Begeleidingsplan voor
leerlingen en stagiairs
Inhoudsopgave pagina
Inleiding, doel en uitleg van het begeleidingsplan 03
Beginsituatie 04
Reflectie 05
Introductiegesprek 06
Leerdoelengesprek 08
Voortgangsgesprek 10
Tussenevaluatie 11
Eindevaluatie 13
Bijlagen
Bijlage 1 Beginsituatieformulier 16
Bijlage 2 Checklist inwerken 17
Bijlage 3 Aftekenlijst reflectie 23
Bijlage 4 Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) 24
Bijlage 5 Persoonlijk activiteitenplan (PAP) 25
Bijlage 6 SMART formuleren (doelen stellen) 26
Bijlage 7 De STARRT methode 27
Bijlage 8 360° feedback 28
Bijlage 9 Jaarkalender gesprekken 32
Inleiding
Voor je ligt de nieuwe uitgave van het leerling begeleidingsplan van Cello.
De bedoeling van dit begeleidingsplan is dat het een leidraad is voor de begeleiding van de leerling (BBL, met leer- en arbeidsovereenkomst) en stagiair (BOL, stagecontract) tijdens zijn BPV (beroepspraktijkvorming) periode binnen Cello.
Door het begeleidingsplan te volgen worden alle gegevens rondom het leerproces van de leerling en stagiair binnen Cello vastgelegd. Het bijhouden van het begeleidingsplan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de opleidingscoördinator, coördinerend begeleider, de werkbegeleider en de leerling/stagiair.
Waar in dit plan leerling geschreven staat wordt ook stagiair bedoeld. Hij kan gelezen worden als zij en hem gelezen worden als haar.
Het doel van het begeleidingsplan
het systematisch laten verlopen van de begeleiding van de leerling en daardoor een waardevolle bijdrage leveren aan het leerproces van de leerling
het waarborgen van de continuïteit van de werkbegeleiding
verbeteren van de kwaliteit van de werkbegeleiding.
Toepassingsgebied
Leerlingen en stagiairs binnen de sectoren wonen en dagbesteding/werk, kind en gezin, en vrije tijd.
Hoe werkt het begeleidingsplan
De coördinerend begeleider draagt er zorg voor dat het begeleidingsplan met een korte uitleg overgedragen wordt aan de nieuwe leerling zodat deze op kan zoeken wat er van hem verwacht wordt.
Het begeleidingsplan is een middel om de begeleiding volgens een vaste structuur vorm te geven.
De planning van de gesprekken die in het begeleidingsplan staat beschreven sluit in grote lijnen aan bij de planning van de gesprekken zoals die op de scholen gehanteerd wordt.
De bedoeling is het begeleidingsplan te gebruiken ter voorbereiding en als leidraad bij een
gesprek. Dus er is een introductiegesprek gepland Wat zijn de onderwerpen die hierbij aan de orde komen?
Verder zitten er in de bijlagen enkele instrumenten, deze zijn te gebruiken bij bijvoorbeeld het schrijven van reflectieverslagen en het vragen om feedback.
Beginsituatie en kennismaking
Het verdient de voorkeur dat de leerling voorafgaand aan de BPV-periode een kennismaking heeft met de coördinerend begeleider en de groep.
Tijdens deze kennismaking worden alle praktische gegevens van de leerling genoteerd op het beginsituatieformulier (bijlage 1) en worden afspraken gemaakt over de eerste diensten waarbij de checklist inwerken (bijlage 2) aan bod komt.
De eerste maand op de BPV-plaats moet gezien worden als inwerkperiode (voor BBL- leerlingen geldt een minimum inwerktijd van 5 werkdagen en 7 werkdagen binnen kleinschalig wonen). In deze eerste periode wordt de leerling vooral ingewerkt op de algemene dagelijkse zorg.
De leerling maakt kennis met de cliënten, de collega’s, de visie op de te bieden zorg, en verwachtingen ten aanzien van het leerling zijn op deze woongroep.
Wederzijdse kennismaking
• coördinerend begeleider en/of werkbegeleider vertelt over zichzelf (functie, achtergrond, opleiding et cetera)
• leerling vertelt over zichzelf (achtergrond, opleiding et cetera, tevens invullen van beginsituatie formulier) Rol van een ieder tijdens het gesprek
• uitleg door coördinerend begeleider over de eerste week en het rooster van de leerling.
Reflectie
De BBL-leerling heeft ieder schooljaar 6 verplichte reflectiebijeenkomsten, verzorgd door de opleidingscoördinator. Bij deze bijeenkomsten bespreken 5 of 6 leerlingen met elkaar
werksituaties met het doel hiervan samen te leren
Aan het begin van het schooljaar wordt de jaarkalender met daarin de planning van de reflectie, tijd en locatie doorgestuurd naar de leerling, de coördinerend begeleider en de groep. Deze data dienen door te worden doorgegeven aan de medewerker die de roosters maakt zodat de leerling op deze datums wordt ingeroosterd. De reflectiedata worden ook in de agenda op de groep gezet, zodat er rekening mee gehouden wordt.
