Vonnisnummer 2015/
2933
Repertoriumnummer 2015/
Datum van urtspraak
26.11.2015
Rolnummer
13/1567/A
Uitgifte
Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan
op op OP
€ € €
Nietaan te biedenaan de ontvanger
Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG,
afdeling Tongeren, sectie burgerlijk
Tussenvonnis 5e kamer
Aangeboden op
Niette registreren
KOPie TER KEMMiS GEDRACHT IN U; I VOLRING VAN ART,/0 c^g.W.
VRIJGESTELD VAN GRFF.'ERFOHT
Rechtfaank van eerste aanleg Limburg, afdelingTongeren-13/1557/A-p. 2
INZAKE
DE STEDEBOUWKUND1G INSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST. met diensten gevestigd te 1210 Brussel, Koning Albert ll-laan 19 bus 22;
- aanlegster-
Ter zitting vertegenwoordigd door mr. Andy BEELEN loco mr. Christian LEMACHE, advocaat te 3800 Sint-Truiden, Tongersesteenweg 60.
TEGEN
Lj x i, geboren te en wonende te
2._____, , geboren te1 en wonende te •
3i_________ , geboren tel op 08.11.1959 en wonende te
4. i KBO nr. ■ , met zetel te
KBO nr. met zetel te
, geboren te en wonendete
- verweerders sub 1 t/m 6 -
Ter zitting vertegenwoordigd door mr. Katja ONCLIN, advocaat te 3630 Maasmechelen, Dr. Haubenlaan 4/7.
7. GEMEENTE , vertegenwoordigd door haar college van Burgemeester en
Schepenen, met burelen te ;
- 7e verweerster in gemeenverklaring -
Ter zitting niet verschenen noch vertegenwoordigd.
***
Rechtbankvan eerste aanleg Umbsjrg, afdelingTongeren-13/1567/A-p. 3
1. Procedure
De rechtbank werd gevat door een dagvaarding, betekend op 16 augustus 2013.
Eiser en verweerders hebben conclusies en een bundei met overtuigingstukken neergelegd.
De zaak werd behartdeld op de zitting van 29 oktober 2015 waarop Nederlands werd gesproken.
2. Beoordeling
2
.1
.De vordering strekte ertoe:
- vast te stellen dat verweerders, zonder in het bezit te zijn van een voorafgaande en uitdrukkelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen, op een grond
gelegen te I , gekadastreerd
materialen hebben gestapeld en een verharding hebben aangelegd.
- Gedaagden te zien en te horen veroordelen. tot herstel, binnen de 12 maanden na betekening van de uitspraak, van de plaats in de oorspronkelijke staat, hetzij het verwijderen van alle gestapelde afbraakmaterialen op het terrein, het verwijderen van de kiezelverharding en de betonnen vloerplaat van +- 25m x 10m, inclusief eventuele fundamenten en het opvullen van de bouwput met zuivere teelaarde.
- Gedaagden een dwangsom op te leggen van 125 euro per dag, bij niet-uitvoering van het vonnis binnen de gestelde termijn.
- Te zeggen voor recht dat de termijn voor herstel niet dient te worden beschouwd als een termijn voor verbeurdverklaring van de dwangsom.
- Gedaagden geen bijkomende termijn in de zin van art. 1385bis, 4° lid Ger.W. toe te staan en deze termijn uitdrukkelijk uitte sluiten.
- Gedaagden tevens te veroordelen tot betaling van alle gerechtskosten, inbegrepen de dagvaardingskosten, kosten van overschrijving van dagvaarding ten kantore van de hypotheekbewaarder, expeditiekosten, kosten van overschrijving van het vonnis ten kantore van de hypotheekbewaarder, betekeningskosten en eventuele invorderingskosten.
- het vonnis gemeen te verklaren aan gedaagde in gemeenverklaring, de gemeente
Verweerders betwisten de vordering.
Verweerster in gemeenverklaring is niet verschenen noch iemand voor haar.
Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdelingTongeren - 13/1567/A - p. 4
2.2.
De feitelijke gegevens die relevant zijn voor de beoordeling van het geschil en zoals deze blijken uit de samenlezing van alle neergelegde stukken, kunnen als voIgt samengevat worden:
Op 2 augustus 2010 werd door de inspectie RWO een proces-verbaal opgesteld met nummer TG.66B.RW.200.082/2010:
"percelen
- Aanleg verharding
Deze percelen hoorden vroeger bij de voorliggende pastorie en werden volgens de verklaring van : door zijn zoon aangekocht.
We vinden op deze percelen een betonnen plaat van ca. 25,0m x 10,0m. Er ligt eveneens kiezelverharding.
- Stapelen materialen
Het terrein is in gebruik voor het stallen van bedrijfsvoertuigen (vrachtwagen, aanhangwagen, camionette) en het stapelen van bouwmaterialen in functie van de bedrijvigheid van de vennootschap. Her en der ligt gebroken glas en er zijn twee witte containers geplaatst voor het sorteren van afbraakmaterialen"
De percelen zijn volgens het gewestplan gelegen in een woongebied met landelijk karakter.
