• No results found

Uitvoeringsplan gemeentelijke taken Wet verplichte ggz van de gemeenten in West-Brabant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Uitvoeringsplan gemeentelijke taken Wet verplichte ggz van de gemeenten in West-Brabant"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitvoeringsplan gemeentelijke taken Wet verplichte ggz

van de gemeenten in West-Brabant

(2)

Inhoudsopgave

Samenvatting ……….. 3

1. Inleiding ……… 5

2. De gemeentelijke taken ……… 5

a) Crisismaatregel ……… 5

b) Meldingen aannemen, mogelijk verplichte zorg ………. 7

c) Verkennend onderzoek, mogelijk verplichte zorg ………. 7

d) Regio overleg ……… 8

3. Gemeentelijke betrokkenheid ………. 9

a) Bij zorgplannen bij verplichte zorg ……… 9

b) Bij beëindiging crisismaatregel of zorgmachtiging ………. 9

4. Communicatie ………. 9

5. AVG-proof ……… 10

6. Monitoring en procesevaluatie ……….. 10

7. Financieel kader ………. 10

8. De acties op een rij ……….. 12

Bijlagen A. Voorstel voor invulling regio overleg ……… 13

B. Plan van aanpak Monitoring en procesevaluatie ………. 14

(3)

Samenvatting

Op 1 januari 2020 gaat de Wet verplichte geestelijke gezondheidzorg (Wvggz) in. Deze nieuwe wet vervangt samen met de Wet Zorg en Dwang (Wzd) de huidige Wet bijzondere opnamen psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz).

De Wvggz is een wet waarin meerdere actoren een belangrijke rol spelen. Dit betreft naast de cliënt zelf en de ‘naasten’ van de betrokkenen onder andere de Officier van Justitie (OM), de Geneesheer Directeur (GGZ-instelling), de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders (gemeente) en de politie.

In dit uitvoeringsplan richten we ons op de onderdelen waarbij de gemeenten een rol spelen.

De Wvggz kent twee procedures om te komen tot verplichte zorg: de zorgmachtiging en de crisismaatregel. Bij beiden is de gemeente op onderdelen betrokken.

Een crisismaatregel is een beslissing van de burgemeester waarmee verplichte zorg toegepast kan worden in een crisissituatie waarin snel ingegrepen moet worden vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.

De procedure is vergelijkbaar met de huidige IBS-maatregel. Nieuw bij deze maatregel is ‘het horen’ van de betrokkene, die daarmee in de gelegenheid wordt gesteld zijn/haar zienswijze op de verplichte zorg te geven. De burgemeester kan dit horen zelf doen of dit beleggen bij een ander.

 In West-Brabant beleggen de burgemeesters ‘het horen’ bij het meldpunt crisiszorg West-Brabant, dat daartoe gemandateerd wordt.

De zorgmachtiging is een machtiging van de rechter waarmee verplichte zorg toegepast kan worden bij iemand met een psychische stoornis die ernstig nadeel tot gevolg heeft. De rechter verleent een zorgmachtiging alleen als vrijwillige zorg niet mogelijk is, terwijl zorg wel noodzakelijk is om het ernstig nadeel weg te nemen. Deze zorg kan ook ambulant worden ingevuld. Iedere burger die zich zorgen maakt en denkt dat er mogelijk verplichte zorg noodzakelijk is kan dit melden bij het college van zijn/haar gemeente. Het college is verplicht een melding in behandeling te nemen en deze te beoordelen. Als uit de eerste beoordeling van de melding blijkt dat het een melding is in het kader van de Wvggz dan volgt een verkennend onderzoek waarin wordt vastgesteld of er een noodzaak is tot verplichte zorg.

 De colleges van de gemeenten in West-Brabant beleggen de meldfunctie bij het meldpunt crisiszorg West-Brabant dat hiertoe gemandateerd wordt.

