• No results found

G ebundelde sporen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "G ebundelde sporen"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

G ebundelde sporen

(3)
(4)

Proefschrift ter verkrijging van

de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden,

op gezag van Rector Magnificus prof. mr. P.F. van der Heijden, volgens besluit van het College voor Promoties

te verdedigen op woensdag 21 november 2012 klokke 16.15 uur

door

Henricus Lambertus Hubertus van Enckevort geboren te Kronenberg

in 1956

G ebundelde sporen

E nkElE kanttEkEningEn

bij aardEwErk En nEdErzEttingEn

uit r omEins n EdErland

(5)

iv Promotiecommissie

promotor :  Prof. Dr. W.J.H. Willems

overige leden :  em. Prof. Dr. J.H.F. Bloemers, Amsterdam  Dr. C. van Driel-Murray, Leiden 

Prof. Dr. H. Fokkens, Leiden  Prof. Dr. R.B. Halbertsma, Leiden  Prof. Dr. N.G.A.M. Roymans, Amsterdam

Dit proefschrift is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van   de Stichting Nederlands Museum voor Anthropologie en Praehistorie

(6)

v

Voor Hay en Riek van Enckevort-Keizers Voor alle kansen

(7)

vi Colofon

Dit proefschrift is als nummer 7 opgenomen in de monografieënreeks Archeologi- sche Berichten Nijmegen

Titel : Gebundelde sporen. Enkele kanttekeningen bij aardewerk en nederzet- tingen uit Romeins Nederland

Auteur : Harry van Enckevort, met bijdragen van Angela Collins, Elly N.A. Heir- baut & Joep Hendriks

Opmaak : Rob Mols foto / grafisch Uitgever : Harry van Enckevort

Foto voorzijde omslag : Opgraving op de Stamelberg (Gennep) in 1989.

archief auteur Foto achterzijde omslag : rm

Dit proefschrift is digitaal te verkrijgen via www.bibliotheek.leidenuniv.nl / , en in gedrukte vorm via SPA Uitgevers in Zwolle

ISBN / EAN 978-90-819856-0-4

(8)

vii

Voorwoord

Toen ik in het voorjaar van 1982 tijdens mijn eerste opgraving op mijn knieën met een troffel bijgaven in een van de rijkste graven1 van Romeins Nederland aan het vrijleggen was, kon ik niet vermoeden dat ik ruim dertig jaar later mijn proefschrift zou afronden. Ik studeerde toen geografie in Nijmegen en werd gegrepen door de archeologie in de eigen ‘achtertuin’. De studie Provinciaal Romeinse Archeologie in het ‘verre’ Amsterdam maakte het mogelijk dat ik mij nu, drie decennia later, nog dagelijks bezig houd met archeologische resten in de Nijmeegse bodem. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat mijn beroepsmatige nieuwsgierigheid stopt bij de gemeentegrens, zoals ook blijkt uit de in dit proefschrift aangeroerde onderwerpen.

Dit proefschrift is het resultaat van mijn promotieonderzoek waarvan de eerste aanzetten al voor de millenniumwisseling vorm kregen. In de jaren daarna heb ik tijdens het onderzoek aan nederzettingssporen en scherven uit de Romeinse tijd de inzichten verworven die uiteindelijk noodzakelijk waren om dit proefschrift te kun- nen voltooien. Vanaf april 2011 kreeg dit proefschrift langzaam maar zeker de vorm die het nu heeft. Dit proefschrift is niet louter een compilatie van al gepubliceerde zaken. Daar waar nodig zijn bestaande teksten ingekort, verbeterd en bewerkt om ze in de beoogde structuur een goede plaats te kunnen geven. Voorts zijn nieuwe teksten toegevoegd die antwoord geven aan de in het inleidende hoofdstuk gestelde onderzoeksvragen.