De reflecties hebben een verplicht karakter. De aanwezigheid wordt bijgehouden op de
aftekenlijst reflectie (bijlage 3). Afmelden kan alleen in overleg met de coördinerend begeleider en/of clustermanager met een geldige reden. Bij afwezigheid wordt verwacht dat de leerling een reflectieverslag maakt aan de hand van de STARRT (bijlage 7) en dit naar de
opleidingscoördinator en coördinerend begeleider stuurt.
Het introductiegesprek
Tussen 1 tot 4 weken na de start op de woongroep zal er een introductiegesprek plaatsvinden. Het doel van dit gesprek is het uitspreken van verwachtingen naar elkaar toe, informatie geven en afspraken maken over de komende BPV-periode
Tijdens het introductiegesprek zijn in ieder geval de coördinerend begeleider (verantwoordelijk voor de BPV), de werkbegeleider en de leerling aanwezig. Als er een stagedocent van school aan de BOL-leerling gekoppeld is, dan zit deze stagedocent bij het introductiegesprek, tenzij anders met het ROC is afgesproken.
Bij nieuwe (BBL-)leerlingen die een EQ-i test gehad hebben zal ook de opleidingscoördinator aanwezig zijn om de leerdoelen die uit de test naar voren zijn gekomen te bepreken.
Gespreksonderwerpen met betrekking tot het introductiegesprek
Vooraf wordt besproken wie de gespreksleider is. De leerling schrijft het verslag over het gesprek.
Doel van het gesprek
• uitspreken van verwachtingen!!
• informatie geven
• afspraken maken.
Inhoud van het gesprek
1. Uitspreken van verwachtingen over en weer
• verwachtingen van de leerling ten aanzien van de BPV op deze woning
• verwachtingen van de leerling ten aanzien van de begeleiding
• verwachtingen van coördinerend begeleider en/of werkbegeleider(s)
• benoemen van leerdoelen vanuit vorige BPV en/of uit EQ-i. De leerdoelen kunnen door de leerling verwerkt worden via POP en PAP (bijlage 4 en 5) of via de richtlijnen die vanuit school hieraan gesteld worden
• welke verwachtingen zijn er ten aanzien van zelfstandigheid, interesse, initiatief nemen/
tonen, verantwoordelijkheidsgevoel, assertiviteit en leerstijl.
2. Informatie over de woning
• eerste indruk van de leerling ten aanzien van woning en cliënten
• wat weet de leerling over cliënten in ADL
• wat weet de leerling over afspraken
• hoe is de inwerkperiode verlopen.
3. Afspraken maken voor/over de komende BPV-periode
• wanneer staan de leerdoelen (via POP en PAP) op papier
• afspraken maken over de frequentie van voortgangsgesprekken. De leerling is zelf
verantwoordelijk voor zijn leerproces en vraagt van de begeleiding ondersteuning waar nodig
• datum eerste voortgangsgesprek afspreken
• vastleggen tussen- en eindevaluatie of afspreken wie dit plant.
4. Samenvatting van het gesprek
• de gespreksleider geeft een samenvatting van het gesprek en de gemaakte afspraken.
5. Evaluatie van het gesprek
• hoe heeft men het gesprek gevonden
• is de informatie voor iedereen duidelijk
• zijn de gemaakte afspraken duidelijk.
Verslag introductiegesprek
Verzenden naar werkbegeleider, coördinerend begeleider en opleidingscoördinator.
Onderstaande punten kunnen gebruikt worden om het verslag van het introductiegesprek te maken
• Aanwezig
• Datum
• Door
• Ervaringen vorige BPV (s)
• Specifieke aandachtspunten vanuit vorige BPV (s) of EQ-i
• Wederzijdse verwachtingen ten aanzien van de begeleiding en leerling
• Eerste indruk van de woning en cliënten
• Afspraken en geplande data
Leerdoelen gesprek
Dit gesprek zal doorgaans plaatsvinden na het introductiegesprek en nadat de leerling/ stagiair voldoende is ingewerkt en een goed beeld heeft gekregen over de mogelijkheden van de
woongroep met betrekking tot de te behalen opdrachten. Uiterlijk twee maanden na aanvang bij de BPV. Indien wenselijk en mogelijk kan het introductiegesprek tegelijk met het
leerdoelengesprek plaatsvinden.
Bij het leerdoelengesprek zijn werkbegeleider en leerling aanwezig. De leerling zorgt van tevoren dat hij de leerdoelen via POP en PAP (bijlage 4 en 5) of via de richtlijnen van school op papier heeft en naar de werkbegeleider en coördinerend begeleider heeft gestuurd.
