• No results found

Gebruiks- en montagehandleiding Oven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebruiks- en montagehandleiding Oven"

Copied!
92
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gebruiks- en montagehandleiding Oven

Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa- raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.

(2)

Inhoud

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen...  5

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ...  14

Overzicht oven...  15

Bedieningselementen oven ...  16

Functieschakelaar ... 17

Temperatuurschakelaar ... 17

Klok ... 17

Display... 17

Sensortoetsen ... 17

Uitvoering...  18

Typeplaatje ... 18

Bijgeleverd... 18

Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires... 18

Functies ... 23

Veiligheidsfuncties... 23

PerfectClean-veredelde oppervlakken ... 23

Ingebruikneming van het apparaat...  24

Vóór het eerste gebruik ... 24

Oven voor het eerst opwarmen... 25

Tips om energie te besparen...  26

Bediening ...  28

Eenvoudige bediening... 28

Koelventilator... 28

Ovenruimte voorverwarmen ... 29

Klok...  30

Display... 30

Symbolen in het display ...  30

Sensortoetsen ... 30

Principe ... 31

Weergave van de tijden ... 31

Na afloop van de tijden ... 31

Kookwekker  gebruiken ... 31

(3)

Inhoud

Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen ... 34

Bereidingstijd instellen ... 34

Na afloop van de bereidingstijd:... 35

Bereidingstijd en einde bereidingstijd instellen ... 36

Bereidingstijd wijzigen... 37

Bereidingstijd wissen... 38

Einde van de bereidingstijd wissen ... 38

Dagtijd wijzigen ... 39

Instellingen wijzigen... 40

Bakken...  42

Tips bij het bakken ... 42

Opmerkingen bij de bereidingstabellen... 42

Informatie over de functies... 43

Braadvlees ...  44

Tips voor het braden ... 44

Aanwijzingen bij de bereidingstabellen ... 44

Informatie over de functies... 45

Grillen ...  46

Tips voor het grillen ... 46

Opmerkingen bij de bereidingstabellen... 46

Informatie over de functies... 47

Overige toepassingen ...  48

Ontdooien... 48

Lage temperatuur ... 49

Inmaken... 50

Diepvriesproducten/kant-en-klaargerechten... 52

Servies verwarmen ... 53

Reiniging en onderhoud...  54

Ongeschikte reinigingsmiddelen ... 54

Normale verontreinigingen verwijderen ... 55

Hardnekkige verontreinigingen (behalve bij de FlexiClip-geleiders)... 56

Hardnekkige verontreinigingen op de FlexiClip-geleiders... 57

Katalytisch geëmailleerde achterwand reinigen ... 57

Verontreinigingen verwijderen van kruiden, suiker en dergelijke... 57

Olie- en vetspatten verwijderen... 58

Deur uitbouwen ... 59

Deur uit elkaar halen... 60

Deur inbouwen ... 63

Geleiderails met FlexiClip-geleiders demonteren... 64

(4)

Inhoud

Bovenwarmte-/grillelement omlaagklappen... 65

Achterwand uitbouwen ... 66

Nuttige tips...  67

Service...  70

Contact bij storingen ... 70

Garantie ... 70

Installatie ...  71

Inbouwmaten... 71

Inbouw in een hoge kast of onderkast ... 71

Zijaanzicht in hoge kast... 72

Zijaanzicht in onderkast ... 73

Aansluitingen en ventilatie... 74

Oven inbouwen ... 75

Elektrische aansluiting... 76

Bereidingstabellen...  78

Roerdeeg... 78

Kneeddeeg ... 79

Gistdeeg ... 80

Kwark-oliedeeg ... 81

Biscuitdeeg... 81

Soezendeeg, bladerdeeg, eiwitgebak ... 82

Hartige gerechten... 83

Rundvlees... 84

Kalf ... 85

Varken... 86

Lam, wild ... 87

Gevogelte, vis... 88

Aanwijzingen voor keuringsinstituten ...  89

Testgerechten volgens EN 60350-1 ... 89

Energie-efficiëntieklasse volgens EN 60350-1 ... 90

Productkaart voor huishoudelijke bakovens ... 90

(5)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze oven voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. On- juist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor- dat u de oven in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instruc- ties met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat.

In overeenstemming met de norm IE/ENC 60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de oven en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te vol- gen.

Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha- de die daarvan het gevolg is.

Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door

aan een eventuele volgende eigenaar.

(6)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

 Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar).

 Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.

 De oven is uitsluitend bestemd voor het thuis bereiden, bakken, braden, grillen, ontdooien, inmaken en drogen van levensmiddelen.

Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.

 Personen die omwille van hun fysieke, zintuiglijke of mentale ge- steldheid, onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de oven veilig te bedienen, mogen deze alleen onder toezicht gebrui- ken.

Deze personen mogen de oven alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. Ze moeten zich be- wust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.

 Omwille van speciale eisen (ten aanzien van onder meer de tem-

peratuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvast-

heid en trillingen) beschikt de oven over een speciale lamp. Deze

lamp mag alleen voor dit doel worden gebruikt. De lamp is niet ge-

schikt voor normale verlichtingsdoeleinden.

(7)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Wanneer er kinderen in huis zijn

 Houd kinderen onder 8 jaar op een afstand van de oven, tenzij u voortdurend toezicht houdt.

 Kinderen vanaf 8 jaar mogen de oven alleen zonder toezicht ge- bruiken als ze weten hoe ze de oven veilig moeten bedienen. De kin- deren moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve be- diening.

 Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on- derhouden.

 Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de oven bevinden. Laat kinderen nooit met de oven spelen.

 Verstikkingsgevaar door verpakkingsmateriaal. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoor- beeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken.

Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.

 Gevaar voor letsel door heet oppervlak. De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge temperaturen dan de huid van volwassenen.

De deur, het bedieningspaneel en de openingen voor het uitblazen de warme lucht van de oven worden warm.

Zorg ervoor dat kinderen de oven niet aanraken als hij aan staat.

 Letselrisico door de geopende deur.

De deur mag met maximaal 15 kg worden belast. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.

Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of

eraan gaan hangen.

(8)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

 Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara- tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In- stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakman/vakvrouw worden uitge- voerd.

 Schade aan de oven kan uw veiligheid in gevaar brengen. Contro- leer de oven op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde oven.

 De oven kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

 De elektrische veiligheid van de oven is uitsluitend gegarandeerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele vei- ligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische instal- latie bij twijfel door een vakkracht inspecteren.

 De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje van de oven moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de oven te voorkomen. Verge- lijk deze gegevens voordat u het apparaat aansluit. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

 Stekkerdozen of verlengkabels bieden niet voldoende veiligheids- garanties. Sluit de oven hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.

 Gebruik de oven alleen wanneer deze is ingebouwd. Alleen dan is veilig gebruik gegarandeerd.

 Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een boot) worden gebruikt.

 Kans op letsel door elektrische schok. Wanneer onderdelen die

onder spanning staan worden aangeraakt of wanneer elektrische en

(9)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 De garantie vervalt als het apparaat niet wordt gerepareerd door een technicus die door Miele is geautoriseerd.

 Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo- gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.

 Als de oven zonder aansluitkabel wordt geleverd, moet een speci- ale aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is (zie rubriek “Elektrische aansluiting”).

 Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale aansluitkabel worden vervangen door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is (zie rubriek “Elektrische aansluiting”).

 Tijdens installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de oven van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn, bijv. als de ovenverlichting defect is (zie het hoofdstuk “Nuttige tips”). Ga daar- voor als volgt te werk:

– Schakel de zekeringen van de elektrische installatie uit of

– draai de zekeringen van de elektrische installatie er helemaal uit of – trek de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact. Trek daarbij

niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de netstekker.

 Voor een correcte werking van de oven moet voldoende koellucht worden aangevoerd. De aanvoer van koellucht mag niet worden be- lemmerd (bijvoorbeeld door inbouw van warmtewerende lijsten in de keukenkast). Andere warmtebronnen (zoals een open haard) mogen de benodigde koellucht niet te veel verwarmen.