 Het verkennend onderzoek wordt door de colleges in de gemeenten Bergen op Zoom, Halderberge, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht belegd bij het OGGZ-team dat voor deze gemeenten werkzaam is. De coördinator van dit team / GGZ Westelijk Noord-Brabant wordt hiertoe gemandateerd.

 Het verkennend onderzoek wordt door de colleges in de gemeenten Altena, Alphen-Chaam, Baarle- Nassau, Breda, Drimmelen, Etten-leur, Geertruidenberg, Moerdijk, Oosterhout en Zundert belegd bij het bemoeizorg-team dat voor deze gemeenten werkzaam is. De coördinator van dit team / GGz Breburg wordt hiertoe gemandateerd.

Het college van burgemeester en wethouders is verplicht vier maal per jaar een regio overleg te hebben met het OM, de geneesheer-directeur, politie en andere relevante partners. Dit overleg is bedoeld om het aanbod verplichte zorg te bespreken, de knelpunten die er zijn en de uitvoering van de verplichte zorg en om er toezicht op te houden. In onze regio is dit regio overleg al ingericht op schaal van het arrondissement. Per district neemt één gemeente deel aan dit overleg namens de andere gemeenten uit het district.

 Voor West-Brabant zullen de twee centrumgemeenten namens de gemeenten uit hun district deelnemen aan het regio overleg. Zij zorgen dat bespreekpunten tijdig worden opgehaald bij de overige gemeenten, conform een overeengekomen procesvoorstel.

Als er sprake is van verplichte zorg dan stelt de zorgverantwoordelijke samen met betrokkene en naasten een zorgplan vast. In de voorbereidingen wordt met de gemeente overleg gevoerd als blijkt dat essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk leven van betrokkene ontbreken.

 De gemeenten wijzen binnen de eigen organisatie verantwoordelijk ambtenaren aan (bijvoorbeeld een integraal proces/casusregisseur sociaal domein) die voor de zorgverantwoordelijke eerste

(4)

aanspreekpunt is als overleg nodig is over de inzet van gemeentelijke diensten aansluitend op een vast te stellen zorgplan.

De gemeente wordt in voorkomende gevallen vooraf geïnformeerd door de geneesheer-directeur bij beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel of zorgmachtiging en voor de betrokkene ontbreken de voorwaarden om aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Ook wordt vooraf overleg wordt gevoerd met de gemeente (burgemeester of het college) als het gaat om beëindiging van verplichte zorg (met opname) aan een betrokkene die eerder ernstig nadeel voor een ander heeft veroorzaakt.

 De gemeenten wijzen binnen de eigen organisatie verantwoordelijk ambtenaren aan (bijvoorbeeld eenintegraal proces/casusregisseur sociaal domein) die het overleg met de geneesheer-directeur voert en nagaat welke maatregelen de gemeente moet treffen om een betrokkene goed op te vangen en de veiligheid voor de omgeving te borgen.

Verantwoordelijk beleidsadviseurs en contactambtenaren van de 16 gemeenten voorzien in een ondersteuningsstructuur / een netwerk waarbinnen ervaringen gedeeld kunnen worden, zowel beleidsmatig als op casusniveau.

(5)

1. Inleiding

Op 1 januari 2020 gaat de Wet verplichte geestelijke gezondheidzorg (Wvggz) in. Deze wet vervangt samen met de Wet Zorg en Dwang (Wzd) de huidige Wet bijzondere opnamen psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De Wvggz richt zich op mensen met een psychiatrische aandoening. De Wet zorg en dwang (Wzd) richt zich op mensen met een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening.

De Wvggz stelt de zorg centraal. Deze is patiëntvolgend. Dit betekent dat verplichte zorg kan worden toegepast op de plek waar de betrokkene zich bevindt, ook thuis. Alleen als het thuis niet verantwoord is kan gedwongen opname worden opgelegd. Er zijn zodoende meer behandelmogelijkheden dan bij de huidige Wet Bopz. Verder is wettelijk vastgelegd dat dwang echt alleen in uiterste gevallen mag worden toegepast, zijn de rechten van de betrokkene versterkt, is de positie van de familie geregeld, is een grondslag opgenomen voor informatie-uitwisseling en wordt tussentijdse beëindiging van de zorg gemeld aan de gemeente.