Bij beslissing van 21 oktober 2011 verleende de Hoge raad voor het Handhavingsbeleid een positief advies over de voorgelegde herstelvordering voor wat betreft voornoemde percelen.
De Hoge Raad stelde vast dat de geviseerde handelingen niet werden verricht in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de voor het gebied toegelaten bestemmingen.
Overeenkomstig art. 6.1.41 § 1, eerste lid VCRO is de te vorderen herstelmaatregel de betaling van een meerwaarde tenzij het handhavende bestuur aantoont of uit de elementen van het dossier blijkt dat de plaatselijke ruimtelijke ordening hierdoor op kennelijk onevenredige wijze zou worden geschaad.
De Hoge Raad- preciseerde hierbij: “Onder het woord 'kennelijld op onevenredige wijze schaden van de plaatselijke ordening dient te worden verstaan dat de schade aan de plaatselijke ordening dermate onevenredig is dat de kwalificatie ervan als 'kennelijk' onevenredige schade voor de hand ligt, dwz dat ieder met de betrokken reglementering vertrouwde persoon na een eerste aanblik van de bestaande toestand ingevolge de geviseerde inbreuken tot de conclusie komt dat er onevenredige schade aan de plaatselijke ordening werd berokkend (cf. RVS. 1 december 1998, nr. 77.276 Catteeuw)."
De Hoge Raad overwoog verder (5.1.2.5.1):
"Uit de bij het proces-verbaal van 2 augustus 2010 gevoegde fotoreportage blijkt dat de wederrechtelijke toestand op de kwestieuze percelen een slordige indruk geven e in visueel opzicht manifest storend zijn in de onmiddellijke omgeving (...) Uit de bij het dossier
Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren - 13/1567/A
- ,oT
gevoegde luchtfoto's en de bij het proces-verbaal van 2 augustus 2010 gevoegde fotoreportage blijkt dat er op de kwestieuze percelen sprake is van een overdreven, onoordeelkundige en stedenbouwkundige storende en onaanvaardbare perceelsbezetting
U"
En (5.2.3.2):
"Dit geldt des te meer, nu uit de objectief verifieerbare gegevens, stukken en inlichtingen blijkt dat het in casu gaat om een wederrechtelijke toestand met voortschrijdend karakter, zoals in het Handhavingsplan Ruimtelijke Ordening bedoeld. Uit het door het secretariaat van de Hoge Raad genomen luchtfoto's van 2003, 2005 en 2007 (zie bijlage) blijkt dat de kwestieuze percelen alsmaar meer worden aangetasf.
2.3.
Verweerders doen, onder meer, gelden dat met betrekking tot het perceel het de gemeente I i is die op haar eigen perceel kiezelverhardirg heeft aangebracht en dus niet door hen.
Met betrekking tot perceel stellen zij dat de vordering tot verwijderen van de opgestapelde afbraakmaterialen zonder voorwerp is nu alles zou zijn opgeruimd. Wat betreft de betonplaat zijn zij van oordeel dat de betaiing van een meerwaarde de passende herstelmaatregel uitmaakt nu de plaatselijke ordening hierdoor niet op onevenredige wijze is geschaad en zij een meerwaarde oplevert voor het bedrijf ("ze zorgt ervoor dat de vrachtwagens niet wegzakken in zachte aarde en ook dat er eventueel benzine en oiieresten niet in de grond kunnen dringen”).
Verweerders suggereren een plaatsbezoek en eiseres heeft geen bezwaar hiertegen.
Mede gelet op het tijdsverloop tussen de vaststellingen op basis waarvan de Hoge Raad tot haar advies is gekomen en de huidige behandelingsdatum, acht de rechtbank zich in het huidig stadium onvoldoende gelnformeerd en komt een plaatsbezoek aangewezen voor teneinde kenniste nemen van de (actueie) feitelijke toestand.
Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken.
OM DEZE REDENEN
Uitspraak doende op tegenspraak.
Verklaart de eis ontvankelijk.
Beveeit een plaatsopneming op DONDERDAG 18 februari TWEEDUIZEND EN VIJFTIEN om
14ul5 te I , gekadastreerd
waarbij partijen zich kunnen laten vertegenwoordigen door hun raadslieden.
Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren - 13/1567/A - p. 6
Zegt tevens dat de eisende partij, uiterlijk acht dagen voor de plaatsopneming, de hieraan verbonden kosten ten bedrage van 65,44 euro zal consigneren ter griffie van deze rechtbank, hetzij bij contante betaling ter griffie, hetzij door storting op rekeningnummer BE62 679 2008 640 61, hetzij door tijdige afgifte van een griffiebon.
Zegt tevens dat bij gebreke aan naleving van bovenvermelde bepaling, de plaatsopneming niet zai doorgaan en de zaak zal worden uitgesteld.
Houdt de uitspraak over ai het overige, incluis de kosten, aan.
Aldus gevonnist en uitgesproken in het gerechtsgebouw te Tongeren op donderdag ZESENTWINTIG NOVEMBER TWEEDUIZEND VIJFTIEN.
Aanwezig:
Niels BOILEN, rechter, alleenzetelend rechter, voorzitter van de vijfde kamer en Ingrid CHARLIER, griffier.