• No results found

Gebruiks- en montagehandleiding Oven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebruiks- en montagehandleiding Oven"

Copied!
88
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gebruiks- en montagehandleiding Oven

Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw

(2)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen... 5

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ... 14

Overzicht ... 15

Oven ... 15

Bedieningselementen van de oven... 16

Functieschakelaar ... 17

Temperatuurschakelaar ... 17

Schakelklok ... 17

Display... 17

Sensortoetsen ... 17

Uitvoering... 18

Typeplaatje ... 18

Levering... 18

Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires... 18

Veiligheidsfuncties... 26

PerfectClean-veredelde oppervlakken ... 26

Eerste ingebruikneming... 27

Vóór het eerste gebruik ... 27

Oven voor het eerst opwarmen... 28

Overzicht functies ... 29

Tips om energie te besparen... 30

Bediening ... 31

Eenvoudige bediening... 31

Ovenruimte voorverwarmen ... 31

Schakelklok... 32

Display... 32

Symbolen op de display... 32

Sensortoetsen ... 32

Het principe van de tijdinstelling ... 33

Tijden weergeven ... 33

Na afloop van de tijden ... 33

Kookwekker  gebruiken ... 34

Kookwekker instellen ... 34

Kookwekker wijzigen... 35

Kookwekker wissen... 35

(3)

Inhoud

Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen ... 36

Bereidingstijd instellen ... 36

Na afloop van de bereidingstijd:... 37

Bereidingstijd en eindtijd instellen... 37

Bereidingstijd wijzigen... 38

Bereidingstijd wissen... 38

Einde bereidingstijd wissen... 39

Dagtijd wijzigen ... 39

Instellingen wijzigen... 40

Overzicht van de instellingen ... 41

Bakken... 42

Tips bij het bakken ... 42

Aanwijzingen bij de bereidingstabellen ... 42

Informatie over de functies... 43

Braden ... 44

Tips voor het braden ... 44

Aanwijzingen bij de bereidingstabellen ... 44

Informatie over de functies... 45

Grillen ... 46

Tips voor het grillen ... 46

Aanwijzingen bij de bereidingstabellen ... 46

Informatie over de functies... 47

Nog meer toepassingen... 48

Ontdooien... 48

Slow cooking... 49

Inmaken... 50

Diepvriesproducten/kant-en-klaargerechten... 52

Servies verwarmen ... 52

Reiniging en onderhoud... 53

Ongeschikte reinigingsmiddelen ... 53

Normale verontreinigingen verwijderen ... 54

Hardnekkige verontreiniging (behalve bij de FlexiClip-geleiders)... 54

Hardnekkige verontreinigingen op de FlexiClip-geleiders... 55

Katalytisch geëmailleerde achterwand reinigen ... 56

(4)

Geleiderails met FlexiClip-geleiders demonteren... 61

Achterwand verwijderen... 61

Bovenste verwarmings--/grillelement omlaag klappen... 62

Nuttige tips... 63

Klantendienst... 66

Contact bij storingen ... 66

Garantie ... 66

Installatie ... 67

Inbouwmaten... 67

Inbouw in een boven- of onderkast ... 67

Zijaanzicht H 22xx ... 68

Zijaanzicht H 25xx, H 27xx, H 28xx ... 69

Aansluitingen en ventilatie... 70

Oven inbouwen ... 71

Elektrische aansluiting... 72

Bereidingstabellen... 73

Roerdeeg... 73

Kneeddeeg ... 74

Gistdeeg ... 75

Kwark-oliedeeg ... 76

Biscuitdeeg... 77

Soezendeeg, bladerdeeg, eiwitgebak ... 78

Hartig... 79

Rund ... 80

Kalf ... 81

Varken... 82

Lam, wild ... 83

Gevogelte, vis... 84

Gegevens voor testinstellingen... 85

Testgerechten volgens EN 60350-1 ... 85

Energie-efficiëntieklasse volgens EN 60350-1 ... 86

Productkaart voor huishoudelijke bakovens ... 86

(5)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze oven voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. On- juist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor- dat u de oven in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instruc- ties met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.

In overeenstemming met de norm IE/ENC 60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de oven en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol- gen.

Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha- de die daarvan het gevolg is.

Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door

aan een eventuele volgende eigenaar.

(6)

Verantwoord gebruik

 Deze oven is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk ge- bruik of daarmee vergelijkbaar gebruik.

 Deze oven mag niet buiten worden gebruikt.

 De oven is uitsluitend bestemd voor gebruik in huis om te bakken, braden, grilleren, ontdooien, inmaken en drogen van voedingsmid- delen.

Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.

 Personen die omwille van hun fysieke, zintuiglijke of mentale ge- steldheid, onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de oven veilig te bedienen, mogen deze alleen onder toezicht ge- bruiken.

Deze personen mogen de oven alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventu- ele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.

 Omwille van speciale eisen (ten aanzien van onder meer de tem-

peratuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvast-

heid en vibraties) beschikt de oven over een speciale lamp. Deze

lamp mag alleen voor het beoogde doeleinde worden gebruikt. De

lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden.

(7)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Kinderen in het huishouden

 Houd kinderen onder 8 jaar op een afstand van de oven, tenzij u voortdurend toezicht houdt.

 Kinderen vanaf 8 jaar mogen de oven alleen zonder toezicht ge- bruiken als ze weten hoe ze de oven veilig moeten bedienen. Kin- deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kun- nen inzien en begrijpen.

 Kinderen mogen de oven niet zonder toezicht reinigen of onder- houden.

 Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de oven bevinden. Laat kinderen nooit met de oven spelen.

 Verstikkingsgevaar door verpakkingsmateriaal. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoor- beeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken.

Houd verpakkingsmaterialen weg van kinderen.

 Gevaar voor letsel door heet oppervlak. De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge temperaturen dan de huid van volwassenen.

De deur, het bedieningspaneel en de openingen voor het uitblazen van de warme lucht van de oven worden warm.

Zorg ervoor dat kinderen de oven niet aanraken als hij aan staat.

 Letselrisico door de geopende deur.

De deur mag met maximaal 15 kg worden belast. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.

Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of

eraan gaan hangen.

(8)

Technische veiligheid

 Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatie- werkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.

 Schade aan de oven kan uw veiligheid in gevaar brengen. Contro- leer de oven op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde oven.

 De betrouwbare en veilige werking van de oven is alleen gegarandeerd wanneer de oven op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

 De elektrische veiligheid van de oven is uitsluitend gegarandeerd, als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele vei- ligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische aan- sluiting bij twijfel door een elektricien inspecteren.

 De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje van de microgolfoven moeten beslist met de waarden van het elek- triciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de oven te voorko- men. Vergelijk deze aansluitgegevens voordat u het toestel aansluit.

Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

 Stopcontactblokken of verlengkabels bieden niet voldoende vei- ligheidsgaranties. Gebruik deze toestellen niet om de oven op het elektriciteitsnet aan te sluiten.

 Gebruik de oven enkel wanneer deze is ingebouwd. Enkel dan is veilig gebruik gegarandeerd.

 Deze oven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.

 Kans op letsel door elektrische schok. Wanneer onderdelen die onder spanning staan worden aangeraakt of wanneer elektrische en mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat de oven niet meer goed functioneert.

Open nooit de ommanteling van het toestel.

(9)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een technicus wordt hersteld die niet door Miele is erkend.

 Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo- gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.

 Als de oven zonder aansluitkabel wordt geleverd, moet een speci- ale aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is (zie rubriek “Elektrische aansluiting”).

 Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale aansluitkabel worden vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is (zie rubriek “Elektrische aansluiting”).

 Tijdens installatie-, onderhouds- en herstelwerkzaamheden moet de oven van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn, bijv. als de oven- verlichting defect is (zie het hoofdstuk “Nuttige tips”). Ga daarvoor als volgt te werk :

- Schakel de zekeringen van de elektrische installatie uit of

- draai de zekeringen van de elektrische installatie er helemaal uit of - trek de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact. Trek daarbij

niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de stekker.