Doel van het gesprek
checken of en hoe de leerdoelen binnen deze BPV-periode te behalen zijn. Dus zijn de leerdoelen SMART (bijlage 6) opgesteld?
Inhoud van het gesprek
• leerling bespreekt zijn leerdoelen zoals hij ze heeft opgesteld voor de hele BPV
• in welke mate is de leerling bekend met de dagindeling, de visie van de woning, de dagbesteding en de bij- en nascholingsmogelijkheden specifiek woninggericht
• de leerling zal een mondelinge toelichting geven op zaken betreffende de cliënten. Hoeveel zicht heeft hij op het niveau van de cliënten en de samenstelling van de groep. De
voorkomende syndromen/ziektebeelden en de eventuele medicatieverstrekking.
• de leerling geeft aan waar hij de doelen uit heeft geformuleerd
• afspreken waaraan voldaan moet zijn om doelen en opdrachten afgetekend te krijgen met
“voldaan”
• afspreken op welke wijze de leerling ondersteuning krijgt van de coördinerend begeleider of werkbegeleider
• vaststellen of de vastgestelde doelen haalbaar zijn binnen de BPV-periode
• afspreken hoe en hoe vaak de leerling reflecteert, bijvoorbeeld via een STARRT verslag (bijlage 7)
• evaluatie van het gesprek.
Verslag leerdoelengesprek
Verzenden naar werkbegeleider, coördinerend begeleider en opleidingscoördinator
• Aanwezig
• Datum
• Door
• De doelen
• Waaraan moet voldaan zijn om de doelen met voldaan af te tekenen
• Waaruit bestaat de ondersteuning vanuit de begeleiding
• Wat moet er gebeuren om de doelen te realiseren
• Wanneer vinden vervolgafspraken plaats
• Afspraken ten aanzien van leerdoelen en de POP en PAP
Het voortgangsgesprek
Evaluatie van de uitvoering van de BPV van de leerling. Dit gesprek wordt bij voorkeur één maal per maand gehouden, waarbij de leerling
aantekeningen maakt en volgens afspraak in verslag zet. Bij een beginnende leerling is het verstandig deze gesprekken in het begin wat korter op elkaar te voeren en op het moment dat een en ander goed loopt de vervolgafspraken hierop aan te passen.
De werkbegeleider en de leerling zijn bij het voortgangsgesprek aanwezig. Indien nodig kan de coördinerend begeleider het gesprek bijwonen.
De voortgang van het leerproces en dus van de leerdoelen wordt besproken en waar nodig worden afspraken hierover aangepast.
Voortgangsverslag
Verzenden naar werkbegeleider, coördinerend begeleider en opleidingscoördinator
• Week
• Datum
• Aanwezig
• Door
• Wat heb je de afgelopen weken geleerd
• Wat gaat goed
• Wat kan verbeterd worden
• Hoe kan dit verbeterd worden
• Bespreken van BPV-opdrachten. Hoe eraan te werken en wat is de bedoeling
• Hoe wordt de begeleiding ervaren
• Afspraken gemaakt voor de komende maand
Denk aan
• aanpassen leerdoelen (pop en pap)
• plannen volgend gesprek
• afspraken voor het rondsturen 360° feedbackformulieren voor de tussenevaluatie
• datum verslag inleveren
• opdrachten beoordelen, de werkbegeleider begeleidt hierin, de coördinerend begeleider beoordeeld!!
De tussenevaluatie
Een maand voor de tussenevaluatie de 360 ° feedbackformulieren aan alle naaste collega’s uitdelen met de vraag deze in te vullen en met de leerling kort te bespreken (bijlage 8).
Tijdens de tussenevaluatie wordt gekeken naar het leerproces van de leerling en zijn vorderingen in de BPV en persoonlijke ontwikkeling.
Hierbij zijn aanwezig de leerling, de werkbegeleider, de coördinerend begeleider en/of de stagedocent. Bij nieuwe BBL-leerlingen is ook de opleidingscoördinator aanwezig.
De tussenevaluatie is een ontwikkelgesprek waarin de ontwikkeling tot nu toe beoordeeld wordt.
Bij twijfel van voldoende ontwikkeling van de leerling kan ook de opleidingscoördinator
aanwezig zijn. Dit wordt vooraf door de coördinerend begeleider met de leerling besproken en de opleidingscoördinator wordt hier op tijd van op de hoogte gebracht.
Gespreksonderwerpen met betrekking tot de tussenevaluatie Doel van het gesprek
• terugblikken op het eerste deel van de BPV en verwachtingen uitspreken naar het verdere verloop van de BPV-periode
• evaluatie van het eerste gedeelte van de BPV
• afspraken maken.