 Als de oven achter een meubelfront (bijv. een deur) ingebouwd is,

sluit dit dan nooit wanneer u de oven gebruikt. Achter een gesloten

front hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen de oven, de

ombouwkast en de vloer beschadigd raken. Sluit het meubelfront

pas als de oven volledig is afgekoeld.

(10)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

 Gevaar voor letsel door heet oppervlak. De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich verbranden aan de verwarmingselementen, de ovenwanden, het gerecht en de accessoires.

Draag altijd ovenwanten als u gerechten in de oven zet of eruit haalt, of als u in de oven bezig bent.

 Voorwerpen in de buurt van de ingeschakelde oven kunnen door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik de oven nooit om er een ruimte mee te verwarmen.

 Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd de oven goed in de gaten wanneer u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel de oven uit en verstik de vlammen door de deur gesloten te houden.

 Bij te lange grilltijden drogen de levensmiddelen uit. De levens- middelen kunnen zelfs ontbranden. Houd u aan de aanbevolen be- reidingstijden.

 Sommige levensmiddelen drogen snel uit en kunnen vlam vatten door de hoge grilltemperaturen.

Gebruik nooit grillfuncties voor het afbakken van broodjes of brood en voor het drogen van bloemen of kruiden. Gebruik de functies Hete- lucht plus  of Boven-Onderwarmte .

 Als u bij de bereiding van levensmiddelen alcoholhoudende dran- ken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij hoge temperaturen verdampt. Deze damp kan ontbranden bij de hete ver- warmingselementen.

 Als u de restwarmte voor het warmhouden van gerechten wilt gebrui-

ken, kan door hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie in de

oven ontstaan. Ook het bedieningspaneel, het werkblad en de om-

(11)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be- waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in de magnetron corrosie veroorzaken. Dek de gerechten bij het verwarmen af.

 De bodem van de ovenruimte kan door warmteophoping barsten of loslaten.

Leg nooit aluminiumfolie of bakpapier op de bodem van de oven- ruimte.

Als u de bodem van de ovenruimte wilt gebruiken voor bereidingen of om serviesgoed te verwarmen, gebruik dan uitsluitend de functies Hetelucht plus  of Eco-hetelucht .

 De bodem van de ovenruimte kan door het verschuiven van voor- werpen beschadigd raken. Als u pannen of ander kookgerei op de bodem van de ovenruimte zet, schuif deze voorwerpen dan niet over de bodem heen en weer.

 Kans op letsel door waterdamp. Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gegoten, ontstaat damp die verbrandingen kan veroorzaken. Daarnaast kunnen hete oppervlakken door het plotselinge temperatuurverschil beschadigd raken. Giet nooit koude vloeistoffen rechtstreeks op hete oppervlakken.

 Het is belangrijk dat de temperatuur in het voedsel gelijkmatig wordt verdeeld en hoog genoeg is. Roer het gerecht regelmatig door of draai het om zodat het gelijkmatig verwarmd wordt.

 Kunststof servies dat niet hittebestendig is, smelt bij hoge tempe- raturen, kan de oven beschadigen en vlam vatten.

Gebruik alleen hittebestendig kunststof serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de oven. Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.

 In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of

verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbar-

sten. Conservenblikken mogen niet worden ingemaakt of opge-

warmd.

(12)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

 Letselrisico door de geopende deur. U kunt zich aan de open deur verwonden of erover struikelen. Laat de deur daarom niet onnodig open staan.

 De deur mag met maximaal 15 kg worden belast. Ga nooit op de geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen zware voorwerpen op. Let erop dat u niets inklemt tussen de deur en de ovenruimte. De oven kan beschadigd raken.

Voor roestvrijstalen oppervlakken geldt:

 De coating van het roestvrije staal wordt door kleefmiddelen aan- getast en kan dan zijn beschermende werking tegen verontreini- gingen verliezen. Plak geen notitieblaadjes, plakband of andere kleefmiddelen op de roestvrijstalen delen.

 Magneten kunnen krassen veroorzaken. Gebruik het roestvrijsta-

len oppervlak niet als magneetbord.

(13)

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

 Kans op letsel door elektrische schok. De stoom van een stoom- reiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.

 Door krassen kan het glas van de deur beschadigd raken. Gebruik voor de reiniging van de glasplaat dan ook geen schuurmiddelen, harde sponzen, harde borstels of metalen schrapers.

 U kunt de geleiderails verwijderen (zie het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Geleiderails met FlexiClip-geleiders demon- teren”). Plaats de geleiderails weer correct terug.

 U kunt de katalytisch geëmailleerde achterwand voor reinigings- doeleinden uitbouwen (zie het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Achterwand uitbouwen”). Bouw de achterwand weer cor- rect in en gebruik de oven nooit zonder ingebouwde achterwand.

 Op plaatsen waar het warm en vochtig is, is er meer kans op on- gedierte (bijvoorbeeld kakkerlakken). Houd de oven en de omgeving er omheen altijd schoon.

Schade ten gevolge van ongedierte valt niet onder de garantie.

Accessoires

 Gebruik uitsluitend originele Miele-onderdelen. Als andere onder-

delen worden aan- of ingebouwd, vervalt de aansprakelijkheid van

Miele op basis van de garantie en/of de productaansprakelijkheid.

(14)

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak- kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas- ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.

Door hergebruik van verpakkingsmateri- aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.

Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische ap- paraten bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en vei- lig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet of er niet goed mee omgaat, kun- nen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone afval.

Lever het apparaat in bij een gemeente- lijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vak- handelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat. Bewaar het afgedankte apparaat buiten het bereik van kinderen.

(15)

Overzicht oven

a Bedieningselementen b Bovenwarmte-/grillelement

c Aanzuigopeningen voor de ventilator met de daarachter liggende ringverwar- mingselementen

d Katalytisch geëmailleerde achterwand e Geleiderails met 3 niveaus

f Frontlijst met typeplaatje g Deur

(16)

Bedieningselementen oven

a Functieschakelaar

Voor het kiezen van de functies b Klok

Voor de weergave van de tijd en de instellingen

c Sensortoets 

Voor het wijzigen van tijden en in- stellingen

d Sensortoets OK

Voor het oproepen van functies en het opslaan van instellingen e Sensortoets 

Voor het wijzigen van tijden en in- stellingen

f Temperatuurschakelaar

Voor het instellen van de tempera- tuur

(17)

Bedieningselementen oven

Functieschakelaar

Met de functieschakelaar kiest u de ovenfuncties en schakelt u de ovenver- lichting apart in.

U kunt de schakelaar links- en rechts- om draaien.

In de stand 0 kunt u de schakelaar ver- zinken door erop te drukken.

Functies

 Verlichting

 Boven-Onderwarmte

 Onderwarmte

 Grill groot

 Booster

 Hetelucht plus

 Circulatiegrill

 Eco-hetelucht

Temperatuurschakelaar

Met de temperatuurschakelaar stelt u de temperaturen voor de bereidingen in.

U kunt de schakelaar tot de aanslag naar rechts draaien en weer terug. In de stand  kunt u de schakelaar verzinken door erop te drukken.

Het temperatuurbereik vindt u op de temperatuurschakelaar. Bij de ovens ziet u de temperaturen ook op het be- dieningspaneel.

Klok

Voor de bediening van de klok gebruikt u het display en de sensortoetsen , OK en .

Display

In het display verschijnt de dagtijd of worden uw instellingen weergegeven.

De lichtsterkte neemt iets af als u geen instellingen uitvoert.

Meer informatie vindt u in het hoofdstuk

“Klok”.

Sensortoetsen

De sensortoetsen reageren op aanra- king. Telkens als u een toets aanraakt, klinkt er een geluidssignaal.

Dit toetssignaal kan worden uitgescha- keld. Kies hiervoor bij de instelling   de status   (zie hoofdstuk “Klok”, para- graaf “Instellingen wijzigen”).

(18)

Uitvoering

De in deze gebruiks- en montagehand- leiding beschreven modellen vindt u op de achterzijde.

Typeplaatje

Het typeplaatje bevindt zich achter de deur, op het frontgedeelte.

Hier vindt u de type-aanduiding, het se- rienummer en de aansluitgegevens (spanning/frequentie/maximale aansluit- waarde).

Zorg dat u deze informatie bij de hand hebt als u vragen of problemen hebt.

Miele kan u dan gericht verder helpen.

Bijgeleverd

– De gebruiks- en montagehandleiding van de oven

– Schroeven voor de bevestiging van de oven in de keukenkast

– Diverse accessoires

Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires

De uitvoering hangt af van het model.

Standaard is uw oven uitgerust met geleiderails, een universele bakplaat en een draagrooster (=rooster).

Afhankelijk van het model kan uw oven ook gedeeltelijk van de hierna genoem- de accessoires zijn voorzien.

Alle genoemde accessoires, reinigings- en onderhoudsmiddelen zijn op het Miele-apparaat afgestemd.

De producten zijn verkrijgbaar via de Miele-webshop, bij Miele of bij de Miele-vakhandelaar.

Vermeld bij uw bestelling altijd de type- aanduiding van uw apparaat en de aan- duiding van de gewenste accessoires.

Geleiderails

In de ovenruimte bevinden zich rechts en links de geleiderails met de ni- veaus  voor het inschuiven van de accessoires.

De aanduiding van de niveaus vindt u op het frontgedeelte van de ovenruimte.

Elk niveau bestaat uit 2 spijlen (rechts en links).

De accessoires (bijvoorbeeld het roos- ter) worden tussen de spijlen ingescho- ven.

De FlexiClip-geleiders (indien aanwezig) worden op de onderste spijl bevestigd.

(19)

Uitvoering

Universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging

Universele bakplaat HUBB:

Rooster HBBR:

Schuif deze onderdelen altijd tussen de spijlen van een niveau in de oven.

Schuif het rooster altijd met het opzet- gedeelte naar beneden in de oven.

Aan de korte kanten van deze onderde- len bevindt zich een uittrekbeveiliging.

De beveiliging voorkomt dat u de on- derdelen helemaal uit de geleiderails trekt, terwijl u ze slechts gedeeltelijk wil- de uittrekken.

Schuif de onderdelen met de uittrek- beveiliging naar achteren in de oven.

Als u het rooster op de universele bak- plaat legt, schuift u de bakplaat tussen de spijlen van een niveau. Het rooster komt er dan automatisch boven.

(20)

Uitvoering

FlexiClip-geleiders HFC

U kunt de FlexiClip-geleiders gebruiken op de niveaus 1–3.

Schuif de FlexiClip-geleiders eerst he- lemaal in de ovenruimte voordat u de accessoires erop plaatst.

De accessoires worden vervolgens au- tomatisch veilig tussen de nokken voor en achter geplaatst, zodat ze niet naar beneden kunnen glijden.

De FlexiClip-geleiders mogen met maxi- maal 15 kg worden belast.

FlexiClip-geleiders plaatsen en ver- wijderen

Gevaar voor letsel door hete op- pervlakken.

De oven wordt heet tijdens het ge- bruik. U kunt zich branden aan de verwarmingselementen, de oven- ruimte en de accessoires.

Laat de ovenruimte, verwarmingsele- menten en accessoires eerst afkoe- len voordat u de FlexiClip-geleiders plaatst of verwijdert.

De uitschuifbare FlexiClip-geleiders worden tussen de stijlen van een niveau ingebouwd.

Bouw de uitschuifbare FlexiClip-gelei- der met het Miele-opschrift rechts in.

Trek de FlexiClip-geleiders niet uit tij- dens het plaatsen of verwijderen.

 Haak de FlexiClip-geleider aan de voorkant op de onderste stijl van een niveau (1) en schuif de geleider langs de stijl in de ovenruimte (2).

(21)

Uitvoering

 Zet de FlexiClip-geleider op de on- derste stijl van het niveau (3) vast.

Indien de FlexiClip-geleiders blokke- ren nadat ze geplaatst zijn, moet u ze een keer krachtig uittrekken.

Om een FlexiClip-geleider te verwijde- ren, gaat u als volgt te werk:

 Schuif de FlexiClip-geleider helemaal naar binnen.

 Til de FlexiClip-geleider vooraan even op (1) en trek deze langs de stijl van het niveau eruit (2).

Grill- en braadplaat HGBB 92

De grill- en braadplaat wordt in de uni- versele bakplaat gelegd.

De plaat voorkomt bij het grillen of bra- den dat het vocht dat uit het vlees loopt, verbrandt, zodat het nog kan worden gebruikt.

Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.

Ronde bakvormen

De ronde bakvorm zonder gaatjes HBF 27-1 is ideaal voor pizza's, plat gebak van gist- of roerdeeg, zoete en hartige taarten, gegratineerde desserts, plat brood en dergelijke, alsmede voor het afbakken van diepvriesgebak en - pizza's.

De ronde bakvorm met gaatjes HB- FP 27-1 is speciaal ontworpen voor het bereiden van bakwaren van vers gist- of kwark-oliedeeg en voor brood en broodjes. De fijne gaatjes zorgen ervoor dat de onderkant perfect gebruineerd wordt.

De plaat is ook geschikt voor het dro- gen van levensmiddelen.

Het geëmailleerde oppervlak van beide bakvormen is van een PerfectClean-af- werking voorzien.

 Schuif het rooster in de oven en zet de bakvorm op het rooster.

(22)

Uitvoering

Gourmet-braadpan HUB en deksel HBD

De gourmet-braadpannen van Miele worden op het rooster geplaatst. Het oppervlak van de braadpannen heeft een anti-aanbaklaag.

De braadpannen zijn in verschillende dieptes verkrijgbaar. De breedte en de hoogte zijn gelijk. Ze zijn geschikt voor inductiekookplaten.

Voor de braadpannen zijn deksels ver- krijgbaar. Vermeld bij aanschaf de type- aanduiding.

Diepte: 22 cm Diepte: 35 cm *

HUB 62-22 HUB 62-35

HBD 60-22 HBD 60-35

* In ovens met 3 niveaus kunt u de braad- pannen niet samen met het deksel in de ovenruimte plaatsen. De totale hoogte overschrijdt dan de hoogte van de oven- ruimte.

Gourmetsteen HBS 60

Met de gourmetsteen bereikt u een op- timaal bakresultaat bij gerechten die een krokante bodem moeten hebben, zoals pizza, quiche, brood, broodjes en hartig gebak en dergelijke.

De gourmetsteen is van vuurvaste kera- miek en voorzien van een glazuurlaag.

Bij de gourmetsteen hoort een spatel van onbehandeld hout waarmee u de gerechten op de steen legt en na afloop weer verwijdert.

 Schuif het rooster in de oven en zet de gourmetsteen op het rooster.

Katalytisch geëmailleerde accessoi- res

Achterwand

Bestel dit onderdeel als het katalytische email door onjuist gebruik of ernstige verontreiniging niet meer goed werkt.

Vermeld bij uw bestelling de typeaan- duiding van uw oven.

Accessoires voor reiniging en onder- houd

– Miele-microvezeldoek – Miele-ovenreiniger

(23)

Uitvoering

Functies

– Gebruik van de verschillende functies voor bakken, braden en grillen – Dagtijdweergave

– Kookwekker

– Automatisch in- en uitschakelen van het apparaat

– Kiezen van individuele instellingen

Veiligheidsfuncties

– Ingebruiknamebeveiliging  voor de oven

(zie hoofdstuk “Klok”, paragraaf “In- stellingen wijzigen”)

– Koelventilator

De koelventilator schakelt automa- tisch in bij elk bereidingsproces. Hij zorgt ervoor, dat de hete lucht in de ovenruimte met koude omgevings- lucht vermengd en afgekoeld wordt, voordat zij tussen de deur en het be- dieningspaneel vrijkomt.

Om te voorkomen dat er vocht in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of in de keukenkast neerslaat, blijft de ventilator na een bereiding nog enige tijd ingeschakeld.

De koelventilator wordt na een be- paalde tijd automatisch uitgescha- keld.

– Geventileerde deur

De deur is uit glasplaten opgebouwd die deels voorzien zijn van een warm- tereflecterende coating. Als de oven in gebruik is, wordt extra lucht door de deur geleid, zodat de buitenste glasplaat koel blijft.

U kunt de deur voor reinigingsdoel-

einden verwijderen en verder uit el- kaar halen (zie “Reiniging en onder- houd”).

PerfectClean-veredelde opper- vlakken

PerfectClean-veredelde oppervlakken hebben zeer goede anti-aanbakeigen- schappen en zijn heel eenvoudig te rei- nigen.

Bereide gerechten laten gemakkelijk los. Verontreinigingen na het bakken of braden kunt u eenvoudig verwijderen.

Op PerfectClean kunt u uw gerechten in stukken snijden en verdelen.

Gebruik geen keramische messen op PerfectClean-veredelde oppervlak- ken, omdat deze krassen kunnen veroorzaken.

PerfectClean-veredelde oppervlakken zijn wat de reiniging betreft vergelijk- baar met glas.

Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk

“Reiniging en onderhoud”, zodat de voordelen van de anti-aanbaklaag en de eenvoudige reiniging behouden blijven.

PerfectClean-veredelde oppervlakken:

– Ovenruimte

– Universele bakplaat – Grill- en braadplaat

– Ronde bakvorm, met gaatjes – Ronde bakvorm

(24)

Ingebruikneming van het apparaat

Vóór het eerste gebruik

U mag het apparaat alleen ge- bruiken als het is ingebouwd.

 Druk op de functie- en de tempera- tuurschakelaar, zodat deze naar bui- ten komen (als de schakelaars nog verzonken zijn).

U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de functieschakelaar op 0 staat.

 Stel de dagtijd in.

Het voor het eerst instellen van de dagtijd

De dagtijd wordt in het 24-uurs-formaat weergegeven.

    

Na de aansluiting op de netspanning knippert  in het display.

U stelt de dagtijd bloksgewijs in. Eerst de uren, dan de minuten.

 Bevestig met OK.

 licht op en  knippert.

 Bevestig met OK, zolang  knippert.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Stel met  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor de minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De dagtijd wordt opgeslagen.

U kunt de dagtijd ook in een 12-uurs- formaat laten weergeven. Kies hier- voor bij de instelling   de status 

(zie hoofdstuk “Klok”, paragraaf “In- stellingen wijzigen”).

(25)

Ingebruikneming van het apparaat

Oven voor het eerst opwarmen

Als u de oven voor het eerst opwarmt, kunnen er onaangename geurtjes ont- staan. Als u de lege oven gedurende minimaal één uur verhit, verdwijnen de- ze geurtjes snel.

Zorg daarbij voor een goede ventila- tie van de keuken. U voorkomt zo dat de geurtjes in andere vertrekken te ruiken zijn.

 Verwijder eventueel aanwezige stic- kers en beschermfolie uit de oven en van de accessoires.

 Haal de accessoires uit het apparaat en reinig deze grondig (zie “Reiniging en onderhoud”).

 Reinig de ovenruimte voor het opwar- men met een vochtige doek. U ver- wijdert zo stof en eventuele verpak- kingsresten.

 Kies de ovenfunctie “Hetelucht plus ”.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

 Stel de maximale temperatuur in (250 °C).

 Verhit de ovenruimte gedurende mini- maal een uur.

 Zet na het opwarmen de functiescha- kelaar op 0 en de temperatuurscha- kelaar op .

Ovenruimte reinigen na de eerste op- warming

Gevaar voor letsel door heet op- pervlak.

De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich branden aan de verwar- mingselementen en de ovenwanden.

Laat de ovenruimte, verwarmingsele- menten en accessoires eerst afkoe- len voordat u deze met de hand rei- nigt.

 Reinig de ovenruimte met warm wa- ter, afwasmiddel en een schoon sponsdoekje of met een schoon, vochtig microvezeldoekje.

 Wrijf alles daarna met een zachte doek droog.

Sluit de deur pas als de ovenruimte droog is.

(26)

Tips om energie te besparen

Bereidingsprocessen

– Haal alle accessoires uit de oven die u niet nodig hebt voor de bereiding.

– Kies in het algemeen de laagste tem- peratuur uit het recept of de berei- dingstabel en controleer het product na de kortste tijd.

– Verwarm de oven alleen voor als dat in het recept of de bereidingstabel staat.

– Open de deur niet onnodig tijdens een bereiding.

– Gebruik bij voorkeur matte, donkere bakvormen en ovenschalen van niet- reflecterende materialen (geëmail- leerd staal, hittebestendig glas, gego- ten aluminium). Blanke materialen zo- als roestvrij staal of aluminium reflec- teren de warmte, zodat deze het ge- recht slechter bereikt. Bedek de bo- dem van de ovenruimte of het rooster ook nooit met warmtereflecterend aluminiumfolie.

– Controleer de bereidingstijd om ener- gieverspilling bij het bereiden van ge- rechten te voorkomen.

Stel indien mogelijk een bereidings- tijd in of gebruik een bratometer.

– Voor tal van gerechten kunt u de functie Hetelucht plus  gebruiken.

U kunt daarbij met lagere temperatu- ren werken dan bij Boven-Onderwarm- te , omdat de warmte meteen over de ovenruimte wordt verdeeld.

Bovendien kunt u meerdere niveaus tegelijk gebruiken.

Eco-hetelucht  is een innovatieve functie die geschikt is voor kleine hoeveelheden, zoals diepvriespizza, afbakbroodjes of uitsteekkoekjes (zandkoekjes), maar ook voor vlees- gerechten en braadvlees. U bespaart energie tijdens de bereiding en maakt optimaal gebruik van de warmte. Bij bereidingen op één niveau bespaart u tot 30% energie terwijl het berei- dingsresultaat vergelijkbaar is. Open de deur niet tijdens een bereiding.

– Gebruik voor grillgerechten de functie

Circulatiegrill . U grillt dan met lage- re temperaturen dan bij andere grill- functies op maximale temperatuur.

– Bereid zo mogelijk altijd meerdere gerechten gelijktijdig. Plaats deze naast elkaar of op meerdere niveaus.

– Bereid gerechten die u niet gelijktijdig kunt bereiden zo mogelijk direct na elkaar, zodat u de al aanwezige warmte gebruikt.

(27)

Tips om energie te besparen

Restwarmtebenutting

– Bij bereiding met temperaturen boven 140 °C en bereidingstijden van meer dan 30 minuten kunt u de tempera- tuur ca. 5 minuten voor het einde van de bereiding tot de minimaal instel- bare temperatuur verlagen. De be- schikbare restwarmte is voldoende om de gerechten op het einde te ga- ren. Schakel de oven echter in geen geval uit (zie hoofdstuk “Veiligheids- instructies en waarschuwingen”).

– Als u de katalytisch geëmailleerde onderdelen wilt ontdoen van olie- en vetspatten, start het reinigingsproces dan bij voorkeur direct na een berei- ding. De in de oven aanwezige rest- warmte verlaagt het energieverbruik.

(28)

Bediening

Eenvoudige bediening

 Plaats het gerecht in de oven.

 Kies met de functieschakelaar de ge- wenste functie.

De ovenverlichting en de ventilator wor- den ingeschakeld.

 Stel met de temperatuurschakelaar de gewenste temperatuur in.

De ovenverwarming wordt ingeschakeld en het controlelampje voor de tempera- tuur  verschijnt naast de dagtijd in het display:

    

Het controlelampje voor de tempera- tuur  brandt als de ovenverwarming is ingeschakeld.

Zodra de gekozen temperatuur is be- reikt, gebeurt het volgende:

– De ovenverwarming wordt uitgescha- keld.

– Het controlelampje voor de tempera- tuur dooft.

De temperatuurregeling zorgt ervoor dat de ovenverwarming en het controle- lampje voor de temperatuur weer wor- den ingeschakeld, zodra de tempera- tuur onder de ingestelde waarde daalt.

Na de bereiding:

 Zet de functieschakelaar op 0 en de temperatuurschakelaar op .

 Haal het gerecht uit de oven.

Koelventilator

Om te voorkomen dat er vocht in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of in de keukenkast neerslaat, blijft de ventilator na een bereiding nog enige tijd ingeschakeld.

De ventilator wordt na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.

(29)

Bediening

Ovenruimte voorverwarmen

De functie Booster dient voor een snelle opwarming van de ovenruimte.

U hoeft de ovenruimte slechts bij weinig bereidingen voor te verwarmen.

 De meeste gerechten kunt u in de koude oven zetten. Zo benut u ook de warmte van de opwarmfase.

 Bij de volgende bereidingen en functies moet u de oven wel voorver- warmen:

– Donker brooddeeg en rosbief en filet met de functies Hetelucht plus  en Boven-Onderwarmte 

– Taart/cake en gebak met korte berei- dingstijd (tot ca. 30 minuten) en kwetsbaar deeg (bijvoorbeeld biscuit) met de functie Boven-Onderwarm- te 

Snel opwarmen

Met de functie Booster  kunt u de opwarmfase verkorten.

Gebruik voor pizza en kwetsbare deegsoorten (zoals biscuit en koek- jes) voor het voorverwarmen niet de functie Booster .

De bovenkant van deze producten wordt anders te snel bruin.

 Kies Booster .

 Stel de temperatuur in.

 Kies de gewenste functie als de inge- stelde temperatuur is bereikt.

 Plaats het gerecht in de oven.

(30)

Klok

De klok heeft de volgende functies:

– Dagtijdweergave – Kookwekker

– Automatisch in- en uitschakelen van een bereiding

– Wijzigen van diverse instellingen  Voor de bediening van de klok gebruikt u het display en de sensortoetsen , OK en .

Aan de beschikbare functies zijn sym- bolen toegewezen.

Display

  

 

    

Symbolen in het display

Afhankelijk van de stand van de func- tieschakelaar  en/of het indrukken van een toets verschijnen de volgende symbolen:

Symbool/functie 

 Kookwekker Wille-

keurig

 Bereidingstijd

Functie

 Einde bereidingstijd

 Controlelampje voor de temperatuur

 Instelling

U kunt een functie alleen instellen of wijzigen als de functieschakelaar op de betreffende stand staat.

Sensortoetsen

Sensor- toets

Toepassing

 – Functies markeren – Tijden verkorten – Instellingen  oproepen – De status  van een instel-

ling  wijzigen

 – Functies markeren – Tijden verlengen

– De status  van een instel- ling  wijzigen

OK – Functies oproepen

– Ingestelde tijden en gewij- zigde instellingen opslaan – Ingestelde tijden oproepen De uren, minuten en seconden stelt u in met de sensortoets  of  in stappen van 1.

Als u een sensortoets langer ingedrukt houdt, verspringt de tijd versneld.

(31)

Klok

Principe

U stelt de tijden bloksgewijs in:

– bij de dagtijd en bij bereidingstijden eerst de uren en dan de minuten, – bij een kookwekker eerst de minuten

en dan de seconden.

 Bevestig met OK.

De functies verschijnen die bij de stand van de functieschakelaar horen

(, ,  en ).

 Markeer met de sensortoets  of  de gewenste functie.

Het betreffende symbool knippert ge- durende ca. 15 seconden.

 Bevestig met OK, zolang het symbool knippert.

De functie wordt opgeroepen en het lin- ker cijferblok begint te knipperen.

U kunt de tijd instellen zolang het cij- ferblok knippert. Als de tijdspanne ver- streken is, moet u de functie opnieuw oproepen.

 Stel met de sensortoets  of  de gewenste waarde in.

 Bevestig met OK.

Het rechter cijferblok begint te knippe- ren.

 Stel met de sensortoets  of  de gewenste waarde in.

 Bevestig met OK.

De ingestelde tijd wordt opgeslagen.

Weergave van de tijden

Als u tijden hebt ingesteld, ziet u dat aan de symbolen ,  of .

Als u de functies Kookwekker , Berei- dingstijd  en Einde bereidingstijd  tegelijk gebruikt, wordt de tijd weerge- geven die u het laatst hebt ingesteld.

Als u een bereidingstijd hebt ingesteld, kan de dagtijd niet worden weergege- ven.

Na afloop van de tijden

Als een tijd is afgelopen, knippert het betreffende symbool en hoort u een signaal als deze functie ingeschakeld is (zie hoofdstuk “Klok”, paragraaf “Instel- lingen wijzigen”).

 Bevestig met OK.

De akoestische en optische signalen worden uitgeschakeld.

Kookwekker  gebruiken

De kookwekker kunt u onder meer ge- bruiken als u iets buiten de oven be- reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.

U kunt de kookwekkertijd ook gebrui- ken als u al tijden voor het automatisch in- of uitschakelen van de oven heeft in- gesteld (bijvoorbeeld om u eraan te her- inneren dat u na een bepaalde tijd krui- den wilt toevoegen of vlees wilt be- sprenkelen).

U kunt een kookwekkertijd van maxi- maal 99 minuten en 59 seconden instel- len.

(32)

Klok

Kookwekker instellen

Voorbeeld: u wilt eieren koken en stelt een kookwekkertijd in van 6 minuten en 20 seconden.

    

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

     

 verschijnt en het cijferblok voor minuten knippert.

Als u eerst één keer op  drukt, ver- schijnen er twee streepjes. Als u op- nieuw drukt, verschijnt de maximale waarde voor het cijferblok voor minu- ten: .

    

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De minuten worden opgeslagen en het

    

 Stel met  of  de seconden in.

 Bevestig met OK.

    

De kookwekkertijd wordt opgeslagen en loopt in seconden af.

Het symbool  geeft aan dat u een kookwekkertijd heeft ingesteld.

(33)

Klok

Na afloop van de kookwekkertijd:

–  knippert.

– De tijd begint op te lopen.

– Gedurende ca. 7 minuten hoort u een signaal als deze functie ingeschakeld is (zie hoofdstuk “Klok”, paragraaf

“Instellingen wijzigen”).

 Bevestig met OK.

De akoestische en optische signalen worden uitgeschakeld.

Als u geen bereidingstijden hebt inge- steld, verschijnt de dagtijd.

Kookwekkertijd wijzigen

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

De ingestelde kookwekkertijd ver- schijnt.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de minuten knippert.

 Stel met de sensortoets  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de seconden knip- pert.

 Stel met de sensortoets  of  de seconden in.

 Bevestig met OK.

De gewijzigde kookwekkertijd wordt op- geslagen en loopt in seconden af.

Kookwekkertijd wissen

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor minuten knippert.

 Verlaag het aantal minuten met de toets  tot  of verhoog het aantal met de toets  tot .

Als u opnieuw op de betreffende toets drukt, verschijnen in plaats van het cij- ferblok voor minuten twee streepjes:

     

 Bevestig met OK.

Er verschijnen vier streepjes:

     

 Bevestig met OK.

De kookwekkertijd wordt gewist.

Als u geen bereidingstijden heeft inge- steld, verschijnt de dagtijd.

(34)

Klok

Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen

U kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen of in- en uitschakelen.

Stel hiervoor na het kiezen van de oven- functie en de temperatuur een berei- dingstijd in of een bereidingstijd en een eindtijd (einde van de bereiding).

De maximale bereidingstijd die u voor een bereidingsproces kunt instellen, be- draagt 11 uur en 59 minuten.

Automatisch in- en uitschakelen is ide- aal voor het braden van vlees.

Als u een taart of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang van tevoren programmeren. Het deeg kan uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan afnemen.

Bereidingstijd instellen

Het bakken van een taart duurt 1 uur en 5 minuten.

 Plaats het gerecht in de oven.

 Kies de functie en de temperatuur.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

 

 

  

 verschijnt.

 Bevestig met OK.

 

  

 verschijnt en het cijferblok voor uren knippert.