 Voor een correcte werking van de oven moet voldoende koellucht worden aangevoerd. De aanvoer van koellucht mag niet worden be- lemmerd (bijvoorbeeld door inbouw van warmtewerende lijsten in de keukenkast). Andere warmtebronnen (zoals een open haard) mogen de benodigde koellucht niet te veel verwarmen.

 Als de oven achter een meubelfront (bijv. een deur) ingebouwd is,

sluit dit dan nooit wanneer u de oven gebruikt. Achter een gesloten

front hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen de oven, de

ombouwkast en de vloer beschadigd raken. Sluit het meubelfront

pas als de oven volledig is afgekoeld.

(10)

Veilig gebruik

 Gevaar voor letsel door heet oppervlak. De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich verbranden aan de verwarmingselementen, de ovenwanden, het gerecht en de accessoires.

Draag altijd ovenwanten wanneer u voedingsmiddelen in de oven plaatst of eruit haalt of wanneer u in de oven bezig bent.

 Voorwerpen in de buurt van de ingeschakelde oven kunnen door de hoge temperaturen vuur vatten. Gebruik de oven nooit om er een ruimte mee te verwarmen.

 Olie en vet kunnen bij oververhitting vuur vatten. Houd de oven goed in de gaten wanneer u met olie en/of vetten werkt. Blus olie- en vetbranden nooit met water. Schakel de oven uit en verstik de vlam- men door de deur gesloten te houden.

 Bij te lange grilleertijden drogen de voedingsmiddelen uit. De voe- dingsmiddelen kunnen zelfs ontbranden. Houd u aan de aanbevolen bereidingstijden.

 Sommige voedingsmiddelen drogen snel uit en kunnen vuur vatten door de hoge grilltemperaturen.

Gebruik nooit functies met grill voor het afbakken van broodjes of brood en voor het drogen van bloemen of kruiden. Gebruik de functies Hetelucht Plus  of Boven-onderwarmte .

 Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij ho- ge temperaturen verdampt. Deze dampen kunnen ontbranden aan de hete verwarmingselementen.

 Als u de restwarmte voor het warmhouden van gerechten wilt ge-

bruiken, kan door hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie

in de oven ontstaan. Er kan ook schade ontstaan aan het bedie-

ningspaneel, het werkblad en de ombouwkast. Schakel de oven in

geen geval uit, maar stel de laagste temperatuur van de gekozen

ovenfunctie in. De ventilator blijft dan automatisch ingeschakeld.

(11)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Voedsel dat in de ovenruimte wordt warm gehouden of bewaard, kan uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in de microgolfoven corro- sie veroorzaken. Dek de voedingsmiddelen bij het verwarmen af.

 De bodem van de ovenruimte kan door warmteophoping barsten of afschilferen.

Leg bijv. nooit aluminiumfolie of bakpapier op de bodem van de ovenruimte.

Als u de bodem van de ovenruimte wilt gebruiken voor bereidingen of om servies te verwarmen, gebruikt u uitsluitend de functies Hete- lucht Plus  of Eco-hetelucht .

 De bodem van de ovenruimte kan door het verschuiven van voor- werpen beschadigd raken. Als u pannen of ander kookgerei op de bodem van de ovenruimte zet, schuif deze voorwerpen dan niet over de bodem heen en weer.

 Kans op letsel door waterdamp. Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gegoten, ontstaat damp die verbrandingen kan veroorzaken. Daarnaast kunnen hete oppervlakken door het plotselinge temperatuurverschil beschadigd raken. Giet nooit koude vloeistoffen rechtstreeks op hete oppervlakken.

 Het is belangrijk dat de temperatuur in het voedsel gelijkmatig wordt verdeeld en hoog genoeg is. Keer of roer het gerecht regelma- tig om zodat het gelijkmatig verwarmd wordt.

 Kunststof servies dat niet hittebestendig is, smelt bij hoge tempe- raturen, dit kan de oven beschadigen en vuur vatten.

Gebruik alleen hittebestendig kunststof servies dat geschikt is voor gebruik in de oven. Neem de aanwijzingen van de serviesfabrikant in acht.

 In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-

(12)

 Letselrisico door de geopende deur. U kunt zich aan de open deur verwonden of erover struikelen. Laat de deur daarom niet onnodig open staan.

 De deur mag met maximaal 15 kg worden belast. Ga nooit op de geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen zware voorwerpen op. Let erop dat u niets inklemt tussen de deur en de ovenruimte. De oven kan beschadigd raken.

Voor roestvrijstalen oppervlakken geldt:

 De coating van het roestvrij staal wordt door kleefmiddelen aan- getast en kan dan zijn beschermende werking tegen verontrei- nigingen verliezen. Plak geen notitieblaadjes, plakband of andere kleefmiddelen op de roestvrijstalen delen.

 Magneten kunnen krassen veroorzaken. Gebruik het roestvrijsta- len oppervlak niet als magneetbord.

Reiniging en onderhoud

 Kans op letsel door elektrische schok. De stoom van een stoom- reiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik nooit een stoomreiniger om te reinigen.

 Door krassen kan het glas van de deur beschadigd raken. Gebruik voor de reiniging van de glasplaat dan ook geen schuurmiddelen, harde sponzen, harde borstels of metalen schrapers.

 U kunt de geleiderails verwijderen (zie het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “FlexiClip verwijderen”). Plaats de geleiderails weer correct terug.

 U kunt de katalytisch geëmailleerde achterwand bij het reinigen,

verwijderen(zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Ach-

terwand verwijderen”). Plaats de achterwand opnieuw correct en ge-

bruik de oven nooit zonder ingebouwde achterwand.

(13)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Op plaatsen waar het warm en vochtig is, is er meer kans op on- gedierte (bijvoorbeeld kakkerlakken). Houd de oven en de omgeving errond altijd schoon.

Schade ten gevolge van ongedierte valt niet onder de garantie.

Accessoires

 Gebruik enkel originele Miele onderdelen. Worden andere acces- soires aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen in- staan en kan geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.

 De Miele braadsledes HUB 5000/HUB 5001 (indien u deze hebt)

mogen niet op niveau 1 worden geplaatst. De bodem van de oven-

ruimte raakt anders beschadigd. Door de beperkte afstand ontstaat

warmteophoping en kan het email van de bodem van de ovenruimte

barsten of loskomen. Plaats de braadpannen ook niet op de boven-

ste spijl niveau 1, omdat de uittrekbeveiliging dan niet werkt. Gebruik

in het algemeen niveau 2.

(14)

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende- lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri- aal gekozen.

Door hergebruik van verpakkingsmateri- aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.

Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe- stellen bevatten meestal nog waarde- volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren.

Wanneer u uw oude toestel bij het ge- wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge- zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.

Lever het in bij een gemeentelijk inza- meldepot voor elektrische en elektro- nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant- woordelijk voor het wissen van eventue- le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.

Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal.

Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met

- de handelaar bij wie u het kocht of

- de firma Recupel, telefoon 0800/15 880, website: www.recupel.be of

- uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intus- sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

(15)

Overzicht

Oven

a Bedieningselementen b Bovenwarmte-/grillelement

c Katalytisch geëmailleerde achterwand

d Aanzuigopening voor de ventilator met erachter het ringvormige verwarmings- element

e Geleiderails met 5 niveaus

f Bodem ovenruimte met eronder het verwarmingselement voor onderwarmte g Frontgedeelte met typeplaatje

h Deur

(16)

a Functieschakelaar

Voor het kiezen van de functies b Schakelklok

Voor de weergave van de tijd en de instellingen c Sensortoets 

Voor het wijzigen van tijden en instellingen d Sensortoets OK

Voor het oproepen van functies en het opslaan van instellingen e Sensortoets 

Voor het wijzigen van tijden en instellingen f Temperatuurschakelaar

Voor het instellen van de temperatuur

(17)

Bedieningselementen van de oven

Functieschakelaar

Met de ovenfunctiekiezer kiest u de ovenfuncties en schakelt u de ovenver- lichting afzonderlijk in.

U kunt deze naar rechts en naar links draaien.

Wanneer deze op de stand 0 staat, kunt u deze verzinken door erop te drukken.