Inhoud van het gesprek
1. Hoe gaat het met de leerling/ stagiair op de woning
• wat is er op de woning aan leermomenten voor de leerling
• hoe voelt de leerling zich binnen het team
• wat weet de leerling over de verschillende disciplines binnen Cello en hun werkzaamheden
• wat weet de leerling over het organisatiemodel en de visie van Cello en wat betekent dit voor het werken op de woning.
2. De begeleiding
• welke factoren werken belemmerend/bevorderend ten aanzien van de begeleiding, zowel voor de leerling als de coördinerend begeleider of werkbegeleider
• welke punten komen uit de 360° feedback
• hoe verloopt de begeleiding met betrekking tot de verwachtingen die in het introductiegesprek zijn besproken, en de afspraken die zijn gemaakt.
3. Het leerplan
• welke leerdoelen zijn behaald? (persoonlijke+ leerdoelen van opleiding)
• kunnen alle leerdoelen worden gehaald in deze BPV-periode? Zo niet, wat is wel haalbaar?
Wat kan aangepast of uitgebreid worden?
• hoe verloopt de integratie van theorie en praktijk.
4. Vooruitblik
• afspraken maken voor de rest van de BPV-periode
• planning voor inleveren volgende opdrachten
• samenvatting van de tussenevaluatie maken op het formulier door leerling.
Op het tussenevaluatie-formulier wordt een samenvatting gegeven van de tussenevaluatie.
De verantwoording voor het maken van het verslag ligt bij de coördinerend begeleider. Dit moet wel door alle drie de partijen ondertekend worden en opgestuurd worden naar de
opleidingscoördinator. Het verslag van de tussenevaluatie wordt gemaakt door de leerling.
Aantekenformulier tussenevaluaties
Verzenden naar werkbegeleider, coördinerend begeleider en opleidingscoördinator
• Aanwezig
• Datum
• Door
• Leerproces tot nu
• Aandachtspunten naar aanleiding van tussenevaluatie
• Afspraken die gemaakt zijn ten aanzien van POP en PAP
Handtekening Handtekening Handtekening Coördinerend begeleider Werkbegeleider Leerling
De eindevaluatie
De leerling maakt voor de eindevaluatie een eindverslag en levert dat in bij de werkbegeleider, de coördinerend begeleider en de opleidingscoördinator. De eindevaluatie wordt aan het einde van de BPV ingepland.
Het is een officiële afronding van de BPV, waarbij een waardering voor de totale periode wordt uitgesproken. Bij dit gesprek zijn de leerling, werkbegeleider, coördinerend begeleider en de opleidingscoördinator of stagedocent aanwezig.
Gespreksonderwerpen met betrekking tot de eindevaluatie Doel van het gesprek
• Evaluatie van de BPV-periode
• Eindbeoordeling van de BPV-periode.
Inhoud van het gesprek 1. Beoordeling
• wat is de beoordeling van de coördinerend begeleider of werkbegeleider
• motivatie van de beoordeling door de coördinerend begeleider of werkbegeleider
• welke beoordeling geeft de leerling zelf.
2. Pop en Pap
• welke leerdoelen zijn er behaald (persoonlijke + leerdoelen van de opleiding)
• productie-evaluatie eindverslag en differentiatie opdracht beoordeling (indien van toepassing)
• procesevaluatie hoe heeft de leerling de leerdoelen bereikt
• welke leerdoelen zijn niet (helemaal) behaald en wat is hiervan de reden en hoe wordt dit verder opgepakt
• hoe verliep de integratie theorie en praktijk
• welke leerdoelen worden meegenomen naar een volgende BPV-plaats.
3. Begeleiding
• zijn er voldoende leersituaties geweest en is hier voldoende gebruik van gemaakt
• zijn de gemaakte afspraken nagekomen
• feedback van de werkbegeleiders ten aanzien van kennis, vaardigheden en houding
• heeft de begeleiding voldaan aan de gestelde verwachtingen
• hoe is het contact verlopen tussen de coördinerend begeleider of werkbegeleider en de leerling.
Het eindverslag van de leerling wordt tijdens de eindevaluatie ondertekend door de aanwezigen bij de eindevaluatie.
Indien nodig wordt het eindevaluatie formulier na de eindevaluatie door de coördinerend begeleider ingevuld en doorgestuurd naar
opleidingscoördinator van Cello en de stagedocent van school.