Als u eerst één keer op  drukt, ver- schijnen er twee streepjes. Als u op- nieuw drukt, verschijnt de maximale waarde voor het cijferblok: .

(35)

Klok

 

  

 Stel met  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor minuten knippert.

 

  

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

 

  

De bereidingstijd wordt opgeslagen en loopt in minuten af, de laatste minuut in seconden.

Het symbool  geeft aan dat u een be- reidingstijd heeft ingesteld.

Na afloop van de bereidingstijd:

–  verschijnt.

–  knippert.

– De ovenverwarming wordt automa- tisch uitgeschakeld.

– De ventilator blijft ingeschakeld.

– Gedurende ca. 7 minuten hoort u een signaal als deze functie ingeschakeld is (zie “Klok – Instellingen wijzigen”).

 Bevestig met OK.

– De akoestische en optische signalen worden uitgeschakeld.

– De dagtijd verschijnt.

– De ovenverwarming wordt weer inge- schakeld.

 Zet de functieschakelaar op 0 en de temperatuurschakelaar op .

 Haal het gerecht uit de oven.

(36)

Klok

Bereidingstijd en einde bereidingstijd instellen

U kunt een bereidingstijd en een eind- tijd instellen om een bereidingsproces automatisch te laten in- en uitschake- len.

Een voorbeeld: het is 11:15 uur. Een stuk vlees kan in 90 minuten worden bereid. Het vlees moet om 13:30 uur klaar zijn.

 Plaats het gerecht in de oven.

 Kies de functie en de temperatuur.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

Stel eerst de bereidingstijd in:

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

 verschijnt en het cijferblok voor uren knippert.

 Stel met  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De bereidingstijd wordt opgeslagen.

 

  

Het symbool  geeft aan dat u een be- reidingstijd heeft ingesteld.

Stel vervolgens het einde van de be- reidingstijd in:

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

   

In het display verschijnt  (= actuele dagtijd + bereidingstijd =  + ).

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor uren knippert.

   

 Stel met  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor minuten knippert.

(37)

Klok

   

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

Het einde van de bereidingstijd  wordt opgeslagen.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden uitgeschakeld.

De ingestelde eindtijd verschijnt in het display.

Als de starttijd ( -  = ) is be- reikt, worden de ovenverwarming, de verlichting en de ventilator ingescha- keld.

De ingestelde bereidingstijd  ver- schijnt en loopt in minuten af, de laatste minuut in seconden.

Bereidingstijd wijzigen

 Druk zo vaak op de toets  totdat het symbool  gaat knipperen.

De resterende bereidingstijd verschijnt.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Stel met  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De gewijzigde bereidingstijd wordt op- geslagen.

(38)

Klok

Bereidingstijd wissen

 Druk zo vaak op de toets  of  tot- dat het symbool  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor uren knippert.

 Druk zo vaak op de toets  of  tot- dat twee streepjes verschijnen:

   

 Bevestig met OK.

Er verschijnen vier streepjes:

   

 Bevestig met OK.

De bereidingstijd en de eventueel inge- stelde eindtijd worden gewist.

Als u geen kookwekker heeft ingesteld, verschijnt de dagtijd.

De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.

Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat u als volgt te werk:

 Zet de functieschakelaar op 0 en de temperatuurschakelaar op .

 Haal het gerecht uit de oven.

Einde van de bereidingstijd wissen

 Druk zo vaak op de toets  of  tot- dat het symbool  gaat knipperen.

 Bevestig met OK.

Het cijferblok voor de uren knippert.

 Druk zo vaak op de toets  of  tot- dat twee streepjes verschijnen.

 Bevestig met OK.

Er verschijnen vier streepjes.

 Bevestig met OK.

Het symbool  verschijnt en de inge- stelde bereidingstijd loopt in minuten af, de laatste minuut in seconden.

Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat u als volgt te werk:

 Zet de functieschakelaar op 0 en de temperatuurschakelaar op .

 Haal het gerecht uit de oven.

Als u de functieschakelaar op 0 zet, worden de instellingen voor de berei- dingstijd en de eindtijd gewist.

(39)

Klok

Dagtijd wijzigen

U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de functieschakelaar op 0 staat.

 Zet de functieschakelaar op 0.

 Druk tegelijk op  en .

Het cijferblok voor uren knippert.

 Stel met  of  de uren in.

 Bevestig met OK.

De uren worden opgeslagen en het cij- ferblok voor minuten knippert.

 Stel met  of  de minuten in.

 Bevestig met OK.

De dagtijd wordt opgeslagen.

Na een stroomstoring moet de dagtijd opnieuw worden ingesteld.

(40)

Klok

Instellingen wijzigen

Af fabriek heeft de besturing van uw ap- paraat bepaalde standaardinstellingen (zie “Overzicht instellingen”).

U wijzigt een instelling  door de sta- tus  te wijzigen.

 Zet de functieschakelaar op 0.

 Druk zo lang op  totdat   ver- schijnt:

 

 Als u een andere instelling wilt wij- zigen, drukt u zo vaak op  of  tot- dat het betreffende cijfer verschijnt.

 Bevestig met OK.

 

De instelling wordt opgeroepen en de actuele status  verschijnt, bijvoor- beeld .

De status wijzigen:

 Druk zo vaak op  of  totdat de ge- wenste status wordt weergegeven.

 Bevestig met OK.

De gekozen status wordt opgeslagen en de instelling  verschijnt weer.

Als u nog meer instellingen wilt wij- zigen, gaat u op dezelfde manier te werk.

Als u geen instellingen meer wilt wij- zigen, gaat u als volgt te werk:

 Wacht ongeveer 15 seconden, totdat de dagtijd verschijnt.

Na een stroomstoring blijven de instel- lingen behouden.

(41)

Klok

Overzicht instellingen Instelling Status

 

Volume ge- luidssignalen

  Het signaal is uitgeschakeld.

  tot

 *

Het signaal is ingeschakeld.

U kunt het volume wijzigen. Als u een status kiest, hoort u meteen het signaal dat bij deze combinatie hoort.

 

Tijdformaat van de dag- tijd

* De dagtijd verschijnt in het 24-uurs-formaat.

 De dagtijd verschijnt in het 12-uurs-formaat.

Als u na 13:00 uur van het 12-uurs-formaat naar het 24- uurs-formaat wisselt, moet u het cijferblok voor de uren aanpassen.

 

Vergrendeling van het appa- raat

 * De vergrendeling is uitgeschakeld.

  De vergrendeling is ingeschakeld en in het display ver- schijnt .

De vergrendeling voorkomt dat de oven door anderen wordt gebruikt of onbedoeld wordt ingeschakeld.

De vergrendeling blijft ook na een stroomstoring inge- schakeld.

* Fabrieksinstelling

(42)

Bakken

Voor een gezonde voeding is ook de bereiding van belang.

Bak taarten, pizza's, frieten en der- gelijke dan ook goudgeel en niet donkerbruin.

Tips bij het bakken

– Stel een bereidingstijd in. Als u een taart of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang van tevo- ren programmeren. Het deeg kan uit- drogen en de werking van het rijsmid- del kan afnemen.

– U kunt in principe het rooster, de bak- plaat, de universele bakplaat en elke bakvorm van temperatuurbestendig materiaal gebruiken.

– Vermijd het gebruik van lichte vormen met dunne wanden van blank materi- aal, omdat bij dergelijk materiaal het gerecht in de vorm ongelijkmatig of nauwelijks bruin wordt. Bij ongunstige omstandigheden wordt het zelfs niet gaar.

– Plaats bakvormen en langwerpige vormen bij voorkeur dwars in de oven. Op die manier is de warmtever- deling in de vorm optimaal en bereikt u een gelijkmatig bakresultaat.

– Zet bakvormen altijd op het rooster.

– Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek op de universele bakplaat.

Bakpapier gebruiken

Miele-accessoires zoals de universele bakplaat zijn met PerfectClean ver- edeld (zie ook “Uitvoering”). In de meeste gevallen hoeft u PerfectClean- veredelde oppervlakken niet in te vet- ten of met bakpapier te bedekken.

