantallen personen die al dan niet voor hun AOW leeftijd vertrekken, de gemiddelde leeftijd van deze pensioengroep en het aantal personen dat doorwerkt na hun

Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen: deze wordt vertegenwoordigd door de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren (KVMO), de Koninklijke

Met behulp van een vergelijkbare methodiek is verder voor de verschillende landen onderzocht hoe de netto uurlonen in de publieke sector zich verhouden tot die in de

De kwaliteit van de gegevens zelf kan worden bevorderd door werk te maken van uitwisseling met private partijen (zie advies 1) en de verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven