• No results found

Ontsluiting van geo-informatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontsluiting van geo-informatie"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Overlegorgaan voor vastgoedinformatie

Ontsluiting van geo-informatie

Beschrijving van de functionaliteit van een

geografische user-interface ter ontsluiting van geo~informatie met behulp van gebiedsafbakening

(2)
(3)

Ontsluiting van geo-informatie

Beschrijving van de functionaliteit van een

geografische user-interface ter ontsluiting van geo-inforraatie met behulp van gebiedsafbakening

(4)

Ontsluiting van geo-informs tie.

Beschrijving van de functionaliteit van een geografische user-interface ter ontsluiting v a n geo-informal ie. met behulp van gebiedsafbakening

Rapport nr 95-10 ISBN 90 72069 43 9

£ 1995 Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie Postbus 508

3800 AM Amersfoort tel. 033 4604100 fax 033 4656457 E-mail ravi{ffi;euronet.nl

Internet Ravi home page: http://www.euronet.nl/users/ravi

(5)

Inhoud

D E E L I P r o j e c t r a p p o r t a g e

1 I n l e i d i n g 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Doelstelling en beschouwingsgebied 7

1.3 Opbouw van de rapportage / leeswijzer 7

2 Aanpak en verantwoording 9

2.1 Algemeen 9 2.2 Functionele beschrijving gebaseerd op ervaringen 9

2.3 Marktonderzoek / deelnemers 9 2.4 Versnelde terugkoppeling aan het KLIC-project io

3 Resultaten van het onderzoek 11 3.1 Schets geografische user-interface 11 3.2 Gebruiksbepalende ontwikkelingen l ]

3.2.1 Concentratieslag/regionalisering 12

3.2.2 Wettelijke kaders 12 3.2.3 Beschikbaarheid van digitale geo-informatie 12

3.2.4 Beschikbaarstelling van geo-informatie 13 3.2.5 Informatie-technologie *~* uitwisseling van geo-informatie 13

3.3 Bevindingen van de enquête 13 3.3.1 Score van de enquête 13 3.3.2 Reacties m.b.t. de toegezonden functionele beschrijving 13

3.3.3 Schets van potentiële toepassingsgebieden 14

4 Conclusies 17 5 Actiepunten 19

B I J L A G E N

1 Samenstelling Projectbegeleidingsgroep Leidingen 22

2 Samenstelling Werkgroep 23

3 Ravi-publikaties 24

D E E L I I F u n c t i o n e l e b e s c h r i j v i n g g e o g r a f i s c h e u s e r - i n t e r fa ce

(6)
(7)

Deel I

Projectrapportage

(8)
(9)

Inleiding

Aanleiding

De aanleiding van dit project hangt samen met een aantal ontwikkelingen op het gebied van de geo-in formatie. Zo heeft één van die ontwikkelingen betrekking op het in toenemende mate beschikbaar komen van digitale geo-informatie; deze ontwikkeling zal een positief effect hebben op de behoefte om geo-informatie van anderen te gaan gebruiken. Het op een eenduidige wijze ontsluiten van geo- informatie, zowel binnen organisaties als tussen verschillende organisaties, wordt daardoor een vraagstuk dat de komende jaren steeds belangrijker zal worden.

De Stichting Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie (Ravi) w i l een actieve rol vervullen in het optimaliseren en bevorderen van het uitwisselingsverkeer met betrekking tot geo-informatie. Hiertoe zijn en worden gestandaardiseerde afspraken gemaakt over de inhoud, vorm en structuur van de uit te wisselen gegevens. Dit heeft geleid tot een algemene classificatie en definitie van ruimtelijke objecten

(NEN 3610) en een gestandaardiseerd uitwisselingsformaat (NEN 1878). Deze afspraken vormen een belangrijke voorwaarde voor een optimale gegevens- uitwisseling. Naast gegevens speelt echter ook de toepassing een grote rol in het bevorderen en optimaliseren van de gegevensuitwisseling.

Doelstelling en beschouwingsgebied

Het project heeft als doelstelling om de functionele contouren te schetsten van een toepassing, de zogenaamde geografische user-interface, waarmee het mogelijk is om geo-informatie door middel van gebiedsafbakeningen op te zoeken en op te vragen. Tevens zal dit project een inzicht gegeven in de marktbehoefte.

De toepassing wordt zodanig afgebakend, dat het als een zelfstandige toepassing ontwikkeld en verkocht kan worden. Hij moet geschikt zijn om zowel binnen organisaties als tussen organisaties de vereiste geo-informatie gestandaardiseerd en computer-ondersteund op te zoeken en op te vragen.

De organisatorische randvoorwaarden die in grote mate bepalend zijn voor een succesvolle invoering en gebruik van dit soort toepassingen vallen buiten de context van het onderzoek. Bij een verdere uitwerking zullen de organisatorische aspecten zeker moeten worden betrokken.

O p b o u w van de rappoitage / leeswijzer Globaal bestaat deze rapportage uit twee delen.

Deel I is een projectrapportage en zal een antwoord geven op de volgende vragen:

wat houdt een geografische user-interface in en wat kun je ermee doen? hoe zijn in dit project de resultaten tot stand gekomen? wat zijn de bevindingen van gebruikers ten opzichte van de interface? De antwoorden op deze vragen zijn te vinden in de hoofdstukken 2 en 3. De hoofdstukken 4 en 5 bevatten de conclusies en

actiepunten.

Deel I I is een technische rapportage en geeft een complete beschrijving van de beoogde toepassing.

(10)
(11)

2 Aanpak en verantwoording

2.1 Algemeen

Dit project is in de loop van 1995 binnen de Ravi uitgevoerd onder verantwoor- delijkheid van de PBG Leidingen, met ir M.JJ. Bielders van de REMU als voorzitter.

Een werkgroep onder de PBG Leidingen heeft dit project inhoudelijk begeleid.

De leden van de PBG Standaardisatie, onder voorzitterschap van prof. dr ir M.J.M.

Bogaerts, zijn schriftelijk benaderd in dit project.

2.2 Functionele b e s c h r i j v i n g gebaseerd op ervaringen

Eén van de eerste stappen in dit project is geweest om de functionele contouren te schetsen van een geografische user-interface. Als vertrekpunt hiervoor hebben de resultaten gediend van zowel het EDIGITIES-project als de ontwikkelingen bij KLIC- Nederland; beide projecten hebben model gestaan voor de functionele beschrijving van de geografische user-interface in dit project.

In het EDICITIES-project zijn gestandaardiseerde EDI-berichten ontwikkeld die de uitvoer vormen van een geautomatiseerde bevraging van een database met geo- informatie. Met behulp van een geografische user-in ter face die zowel bij de aanvrager als de verstrekker van geo-informatie beschikbaar is, is het mogelijk om geautomatiseerd gegevens te selecteren uit externe databases. In maart 199S is deze toepassing gedemonsteerd aan belangstellenden. Hierbij is in een praktijkomgeving tussen GW/Rotterdam en het Energiebedrijf Zuid-Holland op afstand geo-

informatie volgens de beschreven systematiek opgevraagd en toegeleverd.

De geografische user-interiace die in het EDICITIES-project is ontwikkeld, is in de loop van 1995 geschikt gemaakt om binnen de Gemeente Rotterdam, waar sprake is van verschillende systeemomgevingen, via een eenduidige computeronder-steunde procedure verschillende soorten basisvastgoedgegevens te begrenzen en op te vragen.

Ook binnen KLIG-Nederland is een ontwikkeling gaande om het vraag/antwoord- spel tussen 'graver' en KLIC-medewerker door middel van een vernieuwde benadering computerondersteund te laten plaatsvinden. In het KLIC-project is de benodigde functionaliteit van een geografische user-interface gedefinieerd; de kern van deze toepassing bestaat uit een mogelijkheid om op basis van een thematische ingang (bijvoorbeeld straatnaam) een gebied af te bakenen en ter controle af te beelden op het scherm; zodra het juiste gebied geselecteerd is worden aan de Nutsbedrijven die in dat gebied met kabels en leidingen liggen berichten verzonden met het verzoek om aan een bepaalde 'graver' de benodigde informatie toe te sturen. Het KLIC is in wezen op te vatten als een toegepast Clearinghouse (gele gidsfunctie) om de kabel- en leidingbeheerders te vinden in een nader af te bakenen gebied.

2.3 Marktonderzoek / deelnemers

De functionele contouren van de geografische user-interface zoals die geschetst zijn in het begin van het onderzoek, zijn door middel van een marktonderzoek getoetst in de markt. Het marktonderzoek is uitgevoerd door middel van een schriftelijke

(12)

enquête; hierbij heeft géén rappel plaatsgevonden.

Aan het marktonderzoek hebben de leden van de Ravi deelgenomen. Naast de leden van de PBG Leidingen en de PBG Standaardisatie zijn ook de overige Ravi leden betrokken. Het gaat hierbij zowel om de leden die direct gelieerd zijn, als de organisaties die vertegenwoordigd worden via de gelieerde koepelorganisaties. De volgende organisaties zijn benaderd:

- (Semi-)rijksoverheid zoals: Kadaster, TDN, VROM/RPD, LNV, NS - Nutsbedrijven

- Provincies - Gemeenten - Waterschappen.

In totaal zijn circa 220 organisaties betrokken in het marktonderzoek.

Door middel van een vragenlijst zijn globaal drie soorten vragen gesteld, te weten:

- algemene vragen, gericht op registratie van geënquêteerden en het verkrijgen van een beeld van ervaring in het gebruik van GIS/CAD-systemen.

- vragen met betrekking tot de toetsing van de functionaliteit van de geografische user-interface.

- vragen die betrekking hadden op het achterhalen van de behoefte aan dit soort toepassingen, alsmede een termijn waarop men dit soort toepassingen denkt te gaan gebruiken.

2.4 Versnelde terugkoppeling aan het K L I C - p r o j e c t

Gezien het ontwikkelingsstadium van het KLIC-project zijn de resultaten van het Ravi-marktonderzoek, met name voor de branche nutsbedrijven, in juli 1995 versneld teruggekoppeld aan KLIC-Nederland. Kort daarna is de feitelijke realisatie gestart van de toepassing voor KLIC.

(13)

Resultaten van het onderzoek

Schets geografische u s e r - i n t e r f a c e

In deze paragraaf wordt een antwoord gegeven op de vraag wat een geografische user-interface is en wat hij doet.

Een geografische user-interface, zoals gedefinieerd in dit onderzoek, is een toe- passing om geo-informatie op te zoeken en op te vragen. Hierbij wordt uitgegaan van de stelling dat de gebruikers geo-informatie ontsluiten door middel van gebiedsafbakeningen. Hierin zijn globaal twee gebruiksvormen te onderscheiden.

De eerste gebruiksvorm komt voor als in het algemeen vooraf niet bekend is naar welke informatie men zoekt. In dit geval zal in toenemende mate gebruik worden gemaakt van een zogenaamd meta-informatiesysteem (een soort gele gids voor geo- informatie); de geografische user-interface is dan een onderdeel van het meta- informatiesysteem. Bij de tweede gebruiksvorm is in het algemeen vooraf reeds bekend welke informatie men zoekt; de lokatie moet echter nog worden afgebakend; in dit geval kan de geografische user-interface als zelfstandige toepassing voorkomen.

De kern van de toepassing ligt dus op het mechanisme om op basis van gerichte vragen een geografisch gebied af te bakenen. Globaal zijn er twee manieren om een gebied te begrenzen.

Op de eerste plaats kan dit gebeuren op basis van thematische cq administratieve vragen, zoals bijvoorbeeld een kadastrale aanduiding, een straatnaam of een postcode gebied. O m de kwaliteit van de gebiedsselectie te verhogen wordt het resultaat van deze vraag, in de vorm van een afgebakend gebied, afgebeeld op het beeldscherm. Er kan nu een directe grafische/visuele toets plaatsvinden of het gezochte gebied ook overeenkomt met de oorspronkelijke vraag.

Een tweede manier om een gebied te begrenzen waarin men geïnteresseerd is, is door hierbij digitale grafische beelden (zoals bijvoorbeeld een 1:50.000 TDN- raster- of vector-kaart) te gebruiken, en hierbij van grof naar fijn steeds gedetail- leerder in te zoomen totdat het juiste gebied is gevonden.

Uiteindelijk wordt het afgebakende gebied gebruikt om de gegevens die daarmee samenhangen te selecteren; dit kan enerzijds leiden tot een directe selectie van de feitelijke gegevens; anderzijds kan dit leiden tot een geformuleerde vraag naar bepaalde gegevens (bijvoorbeeld de vraag van het KLIC aan een Nutsbedrijf om in een bepaald gebied de kabel/leidinginformatie te verstrekken aan een 'graver').

Gebruiksbepalende o n t w i k k e l i n g e n

In deze paragraaf worden ontwikkelingen geschetst die van invloed zijn op het gebruik van een geografische user-interface. Aan de hand hiervan heeft een inschatting plaatsgevonden van het potentieel gebruik van een geografische user- interface. De geschetste ontwikkelingen zijn deels via de enquête en deels via beschikbare marktkennis ingebracht in de beschrijving.

(14)

1.2.1 C o n c e n t r a t i e s l a g / r e g i o n a l i s e r i n g

In de afgelopen jaren is binnen Nederland een proces gaande geweest van

concentratie c.q. regionalisering bij zowel de Nutsbedrijven, de Gemeenten als de Waterschappen. Dit proces heeft ertoe geleid dat er grote organisaties zijn ontstaan, en nog steeds ontstaan. De ontsluiting en beschikbaarstelling van geo-informatie is binnen deze organisaties een apart vraagstuk geworden. De complexiteit van dit vraagstuk wordt vergroot naarmate er meer verschillende systeemomgevingen, in casu CAD/GIS-toepassingen, naast elkaar bestaan, hetgeen zeker na samenvoeging van meerdere organisaties voorkomt.