Aantekenformulier eindevaluatie
Verzenden naar werkbegeleider, coördinerend begeleider en opleidingscoördinator
• Aanwezig
• Datum
• Door
Beoordeling BPV-periode
• Door coördinerend begeleider of werkbegeleider
• Door de opleidingscoördinator
• BPV-ervaringen op de woning proces- en productevaluatie
• Begeleiding
• Leerdoelen
Handtekening Handtekening Handtekening
Coördinerend begeleider Werkbegeleider Leerling
Bijlagen
Bijlage 1 Beginsituatieformulier Bijlage 2 Checklist inwerken Bijlage 3 Aftekenlijst reflectie
Bijlage 4 Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Bijlage 5 Persoonlijk activiteitenplan (PAP) Bijlage 6 SMART formuleren (doelen stellen)
Bijlage 7 STARRT methode
Bijlage 8 360° feedback
Bijlage 9 jaarkalender gesprekken
Bijlage 1 Beginsituatie
Algemene gegevens Naam leerling Adres
Woonplaats Telefoonnummer Geboortedatum Vooropleiding Huidige opleiding Leerjaar
Theorie periode
Begeleiding
Coördinerend begeleider Werkbegeleider 1 Werkbegeleider 2 Opleidingscoördinator
Bijlage 2
Checklist inwerken leerling Uitgangspunten
Doel
Deze checklist is een hulpmiddel bij het inwerken op de woongroep om ervoor te zorgen dat alle relevante taken en werkzaamheden besproken worden.
De leerling kan het gebruiken om vragen te stellen. De medewerkers kunnen nagaan wat er al verteld is en wat de leerling ervan opgepikt heeft. De leerling krijgt heel veel informatie in korte tijd, dus check na een paar weken wat nog aandacht nodig heeft.
• Alle nieuwe collega’s worden volgens een vaste procedure ingewerkt.
• Het is de bedoeling dat de werkbegeleider en de leerling een paraaf zetten achter het
betreffende onderdeel wanneer hier uitleg over verstrekt is en de informatie ook voldoende is opgepikt.
• Nieuwe leerlingen hebben recht op minimaal 5 inwerkdagen en 7 inwerkdagen binnen
kleinschalig wonen. Dit zijn dagen dat de desbetreffende persoon boventallig staat. De nieuwe leerling draait de meest voorkomende diensten mee. Het inwerken wordt gedaan door een vaste medewerker.
• Na afloop van de 5/7 inwerkdagen vindt er een evaluatiegesprek plaats. Men kan dan vragen stellen en er wordt bekeken wat er van de checklist behandeld is en wat er nog aandacht nodig heeft. Hier worden afspraken over gemaakt en eventueel acties op uitgezet.
• De werkbegeleider en leerling spreken af wie gesprekken met de persoonlijk begeleiders plant om de cliënten door te spreken.
• De coördinerend begeleider maakt na de inwerkperiode een afspraak met de nieuwe leerling voor een introductiegesprek. Hierin wordt geëvalueerd hoe het inwerken verlopen is en hoe de begeleiding voor de volgende periode vorm gaat krijgen.
• Dienstenpatroon na 5/7 inwerkdagen. De eerste maand staat de leerling in principe zo min mogelijk alleen of met inval, zodat hij nog altijd terug kan vallen op een vaste medewerker.
Afhankelijk van de ervaring die de leerling heeft kan hiervan worden afgeweken.
• Na elke inwerkdag wordt kort geëvalueerd hoe de dag verlopen is o wat ging er goed vandaag en waarom
o wat ging er minder goed en waarom
o wat heb je gemist en waarom en wat wil je in een volgende dienst terug laten komen o hoe was de begeleiding, wat vond je goed en wat vond je minder goed.
Checklist inwerken
Soort activiteit Denk aan Paraaf
nieuwe collega
Paraaf werk begeleider Kennismaking
met
- Collega’s woning
- Werkbegeleider (bij leerlingen) en/of coördinerend begeleider
- Collega’s andere woningen
- Collega’s ondersteunende diensten - Ouders en/of verwanten
- Informatie verstrekken, nieuwsbrief aan ouders/verwanten en eventueel een stukje schrijven hiervoor
Inwerk- programma
- Wijze van inwerken
- Wederzijdse afspraken/verwachtingen met betrekking tot inwerkperiode uitspreken Rondleiding
werkplek
- Aanwijzen plaats voor jassen en tassen - Kantoor
- Linnenkamer - Personeelstoilet - Huiskamers - Keuken - Washok - Badkamers
- Gangen/garderobe bewoners - Slaapkamers
- Tuin - Schuurtje - Snoezelruimte - Poetshok/kast
- Slaapwachtkamer (indien aanwezig) - Het terrein
- Hoofdgebouw, laten zien waar alle disciplines te vinden zijn.