Dit proefschrift had nooit zijn voltooiing gezien zonder de stimulerende druk die mijn promotor prof. dr. Willem Willems de afgelopen jaren uitoefende. Mede dank zij zijn vertrouwen is het project tot een goed einde gekomen. Bij mijn kamer- genote Elly Heirbaut vond ik altijd een luisterend oor en zij heeft mij op cruciale momenten gesteund en inspirerende opmerkingen gegeven. Mijn collega’s van Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen zorgden voor een goede en prettige werksfeer, ook al wisten zij dikwijls niet of ik werkte aan een van de vele gemeentelijke projecten of bezig was met mijn proefschrift. Sommigen dachten mijn bezigheden af te kunnen leiden uit het dessin van het shirt dat ik die dag droeg.

Op de weg naar de voltooiing van dit proefschrift heb ik de hulp gehad van velen.

Angela Collins, Elly Heirbaut en Joep Hendriks droegen bij aan de voltooiing van enkele belangrijk tekstdelen. Carmen Harmsen, Paul Franzen, Paul van der Heijden, Joep Hendriks en Jan Thijssen leverden waardevolle kritische opmerkingen op eer- dere versies van het manuscript. Rob Mols verzorgde de opmaak en gaf daarnaast veel figuren hun definitieve vorm. Peter Nuyten en Kees Peterse verzorgden de visualisering van Ulpia Noviomagus en de tempel van Elst-Westeraam. Hoofdstuk 2 tot en met 11 zouden nooit deze vorm hebben gekregen zonder de aanmoedigingen, nuttige opmerkingen en informatie van Ria Berkvens, Peter van den Broeke, Wim de Clercq, Henk Hiddink, Jan Kees Haalebos (†), Manon Huisman, Richard Jansen, Julie Van Kerckhove, Cees Koot, Menne Kosian, Jan Slofstra, Henk Stoepker en Jan Thijssen. De Engelse en Duitse vertaling van de samenvatting zijn gemaakt door Martijn Nicasie en Stefanie Hoss. Ik ben hen allen dankbaar voor de hulp.

1. Koster 2010.

(9)

viii

(10)

ix

I nhoud

1 Inleiding 1

2 Bataafs aardewerk. Een grijze zone tussen Bataven en Romeinen 9 Angela Collins, Harry van Enckevort & Joep Hendriks

2.1 Onderzoeksvragen en methodologie 9

2.2 Onderzoeksgeschiedenis 10

2.3 Algemene karakteristieken 11

2.3.1 Vormgroep 1.

Kommen met een sterk S-profiel 12

2.3.2 Vormgroep 2.

Potten met een rond omgeslagen rand 13

2.3.3 Vormgroep 3.

Kommen met een horizontale rand met profilering 14 2.3.4 Vormgroep 4.

Pot met een smalle rand met een flauwe geul 17 2.3.5 Vormgroep 5.

Potten met een smalle, massieve rand 19

2.3.6 Vormgroep 6.

Potten met omgeslagen, naar beneden geknikte rand 19

2.4 Herkomst en distributie 20

2.5 Visuele karakteristieken 24

2.5.1 Hardheid 24

2.5.2 De grootte en de dichtheid van de inclusies in het baksel 25

2.5.3 Oppervlak van de breuk 26

2.5.4 Oppervlaktebehandeling 26

2.5.5 Wanddikte 27

2.6 Opnieuw bakken van scherven 27

2.7 Porositeit 29

2.8 Conclusies 30

2.8.1 Een diachroon overzicht van het grijs Bataafs aardewerk 30

2.8.2 Kookpot of container 32

2.8.3 De kleur 32

3 Het aardewerk uit de nederzettingen Breda-Steenakker

en Breda-Huifakker 35

3.1 Het aardewerk gekwantificeerd 35

3.2 De datering van gebouwen en waterputten met aardewerk 38

3.2.1 De Huifakker 39

3.2.2 De Steenakker 40

3.3 De ontwikkeling van het aardewerkspectrum door de tijd 41

3.4 Een souvenir uit Bergen op Zoom 43

3.5 Versierde drinkkommen Dragendorff 37 46

(11)

x

4 De Low Lands ware 1 op de Steenakker en de Huifakker 49

4.1 Tafelwaar 51

4.2 Kruiken 54

4.3 Amforen 54

4.4 Wrijfschalen 56

4.5 Groot transport-/opslagaardewerk 57

4.6 Gebruiksaardewerk/klein transportaardewerk 65

5 De nederzetting Venray-Hoogriebroek 71

5.1 Het aardewerk gekwantificeerd 71

5.2 Oranje gebruiksaardewerk uit Noord-Limburg 72

5.3 De nederzettingselementen 74

5.3.1 De boerderijen 76

5.3.2 De verdiepte stal 79

5.3.3 De verspreiding van tefriet in en rond boerderij P 80

5.3.4 De graanschuur 81

5.3.5 De spiekers 82

5.3.6 De smalle, langgerekte schuren 83

5.4 De datering van de nederzettingselementen 86

5.5 Het verhaal van de plek 87

5.5.1 Nieuwe bewoners aan de Oostrumsche Beek 87 5.5.2 De bouw van een stenen (hoofd)gebouw 87

5.5.3 Satellietnederzettingen 90

5.5.4 Terug naar een kleine groep houten boerderijen 92 5.5.5 Het bestaan : akkerbouw, veeteelt en huisnijverheid 93

5.5.6 Religie en de dood 94

6 Aardewerk uit grafvelden en nederzettingen 97

6.1 Grafveld ’t Brukske en nederzetting De Hulst in Venray 97 6.2 Nederzettingen en grafvelden in de regio Weert-Nederweert 99

7 De nederzetting Nistelrode-Zwarte Molen 107

7.1 Het aardewerk gekwantificeerd 107

7.2 De ruimtelijke spreiding van het aardewerk 109

7.3 De functies van het aardewerk 112

7.4 Brandsporen op randen van ruwwandig aardewerk 113 7.5 De traditionele fasering van de nederzetting. 114 7.6 Fasering op basis van de ruimtelijke ordening en het aardewerk 116 7.6.1 De maatvoering van de nederzettingselementen 117 7.6.2 Het oudste spoor uit de Romeinse tijd 118

7.6.3 Het porticushuis (fase 1) 118

7.6.4 Vier waterputten in een vierkant (fase 2) 119 7.6.5 Een huis met een verlatingsoffer (fase 3) 121

(12)

xi

7.6.6 Het begin van een ‘villa-uitleg’ (fase 4) 122 7.6.7 Een villa en een huis met een eigen erf (fase 5) 122

7.6.8 Enkele gedachten bij huis 44 125

7.6.9 Ontwikkelingen in de 3e eeuw (fase 6) 128 7.7 De ontwikkeling van het aardewerkspectrum door de tijd 129 8 De opkomst en ondergang van Oppidum Batavorum 131

8.1 Het oudste Nijmegen 131

Harry Enckevort & Elly N.A. Heirbaut

8.1.1 Identificatie en lokalisering 131

8.1.2 Begin en functie 133

8.1.3 Een stad in de kiem gesmoord 138

8.2 Sporen op de St. Josephhof 140

8.2.1 Percelen 142

8.2.2 Perceelsscheidingen 145

8.2.3 Stegen 146

8.2.4 Dwarssteeg 146

8.3 De inrichting van de huizen en erven op bouwblok A 147

8.4 ‘Militaire’ architectuur op bouwblok B 163

8.5 Een samenvatting van de resultaten 170

8.6 De contemporaine lintbebouwing in Cuijk 180 9 Een legerplaats in het centrum van Nijmegen ? 187

9.1 Een gebouw met twee peristylia 189

9.2 De legerplaats van het Tweede Legioen 193

10 De cultusplaats Elst-Westeraam 197

10.1 Het aardewerk van de vindplaats Elst-Westeraam 198 10.2 Het aardewerk van drie tempelcomplexen vergeleken 200 10.3 Een houten gebouw op een oude rivieroever (fase 1) 202 10.4 De afbakening van het temenos (fase 2) 204 10.5 Opnieuw een oriëntatieverandering (fase 3) 206

10.6 Van hout naar steen (fase 4) 208

10.6.1 Waarom juist deze plek ? 209

10.6.2 De bezoekers 210

10.7 Een verbouwing (fase 5) 213

10.8 Een herinrichting van het terrein (fase 6) 214

10.9 Na de opgave van de tempel 215

11 Villa’s in de omgeving van Ulpia Noviomagus 217

11.1 De Tienakker in Wijchen 217

11.1.1 Het putgebouw 217

11.1.2 De grafheuvel 221

11.1.3 Het verdwenen hoofdgebouw 222

(13)

xii

11.1.4 Latere ontwikkelingen 223

11.1.5 Van villa naar wachtpost 225

11.2 De villa Druten-Klepperhei 232

11.2.1 De eerste gebouwen (fase 1) 233

11.2.2 Uitbreiding (fase 2) 235

11.2.3 Funderingen van grint (fase 3a) 237

11.2.4 Funderingen van grauwacke (fase 3b) 237

11.2.5 De grootste uitleg (fase 4) 239

11.2.6 Een nieuwe villa (fase 5) 241

11.2.7 Het mausoleum 241

11.2.8 Klepperhei : een villa van het type Anthée 244

11.3 De villa op De Grote Aalst in Ewijk 245

11.4 Kanttekeningen bij de horizontaal-stratigrafische analyse 248

12 Aardewerk uit de Romeinse tijd 251

12.1 Baksel- en vormtypologie 252

12.2 Scherven kwantificeren 260

12.3 Het vergelijken van vindplaatsen 264

13 Nieuwe nederzettingsvormen, gebouwen en bouwmaterialen 269

13.1 Bouwactiviteiten in Nijmegen 269

13.2 Het leger en tempels in het Bataafse gebied 273 13.3 Nieuwe nederzettingen op het platteland 275

13.4 Het leger en villa’s 277

13.5 Villa’s en de Nijmeegse ordo decurionum 279

13.6 Van porticushuis naar villa 281

13.7 Villa’s en verder 287

Literatuur 291

Samenvatting 316

Summary 319

Zusammenfassung 322

Illustratieverantwoording 325

Curiculum vitæ 326

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Brouwer (Rijksmuseum van Oudheden. Leiden) plaatsen het grafveld in de periode van ca. De drie gelegen, relatief rijke graven blijken uit de beginfase te stammen.

To measure how the different NGOs and the UN perceive gender equality and awareness and the different needs of former female child soldiers, a gender awareness criteria

In en direct buiten het huis is veel meer terra sigillata aangetroffen dan in de nederzetting als geheel (tabel 32).43 Daarbij moet wel opgemerkt worden dat er in totaal

In de tabel wordt een overzicht gegeven van de totale kosten van opname van tolcapon in het GVS. De berekening is gebaseerd op 525 – 919 patiënten die voor behandeling in

Hier zijn het boeren die de grond hebben verworven en die zich gaan inspannen om natuur te maken.. Dat boeren aan particulier natuurbeheer doen is ook niet nieuw, maar wél de

rostriformis bugensis (dashed line) depending on lake morphometry, based on data that zebra mussels reach their maximum density in 2.5 ± 0.2 years and quagga mussels reach their

Although it is possible to estimate the number of true positives and negatives and the number of false positives and negatives for every rejection level using microarray data

Ook uit eerder onderzoek (De Meester 2010) komt naar voren dat ouders die beide buitenshuis werkzaam zijn en kinderopvang nodig hebben vaak voor een com- binatie kiezen