Functies

 Verlichting

 Boven-onderwarmte

 Onderwarmte

 Grote grill

 Ontdooien

 Booster

 Hetelucht Plus

 Intensief bakken

 Circulatiegrill

 Eco-hetelucht

Temperatuurschakelaar 

Als een functie wordt gekozen, ver- schijnt op de display de voorgepro- grammeerde temperatuur en het sym- bool . Met de temperatuurschake- laar  verandert u de temperatuur voor de bereidingsprocessen in stappen van 5 °C.

U kunt de temperatuurschakelaar  rechts- en linksom draaien en in elke

Schakelklok

U bedient de schakelklok via de display en de toetsen , OK en .

Display

Op de display worden de tijd of uw in- stellingen weergegeven.

Het wordt iets donkerder wanneer u geen instellingen uitvoert.

Meer informatie vindt u in de rubriek

“Schakelklok”.

Sensortoetsen

De sensortoetsen reageren als er met de vinger op gedrukt wordt. Elke aanra- king wordt met een toetstoon beves- tigd.

Dit signaal kan worden uitgeschakeld.

Kies hiervoor bij de instelling   de sta- tus   (zie hoofdstuk “Timer”, paragraaf

“Instellingen wijzigen”).

(18)

De in deze gebruiks- en montagehand- leiding beschreven modellen vindt u op de achterzijde.

Typeplaatje

Het typeplaatje bevindt zich achter de deur, op het frontgedeelte.

Hier vindt u de type-aanduiding, het se- rienummer en de aansluitgegevens (spanning/frequentie/maximale aansluit- waarde).

Zorg dat u deze informatie bij de hand hebt als u vragen of problemen hebt.

Miele kan u dan gericht verder helpen.

Levering

- De gebruiks- en montagehandleiding van de oven

- Schroeven voor de bevestiging van de oven in de keukenkast

- diverse accessoires

Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires

De uitvoering hangt af van het model.

Standaard is uw oven uitgerust met geleiderails, een universele bakplaat en een draagrooster (=rooster).

Afhankelijk van het model kan uw oven ook gedeeltelijk van de hierna genoemde accessoires zijn voorzien.

Alle genoemde accessoires, reinigings- en onderhoudsmiddelen zijn op de Miele-ovens afgestemd.

De producten zijn verkrijgbaar via de Miele-webshop, de Miele-klantendienst of bij de Miele-vakhandelaar.

Vermeld bij uw bestelling altijd de type- aanduiding van uw oven en de aandui- ding van de gewenste accessoires.

Geleiderails

In de ovenruimte bevinden zich rechts en links de geleiderails met de ni- veaus  om de accessoires in te schuiven.

De aanduiding van de niveaus vindt u op het frontgedeelte van de ovenruimte.

Elk niveau bestaat uit 2 spijlen boven elkaar.

De accessoires (bijvoorbeeld de roos- ter) worden tussen de spijlen ingescho- ven.

U kunt de geleiderails verwijderen (zie het hoofdstuk “Reiniging en onder- houd”, paragraaf “Geleiderails met FlexiClip verwijderen”).

(19)

Uitvoering

Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging Bakplaat HBB 71:

Universele bakplaat HUBB 71:

Rooster HBBR 71:

Schuif deze onderdelen altijd tussen de spijlen van een niveau in de geleiderails.

Schuif de rooster altijd met het opzet- gedeelte naar beneden in de oven.

Aan de korte kanten van deze onderde- len bevindt zich in het midden de uit- trekbeveiliging. De beveiliging voorkomt dat u de onderdelen helemaal uit de ge- leiderails trekt, terwijl u ze slechts ge- deeltelijk wilde uittrekken.

Als u de rooster op de universele bak- plaat legt, schuift u de bakplaat tussen

FlexiClip-geleiders HFC 70-C

De FlexiClip-geleiders kunnen enkel in de niveaus 1, 2 en 3 ingebouwd wor- den.

U kunt de FlexiClip-geleiders helemaal uit de ovenruimte trekken, waardoor u optimaal zicht heeft op de gerechten.

Schuif de FlexiClip-geleiders helemaal naar binnen, voordat u de accessoires erop plaatst.

(20)

Om te voorkomen dat de accessoires onbedoeld wegglijden:

- Moeten de accessoires zich altijd tussen de voor- en achterkant van de opstaande lipjes van de geleiders be- vinden.

- Moet u de rooster altijd met het op- zetgedeelte naar beneden op de FlexiClip-geleiders plaatsen.

De FlexiClip-geleiders mogen met maxi- maal 15 kg worden belast.

Omdat u de FlexiClip-geleiders op de bovenste spijl van een niveau plaatst, neemt de afstand tot het niveau erbo- ven af. Een te kleine afstand kan het bereidingsresultaat beïnvloeden.

Als u meerdere (universele) bakplaten of roosters tegelijk wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk :

 Plaats een (universele) bakplaat of een rooster op de FlexiClip-geleiders.

 Houd bij het inschuiven van andere accessoires een afstand aan van mi- nimaal één niveau ten opzichte van de FlexiClip-geleiders.

Gebruik de universele bakplaat met daarop liggend rooster op de FlexiClip- geleiders.

 Plaats de universele bakplaat met de rooster op de FlexiClip-geleiders. De rooster glijdt bij het inschuiven auto- matisch tussen de spijlen van het ni- veau boven de FlexiClip-geleiders.

 Houd bij het inschuiven van andere accessoires een afstand aan van mi- nimaal één niveau ten opzichte van de FlexiClip-geleiders.

(21)

Uitvoering

FlexiClip-geleiders plaatsen

Gevaar voor letsel door heet op- pervlak.

De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich verbranden aan de verwar- mingselementen, de ovenwanden en de accessoires.

Laat de ovenruimte, verwarmingsele- menten en accessoires eerst afkoe- len voordat u de FlexiClip-geleiders plaatst of verwijdert.

De FlexiClip-geleiders worden ibij voor- keur op niveau 1 geplaatst. Zo kunnen ze voor alle gerechten gebruikt worden die op niveau 2 bereid worden.

Een niveau van een geleiderail heeft twee spijlen. De uitschuifbare FlexiClip- geleiders worden altijd op de bovenste spijlen van een niveau ingebouwd.

Plaats de uitschuifbare FlexiClip-gelei- der met het Miele-opschrift, rechts.

Trek de uitschuifbare FlexiClip-ge- leiders bij het plaatsen of verwijderen niet uit elkaar.

 Haak de FlexiClip-geleider aan de

 Zwenk de FlexiClip-geleider naar het midden van de ovenruimte (2).

 Schuif de FlexiClip-geleider langs de bovenste spijl schuin naar achteren, tot aan de aanslag (3).

 Zwenk de FlexiClip-geleider terug en klik deze op de bovenste spijl vast. U moet daarbij een duidelijke klik horen (4).

(22)

FlexiClip-geleiders verwijderen

Gevaar voor letsel door heet op- pervlak.

De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich verbranden aan de verwarmings- elementen, de ovenwanden en de ac- cessoires.

Laat de ovenruimte, verwarmingsele- menten en accessoires eerst afkoe- len voordat u de FlexiClip-geleiders plaatst of verwijdert.

 Schuif de uitschuifbare FlexiClip-gelei- der er volledig in.

 Druk het lipje van de FlexiClip-geleider naar beneden (1).

 Zwenk de FlexiClip-geleider naar het midden van de ovenruimte (2) en trek de geleider langs de bovenste spijl naar voren (3).

 Haal de FlexiClip-geleider van de spijl en verwijder de geleider.

FlexiClip-geleiders HFC 7x

U kunt de FlexiClip-geleiders gebruiken op de niveaus 1–4.

Schuif de FlexiClip-geleiders eerst he- lemaal in de ovenruimte voordat u de accessoires erop plaatst.

De accessoires worden vervolgens au- tomatisch veilig tussen de nokken voor en achter geplaatst om tegen naar beneden glijden te voorkomen..

De FlexiClip-geleiders mogen met maxi- maal 15 kg worden belast.

(23)

Uitvoering

De FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen

Gevaar voor letsel door heet op- pervlak.

De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich verbranden aan de verwar- mingselementen, de ovenwanden en de accessoires.

Laat de ovenruimte, verwarmingsele- menten en accessoires eerst afkoe- len voordat u de FlexiClip-geleiders plaatst of verwijdert.

De uitschuifbare FlexiClip-geleiders moeten tussen de spijlen van een ni- veau worden geplaatst.

Plaats de uitschuifbare FlexiClip-gelei- der met het Miele-opschrift naar rechts.

Trek de uitschuifbare FlexiClip-ge- leiders bij het plaatsen of verwijderen niet uit elkaar.

 Haak de uitschuifbare FlexiClip-gelei- der aan de voorkant van de onderste spijl van een niveau in (1) en schuif de geleider langs de spijl in de ovenruim- te (2).

 Klik de uitschuifbare FlexiClip-gelei- der op de onderste spijl van het ni- veau vast (3).

Indien de uitschuifbare FlexiClip-ge- leiders blokkeren, nadat ze geplaatst zijn, moet u ze een keer krachtig uit- trekken.

Om een uitschuifbare FlexiClip-geleider te verwijderen, gaat u als volgt te werk:

 Schuif de uitschuifbare FlexiClip-ge- leider er volledig in.

 Til de uitschuifbare FlexiClip-ge- leiders vooraan op (1) en trek deze langs de spijl van het niveau eruit (2).

(24)

Bakplaat, met gaten HBBL 71

De geperforeerde bakplaat is speciaal ontworpen voor het bereiden van gebak gemaakt van van verse gist- of kwark- oliedeeg en voor brood en broodjes.

De speciale perforatie zorgt voor het bruineren van de onderkant.

De gourmetplaat is ook geschikt voor het drogen van voedingsmiddelen.

Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.

Voor dezelfde toepassingen kunt u ook de geperforeerde ronde bakvorm HB- FP 27-1 gebruiken.

Gourmetbaksteen HBS 60

Met de gourmetbaksteen bereikt u een optimaal bakresultaat bij gerechten die een krokante bodem moeten hebben, zoals pizza, quiche, brood, broodjes, hartig gebak en dergelijke.

De gourmetbaksteen is van vuurvaste keramiek en voorzien van een glazuur- laag. Bij de gourmetbaksteen hoort een spatel van onbehandeld hout waarmee u de gerechten op de steen legt en na afloop er weer afhaalt.

 Schuif de rooster in de oven en zet de baksteen op de rooster.

Ronde bakvormen

De ronde bakvorm zonder gaten HBF 27-1 is uitstekend geschikt om pizza's, platte taarten uit gist- of roer- deeg, zoete en hartige gebakjes en taartjes, gegratineerde desserts of plat brood te bereiden, of om diepgevroren taart/cake of pizza af te bakken.

De ronde bakvorm met gaten HB- FP 27-1 is speciaal ontworpen voor het bereiden van bakgoed van vers gist- of kwark-oliedeeg, brood en broodjes. De fijne perforatie zorgt ervoor dat de on- derkant ook bruin kan worden.

De bakvorm is ook geschikt voor het drogen van voedingsmiddelen.

Het geëmailleerde oppervlak van beide bakvormen is van een PerfectClean-af- werking voorzien.

 Schuif de rooster in de oven en zet de bakvorm op de rooster.

Grill- en braadplaat HGBB 71

De grill- en braadplaat wordt in de uni- versele bakplaat gelegd.

De plaat voorkomt bij het grillen of bra- den dat het vocht dat uit het vlees loopt, verbrandt, zodat het nog kan worden gebruikt.

Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.

(25)

Uitvoering

Braadslede HUB

Deksel braadslede HBD

De Miele-braadsledes, kunt u in tegen- stelling tot andere braadsledes, zo in de geleiderails van de oven schuiven. Ze zijn net als de rooster voorzien van een uittrekbeveiliging.

Het oppervlak van de braadslede heeft een anti-aanbaklaag.

De braadsledes zijn in verschillende dieptes verkrijgbaar. De breedte en de hoogte zijn gelijk.

Bijpassende deksels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Vermeld bij het bestellen het type.

Diepte: 22 cm Diepte: 35 cm HUB 5000-M

HUB 5001-M*

HUB 5001-XL*

HBD 60-22 HBD 60-35

* geschikt voor inductiekookplaten

Koudhandgreep HEG

De koudhandgreep vergemakkelijkt het uit de oven nemen van universele bak- plaat, bakplaat en rooster.

Katalytisch geëmailleerde accessoi- res

Bij katalytisch geëmailleerde oppervlak- ken worden olie- en vetspatten bij hoge temperaturen vanzelf verwijderd. Lees de aanwijzingen in het hoofdstuk “Rei- niging en onderhoud”.

- Zijpanelen

Deze panelen worden achter de ge- leiderails aangebracht en voorkomen dat de zijwanden van de oven veront- reinigd raken.

- Achterpaneel

Bestel dit onderdeel als het kataly- tische email door onjuist gebruik of ernstige verontreiniging niet meer goed werkt.

Vermeld, bij het bestellen, het toestelty- pe van uw oven.

Accessoires voor reiniging en onder- houd

- Miele-microvezeldoek - Ovenreiniger van Miele

(26)

Veiligheidsfuncties

- Ingebruiknamebeveiliging  voor de bakoven

(zie hoofdstuk “Schakelklok”, para- graaf “Instellingen wijzigen”) - Koelventilator

De koelventilator schakelt automa- tisch in bij elk bereidingsproces. Het zorgt ervoor, dat de hete lucht in de ovenruimte met koude kamerlucht vermengd en afgekoeld wordt, voor- dat deze tussen de deur en het be- dieningspaneel vrijkomt.

Om te voorkomen dat er vocht in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of in de keukenkast neerslaat, blijft de ventilator na een bereiding nog enige tijd ingeschakeld.

De ventilator wordt na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.

- Veiligheidsuitschakeling

De veiligheidsuitschakeling wordt au- tomatisch geactiveerd wanneer de oven langer dan gebruikelijk is inge- schakeld. Hoe lang die tijd is, is af- hankelijk van de gekozen functie.

- Geventileerde deur

De deur is uit glasplaten opgebouwd die deels voorzien zijn van een warm- tereflecterende coating. Als de oven in gebruik is, wordt extra lucht door de deur geleid, zodat de buitenste glasplaat koel blijft.

U kunt de deur voor reinigingsdoel- einden verwijderen en verder uit el- kaar halen (zie “Reiniging en onder- houd”).

PerfectClean-veredelde opper- vlakken

PerfectClean-veredelde oppervlakken hebben zeer goede anti-aanbakeigen- schappen en zijn heel eenvoudig te rei- nigen.

Bereide gerechten laten gemakkelijk los. Verontreinigingen na het bakken of braden kunt u eenvoudig verwijderen.

Op PerfectClean kunt u uw gerechten in stukken snijden en verdelen.

Gebruik geen keramische messen op PerfectClean-veredelde oppervlak- ken, omdat deze krassen kunnen veroorzaken.

PerfectClean-veredelde oppervlakken zijn, wat de reiniging betreft, vergelijk- baar met glas.

Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk

“Reiniging en onderhoud”, zodat de voordelen van de anti-aanbaklaag en de eenvoudige reiniging behouden blijven.

PerfectClean-veredelde oppervlakken:

- Ovenruimte

- Universele bakplaat - Bakplaat

- Grill- en braadplaat - Bakplaat, met gaten - Ronde bakvorm

- Ronde bakvorm, met gaten

(27)

Eerste ingebruikneming

Vóór het eerste gebruik

U mag de oven alleen gebruiken als deze is ingebouwd.

 Druk op de functie- en temperatuur- schakelaar, zodat schakelaars naar buiten komen als ze nog verzonken zijn.

U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de functieschakelaar op 0 staat.

 Stel de dagtijd in.

Het voor het eerst instellen van de dagtijd

De dagtijd wordt in het 24-uurformaat weergegeven.



Na de aansluiting op de netspanning knippert de waarde  op de display.

U stelt de dagtijd bloksgewijs in. Eerst de uren, dan de minuten.

 Bevestig met OK.

 licht op en  knippert.

 Bevestig met OK, zolang  knippert.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Stel met  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor de minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De dagtijd wordt opgeslagen.

U kunt de dagtijd ook in een 12-uurs- formaat laten weergeven. Kies hier- voor bij de instelling   de status 

(zie hoofdstuk “Timer”, paragraaf “In- stellingen wijzigen”).

(28)

Oven voor het eerst opwarmen

Als u de oven voor het eerst opwarmt, kunnen er onaangename geurtjes ont- staan. Als u de lege oven gedurende minimaal één uur verhit, verdwijnen de- ze geurtjes snel.

Zorg tijdens het opwarmen voor een goede ventilatie van de keuken.

U voorkomt zo dat u de geurtjes in an- dere vertrekken zult ruiken.

 Verwijder eventueel aanwezige stic- kers en beschermfolie uit de oven en van de accessoires.

 Reinig de ovenruimte voor het op- warmen met een vochtige doek. U verwijdert zo stof en eventuele ver- pakkingsresten.

 Plaats de FlexiClip-geleiders (indien aanwezig) op de geleiderails en schuif alle platen alsook de rooster in de oven.

 Kies de functie Hetelucht Plus .

De voorgeprogrammeerde temperatuur verschijnt (160 °C). Het symbool  knip- pert.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

 Stel de maximale temperatuur in (250 °C).

 Verhit de ovenruimte gedurende mini- maal een uur.

 Zet de functieschakelaar na het op- warmen op 0.

Ovenruimte reinigen na de eerste op- warming

Gevaar voor letsel door heet op- pervlak.

De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich verbranden aan de verwar- mingselementen, de ovenwanden en de accessoires.

Laat de ovenruimte, verwarmingsele- menten en accessoires eerst afkoe- len voordat u deze met de hand rei- nigt.

 Haal alle accessoires uit de oven- ruimte en reinig deze met de hand (zie het hoofdstuk “Reiniging en on- derhoud”).

 Reinig de ovenruimte met warm wa- ter, afwasmiddel en een schoon sponsdoekje of met een schoon, vochtig microvezeldoekje.

 Wrijf de oppervlakken met een zachte doek droog.

Sluit de deur pas als de ovenruimte droog is.

(29)

Overzicht functies

Functies Voorgeprogram-

meerde waarde

Range

Hetelucht Plus  160 °C 30–250 °C

Intensief bakken  170 °C 50–250 °C

Eco-hetelucht  190 °C 100–250 °C

Ontdooien  25 °C 25–50 °C

Booster  160 °C 100–250 °C

Boven-onderwarmte  180 °C 30–250 °C

Onderwarmte  190 °C 100–250 °C

Grote grill  240 °C 200–250 °C

Circulatiegrill  200 °C 100–250 °C

(30)

Bereidingsprocessen

- Haal alle accessoires uit de oven die u niet nodig hebt voor de bereiding.

- Kies in het algemeen de laagste tem- peratuur uit het recept of de berei- dingstabel en controleer het gerecht na de kortste tijd die wordt genoemd.

- Verwarm de oven alleen voor als dat in het recept of de bereidingstabel staat.

- Open de deur niet onnodig tijdens een bereiding.

- Gebruik bij voorkeur matte, donkere bakvormen en ovenschalen van niet- reflecterende materialen (geëmailleerd staal, hittebestendig glas, gegoten alu- minium). Materialenzoals roestvrij staal of aluminium reflecteren de warmte, zodat deze het gerecht slechter be- reikt. Bedek de bodem van de oven- ruimte of de rooster ook nooit met warmtereflecterende aluminiumfolie.

- Controleer de bereidingstijd om ener- gieverspilling bij het bereiden van voe- dingsmiddelen te voorkomen.

Stel indien mogelijk een bereidingstijd in of gebruik een spijzenthermometer.

- Voor tal van gerechten kunt u de functie Hetelucht Plus  gebruiken.

U kunt daarbij met lagere temperatu- ren werken dan bij Boven-onderwarm- te , omdat de warmte meteen over de ovenruimte wordt verdeeld.

Bovendien kunt u meerdere niveaus tegelijk gebruiken.

- Eco-hetelucht  is een innovatieve functie die geschikt is voor kleine hoeveelheden, zoals diepvriespizza, afbakbroodjes of uitsteekkoekjes, maar ook voor vleesgerechten en braadvlees. U bespaart energie tijdens de bereiding en maakt opti-

reidingen op één niveau bespaart u tot 30% energie terwijl het berei- dingsresultaat vergelijkbaar is. Open de deur niet tijdens een bereiding.

- Gebruik voor grillgerechten de functie

Circulatiegrill . U grilt dan met lage- re temperaturen dan bij andere grill- functies op maximale temperatuur.

- Bereid indien mogelijk altijd meerdere gerechten tegelijkertijd. Plaats deze naast elkaar of op meerdere niveaus.

- Bereid gerechten die u niet tegelijker- tijd kunt bereiden zo mogelijk direct na elkaar, zodat u de al aanwezige warmte gebruikt.

Restwarmte

- Bij bereiding met temperaturen boven 140 °C en bereidingstijden van meer dan 30 minuten kunt u de temperatuur circa 5 minuten voor het einde van de bereiding tot de minimaal instelbare temperatuur verlagen. De beschikbare restwarmte is voldoende om de voe- dingsmiddelen op het einde te garen.

Schakel de oven echter in geen geval uit (zie hoofdstuk “Veiligheidsinstruc- ties en waarschuwingen”).

- Als u de katalytisch geëmailleerde onderdelen wilt ontdoen van olie- en vetspatten, start het reinigingsproces dan bij voorkeur direct na een berei- ding. De in de oven aanwezige rest- warmte verlaagt het energieverbruik.

Energiebesparende functie

De oven schakelt, om energie te bespa- ren, automatisch uit als geen gerecht wordt bereid en de oven niet wordt be- diend. De tijd wordt weergegeven of de display wordt donker (zie hoofdstuk “Ti-

(31)

Bediening

Eenvoudige bediening

 Plaats het gerecht in de oven.

 Kies met de functieschakelaar de ge- wenste functie.

De voorgeprogrammeerde temperatuur verschijnt.

Ovenverlichting, ovenverwarming en koelventilator schakelen in.

 Wijzig indien nodig de temperatuur met de temperatuurschakelaar.

De ingestelde en de werkelijke tempera- tuur verschijnen en de opwarmfase be- gint.

U kunt het stijgen van de temperatuur op de display volgen. Als de ingestelde temperatuur voor het eerst wordt be- reikt, klinkt er een signaal.

 Zet de functieschakelaar na het berei- dingsproces op 0.

 Haal het gerecht uit de oven.

Ovenruimte voorverwarmen

De functie Booster dient voor een snelle opwarming van de ovenruimte.

U hoeft de ovenruimte slechts voor wei- nig bereidingen voor te verwarmen.

 De meeste gerechten kunt u in de koude oven zetten. Zo benut u ook de warmte van de opwarmfase.

 Bij de volgende bereidingen en func- ties moet u de oven wel voorverwar- men:

- Donker brooddeeg en rosbief en filet met de functies Hetelucht Plus  en Boven-onderwarmte 

- Taart en gebak met korte bereidings- tijd (tot ca. 30 minuten) en kwetsbaar deeg (bijvoorbeeld biscuit) met de functie Boven-onderwarmte  Snel opwarmen

Met de functie Booster  kunt u de opwarmfase verkorten.

Gebruik voor pizza en gevoelige deegsoorten (zoals biscuit en koek- jes) voor het voorverwarmen niet de functie Booster .

De bovenkant van deze producten wordt anders te snel bruin.

 Kies Booster .

 Stel de temperatuur in.

 Kies de gewenste functie als de inge- stelde temperatuur is bereikt.

(32)

De klok heeft de volgende functies:

- Dagtijdweergave - Kookwekker

- Automatisch in- en uitschakelen van de oven

- Wijzigen van diverse instellingen  De schakelklok wordt bediend via de dis- play en de sensortoetsen , OK en .

De beschikbare functies worden met symbolen weergegeven.

Display

 



 Symbolen op de display

Afhankelijk van de stand van de func- tieschakelaar  en/of het indrukken van een sensortoets, verschijnen de volgende symbolen :

Symbool/Functie 

 Kookwekker wille-

keurig

 Bereidingstijd

Functie

 Einde van de bereidings- tijd

 Temperatuur

 Dagtijd

0

 Instelling

 Status van een instelling

 Ingebruiknamebeveili- ging

U kunt een functie slechts in de toege- wezen stand van de functiekiezer instel- len of wijzigen.

Sensortoetsen

Sensor- toets

Functie

 - Functies markeren - Tijden verkorten - Instellingen  oproepen - Status  van een instel-

ling  wijzigen

 - Functies markeren - Tijden verlengen - Status  van een instel-

ling  wijzigen OK - Functies oproepen

- Ingestelde tijden en gewij- zigde instellingen opslaan - Ingestelde tijden oproepen De uren, minuten en seconden stelt u in met de sensortoets  of  in stappen van 1.

Als u een sensortoets ingedrukt houdt, wordt het proces versneld.

(33)

Schakelklok

Het principe van de tijdinstel- ling

In principe stelt u tijden als blok in : - Bij de kloktijd en de bereidingstijden

eerst de uren, dan de minuten inge- ven.

- Bij gebruik van een kookwekker eerst de minuten, dan de seconden inge- ven.

 Bevestig met OK.

De functies verschijnen die bij de stand van de functieschakelaar horen (, ,

 of ).

 Markeer met de sensortoets  of  de gewenste functie.

Het betreffende symbool knippert ge- durende ca. 15 seconden.

 Bevestig met OK, zolang het symbool knippert.

De functie wordt opgeroepen en het lin- ker cijferblok knippert.

U kunt de tijd slechts instellen zolang het cijferblok knippert. Als deze tijd- spanne verstreken is, moet u de func- tie opnieuw oproepen.

 Stel met de sensortoets  of  de gewenste waarde in.

 Bevestig met OK.

Het rechtse cijferblok knippert.

 Stel met de sensortoets  of  de

Tijden weergeven

Als u tijden hebt ingesteld, ziet u dat aan de symbolen ,  of .

Als u de functies kookwekker , berei- dingstijd  en einde bereidingstijd  tegelijk gebruikt, wordt de tijd weerge- geven die u het laatst hebt ingesteld.

Wanneer u een bereidingstijd hebt inge- steld, kan er geen kloktijd worden weer- gegeven.

Na afloop van de tijden

Als een tijd is afgelopen, knippert het desbetreffende symbool en hoort u een signaal als deze functie ingeschakeld is (zie hoofdstuk “Timer”, paragraaf “In- stellingen wijzigen”).

 Bevestig met OK.

De akoestische en optische signalen worden uitgeschakeld.

(34)

Kookwekker  gebruiken

De kookwekker kunt u onder meer ge- bruiken als u iets buiten de oven be- reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.

U kunt de kookwekker ook gebruiken als u al tijden voor het automatisch in- of uitschakelen van de oven hebt inge- steld (bijvoorbeeld om u eraan te herin- neren dat u na een bepaalde tijd krui- den moet toevoegen of vlees moet arro- seren).

U kunt een kookwekker van maximaal 99 minuten en 59 seconden instellen.

Kookwekker instellen

Voorbeeld : u wilt eieren koken en stelt een kookwekker in van 6 minuten en 20 seconden.



 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  knippert.

 Bevestig met OK.





 verschijnt en het cijferblok voor de minuten knippert.

Als u eerst één keer op  drukt, ver- schijnen er twee streepjes. Als u op- nieuw drukt, verschijnt de maximale waarde van het cijferblok .





 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De minuten worden opgeslagen en het cijferblok voor de seconden knippert.





 Stel met de sensortoets  of  de seconden in.

 Bevestig met OK.

 

De kookwekker wordt opgeslagen en loopt in seconden af.

Het symbool  geeft aan dat u een kookwekker hebt ingesteld.

(35)

Schakelklok

Na afloop van de kookwekker:

-  knippert.

- De tijd begint op te lopen.

- Gedurende ca. 7 minuten hoort u een signaal als deze functie ingeschakeld is (zie hoofdstuk “Timer”, paragraaf

“Instellingen wijzigen”).

 Bevestig met OK.

De akoestische en optische signalen worden uitgeschakeld.

Als u geen bereidingstijden hebt inge- steld, verschijnt de dagtijd.

Kookwekker wijzigen

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  knippert.

De ingestelde kookwekker verschijnt.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de seconden knip- pert.

 Stel met de sensortoets  of  de seconden in.

 Bevestig met OK.

De gewijzigde kookwekker wordt opge- slagen en loopt in seconden af.

Kookwekker wissen

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  knippert.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de minuten knippert.

 Verlaag het aantal minuten met de sensortoets  tot  of verhoog het aantal met de sensortoets  tot .

Als u opnieuw op desbetreffende sen- sortoets drukt, verschijnen er, in plaats van het numerieke cijferblok , twee streepje s:

  

 Bevestig met OK.

Er verschijnen vier streepjes:

   

 Bevestig met OK.

De kookwekker wordt gewist.

Als u geen bereidingstijden hebt inge- steld, verschijnt de dagtijd.

(36)

Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen

Bij alle functies behalve Grote grill  en

Circulatiegrill  kunt u de bereidings- processen automatisch laten uitscha- kelen of in- en uitschakelen.

Stel hiervoor na het kiezen van de func- tie en de temperatuur, een bereidings- tijd in of een bereidingstijd en een eind- tijd (einde van de bereiding).

De maximale bereidingstijd die u voor een bereidingsproces kunt instellen, be- draagt 11 uur en 59 minuten.

Het automatisch in- en uitschakelen van het bereidingsproces is ideaal voor het braden.

Als u wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang van tevoren program- meren. Het deeg kan uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan afne- men.

Bereidingstijd instellen

Voorbeeld : het bakken van een taart duurt 1 uur en 5 minuten.

 Plaats het gerecht in de oven.

 Kies de functie en de temperatuur.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  knippert.

 



 verschijnt.

 Bevestig met OK.





 verschijnt en het cijferblok voor de uren knippert.

Als u eerst één keer op de sensor- toets  drukt, verschijnen er twee streepjes. Als u opnieuw drukt, ver- schijnt de maximale waarde van het cijferblok .

 

 Stel met de sensortoets  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor de minuten knippert.

 

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

(37)

Schakelklok

  

De bereidingstijd wordt opgeslagen en loopt in minuten af, de laatste minuut in seconden.

Het symbool  geeft aan dat u een tijd hebt ingesteld.

Na afloop van de bereidingstijd:

-  verschijnt.

-  knippert.

- De ovenverwarming wordt automa- tisch uitgeschakeld.

- De ventilator blijft ingeschakeld.

- Gedurende ca. 7 minuten hoort u een signaal als deze functie ingeschakeld is (zie hoofdstuk “Timer”, paragraaf

“Instellingen wijzigen”).

 Bevestig met OK.

- De akoestische en optische signalen worden uitgeschakeld.

- De dagtijd verschijnt.

- De ovenverwarming wordt weer inge- schakeld.

 Zet de functieschakelaar op 0.

 Haal het gerecht uit de oven.

Bereidingstijd en eindtijd instellen U kunt een bereidingstijd en een eind- tijd instellen om een bereidingsproces automatisch te laten in- en uitscha- kelen.

Een voorbeeld : het is 11:15 uur. Een stuk vlees kan in 90 minuten worden bereid. Het vlees moet om 13:30 uur klaar zijn.

 Plaats het gerecht in de oven.

 Kies de functie en de temperatuur.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

Stel eerst de bereidingstijd in:

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

 verschijnt en het cijferblok voor de uren knippert.

 Stel met de sensortoets  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor de minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De bereidingstijd wordt opgeslagen.

 

(38)

Stel vervolgens het einde van de be- reidingstijd in:

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  knippert.





Op de display verschijnt  (= actuele dagtijd + bereidingstijd =  + ).

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de uren knippert.





 Stel met de sensortoets  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor de minuten knippert.





 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

Het einde van de bereidingstijd  wordt opgeslagen.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden uitgeschakeld.

De ingestelde eindtijd verschijnt op de display.

Als de starttijd ( -  = ) is be- reikt, worden de ovenverwarming, de verlichting en de ventilator ingescha- keld.

De ingestelde bereidingstijd  ver- schijnt en loopt in minuten af, de laatste minuut in seconden.

Bereidingstijd wijzigen

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  knippert.

De resterende bereidingstijd verschijnt.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Stel met de sensortoets  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De gewijzigde bereidingstijd wordt op- geslagen.

Bereidingstijd wissen

 Druk zo vaak op de sensortoets  of

 totdat  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Druk zo vaak op de sensortoets  of

 totdat twee streepjes verschijnen:

(39)

Schakelklok



 Bevestig met OK.

Er verschijnen vier streepjes:



 Bevestig met OK.

De bereidingstijd en de eventueel inge- stelde eindtijd worden gewist.

Als u geen kookwekker hebt ingesteld, verschijnt de dagtijd.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat u als volgt te werk:

 Zet de functieschakelaar op 0.

 Haal het gerecht uit de oven.

Einde bereidingstijd wissen

 Druk zo vaak op de sensortoets  of

 totdat  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Druk zo vaak op de sensortoets  of

Het symbool  verschijnt en de inge- stelde bereidingstijd loopt in minuten af, de laatste minuut in seconden.

Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat u als volgt te werk:

 Zet de functieschakelaar op 0.

 Haal het gerecht uit de oven.

Als u de functieschakelaar op 0 zet, worden de instellingen voor de berei- dingstijd en de eindtijd gewist.

Dagtijd wijzigen

U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de functieschakelaar op 0 staat.

 Zet de functieschakelaar op 0.

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  knippert.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Stel met de sensortoets  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor de minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De dagtijd wordt opgeslagen.

Na een stroomuitval moet de dagtijd opnieuw worden ingesteld.

(40)

Instellingen wijzigen

Fabrieksinstellingen voor de ovenbedie- ning zijn reeds opgeslagen (zie “Over- zicht instellingen”).

U wijzigt een instelling  door de sta- tus  te wijzigen.

 Zet de functieschakelaar op 0.

 Raak de sensortoets  zolang aan totdat   verschijnt:

 

 Als u een andere instelling wilt wijzi- gen, drukt u zo vaak op sensor- toets  of  totdat het desbetreffen- de cijfer verschijnt.

 Bevestig met OK.

 

De instelling wordt opgeroepen en de actuele status  verschijnt, bijvoorbeeld

.

Om de status te wijzigen:

 Druk zo vaak op sensortoets  of  totdat de gewenste status wordt weergegeven.

 Bevestig met OK.

De gekozen status wordt opgeslagen en de instelling  verschijnt terug.

U gaat op dezelfde manier te werk wan- neer u andere instellingen wilt wijzigen.

Wanneer u geen andere instellingen wilt wijzigen :

 Wacht ca. 15 seconden tot de dagtijd verschijnt.

Na een stroomuitval blijven de instel- lingen behouden.

(41)

Schakelklok

Overzicht van de instellingen Instelling Status

 

Geluidssterk- te van de ge- luidssignalen

  Het geluidssignaal is uitgeschakeld.

  tot

 *

Het geluidssignaal is ingeschakeld.

U kunt de geluidssterkte wijzigen. Als u een status kiest, hoort u meteen het signaal dat bij deze combinatie hoort.

 

Tijdsinstelling van de klok- tijd

* De tijd verschijnt in het 24-uursformaat.

 De tijd verschijnt in het 12-uursformaat.

Als u na 13:00 uur van het 12-uursformaat naar het 24- uursformaat wisselt, moet u het cijferblok voor de tijd overeenkomstig aanpassen.

 

Ingebruikna- mebeveiliging van de oven

 * De ingebruiknamebeveiliging is uitgeschakeld.

  De ingebruiknamebeveiliging is ingeschakeld en op de display verschijnt .

De ingebruiknamebeveiliging voorkomt dat de oven door anderen wordt gebruikt of onbedoeld wordt inge- schakeld.

De ingebruiknamebeveiliging blijft ook na een stroomuit- val ingeschakeld.

 

Toetsgeluid

  Het toetsgeluid is uitgeschakeld.

 * Het toetsgeluid is ingeschakeld.

 

Temperatuur- weergave

* De temperatuur wordt in graden Celsius weergegeven.

 De temperatuur wordt in graden Fahrenheit weergege- ven.

* Fabrieksinstelling

(42)

Voor een gezonde voeding is ook de bereiding van belang.

Bak taarten, pizza's, frieten en der- gelijke dan ook goudgeel en niet donkerbruin.

Tips bij het bakken

- Stel een bereidingstijd in. Als u wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang van tevoren programmeren.

Het deeg kan uitdrogen en de wer- king van het rijsmiddel kan afnemen.

- U kunt in principe, de rooster, de bak- plaat, de universele bakplaat en elke bakvorm bestaande uit temperatuur- bestendig materiaal, gebruiken.

- Vermijd het gebruik van lichte vormen met dunne wanden van blank materi- aal, omdat bij dergelijk materiaal het gerecht in de vorm ongelijkmatig of nauwelijks bruin wordt. Bij ongunstige omstandigheden wordt het zelfs niet gaar.

- Zet bakvormen en langwerpige vor- men bij voorkeur dwars in de oven.

Op die manier is de warmteverdeling in de vorm optimaal en bereikt u een gelijkmatig bakresultaat.

- Zet bakvormen altijd op derooster.

- Bak taarten en lange cakes op de universele bakplaat.

Bakpapier gebruiken

Miele-accessoires zoals de universele bakplaat zijn met PerfectClean ver- edeld (zie ook “Uitvoering”). Gewoon- lijk moeten, met PerfectClean-vere- delde oppervlakken, niet worden inge- vet of met bakpapier worden belegd.

 Gebruik bakpapier bij het bakken van loog gebak, omdat de natronloog die tijdens de deegbereiding wordt ge- bruikt, het met PerfectClean vere- delde oppervlak kan beschadigen.

 Gebruik bakpapier bij het bakken van biscuit, schuimgebak, makronen en dergelijke. Deze deegsoorten kleven vanwege hun hoogeiwitgehalte ge- makkelijk vast.

 Gebruik bakpapier bij het bereiden van diepvriesproducten op de roos- ter.

Aanwijzingen bij de berei- dingstabellen

De bereidingstabellen vindt u aan het einde van dit document.

Temperatuur  kiezen

 Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Bij hogere temperaturen dan aangegeven is de bereidingstijd weliswaar korter, maar zal het gerecht heel onregelmatig bruinen en wordt het in het slechtste geval zelfs niet gaar.

(43)

Bakken

Bereidingstijd  kiezen

De tijden in de bereidingstabellen gel- den, tenzij anders aangegeven, voor een niet-voorverwarmde ovenruimte.

Met een voorverwarmde oven zijn de bereidingstijden ca. 10 minuten korter.

 Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het voedingsmiddel gaar is. Steek een houten staafje in het deeg.

Als niets aan het stokje blijft kleven, is het gebak gaar.

Informatie over de functies

Een overzicht van de functies met de bijbehorende voorgeprogrammeerde waarden vindt u in het gelijknamige hoofdstuk.

Hetelucht Plus  gebruiken U kunt met lagere temperaturen berei- den dan bij de functie Boven-onderwarm- te , omdat de warmte direct in de ovenruimte wordt verdeeld.

Gebruik deze functie als u op meerdere ni- veaus tegelijkertijd bakt.

 1 niveau: plaats het gerecht op ni- veau 2.

 2 niveaus: plaats de gerechten op ni- veau 1+3 of 2+4.

 3 niveaus: plaats de gerechten op ni- veau 1+3+5.

Tips

Intensief bakken  gebruiken Voor het bakken van taarten met vochti- ge bovenlaag gebruikt u deze functie.

Gebruik deze functie niet voor het bak- ken van plat gebak.

 Plaats de taart op niveau 1 of 2.

Boven-onderwarmte  gebruiken Matte en donkere bakvormen ,donker email, donker vertind blik, mat alumini- um, hittebestendig glas of vormen met een anti-aanbaklaag zijn geschikt.

Gebruik deze functie voor het bereiden van traditionele recepten. Kies voor het bereiden van recepten uit oudere kook- boeken een temperatuur die 10 °C lager is dan in het recept staat aangegeven.