- De straat - De wijk/ buurt - De supermarkt
- Andere belangrijke plaatsen (is per woning
Soort activiteit Denk aan Paraaf nieuwe collega
Paraaf werk begeleider Directe
cliëntenzorg
- Voorstellen van de cliënten
- Korte uitleg over gedragingen, bijzonderheden, werkafspraken en waar deze afspraken te vinden zijn
- Algemene uitleg voorkomende ziektebeelden en handicaps
- Verzorging cliënten - Begeleiding cliënten - Uitleg eet en drinksituaties - Uitleg badsituaties en verzorging
- Baden/douchen en omkleden - Ontbijtsituatie meedoen - Avondeten meedoen
- Avondverzorging van de bewoners
- Uitleg medicatie (leerling mag pas medicatie geven als er een bekwaamheidsverklaring is, dus de cursus gevolgd heeft)
• Medicatiemap
• Aftekenlijst
• Baxter systeem
• Bestellen van medicatie buiten baxter systeem
• VMC dienst
- Uitleg gebruik tilliften (cursus, indien nodig) - Uitleg gebruik incontinentiemateriaal - Uitleg verbandmiddelen
- Aanwezigheidsbord cliënten - Activiteiten programma
- Ondersteuningsplan/ persoonsbeelden doornemen
Soort activiteit Denk aan Paraaf nieuwe collega
Paraaf werk begeleider Indirecte
cliëntenzorg
- Dagplanning doornemen
- Huisregels en gedragscode doornemen, afspraken mobiele telefoon
- ABC-map doornemen - Intranet uitleggen - DKS uitleggen
- Uitleg dienstenpatroon en afspraken met betrekking tot vrij vragen, voorkeur aanvragen en dienst ruilen
- Uitleg verschillende functies o woningassistent o assistent begeleider o begeleider
o persoonlijk begeleider o coördinerend begeleider o clustermanager
o sectormanager.
- Uitleg verdeling persoonlijk begeleiderschap en overige taken team, dus wie is waarvoor aanspreekpunt
o financiën o roosterraar o communicatie
o interieur en inrichting o medicijnen
o lief en leed.
- Waskar, uitleg was en wasverzorging
- Hepatitis B-vaccinatie aanvragen (indien nodig op de werkplek)
- Rookbeleid
- Veiligheidsprotocol en uitleg portofoons - Kritische procedures de protocollenmap laten
zien en uitleg geven
- Procedure MIRS-meldingen - Kwaliteitshandboek
Soort activiteit Denk aan Paraaf nieuwe collega
Paraaf werk begeleider Administratieve
taken
- Vermelden van adres en telefoonnummer van leerling op relevante plaatsen
- Belangrijke telefoonnummers
- Regelen digitale foto voor op een eventueel communicatiebord
- Postvak leerling
- Functie en gebruik agenda
- Computer woning account, wachtwoord, mail, postvak aanmaken, afspraken
- Overdracht
- Overdrachtsrapportage
- Nachtrapportage en overdracht naar slaapdienst/nachtdienst
- Nachtzorg systeem uitleggen. Eventueel invullen aan- afwezigheidlijstje
- Bij slaapdiensten uitleg geven slaapwacht map - Individuele rapportage uitleggen
- Care 4
- Wachtwoord Care 4 (aanvragen moet via clustermanager of coördinerend begeleider) - Uitleg overlegvormen team en inbreng
agendapunten - Financiën
- Uitleg bewonersgelden SBBC
- AWBZ, voeding, kleding en dergelijke - Wish-melding maken
- Technische dienst - Procedure ziekmelden
- Procedure na ziekmelding collega Uitleg brand-
instructie en noodkoffer
- Aanwezigheid van een BHV-map en de
bedoeling hiervan (hoeft hem de 1ste dagen niet te lezen, kan vragen stellen aan BHV-er) - Brandblussers
- Brandmelders
- Wat te doen bij een brandmelding - Uitleg noodplan
- Wat te doen bij loos alarm
- Brandwerende deuren/noodverlichting - Noodkoffer
- Alarmnummer
- Bereikbaarheidsdienst clustermanager - EHBO –dozen
- Vluchtroutes verzamelplaats
- Meterkast, hoofdwaterkraan, verwarmingsketel - Huisartsenpost/dienstdoende arts.
Evaluatie inwerkperiode
Evaluatie van de inwerkperiode is eventueel te koppelen aan het introductiegesprek met de coördinerend begeleider.
Dit vindt plaats uiterlijk 2 weken na het inwerken.
onderwerp Paraaf indien behandeld
Terugblik op de inwerkdagen. Hoe is dit verlopen?
Nalopen van de aftekenlijst. Zijn er nog bijzonderheden?
Afspraak maken over het dienstenpatroon voor de komende periode
Is er nog scholing gewenst? (medicatie, autisme, epilepsie, BHV et cetera)
Hoe zit het met de bekwaamheidsverklaringen?
Plannen van afspraken met persoonlijk begeleiders om cliënten door te spreken.
Visie van de woningen doornemen Wegwijs maken binnen de organisatie
Protocollenmap moet gelezen en afgetekend zijn.
BHV-map moet gelezen en afgetekend zijn.
De leerling kent globaal de organisatiestructuur van Cello De leerling is op de hoogte van het vrijwilligersbeleid De leerling is op de hoogte van het opleidingscentrum en het opleidingsaanbod. Het open aanbod en dergelijke.
De leerling heeft de volgende cliënten doorgesproken met de persoonlijk begeleider.
Naam cliënt
Bijlage 3 Aanwezigheidslijst reflectie
datum Thema/ casus reflectie Afmelding
door cb
Paraaf oc
Paraaf ll
Bijlage 4 Persoonlijk ontwikkelingsplan POP
Leerling gegevens Naam
Opleiding Leerjaar Woning BPV
Periode BPV Van Tot
Doelen Wat wil je bereiken in de komende periode?
Welke leerdoelen heb je? SMART formuleren (bijlage 5) 1.
2.
3.
Kenmerkende situaties In welke situaties kan ik mijn leerdoelen bereiken?
Welke competenties horen daarbij?
1.
2.
3.
Leerling-gegevens
Bijlage 6 SMART Doelen stellen
Doelen stellen is belangrijk voor het leerproces van de leerling tijdens de BPV-periode.
Naam Opleiding Leerjaar Woning BPV
Periode BPV Van tot
Welke acties ga je nu plannen om je doelen te bereiken?
Leerdoel 1
Welke stappen maak je om je einddoel te bereiken
Tijdspad Van tot 1.
2.
3.
4.
5.
Leerdoel 2
Welke stappen maak je om je einddoel te bereiken 1.
2.
3.
4.
5.
Leerdoel 3
Welke stappen maak je om je einddoel te bereiken 1.
2.
3.
4.
5.
Ondertekening
Student Werkbegeleider Coördinerend begeleider
Datum Datum Datum
Een doel is een gewenste en duidelijk omschreven situatie die op een vooraf vastgesteld tijdstip bereikt moet zijn.
Een doel kan het best SMART geformuleerd worden.
Specifiek
Om een doel specifiek te maken stellen we de W-vragen
• wat willen we bereiken
• wie is er bij betrokken
• waar gaat het gebeuren
• wanneer gebeurt het
• waarom willen we het bereiken.
Meetbaar
De meetbaarheid wordt meestal aangegeven in getallen. Meetbaarheid kan ook zichtbaar gemaakt worden door het doel te vergelijken met bestaande procedures, kwaliteitseisen, normen,
handleidingen of systemen.
Acceptabel
De A staat ook wel voor Aanwijsbaar of Actiegericht. Vragen daarbij kunnen zijn
• is het voor jezelf haalbaar
• is er voldoende draagvlak om het doel te behalen
• is het resultaat actiegericht en leidend tot resultaat.
Realistisch
Is het doel haalbaar, geeft het voldoende uitdaging. Een doel moet niet te eenvoudig zijn maar ook niet te moeilijk. Vragen hierbij kunnen zijn
• is het doel haalbaar voor mij en/of anderen
• zijn de inspanningen niet te hoog of te laag
• staan de inspanningen in relatie met het resultaat.
Tijd
Een goed doel moet minimaal 1 datum hebben. Vaak worden meerdere data genoemd zoals start-, eind- en tussendata.
Voorbeeld
• Ik wil mijn opdracht van school minstens 1 week voor de inleverdatum klaar hebben.
Doelen, Acties en Resultaten
Doelen leiden tot acties die weer tot resultaat leiden.
Doelen kunnen opgesplitst worden in subdoelen
Bijlage 7 STARRT Situatie
Beschrijf een/meerdere concrete beroepssituaties zo duidelijk mogelijk
• wat was de situatie
• welke competenties stonden centraal
• waar vond de situatie plaats
• wanneer vond de situatieplaats
• wat gebeurde er precies
• wie waren erbij.
Taak
Beschrijf nauwkeurig jouw taak of functie in die situatie
• wat was jouw taak
• wat wilde je bereiken.
Activiteiten
Beschrijf concreet de activiteiten die je had gepland
• welke activiteiten had je gepland
• wat heb je precies gedaan
• wat heb je gezegd
• wat voelde je
• wat hielp je
• wat belemmerde je
• hoe was het gedrag van anderen
• hoe heb je gereageerd op het gedrag van anderen.
Resultaat
Beschrijf wat je hebt bereikt
• wat zijn de resultaten
• welke kennis, vaardigheden en houding heb je toegepast.
Reflectie
Reflecteer op eigen handelen
• hoe kijk je terug op deze situatie
• welke competenties heb je hierbij ontwikkeld
• wat lukte goed
• wat heb je geleerd
• waar ben je ontevreden over
• welke competenties wil je versterken
• wat wil je hiervoor leren.
Toepassen
Beschrijf hoe je het geleerde kunt toepassen in andere, meer complexe situaties
• welke leerdoelen neem je op in je POP
• welke activiteiten plan je daarvoor in je PAP o in welke situatie ga je het toepassen o wat ga je anders doen
o welke mogelijkheden heb je.