 Gebruik bakpapier bij het bakken van zout gebak, omdat de natronloog die tijdens de deegbereiding wordt ge- bruikt, het met PerfectClean veredel- de oppervlak kan beschadigen.

 Gebruik bakpapier bij het bakken van biscuit, schuimgebak, macarons en dergelijke. Deze deegsoorten kleven vanwege hun hoge eiwitgehalte ge- makkelijk vast.

 Gebruik bakpapier bij het bereiden van diepvriesproducten op het roos- ter.

Opmerkingen bij de berei- dingstabellen

De bereidingstabellen vindt u aan het einde van dit document.

Temperatuur  kiezen

 Houd in principe de laagste tempera- tuur aan. Bij hogere temperaturen dan aangegeven is de bereidingstijd we- liswaar korter, maar zal het gerecht heel onregelmatig bruin worden en wordt het in het slechtste geval zelfs niet gaar.

(43)

Bakken

Bereidingstijd  kiezen

De tijden in de bereidingstabellen gel- den, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde ovenruimte.

Met een voorverwarmde oven zijn de bereidingstijden ca. 10 minuten korter.

 Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het product gaar is.

Steek een houten staafje in het deeg.

Als niets aan het stokje blijft kleven, is het gebak gaar.

Informatie over de functies

Een overzicht van de functies met de bijbehorende voorgeprogrammeerde waarden vindt u in het gelijknamige hoofdstuk.

Hetelucht plus  gebruiken U kunt met lagere temperaturen berei- den dan bij de functie Boven-Onder- warmte , omdat de warmte meteen over de ovenruimte wordt verdeeld.

Gebruik deze functie als u op meerdere niveaus tegelijkertijd bakt.

 1 niveau: plaats het gerecht op ni- veau 1.

 2 niveaus: plaats de gerechten op ni- veau 1+3.

Tips

– Als u meerdere niveaus tegelijkertijd gebruikt, plaatst u de universele bak- plaat helemaal onderaan.

– Gebruik maximaal 2 niveaus tegelijk als u vochtig gebak of taart bakt.

Boven-Onderwarmte  gebruiken Matte en donkere bakvormen van don- ker blik, met donker email, van mat alu- minium, hittebestendig glas of vormen met een anti-aanbaklaag zijn goed ge- schikt.

Gebruik deze functie voor het bereiden van traditionele recepten. Kies voor het bereiden van recepten uit oudere kook- boeken een temperatuur die 10 °C lager is dan in het recept staat aangegeven.

De bereidingstijd verandert niet.

 Plaats het gerecht op niveau 1 of 2.

Eco-hetelucht  gebruiken

Gebruik deze functie om kleine hoeveel- heden, zoals diepvriespizza, afbak- broodjes of uitsteekkoekjes (zandkoek- jes) energiebesparend te bakken.

 Plaats het gerecht op niveau 2.

(44)

Braadvlees

Tips voor het braden

– U kunt elk soort kookgerei van tem- peratuurbestendig materiaal gebrui- ken, zoals bijv. braadpannen, hittebe- stendige glazen schalen, braadfolie/

braadzakken, een Römertopf, een universele bakplaat, het rooster en/of de grill- en braadplaat (indien aanwe- zig) op de universele bakplaat.

– Het voorverwarmen van de oven is alleen nodig bij het bereiden van ros- bief en filet. Over het algemeen is voorverwarmen niet nodig.

– Gebruik een braadpan met deksel voor het braden van vlees. Het vlees blijft dan lekker sappig. Bovendien blijft de oven schoner dan bij braden op het rooster. Ook blijft er genoeg fond over voor het bereiden van een saus.

– Neem bij gebruik van een braadfolie of -zak de instructies op de verpak- king in acht.

– Mager vlees kunt u met vet be- strijken, met plakjes spek bedekken of larderen indien u gebruik maakt van het rooster of een open braad- pan.

– Kruid het vlees en leg het in de pan.

Leg er blokjes boter of margarine op of giet er olie of vet overheen. Voeg bij grote magere stukken vlees (2–3 kg) en vet gevogelte ongeveer 1/8 liter water toe.

– Giet er tijdens het braden niet te veel vocht bij. Dan wordt het vlees niet goed bruin. Het vlees wordt pas aan

– Haal het vlees na de bereiding uit de oven, dek het af en laat het circa 10 minuten rusten. Het vlees verliest dan minder vocht als u het snijdt.

– Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de bereiding met licht ge- zouten water bestrijkt.

Aanwijzingen bij de berei- dingstabellen

De bereidingstabellen vindt u aan het einde van dit document.

 Neem de aangegeven temperaturen, niveaus en tijden in acht. Daarbij is rekening gehouden met verschillende braadpannen, vleessoorten en ge- woonten.

Temperatuur  kiezen

 Houd in principe de laagste tempera- tuur aan. Bij hogere temperaturen wordt het vlees(gerecht) weliswaar bruin, maar niet altijd gaar.

 Kies bij Hetelucht plus  een tempe- ratuur die ca. 20 °C lager ligt dan bij

Boven-Onderwarmte .

 Kies voor stukken vlees die meer dan 3 kg wegen een temperatuur die on- geveer 10 °C lager is dan in de tabel staat aangegeven. Het braden duurt dan iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet te dik.

 Stel bij braden op het rooster een

(45)

Braadvlees

Bereidingstijd  kiezen

De tijden gelden, tenzij anders aange- geven, voor een niet voorverwarmde ovenruimte.

 U kunt de bereidingstijd bepalen door de dikte van de betreffende vlees- soort [cm] te vermenigvuldigen met de tijd per cm [min/cm]:

– Rund/wild: 15–18 minuten/cm – Varken/kalf/lam: 12–15 minuten/cm – Rosbief/filet: 8–10 minuten/cm

 Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het product gaar is.

Tips

– Bij diepgevroren vlees neemt de be- reidingstijd met circa 20 minuten per kg toe.

– Diepgevroren vlees met een gewicht tot circa 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien.

Informatie over de functies

Een overzicht van de functies met de bijbehorende voorgeprogrammeerde waarden vindt u in het gelijknamige hoofdstuk.

Hetelucht plus  gebruiken

Deze functies zijn geschikt voor het bra- den van vlees-, vis- en gevogeltege- rechten die een bruin korstje moeten krijgen alsook voor het braden van ros- bief en filet.

U kunt met de functie Hetelucht plus  met lagere temperaturen bereiden dan bij de functie Boven-Onderwarmte , omdat de warmte direct in de oven- ruimte wordt verdeeld.

 Plaats het gerecht op niveau 1 of 2.

Kies de functie Onderwarmte  tegen het einde van de bereidingstijd als het product aan de onderkant bruiner moet worden.

Boven-Onderwarmte  gebruiken Gebruik deze functie voor het bereiden van traditionele recepten. Kies voor het bereiden van recepten uit oudere kook- boeken een temperatuur die 10 °C lager is dan in het recept staat aangegeven.

De bereidingstijd verandert niet.

 Plaats het gerecht op niveau 1.

Eco-hetelucht  gebruiken Gebruik deze functie om kleine (vlees)gerechten energiebesparend te braden.

 Plaats het gerecht op niveau 1.

(46)

Grillen

Gevaar voor letsel door heet op- pervlak.

Als u de deur niet sluit, wordt de uit- stromende hete lucht niet meer auto- matisch langs de koelventilator ge- leid en dus niet afgekoeld. De bedie- ningselementen worden heet.

Sluit de deur bij het grillen.

Tips voor het grillen

– Voorverwarmen is bij grillen vereist.

Verwarm het bovenwarmte-/grillele- ment ca. 5 minuten voor. Houd de ovendeur gesloten.

– Spoel het vlees snel onder koud, stromend water af. Dep het goed droog. Zout het vlees niet vóór het grillen, omdat het anders te veel vocht verliest.

– Mager vlees kunt u met olie be- strijken. Gebruik geen andere

vetsoorten. Deze worden snel te don- ker of leiden tot rookontwikkeling.