Een geografische user-interface kan goede diensten bewijzen om op een uniforme en eenduidig manier in de interne organisatie (tussen centrale- en decentrale eenheden) geo-informatie te ontsluiten, ook als er binnen één organisatie sprake is van verschillende systeemomgevingen.

3.2.2 W e t t e l i j k e k a d e r s

Een ontwikkeling die mede bepalend is voor een toename van uit te wisselen geo- informatie tussen verschillende organisaties, heeft betrekking op (vernieuwing in) wetgeving. Hierbij worden ondermeer genoemd de Waterschapswet, de wet Waardering Onroerende Zaken en de wet op de Waterkeringen. In de eerste twee wetten ligt de nadruk op het uitwisselen van de waardegegevens van onroerende zaken tussen Gemeenten, Waterschappen en Rijk. Bij de wet op de Waterkeringen heeft het Waterschap de taak om een leggeradministratie te voeren waarbij de beschikbaarheid van geo-informatie van groot belang is.

In dit kader wordt met name gewezen op de praktijkproef die afgelopen jaar in Ravi-verband is uitgevoerd in de regio Rotterdam; daarbij heeft uitwisseling

plaatsgevonden van gestandaardiseerde kabel/leidinginformatie tussen enerzijds het Waterschap ljsselmonde en anderzijds beheerders van kabel- en leidinginformatie

(GW/Rotterdam alsmede EZH). Een belangrijke reden o m als Waterschap te partici- peren, hield verband met de geschetste wettelijke verplichting.

Ook voor deze toepassingen kan door het gebruik van een geografische user- interface de uitwisseling van geo-informatie worden geoptimaliseerd.

3.2.3 B e s c h i k b a a r h e i d v a n d i g i t a l e g e o - i n f o r m a t i e

Bij veel (semi-)overheidsorganisaties is de conversie van geo-informatie van analoge naar digitale vorm een zeer belangrijk aandachtsgebied zowel wat betreft de

benodigde investeringen als de uiteindelijke impact van digitale geo-informatie op de organisatie. larenlang is, en wordt nog steeds, gewerkt aan het digitaal beschik- baar krijgen van geo-informatie; voorbeelden zijn ondermeer de digitale grootscha- lige topografie (zoals de diverse GBK's), de digitale kadastrale informatie, digitale kabel- en leidinggevens en digitale kleinschalige produkten (waaronder het kernbestand).

Momenteel is veel geo-informatie reeds digitaal beschikbaar en naar verwachting zijn rond het jaar 2000 de meeste conversies beëindigd.

Aangezien digitale geo-informatie duur is, zal in toenemende mate gebruik worden gemaakt van digitale geo-informatie van derden (overigens is hierbij mede

bepalend het beleid ten aanzien van kostenverrekening). Als gevolg hiervan zal het meervoudig gebruik van geo-informatie naar verwachting toenemen.

(15)

De volledige beschikbaarheid van digitale geo-informatie is voor het gebruik van een geografische user-interface wel belangrijk maar niet noodzakelijk. Dit betekent dat, met name in de overgangssituatie naar een volledig digitale omgeving, reeds delen van de geografische user-in ter face kunnen worden gebruikt zonder dat alle geo-informatie digitaal beschikbaar moet zijn. Als voorbeeld geldt de volgende situatie: een Nutsbedrijf heeft haar eigen kabel- en leiding gegevens nog niet digitaal, maar kan wel op basis van een digitale ondergrond (bijv in raster) een gebied selecteren waar andere kabel/leidingbeheerders actief zijn; tevens kan daaraan gekoppeld zijn een gestandaardiseerde vraag om geo-informatie.

3.2.4 B e s c h i k b a a r s t e l l i n g v a n g e o - i n f o r m a t i e

Een andere ontwikkeling die samenhangt met de beschikbaarheid van digitale geo- informatie, betreft de ontwikkeling dat (grote) producenten digitale gegevens op een klantvriendelijke manier beschikbaar willen stellen aan afnemers. Hiermee wordt de problematiek aangeboord van de data warehouses en de gegevens- distrïbutie.

Ook hier kan de toepassing van de geografische user-interface worden ingezet om op een uniforme/landsdekkende wijze gegevens op te vragen in het 'datawarehouse' en vervolgens geleverd te krijgen.

3.2.5 I n f o r m a t i e - t e c h n o l o g i e 4 * u i t w i s s e l i n g v a n g e o - i n f o r m a t i e

De ontwikkeling van de informatie-technologie heeft een belangrijke invloed op de vorm van de uitwisseling. Hierbij gaat het met name om de steeds krachtiger wordende hardware alsmede de ontwikkeling van de communicatie-faciliteiten en netwerktechnologie. Hierdoor ontstaan mogelijkheden om met name de procedures rond de standaardvragen in het uitwisselingsverkeer geautomatiseerd te

ondersteunen.

De toepassing van een geografische user-interface leent zich, met name door de brede inzetbaarheid, tot ontwikkeling van standaard-voorzieningen (pakketten).

3.3 Bevindingen van de e n q u ê t e

3.3.1 S c o r e r a n d e e n q n ê t e

Van het totaal aantal geënquêteerde organisaties heeft circa 25% gereageerd door de enquête ingevuld te retourneren. Dit is voor een schriftelijke enquête een goede score. De teruggekoppelde reacties zijn redelijk evenwichtig verdeeld over de deelgenomen groeperingen.

Van de teruggekoppelde reacties heeft circa 35% van de organisaties meer dan vijf jaar ervaring met GIS/CAD-systemen (circa 7% heeft nog geen enkele ervaring).

Ruim 40% van de ondervraagden geeft aan dat ze naar verwachting binnen vijfjaar gebruik zullen gaan maken van een geografische user-interface zoals beschreven in dit onderzoek. Hierbij geeft 10% van de ondervraagden aan, zonder er expliciet naar te vragen, dat men gebruik w i l maken van op de markt aangeboden standaard- software.

3.3.2 R e a c t i e s m e t b e t r e k k i n g t o t d e t o e g e z o n d e n f u n c t i o n e l e b e s c h r i j v i n g

In het algemeen is de geschetste toepassing positief ontvangen door de onder- vraagden; men ziet een duidelijke meerwaarde en stimulans uitgaan van een derge- lijke toepassing in het uitwisselingsverkeer. Hierbij wordt het geschetste principe door veel ondervraagden onderschreven.

(16)

Aangezien de functionaliteit van de geografische user-interface op hoofdlij- nen/compact is beschreven, bestaat er behoefte aan concrete voorbeelden. De suggestie is gedaan omdoor middel van een beperkt aantal praktijkproeven heel gericht aan te geven op welke wijze een dergelijke user-interface kan worden gebruikt. Het inzetten van een werkend prototype maakt onderdeel uit van de parktij kproef.

De functionaliteit van de geografische user-interface wordt in het algemeen onderschreven. Circa 15% van de ondervraagden gaf aan dat men te weinig inzicht had om gedetailleerd in te gaan op de verschillende onderdelen van de toepassing.

De opmerkingen met betrekking tot functionaliteit zijn verwerkt in de uitgangs- beschrijving en is opgenomen in deel II van dit rapport.

3.3.3 S c h e t s v a n p o t e n t i ë l e t o e p a s s i n g s g e b i e d e n

In onderstaande beschrijving is een schets gegeven van toepassingsgebieden voor een geografische user-interface. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar externe toepassing (gebruik tussen verschillende organisaties) en interne toepassing (gebruik binnen de eigen organisatie).

In onderstaande schets is niet gestreefd om een compleet beeld te krijgen van alle mogelijke toepassingsgebieden. In deze rapportage zijn dié toepassingsgebieden vermeld, waarbij een geografische user-interface breed, dat wil zeggen door veel doelgroepen, gebruikt kan gaan worden.

E x t e r n e t o e p a s s i n g e n :

- U i t w i s s e l i n g van k a b e l - en l e i d i n g i n f o r m a t i e

Hierbij zal de toepassing ingezet worden om KLIC-berichten af te handelen.

Zowel de KLIC-organisatie zal beschikken over deze toepassing als de afzonderlijke nutsbedrijven. Aan de hand van een door het KUC voorbereid vraag kunnen de Nutsbedrijven in kwestie met een soortgelijke toepassing de feitelijke kabel/leidinginformatie semi-automatisch onttrekken uit de database en verzenden aan de 'graver'.

Daarnaast kunnen de Nutsbedrijven diezelfde toepassing gebruiken bij het opvragen van kabel/leidinginformatie van derden (dit gebeurt met name bij de planvoorbereiding en daarmee samenhangend de procedure van

vergunningaanvraag). Naast Nutsbedrijven zullen ook de Waterschappen moeten gaan beschikken over de kabel/leidinginformatie van derden (ten behoeve van de leggeradministratie). Ook hebben Gemeenten behoefte om kabel en leidinginformatie op een eenvoudige wijze op te vragen.

- U i t w i s s e l i n g van k a d a s t r a l e i n f o r m a t i e

Hierbij kan de toepassing worden ingezet tussen Kadaster en afnemers, zowel voor de geautomatiseerde afhandeling van buikleveringen als voor de

gebiedsaftiankelijke leveringen. Hierbij zijn veel partijen betrokken, te weten Gemeenten, Waterschappen, Provincies, Nutsbedrijven en Rijksinstellingen. Een aantal partijen waren ook reeds in de voorgaande toepassing genoemd; deze partijen kunnen dezelfde toepassing hiervoor gebruiken.

- U i t w i s s e l i n g van g r o o t s c h a l i g e / k l e i n s c h a l i g e topografie

Ook dit is een potentieel toepassingsgebied waarbij de geografische user- interface goede diensten kan bewijzen. Partijen die hierin betrokken zijn, zijn zowel de producenten zoals ondermeer de TDN en GBK-vervaardigers als de afnemers van deze informatie. De problematiek van de datawarehouses kan deels worden opgelost middels de geschetste toepassing; nader onderzoek hiernaar is nodig.

(17)

- D i v e r s e pilots m e t b e t r e k k i n g tot het C l e a r i n g h o u s e

De in dit project beschreven toepassing ter ontsluiting van geo-informatie heeft duidelijke relaties met het Ravi-Clearinghouse project. In deze pilots wordt ingegaan op een meta-informatiesysteem. De kern van een meta-

informatiesysteem is gericht op het inzicht verschaffen waar welke geo- informatie beschikbaar is; hierbij worden de processen doorlopen van afbake- nen, selecteren en opvragen van gegevens. Gezien de paralellen met de

geschetste toepassing van een geografische user-interface zullen de resultaten van dit project worden ingebracht in de diverse deelprojecten die binnen de context van het Clearinghouse worden opgestart.

I n t e r n e t o e p a s s i n g :

- Het gebruik van een geografische user-interface zal met name tot zijn recht komen in complexe/grote organisaties waarbij sprake is van centrale en decentrale organisatieeenheden én in die gevallen waarin sprake is van hetero- gene systeemomgevingen (meerdere CAD/GIS-systemen in één organisatie).

(18)
(19)

Conclusies

Het Ravi-initiatief omde functionele contouren te beschrijven van een toepassing om geo-informatie te ontsluiten, wordt positief ontvangen. Het geeft richting aan de afbakening en ontwikkeling van standaard-applicaties.

De benaderde doelgroepen zien een duidelijke meerwaarde en stimulans uitgaan van een dergelijke toepassing in het uitwisselingsverkeer. Hierbij worden de geschetste principes onderschreven.

Gezien de complexiteit van de materie is er een grote behoefte aan concrete voorbeelden in de vorm van prototypes. Hierbij kan aansluiting worden gezocht met lopende ontwikkelingen (zoals KLIC, EDICITIES en Clearinghouse-pilots).

Gezien de in deze rapportage geschetste ontwikkelingen en toepassingsgebieden, is er duidelijk sprake van een behoefte in de markt om geo-informatie door middel van standaardtoepassingen te ontsluiten.

Opvraagprocessen met betrekking tot geo-informatie kunnen aanmerkelijk worden geoptimaliseerd door inzet van informatie-technologie in het algemeen en de geschetste toepassing in het bijzonder. Hierbij moet ondermeer gedacht worden aan: gerichte selectie, minder kans op fouten, snellere semi-automatische afhandeling, verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening. De benodigde investeringen leveren naast kwalitatieve ook financiële baten op.

Beschikbaarheid van digitale geo-informatie is belangrijk maar niet noodzakelijk om reeds gebruik te kunnen maken van (delen van) de geschetste toepassing.

De beschreven functionele contouren worden onderschreven.

De geschetste toepassing komt met name tot zijn recht indien er sprake is van meerdere systeemomgevingen binnen één organisatie dan wel tussen verschillende organisaties.

(20)
(21)

Actiepunten

De Ravi zal zich inspannen om binnen een beperkt aantal doelgroepen een pilot uit te gaan voeren, waarbij nader zal worden ingegaan op investeringskosten, baten, toepassingen. Het bedrijvenplatform van de Ravi heeft reeds aangegeven hierbij ondersteuning te willen verlenen. ïn de pilots zal het gebruik van een prototype van belang zijn om praktische toepassingen te kunnen communiceren naar potentiële gebruikers.

De Ravi voorziet de volgende pilots:

- uitwisseling ka bel/leidinginformatie:

betrokkenen: KLIC, koepelorganisaties, een nutsbedrijf, een waterschap - uitwisseling kadastrale informatie:

betrokkenen: kadaster, een gemeente, een waterschap - uitwisseling topografische informatie:

betrokkenen: grote leveranciers van topografie.

De Ravi zal de geschetste functionaliteit inbrengen in de Clearinghouse-pilots.

(22)
(23)

Bijlagen

(24)

Bijlage 1

Samenstelling Projectbegeleidingsgroep Leidingen

Voorzi t ter

ir M.JJ. Bielders. REMU Leden

drs G.E. Achttienribbe, VEWIN

ir G. Glijnis, N.V. Kema/Afdeling Process Control and Information Technology ing. A. van Houtum, Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC)-West ing. A. de Koning, Waterschap IJsselmonde

J.H.van Oogen, Ravi

G.M.M. van Osch, Kadaster en de Openbare Registers/Directie Landinrichting, Landmeetkunde en Kartografie

L Rietman, Gemeente Rotterdam/Dienst Gemeente Werken

G.P.F.Pistorius, GASTEC NV, namens het Overlegorgaan Nutsvoorzieningen ir J. van Wijk, NV Regionaal Nutsbedrijf

ing. R. Zoethout, Gemeente Amsterdam/Dienst Riolering en Waterhuishouding

(25)

Bijlage 2

Samenstelling werkgroep Leidingen

ing. J.R.H. Bremer RI, Computer Management Group

ir G. Glijnis, N.V. Kema, afdeling Process Control and Information Technology

ing. A.L.M. van Houtum, Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC)-West ing. A. de Koning, Waterschap IJsselmonde

B.M. van der Lely, Landmeten en Vastgoedinformatie J.H. van Oogen, Ravi

G.M.M. van Osch, Kadaster en de Openbare Registers/Directie Landinrichting, Landmeetkunde en Kartografie

(26)

Bijlage 3

Rüvi-publikaties

Referentiemodel kwaliteit van geo-informatie.

Rapport nr 94-1, ISBN 90 72069 34 X Auteursrecht op geo-informatie.

Rapport nr 94-2, ISBN 90 72069 35 8 Perceel en persoon gerelateerd.

GBA persoonsidentificatie in de kadastrale registratie.

Rapport nr 94-3, ISBN 90 72069 36 6

Kwaliteit in perspectief. Overzicht van de behoefte aan registratie van kwaliteitsmerken over geo-informatie in Nederland.

Rapport nr 95-1, ISBN 90 72069 37 4

Grip op gebouwen.

De registratie en identificatie van gebouwen.

Rapport nr 95-2, ISBN 90 72069 39 0

Wettelijke registratie van besluiten inzake bodemverontreiniging Rapport nr 95-3, ISBN 90 72069 33 1 (2e druk).

Standaardisatie van geo-informatie.

Rapport nr 95-4, ISBN 90 72069 38 2

Jaarverslag 1 994. Stichting Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie.

Rapport nr 95-5, ISBN 90 72069 32 3.

Bescherming en verstrekking van geo-informatie.

Rapport nr 95-6, ISBN 90 72069 40 4.

Europese standaardisatie met betrekking tot geo-informatie. Ravi participatie de Europese normalisatie commissie: CEN/TC 287.

Rapport nr 95-7, ISBN 90 7206 42 0 Informatiebehoefte gebouwen.

Rapport nr 95-8, ISBN 90 7206 41 2 Uitwisseling van geo-informatie.

Bouwstenen Praktijkrichtlijn NEN 3610 / NEN 1878 Rapport nr 95-9, ISBN 90 72069 44 7

Richtlijn NEN 3 6 1 0 / N Ë N 1878

voor de levering van gegevens over leidingen Informatiemodel Ruimtelijke Ordening.

Tussenrapportage, februari 1996.

(27)

Ontsluiting van geo-informatie

Beschrijving van de functionaliteit van een geografische user-interface ter ontsluiting van geo-informatie m.b.v. gebiedsafbakening.

Rapport 95-10, ISBN 90 72069 43 9

Een vooruitstrevende visie op de geo-informatie. Stichting Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie.

Nationale geo-informatie infrastructuur.

Discussiestuk. Uitgave september 1995.

Jaarboek Geo-informatie 1996

Uitgave op initiatief van het Ravi-bedrijvenplatform ISBN 90 72069 45 5

Voor bestellingen van Ravi-publikaties en informatie over publikaties van de voormalige Raad voor vastgoedinformatie, kunt u contact opnemen met het Ravi secretariaat:

Ravi Overlegorgaan voor vastgoedinformatie Postbus 508

3800 AM Amersfoort telefoon 033 4604100 fax 033 4656457 E-mail ravi@euronet.nl

Internet Ravi home page: http://www.euronet.nl/users/ravi

(28)
(29)

Deel II

Functionele beschrijving geografische user-interface

(30)
(31)

Inhoud

Functionele beschrijving geografische user-interface

Algemeen V 1 Schets geografische user-interface V

2 Gehanteerde uitgangspunten en principes vi 3 Functionele beschrijving van de geografische user-interface Vin

3.1 Hoofdfunctie: 'opstarten toepassing' V I I I

3.2 Hoofdfunctie: 'afbakenen van het gebied' I X 3.3 Hoofdfunctie: 'selectie samenhangende gegevens' X

3.4 Hoofdfunctie: 1 afsluiten toepassing' X I

4 Inhoudelijke toevoegingen/opmerkingen vanuit de enquête X I I

(32)
(33)

Functionele beschrijving geografische user-interface

Algemeen

In dit deel treft u de technische rapportage aan, met een complete beschrijving van de beoogde toepassing. Het stuk is als een zelfstandige rapportage te lezen, en bestaat uit de volgende onderdelen:

- Schets geografische user-inteface

Hierin is een globaal beeld gegeven van de werking van de geografische user- interface op hoofdlijnen (dezelfde tekst is overigens opgenomen in Deel I , de projectrapportage, in § 3.l)

- Uitgangspunten en principes

In dit deel worden de uitgangspunten en principes geschetst die zijn gebruikt bij de geografische user-interface.

- Functionele beschrijving van de geografische user-interface

Een nadere beschrijving van de werking van de vier hoofdfuncties van de geografische user-inter face.

- Inhoudelijke toevoegingen/opmerkingen vanuit de enquête

De reacties uit de enquête zijn in dit onderdeel samengevat tot een aantal hoofdpunten.

Schets geografische u s e r - i n t e r f a c e

Een geografische user-interface, zoals gedefinieerd in dit onderzoek, is een toe- passing om geo-informatie op te zoeken en op te vragen. Hierbij wordt uitgegaan van de stelling dat de gebruikers geo-informatie ontsluiten door middel van gebiedsafbakeningen. Hierin zijn globaal twee gebruiksvormen te onderscheiden.

De eerste gebruiksvorm komt voor als in het algemeen vooraf niet bekend is naar welke informatie men zoekt. In dit geval zal in toenemende mate gebruik worden gemaakt van een zogenaamd meta-informatiesysteem (een soort gele gids voor geo- informatie); de geografische user-interface is dan een onderdeel van het meta- informatiesysteem. Bij de tweede gebruiksvorm is in het algemeen vooraf reeds bekend welke informatie men zoekt; de locatie moet echter nog worden afgebakend; in dit geval kan de geografische user-interface als zelfstandige toepassing voorkomen.

De kern van de toepassing ligt dus op het mechanisme om op basis van gerichte vragen een geografisch gebied af te bakenen. Globaal zijn er twee manieren om een gebied te begrenzen.

Op de eerste plaats kan dit gebeuren op basis van thematische c.q. administratieve vragen, zoals bijvoorbeeld een kadastrale aanduiding, een straatnaam o f een postcode gebied. O m de kwaliteit van de gebiedsselectie te verhogen wordt het resultaat van deze vraag, in de vorm van een afgebakend gebied, afgebeeld op het beeldscherm. Er kan nu een directe grafische/visuele toets plaatsvinden of het gezochte gebied ook overeenkomt met de oorspronkelijke vraag.

(34)

Een tweede manier om een gebied te begrenzen waarin men geïnteresseerd is, is door hierbij digitale grafische beelden (zoals bijvoorbeeld een 1:50.000 TDN- raster- o f vector-kaart) te gebruiken, en hierbij van grof naar fijn steeds gedetail- leerder i n te zoomen totdat het juiste gebied is gevonden.

Uiteindelijk wordt het afgebakende gebied gebruikt om de gegevens die daarmee samenhangen te selecteren; dit kan enerzijds leiden tot een directe selectie van de feitelijke gegevens; anderzijds kan dit leiden tot een geformuleerde vraag naar bepaalde gegevens (bijvoorbeeld de vraag van het KLIC aan een Nutsbedrijf o m in een bepaald gebied de kabel/leidinginformatie te verstrekken aan een 'graver').

De geografische user-interface bestaat uit de volgende hoofdfuncties:

- opstarten toepassing - afbakenen gebied

- selectie van samenhangende gegevens - afsluiten toepassing.

Gehanteerde uitgangspunten en principes

- De i n dit project beschreven geografische user-interface heeft globaal twee componenten.

Eenerzijds is de beoogde toepassing bedoeld o m geo-informatie op een uniforme wijze te ontsluiten. Anderzijds kan deze toepassing worden gebruikt om te achterhalen waar welke gegevens aanwezig zijn.

- Kenmerkend voor de geografische user-interface is dat allereerst de lokatie waarvan men nadere gegevens w i l weten geografisch afbakent en vervolgens al dan niet gegevens nader selecteert en 'verpakt' via een standaard uitvoer.

Gebiedsafbakening is zowel mogelijk door middel van een thematisch/admini¬

stratieve ingang zoals bijvoorbeeld via postcode of straatnaam, als door middel van een grafische/visuele ingang. De te stellen vragen bepalen de benodigde fysieke gegevens en zullen dus onderdeel uitmaken van de geografische user- interface.

invoer:

vragen die gebied afbakenen

> user-

interface

uitvoer:

afgebakend gebied

De uitvoer van de interface zoals een plot en/of een gestandaardiseerd bericht, zal mede worden afgeleid uit de bepaling van het doel waarvoor uitgewisseld wordt en daarmee samenhangend de van/naar/van..-uitwisselingen. Deze uitvoer kan weer dienen als invoer bij een geografische user-interface die elders staat opgesteld.

(35)

De geografische user-interface is een zelfstandige toepassing die in combinatie met andere GIS- of tekentoepassingen gebruikt kan worden.

De geografische user-in ter face wordt gebruikt ter ondersteuning van de digitale uitwisseling van geo-informatie. De geschetste toepassing kan zowel gebruikt worden binnen een organisatie als tussen organisaties waarbij sprake is van directe gegevens-leveringen.

a) Gebruik binnen één organisatie

Het gaat hierbij om de organisaties waarbij geo-informatie niet via één en hetzelfde geautomatiseerd systeem is opgeslagen. De geografische user- interface bevordert in deze situatie het gebruik van geo-informatie die binnen de organisatie in meerdere databases kan zijn opgeslagen.

organisatie A

grafische user- interface

atgebakend gebied

te selecteren

applicatie /database

De behoefte aan deze applicatie zal zich naar verwachting voordoen binnen de grotere organisaties waarbij meerdere verschillende gebruikersgroepen gebruik maken van geografische registraties die fysiek op meerdere plaatsen kunnen zijn opgeslagen.

b) Gebruik tussen twee organisaties

De geografische user-interface wordt hierbij gebruikt om gegevens i n de database(s) van een andere organisatie te selecteren. De geselecteerde gegevens worden geleverd aan de aanvrager. Er kan zich ook een situatie voordoen waarbij de aanvrager communiceert via een centraal meldpunt dat beschikt over een geografische user-interface (bijvoorbeeld de 'driehoek' - aannemer-klic-leidingbeheerders).

organisatie A

grafische

te selecteren interface

geselecteerde gegevens

•<

(36)

Bij het gebruik van de geografische user-interface in de toepassing tussen

verschillende organisaties wordt ervan uitgegaan dat een geografische user-interface op lokatie wordt gebruikt om het gebied af te bakenen en verschillende gegevens op te vragen. De organisatie waar deze gegevens worden aangevraagd zal ook beschikken over eenzelfde geografische user-interface om vervolgens de gevraagde gegevens te selecteren uit de fysieke database en toe te sturen aan de aanvrager.

Naast de geschetste situaties doet zich nog een andere situatie voor, te weten de mogelijkheid o m als organisatie I direct in te loggen op een toepassing in organisatie II. Het gebruik van de geografische user-interface komt dan globaal overeen met de situatie zoals geschetst in a).

3 F u n c t i o n e l e b e s c h r i j v i n g van de geografische u s e r - i n t e r f a c e

In dit onderdeel wordt nader ingegaan op de werking van de vier hoofdfuncties, te weten:

1. opstarten toepassing 2. afbakenen van het gebied

3. selectie samenhangende gegevens 4. afsluiten toepassing.

3.1 H o o f d f u n c t i e : ' o p s t a r t e n t o e p a s s i n g '

Het opstarten van de geografische user-interface kan globaal vanuit drie situaties plaatsvinden, te weten:

- Het af te bakenen gebied met bijbehorende vraag om gegevens is nog niet bekend. Hierna worden alle hoofdfuncties doorlopen. Het resultaat van deze sessie is een afgebakend gebied met vraag om fysieke gegevens.

- Het af te bakenen gebied met de vraag om gegevens is wel bekend en komt voort als uitvoer uit een geografische user-interface bij de aanvrager. Hierbij worden in principe alle hoofdfuncties doorlopen. Het resultaat van deze sessie zijn de geselecteerde fysieke gegevens.

- De geselecteerde gegevens worden electronisch aangeleverd bij de aanvrager.

In principe wordt hier enkel de hoofdfunctie opstarten toepassing doorlopen en worden de gegevens ingelezen. De bedrijfseigen toepassingen kunnen

vervolgens gebruik maken van deze gegevens.

Een belangrijk onderdeel bij de opstart van de geografische user-interface is de autorisatie en gegevensbeveiliging. Hierbij zijn globaal twee soorten situaties te onderscheiden, namelijk:

- Handmotig opstarten

Hierbij worden de gebruikelijke beveilingingsmaatregelen genomen (wachtwoorden e.d.).

- Automatisch opstarten naar aanleiding van een elektronisch bericht.

Hierbij worden maatregelen getroffen om oneigenlijk gegevensgebruik te voorkomen. Dit gebeurt door de volgende 'geautomatiseerde' procedure:

geautomatiseerd opnemen van het elektronische bericht; vervolgens verbreken van het contact; toetsen of het een geautoriseerde organisatie betreft alsmede nagaan welke gegevens mogen worden opgevraagd.

Het resultaat van deze functie levert de toegang op tot de geografische user-

(37)

interface.

H o o f d f u n c t i e : ' a f b a k e n e n v a n h e t g e b i e d '

Afbakening van het gewenste gebied kan globaal op twee manieren, te weten:

- Afbakening door gebruik van een thematisch/administratieve ingang (hier verder 'sleutel' genoemd).

Deze sleutel geeft toegang tot een bepaald gebied, mits uiteraard in de achterliggende database deze relatie is vastgelegd.

De volgende sleutels geven de meest voorkomende manieren om een gebied af te bakenen:

- plaatsnaam / gemeentenaam - wijknaam

- buurtnaam - postcodeblok

- straatnaam (of kruising van straten) - bouwbloknaam/nummer

- combinatie straatnaam/huisnummer - combinatie postcode/huisnummer

- kaartbladnummer behorende bij een nader op te geven kaartbladindeling - plaatscoördinaat

- kadastrale aanduiding

- wegnummering en kilometer-aanduiding.

Essentieel bij deze functie is dat de waarde van de sleutel die ingebracht wordt direct gecontroleerd wordt, door het gebied waarop de sleutel betrekking heeft te visualiseren (hetgeen eisen stelt aan de verwerkingssnelheid van de

geografische user-interface). Hierbij is tevens een mechanisme ingebouwd dat ervoor zorgt dat het te tonen gebied afgestemd is op de hoeveelheid te presen- teren grafische gegevens.

De invoer van een sleutel kan worden ondersteund door functionaliteit die ervoor zorgt dat bij gedeeltelijke of foutieve invoer van de sleutel de meest waarschijnlijke antwoorden worden gezocht.

- Afbakening door visueel te zoeken

Hierbij wordt gebruik gemaakt van een topografische ondergrond; het gaat hierbij primair om de referentiefunctie. Deze referentiefunctie kan op meerdere manieren worden ingevuld, zo kan bijvoorbeeld een straatsegmentenbestand worden gebruikt of een bestand met meer volledige afbeeldingen uit de werkelijkheid. Tevens kan gebruik worden gemaakt van bestanden waarin grenzen zijn gevisualiseerd (bijvoorbeeld gemeentegrenzen, postcodewijken, bouwblokken) of van een grid behorende bij een kaartbladindeling.

Binnen het visueel zoeken moeten de volgende functies mogelijk zijn:

- i n - en uitzoomen

- overschakelen naar de bestanden die horen bij een bepaald schaalniveau - verplaatsen op een bepaald schaalniveau ('pannen')

- bijladen van naastgelegen bestanden (al dan niet automatisch geactiveerd) - zichtbaar maken van de bestanden die gebruikt worden bij het visueel

zoeken.

(38)

Voor beide zoekvormen geldt dat zodra het betreffende gebied gevonden is, het gebied grafisch afgebakend wordt. Hierbij kan gekozen worden uit de logische afbakeningen zoals een postcodewijk of een straat, maar het moet ook mogelijk zijn om af te bakenen met behulp van rechthoeken of nader te definiëren polygonen.

De zoekfuncties maken gebruik van geografische bestanden. Hierbij kan zowel gebruik worden gemaakt van geïntegreerde geografische bestanden als van gescheiden administratieve geo-bestanden en geometrische/grafische geo- bestanden.

Er zal een afweging moeten worden gemaakt in enerzijds kopen en anderzijds zelf opbouwen. De keuze van geografische bestanden ten behoeve van de zoekfunctie hangt af van een aantal factoren; de factoren beschikbaarheid, inhoud, kwaliteit, gebruik (landelijk/regionaal en alléén voor deze toepassing of ook voor andere toepassingen, met andere woorden is het bestand al in huis of moet het speciaal voor de geografische user-interface moeten worden aangeschaft!) en kosten' zijn uiteindelijk bepalend voor welke optie gekozen wordt.

Momenteel is er een aantal bestanden op de markt verkrijgbaar die al dan niet gecombineerd gebruikt kunnen worden als onderdeel van de geografische user- interface. De meest bekende bestanden zijn:

- TDN-produkten zoals 1:250.000, 1:25.000, 1: 10.000, Kernbestand - PTT postcodebestand

- 5, 5,5 of 6 Positie PostCode bestand (centroïden en polygonen) - Positie-Adres-Perceel bestand

- NL~net 10 bestand, VLN-bestand.

Binnen gemeenten zijn vaak ook bestanden beschikbaar met adres-coördinaten van gebouwen; ook deze bestanden kunnen worden gebruikt.

Tevens zal bij de geometrisch/grafische bestanden een afweging moeten worden gemaakt of er rasterbestanden danwel vectorbestanden moeten worden gebruikt.

Het resultaat van deze functie levert een geografisch afgebakend gebied op.

3.3 H o o f d f u n c t i e : ' s e l e c t i e s a m e n h a n g e n d e g e g e v e n s '

Bij de gegevensselectie is het van belang dat de te selecteren gegevens, die gerelateerd zijn aan het afgebakende gebied, op een flexibele manier moeten kunnen worden toegevoegd aan de vragenlijst in de interface. Dit betekent dat de gebruiker de vragenlijst moet kunnen toesnijden op een specifiek gebruik.

Met 'samenhangende gegevens' wordt geduid op de relatie met het afgebakende geografische gebied.

Uitgangspunt hierbij is dat het gaat om benodigde gegevens van derden; hierbij kan het zowel gaan om gegevens die in een andere organisatie voorhanden zijn, maar het kan ook gaan om gegevens die binnen één organisatie onder een verschillend regime vallen. Zoals gesteld valt het selecteren van geografische gegevens voorzover vallend binnen één bedrijfseigen toepassing (één regime) buiten de context van dit

De mate van gewenst detail en nauwkeurigheid bij het lokaliseren wordt bepaald door het doel waarvoor de grafische user-interface wordt ingezet. De kosten hangen hier direct mee samen; zo zal een gedetail- leerde topografische ondergrond (bijv. CBKN) of een bestand tot op het niveau van huisnummers vele malen duurder zijn dan een bestand met daarin geaggregeerde gegevens.

(39)

project.

Bij de selectie van gegevens van derden doen zich de volgende twee situaties voor, te weten:

- De gegevensvraag moet nog worden geformuleerd.

Bij het formuleren van de gegevensvraag wordt een nader onderscheid gemaakt naar:

- De benodigde soorten gegevens zijn wel bekend maar de feitelijk ligging is niet bekend, en moet worden opgevraagd bij derden die ook bekend zijn;

het gaat hierbij om een gericht verzoek van bepaalde gegevens binnen een bepaalde lokatie (bijvoorbeeld alle gas- en waterleidingen in een nader afgebakend gebied) aan bekende organisaties.

Voor de interface betekent dit dat de verschillende soorten gegevens (zoals waterkeringen, leidingen) 'voorgebakken' zijn als keuze mogelijkheid.

- De benodigde gegevens zijn niet bekend; er wordt nu juist gezocht welke gegevensverzamelingen gerelateerd zijn aan een bepaald afgebakend gebied (digitale geografische bibliotheek). Hierbij zal een geografische relatie moeten zijn gelegd tussen de soorten gegevensverzamelingen (zoals bijvoorbeeld bedrijventerreinen, samenstelling van de bodem, enz.). Zodra één of meerdere soorten verzamelingen zijn geselecteerd kan gericht de betreffende databases worden benaderd. Deze situatie sluit aan bij de toenemende behoefte aan meta-informatiesystemen die zowel binnen de grotere organisaties als tussen verschillende organisaties gebruikt gaan worden bij de ontsluiting van geo-informatie. Binnen de Ravi wordt momenteel hard gewerkt aan de materie, en met name om de

organisatorische randvoorwaarden te beschrijving die van belang zijn bij het gebruik van een landelijk meta-informatiesysteem, dat overigens in de Verenigde Staten van Amerika het 'Clearinghouse' wordt genoemd.

- Selectie van de feitelijke gegevens

Hierbij worden in de fysieke database die gegevens geselecteerd die door de aanvrager zijn benoemd. Ter verduidelijking wordt verwezen naar het plaatje bij situatie b (pagina VII).

Het resultaat van deze functie levert öf een geformuleerde vraag naar gegevens op öf de feitelijke gegevens uit een fysieke database, in beide gevallen beperkt tot een geografische afgebakend gebied.

3.4. H o o f d f u n c t i e : ' a f s l u i t e n t o e p a s s i n g '

Bij het afsluiten van de toepassing gaat het erom dat de inhoud en de vorm van de aanvraag formeel worden afgewikkeld. Het gaat hierbij om:

- Bepalen van de inhoud van het verzoek/aanvraag Dit kan op de volgende manieren:

- coördinaten van het afgebakende gebied

- gegevensvraag gerelateerd aan het afgebakende gebied alsmede het formaat van de te ontvangen gegevens

- op papier een plot van het gebied (ter controle bij de ontvanger) - de verzameling met fysieke gegevens in een standaard formaat (NEN

1878/NEN 3610 of een branche-classificatie); hierbij zal een vertaalslag moeten worden gemaakt van de bedrijfseigen gegevensstructuur naar de standaard (zie Ravi-praktijkproef Rotterdam).

(40)

Daarnaast zal duidelijk moeten worden aan wie het verzoek gericht is en aan wie het antwoord verstuurd moet worden; in veel gevallen is dat aan de aanvrager, maar in het geval van de Klic wordt de informatie via de leidingbeheerder direct aan de aannemer toegestuurd.

- Bepalen van de wijze waarop het verzoek/aanvraag wordt verzonden Dit kan op de volgende manieren:

- per post (brief en/of tape) - fax

- modem

- netwerk (intern netwerk of extern netwerk).

Voorts zal moeten worden aangegeven of het bericht ongestructureerd is (in ASCII) of gestructureerd is via een EDI-bericht.

Het resultaat van deze functie levert (al dan niet semi-automatisch na keuze uit de verschillende onderdelen) een aanvraag op van bepaalde gegevens binnen een geografisch afgebakend gebied.

I n h o u d e l i j k e toevoegingen/opmerkingen v a n u i t de e n q u ê t e

De reacties vanuit de enquête zijn in het onderstaande samengevat tot de volgende punten:

- Plexibliteit vereist met betrekking tot het gebruik van fysieke gegevens, en daarvan afgeleid de toegangsvragen; tevens flexibilteit vereist in te

selecteren gegevens.

De geografische user-interface moet, afhankelijk van het gebruik en toepassing, flexibel kunnen worden ingevuld met fysieke gegevens. Hierdoor moeten ook de benodigde ingangen (zowel grafisch als administratief) flexibel moeten kunnen worden toegevoegd aan het menu. Uit de beschreven ingangen in deze bijlage moeten selecties kunnen worden gemaakt. Naast de beschreven

'administratieve' ingangen moet bijvoorbeeld ook kadastrale aanduiding aangevuld kunnen worden. Ook voor interne uitwisselingen zullen vragen moeten kunnen worden toegevoegd.

Deze flexibiliteit moet ook mogelijk zijn ten aanzien van de te selecteren gege- vens.

- Registratie van managementinformatie (welke organisatie heeft wanneer welke gegevens opgevraagd).

Zodra de user-interface tussen verschillende organisaties wordt ingezet bestaat de behoefte o m (automatisch) te registreren wie, wanneer, welke geo-informatie opvraagt (inclusief omvang van de selectie). Eventueel kan er een kostenverre- keningstoepassing aan worden gekoppeld.

- Beschikbaar stellen van meta-informatie.

Het is van belang o m bij de uit te wisselen set geo-informatie meta-in formatie mee over te dragen alsmede een beschrijving van de inhoud en de kwaliteit van de set gegevens. Deze informatie is essentieel bij de interpretatie van de aan te leveren gegevens.

(41)
(42)

Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie Postbus 508

3800 AM Amersfoort

rapport nr 95-10 ISBN 90 72069 43 9

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hip Hop: Deze richting van muziek stamt van de zwarte funk en soul muziek en werd beroemd in de jaren zeventig.. De rap, ook bekend als spreekgezang, is uit een Jamaicaanse

Er zijn stilstaande wateren (bijvoorbeeld meren) en stromende wateren (bijv. Hier zijn een

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

ontwikkeld om de verbeeldingsprocessen identificatie en transportatie in de brieven te kunnen analyseren, en werd naar de variatie in de aard van verbeelding in verschillende soorten

verstrekking een verantwoordelijkheid moet blijven van de gemeente zoals dit nu ook het geval is. De zwarte Piet komt dan te liggen bij de gemeente waar die ook hoort. Ook

Onze inschatting is dat je theoretisch gezien de opkoopbescherming inderdaad kan ontwijken door er zes maanden voor de verkoop een huurder in te zetten, maar in praktijk dit

(deze vraag dient vast te stellen of het bureau zelf onderzoek doet naar de manier waarop de klantorganisatie zich onderscheidt, zich bedient van andere onderzoeken of zich

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of