Bijlage 8 HANDLEIDING 360 graden feedback vragenlijst
Bij 360-graden feedback vult een medewerker een zelfbeoordeling in en krijgt hij daarnaast van zoveel mogelijk anderen feedback op een aantal competenties of gedragsgerelateerde aspecten die van belang zijn voor de uitoefening van zijn functie.
Deze vragenlijst is een hulpmiddel om een goede afstemming tussen collega’s te krijgen. Met de vragenlijst vraag je feedback op jou functioneren, waardoor je te weten komt hoe je collega’s jou ervaren.
Bespreek de opvallende punten die uit deze lijsten naar voren komen tijdens de tussenevaluatie.
Werkwijze
• laat het formulier invullen door zoveel mogelijk directe collega’s
• laat het formulier ook invullen door je coördinerend begeleider
• vul voor jezelf het formulier ook in en vergelijk de reacties van anderen met die van jezelf
• vraag bij onduidelijkheden om een toelichting
• zet op de vragenlijsten een uiterste inleverdatum.
Score
G = goed V = voldoende OV = onvoldoende
Feedback voor Ingevuld door Datum
Competentie RESPECT
G V OV Eventuele toelichting Ik spreek cliënten op correcte wijze aan
Ik ga zorgvuldig om met vertrouwelijk informatie
Ik roep niet over gangen, maar loop naar de persoon toe die ik wil spreken Ik klop bij de cliënt aan voordat ik naar
binnen ga
Ik houd rekening met de behoefte van de cliënt
Ik ga op zoek naar de oorzaak van
‘afwijkend’ gedrag en pas mijn Competentie
FUNCTIONELE SAMENWERKING/
COLLEGIAAL OPSTELLEN
OV V G Eventuele toelichting
Ik kom op tijd
Ik begin op tijd met werken Ik heb mijn mobiel uitstaan
Ik praat een eventueel meningsverschil uit en laat me daardoor niet negatief beïnvloeden
Ik houd werk en privé zoveel mogelijk gescheiden
Ik maak tijdens een dienst afspraken met mijn collega over de verdeling van de werkzaamheden en houd me
daaraan
Ik maak tijdens een dienst afspraken met mijn collega wanneer ik (op mijn laptop) aan opdrachten kan werken Ik bied hulp aan collega’s aan als mijn werkzaamheden dat toelaten
Ik laat niet onnodig werk voor een ander liggen
Competentie
INHOUDELIJKE DIENSTVERLENING
OV V G Eventuele toelichting Ik bejegen cliënten op basis van
waardigheid en respect
Ik draag er actief aan bij dat cliënten zelf initiatieven nemen
Ik stem mij af op individuele vragen, behoeften en wensen van cliënten Ik lever actief bijdragen aan een goed werkklimaat voor cliënten
Ik bevorder contacten tussen cliënten onderling
Ik werk actief aan verbeteren van kwaliteit van bestaan
Ik handel volgens de afspraken die bij het ondersteuningsplan zijn gemaakt
Competentie PRIVACY
OV V G Eventuele toelichting Ik sluit de deur wanneer ik de cliënt aan
het verzorgen ben
Ik trek me terug, als dit mogelijk is, als de cliënt op het toilet zit, of ik sluit de deur Ik trek me terug als de cliënt/collega in gesprek is (telefonisch of persoonlijk met bijvoorbeeld familie)
Ik praat niet met cliënten over andere cliënten
Ik leen geen spullen van cliënten/
collega’s zonder diens toestemming Ik gebruik het ondersteuningsplan van de cliënt niet als communicatiemiddel naar collega’s
Competentie COMMUNICATIE &
SAMENWERKEN
OV V G Eventuele toelichting
Ik sta open voor feedback
Ik vraag regelmatig feedback op mijn handelen
Ik geef adequate en doelgerichte feedback
Ik draag actief bij aan een open communicatieklimaat
Ik maak samenwerkingsproblemen bespreekbaar
Ik vraag naar de mening van mijn collega’s
Ik lever actief bijdragen aan overleg
Competentie
VERANTWOORDING DRAGEN
OV V G Eventuele toelichting Ik verzorg/begeleid cliënten op de in het
ondersteuningsplan afgesproken wijze Ik onderneem activiteiten met de mij toegewezen cliënten
Ik draag werkzaamheden op een correcte wijze over aan mijn collega
Ik kan mijn eigen leerpunten opnoemen wanneer daarom gevraagd wordt Ik reflecteer op eigen handelen, en kan mijn zwakke en sterke punten benoemen,
Bijlage 9 jaarkalender gesprekken maand dag onderwerp Tijd
duur
plaats aanwezig Wie maakt
verslag Leerling Werk
begeleider
Coördinerend begeleider
Opleidingscoördinator
augustus Kennismaking x x
september Introductie x x x X*
Leerdoelen x x
oktober november
december
Tussenevaluatie x x x X*
januari februari maart april mei
juni Eindevaluatie x x x x
juli