– Maak platte vissen en stukken vis zo- als gewoonlijk schoon en bestrooi deze met zout. U kunt de vis ook met citroensap besprenkelen.

– Gebruik de universele bakplaat met daarop het rooster of de grill- en braadplaat (indien aanwezig). De grill- en braadplaat voorkomt dat het vocht dat uit het vlees loopt verbrandt, zodat het nog kan worden gebruikt.

– Bestrijk voor het grillen het rooster met olie. Leg vervolgens het gerecht erop.

Opmerkingen bij de berei- dingstabellen

De bereidingstabellen vindt u aan het einde van dit document.

 Neem de aangegeven temperaturen, niveaus en tijden in acht. Daarbij is rekening gehouden met verschillende vleessoorten en gewoonten.

 Controleer het gerecht na afloop van de kortste tijd.

Temperatuur  kiezen

 Houd in principe de laagste tempera-

(47)

Grillen

Niveau kiezen

 Houd bij het niveau rekening met de dikte van het gerecht.

 Plaats platte gerechten op ni- veau 2 of 3.

 Plaats gerechten met een grotere dia- meter op niveau 1 of 2.

Bereidingstijd  kiezen

 Grill platte stukken vlees of vis ca.

6–8 minuten aan elke kant.

Zorg ervoor dat de stukken ongeveer even dik zijn, zodat de bereidings- tijden niet te veel verschillen.

 Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het product gaar is.

 Test of het vlees gaar is door er met een lepel op te drukken. Zo kunt u nagaan of het vlees voldoende gaar is.

– rood

Als het vlees nog elastisch is, is het binnenin nog rood.

– medium

Als het vlees een beetje meegeeft, is het binnenin roze.

– doorbakken

Als het vlees nauwelijks nog mee- geeft, is het doorbakken.

Tip: Als een groot stuk vlees aan de buitenkant al behoorlijk bruin wordt, ter- wijl het binnenin nog niet gaar is, kunt u het vlees op een lager niveau in de oven plaatsen of op een lagere temperatuur verder grillen. Zo wordt de bovenkant niet te donker.

Informatie over de functies

Een overzicht van de functies met de bijbehorende voorgeprogrammeerde waarden vindt u in het gelijknamige hoofdstuk.

Grill groot  gebruiken

Gebruik deze functie voor het grillen van grote hoeveelheden dun vlees en voor bruineren (grote vormen).

Het gehele verwarmingselement voor de bovenwarmte en grill wordt rood- gloeiend en levert de warmtestraling die voor het grillen nodig is.

Circulatiegrill  gebruiken

Deze functie is geschikt voor het grillen van gerechten met een grotere diame- ter, bijv. kip.

Voor platte gerechten wordt meestal een temperatuur van 220 °C aangera- den, voor gerechten met een grotere di- ameter 180-200 °C.

(48)

Overige toepassingen

In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende toepassingen:

– Ontdooien – Lage temperatuur – Inmaken

– Diepvriesproducten/kant-en-klaarge- rechten

– Servies verwarmen

Ontdooien

Voedingsstoffen zoals vitaminen en mi- neralen blijven grotendeels behouden als diepvriesproducten voorzichtig wor- den ontdooid.

 Kies de functie Hetelucht plus  en een temperatuur van 30–50 °C.

De ventilator laat de lucht in de oven- ruimte circuleren. De diepvriespro- ducten worden zo behoedzaam ont- dooid.

Besmettingsgevaar door kiem- vorming.

Kiemen zoals salmonella kunnen lei- den tot ernstige voedselvergiftiging.

Let bij het ontdooien van vis en vlees (met name gevogelte) extra op de hy- giëne.

Gebruik het ontdooivocht niet.

Verwerk de levensmiddelen direct na het ontdooien.

Tips

– Haal het diepvriesproduct uit de ver- pakking en leg het op de universele bakplaat of in een schaal.

– Gebruik voor het ontdooien van ge- vogelte de universele bakplaat met het rooster erop. Zo komt het gevo- gelte niet in het vocht te liggen.

– Vis, vlees en gevogelte hoeven niet volledig ontdooid te zijn voor de ver- dere bereiding. Het is voldoende als de buitenlaag iets ontdooid is. Het gerecht is dan zacht genoeg om krui- den op te nemen.

(49)

Overige toepassingen

Lage temperatuur

Koken op lage temperatuur is ideaal voor stukken rund, varken, kalf en lam die zeer behoedzaam moeten worden bereid.

Braad het vlees eerst in korte tijd op ho- ge temperatuur rondom en gelijkmatig aan (op de kookplaat).

In de voorverwarmde oven wordt het vlees vervolgens op een lage tempera- tuur en met een lange bereidingstijd rustig bereid.

Hierbij ontspant zich het vlees. Het sap begint te circuleren en wordt gelijkmatig verdeeld tot in de buitenste lagen.

Het resultaat is een heel mals en sappig stuk vlees.

 Gebruik alleen goed bestorven, ma- ger vlees zonder pezen en vetrandjes.

Verwijder vooraf eventuele botten.

 Gebruik voor het aanbraden zeer hit- tebestendig vet, bijvoorbeeld gesmol- ten boter of spijsolie.

 Dek het vlees tijdens de bereiding niet af.

De bereidingstijd bedraagt circa 2–4 uur en is afhankelijk van het ge- wicht en de grootte van het vlees, als- ook van de gewenste gaarheid.

 U kunt meteen na de bereiding het vlees aansnijden. U hoeft voor het vlees geen rusttijd aan te houden.

 U kunt het vlees zonder moeite warmhouden totdat het wordt opge- diend. Het resultaat wordt hierdoor niet beïnvloed.

 Dien het vlees op voorverwarmde borden op en serveer het met zeer hete saus, zodat het vlees niet zo snel afkoelt. Het vlees heeft de opti- male temperatuur.

Boven-Onderwarmte  gebruiken Gebruik daarvoor de kooktabellen aan het eind van dit document.

Gebruik de universele bakplaat met daarop liggend rooster.

Gebruik bij het voorverwarmen de functie Booster  niet.

 Schuif de universele bakplaat met het rooster op niveau 1 in de oven.

 Kies de functie Boven-Onderwarm- te  en een temperatuur van 120 °C.

 Verwarm de ovenruimte, de universe- le bakplaat en het rooster ca. 15 mi- nuten voor.

 Terwijl de oven voorverwarmt, braadt u het vlees op een hoge stand op de kookplaat aan alle kanten aan.

Gevaar voor verbranding door hete oppervlakken.

De oven wordt bij gebruik heet. U kunt zich branden aan de verwar- mingselementen, de ovenwanden en de accessoires.

Draag altijd ovenwanten als u ge- rechten in de oven zet of eruit haalt, of als u in de oven bezig bent.

 Leg het aangebraden vlees op het rooster.

 Verlaag de temperatuur tot 100 °C (zie hoofdstuk “Bereidingstabellen”).

 Laat het vlees gaar worden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gebruik bij ovenfuncties zonder microgolf alleen hittebestendig kunststof servies dat geschikt is voor gebruik in de oven.. Neem de aanwijzingen van de serviesfabrikant

De gasslang en het aansluitsnoer mogen niet in aanraking komen met onderdelen van het apparaat die bij gebruik heet worden, omdat ze door die hitte beschadigd kunnen raken.

Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt ver- oorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Als de stekker van

– Als de dampkap en een verwar- mingstoestel dat lucht uit hetzelfde vertrek nodig heeft gelijktijdig wor- den gebruikt, kan - om voldoende toevoer van verse lucht te waar- borgen -

Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt ver- oorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Als de stekker van

U kunt de kookwekker ook gebruiken als u al tijden voor het automatisch in- of uitschakelen van de oven hebt inge- steld (bijvoorbeeld om u eraan te herin- neren dat u na een

 Personen die omwille van hun fysieke, zintuiglijke of mentale ge- steldheid, onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de oven veilig te bedienen, mogen deze

Tip: Als een groot stuk vlees vanbuiten al behoorlijk bruin wordt, terwijl het van- binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees op een lager niveau in de oven plaatsen of op een