De bereidingstijd verandert niet.

 Plaats het gerecht op niveau 1 of 2.

Eco-hetelucht  gebruiken

Gebruik deze functie om kleine hoeveel- heden, zoals diepvriespizza, afbak- broodjes of uitsteekkoekjes, energiebe- sparend te bakken.

 Plaats het gerecht op niveau 2.

(44)

Tips voor het braden

- U kunt elk soort servies van tempera- tuurbestendig materiaal gebruiken, zoals bijv. braadpannen, hittebesten- dige glazen schalen, braadfolie/

braadzakken, een Römertopf, een universele bakplaat, de rooster en/of de grill- en braadplaat (indien aanwe- zig) op de universele bakplaat.

- Het voorverwarmen van de oven is enkel nodig bij het bereiden van ros- bief en filet. Meestal is voorverwar- men niet nodig.

- Gebruik een braadpan met deksel voor het braden van vlees. Het vlees blijft dan lekker sappig. Bovendien blijft de oven schoner dan bij braden op de rooster. Ook blijft er genoeg fond over om een saus mee te ma- ken.

- Bij gebruik van een braadfolie of -zak neem dan de instructies op de verpakking in acht.

- Mager vlees kunt u met vet be- strijken, met plakjes spek bedekken of larderen indien u gebruikmaakt van de rooster of een open braadpan.

- Kruid het vlees en leg het in de pan.

Leg er plakjes boter of margarine op of overgiet met olie of bakvet. Voeg bij grote magere stukken vlees (2 tot 3 kg) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter water toe.

- Voeg tijdens het braden niet te veel vocht bij. Dan wordt het vlees niet goed bruin. Het vlees wordt pas aan het einde van de bereidingstijd bruin.

Het wordt extra bruin als u halverwe- ge de bereidingstijd het deksel van

- Haal het vlees na de bereiding uit de oven, dek het af en laat het cir- ca 10 minuten rusten. Het vlees ver- liest dan minder vocht als u het snijdt.

- Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de bereiding met licht ge- zouten water bestrijkt.

Aanwijzingen bij de berei- dingstabellen

De bereidingstabellen vindt u aan het einde van dit document.

 Neem de aangegeven temperatuur- bereiken, niveaus en tijden in acht.

Daarbij is rekening gehouden met verschillende braadpannen, vlees- soorten en gewoonten.

Temperatuur  kiezen

 Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Bij hogere temperaturen wordt het vlees(gerecht) weliswaar bruin, maar zal het niet altijd gaar zijn.

 Kies bij Hetelucht Plus  een tempe- ratuur die ca. 20 °C lager ligt dan bij

Boven-onderwarmte .

 Kies voor stukken vlees die meer dan 3 kg wegen een temperatuur die ca. 10 °C lager is dan aangegeven in de bereidingstabel. Het braden duurt dan iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet te dik.

 Stel bij braden op de draagrooster een temperatuur in die ca. 10 °C lager is dan bij braden in een gesloten pan.

(45)

Braden

Bereidingstijd  kiezen

De tijden gelden, tenzij anders aange- geven, voor een niet-voorverwarmde ovenruimte.

 U kunt de bereidingstijd bepalen door de dikte van de betreffende vlees- soort [cm] te vermenigvuldigen met de tijd per cm [min/cm]:

- Rund/wild: 15–18 minuten/cm - Varken/kalf/lam: 12–15 minuten/cm - Rosbief/filet: 8–10 minuten/cm

 Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het voedingsmiddel gaar is.

Tips

- Bij diepgevroren vlees neemt de be- reidingstijd met circa 20 minuten per kilo toe.

- Diepgevroren vlees met een gewicht tot circa 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien.

Informatie over de functies

Een overzicht van de functies met de bijbehorende voorgeprogrammeerde waarden vindt u in het gelijknamige hoofdstuk.

Kies deze functie Onderwarmte  te- gen het einde van de bereidingstijd, indien het voedingsmiddel aan de on- derkant bruiner moet worden.

Hetelucht Plus  gebruiken

Deze functies zijn geschikt voor het bra- den van vlees-, vis- en gevogeltege- rechten die een bruin korstje moeten krijgen alsook voor het braden van ros- bief en filet.

U kunt met de functie Hetelucht Plus  met lagere temperaturen bereiden dan bij de functie Boven-onderwarmte , omdat de warmte direct in de oven- ruimte wordt verdeeld.

 Plaats het gerecht op niveau 2.

Boven-onderwarmte  gebruiken Gebruik deze functie voor het bereiden van traditionele recepten. Kies voor het bereiden van recepten uit oudere kook- boeken een temperatuur die 10 °C lager is dan in het recept staat aangegeven.

De bereidingstijd verandert niet.

 Plaats het gerecht op niveau 2.

Eco-hetelucht  gebruiken

Gebruik deze functie om kleine hoeveel- heden, zoals diepvriespizza, afbak- broodjes of uitsteekkoekjes, energiebe- sparend te bakken.

 Plaats het gerecht op niveau 2.

(46)

Gevaar voor letsel door heet op- pervlak.

Als u de deur niet sluit, wordt de uit- stromende hete lucht niet meer auto- matisch langs de koelventilator ge- leid en dus niet afgekoeld. De bedie- ningselementen worden heet.

Sluit de deur bij het grillen.

Tips voor het grillen

- Voorverwarmen is vereist bij grillen.

Verwarm het bovenwarmte-/grillele- ment circa 5 minuten voor. Houd de ovendeur gesloten.

- Spoel het vlees snel onder koud, stromend water af. Dep het goed droog. Zout het vlees niet vóór het grillen, omdat het anders te veel vocht verliest.

- Mager vlees kunt u met olie be- strijken. Gebruik geen andere vet- soorten. Deze worden te snel bruin of leiden tot rookontwikkeling.

- Reinig platte vissen en vismoten en zout ze. U kunt de vis ook met ci- troensap besprenkelen.

- Gebruik de universele bakplaat met daarop de draagrooster of de grill- en braadplaat (indien aanwezig). De grill- en braadplaat voorkomt dat het vocht dat uit het vlees loopt, verbrandt, zo- dat het nog kan worden gebruikt.

Voor het grillen bestrijkt u de grill- en braadplaat met olie en legt u het ge- recht erop.

Gebruik niet de gewone bakplaat.

Aanwijzingen bij de berei- dingstabellen

De bereidingstabellen vindt u aan het einde van dit document.

 Neem de aangegeven temperatuur- bereiken, niveaus en tijden in acht.

Daarbij is rekening gehouden met verschillende vleessoorten en berei- dingsgewoonten.

 Controleer het voedingsmiddel na af- loop van de kortste tijd.

Temperatuur  kiezen

 Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Bij hogere temperaturen wordt het vlees weliswaar bruin, maar zal het niet altijd gaar zijn.

Niveau kiezen

 Houd bij het niveau rekening met de dikte van het voedingsmiddel.

 Plaats vlakke gerechten op ni- veau 3 of 4.

 Plaats gerechten met een grotere dia- meter op niveau 1 of 2.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Personen die omwille van hun fysieke, zintuiglijke of mentale ge- steldheid, onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de oven veilig te bedienen, mogen deze

Bij bereiding van deze diepvriespro- ducten op de bakplaat of de univer- sele bakplaat kunnen deze bakplaten zodanig vervormen dat u deze niet meer uit de oven kunt halen als ze

U kunt de kookwekker ook gebruiken als u al tijden voor het automatisch in- of uitschakelen van de oven hebt inge- steld (bijvoorbeeld om u eraan te herin- neren dat u na een

 Personen die omwille van hun fysieke, zintuiglijke of mentale ge- steldheid, onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de oven veilig te bedienen, mogen deze

Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt ver- oorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Als de stekker van

Gebruik bij ovenfuncties zonder microgolf alleen hittebestendig kunststof servies dat geschikt is voor gebruik in de oven.. Neem de aanwijzingen van de serviesfabrikant

De gasslang en het aansluitsnoer mogen niet in aanraking komen met onderdelen van het apparaat die bij gebruik heet worden, omdat ze door die hitte beschadigd kunnen raken.

Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt ver- oorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Als de stekker van