Gemeenten krijgen meer te maken met de Wvggz dan met de huidige Bopz. Ter voorbereiding op de uitvoering van de ‘nieuwe taken’ voor gemeenten is dit ‘Uitvoeringsplan gemeentelijke taken Wet verplichte ggz van de gemeenten in West-Brabant’ opgesteld. Dit uitvoeringsplan is in de periode van 25 november tot 20 december 2019 vastgesteld door de individuele colleges van de 16 gemeenten.

Op basis van dit plan stellen de colleges de middelen beschikbaar die nodig zijn voor de uitvoering van de nieuwe taken in het kader van de Wvggz. Tevens hebben de burgemeesters en de colleges de

mandaatbesluiten genomen die nodig zijn om de uitvoering van enkele taken te kunnen beleggen bij externe partijen en bij de gemeente Breda en/of de gemeente Bergen op Zoom.

Dit plan en alle afspraken zijn voor het jaar 2020. Omdat het nieuwe taken betreft is het heel lastig in te schatten hoeveel werk hiermee gemoeid is bij alle betrokken partijen. Ook de financiering van de nieuwe taken zal alleen voor dit eerste jaar zijn. Op basis van de ervaringen die we opdoen wordt voor 2021 en verder gekeken wat er nodig is aan structurele financiering van taken.

In paragraaf 2 worden de gemeentelijke taken nader uitgewerkt. In paragraaf 3 wordt ingegaan op activiteiten waar de gemeenten bij betrokken zijn. Achtereenvolgens komen in de paragrafen 4, 5 en 6 aan de orde: Communicatie, de AVG en ‘Monitoring en procesevaluatie’. In paragraaf 7 worden de financiën in beeld gebracht en paragraaf 8 sluit af met de gemeentelijke acties op een rij.

2. De gemeentelijke taken

De twee belangrijkste processen in de Wvggz zijn:

De crisismaatregel, dit is een beslissing van de (loco)burgemeester waarmee verplichte zorg toegepast kan worden in een crisissituatie waarin snel ingegrepen moet worden vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.

De zorgmachtiging, dit is een machtiging van de rechter waarmee verplichte zorg toegepast kan worden bij iemand met een psychische stoornis die ernstig nadeel tot gevolg heeft. De rechter verleent een zorgmachtiging alleen als vrijwillige zorg niet mogelijk is, terwijl zorg wel noodzakelijk is om het ernstig nadeel weg te nemen. Deze zorg kan ook ambulant worden ingevuld.

De gemeente heeft bij deze twee processen die de Wvggz kent vier taken. Hieronder worden deze taken uitgewerkt.

a) Crisismaatregel

Een crisismaatregel is maximaal drie dagen geldig. De burgemeester kan alle vormen van verplichte zorg opleggen die Wvggz kent. Deze zorg kan ook ambulant worden ingevuld.

Voorafgaand aan de crisismaatregel is tijdelijke verplichte zorg mogelijk (maximaal 18 uur, waarvan max 12 uur gerekend vanaf het moment dat betrokkene door psychiater is onderzocht). Het gaat hierbij om de uren tussen de crisismelding bij de gemeente en de beslissing van de burgemeester. Deze zorg kan

(6)

verleend worden door ambulancepersoneel, de politie of zorgverleners. Deze personen moeten deze zorg wel melden aan de burgemeester en de zorgaanbieder.

Schematische weergave van het proces – crisismaatregel (CM), gemeentelijke taken

Het volledige proces dat leidt tot een crisismaatregel wordt ondersteund door Khonraad.

Als de inschatting wordt gemaakt dat een crisismaatregel nodig is moet ter voorbereiding op de crisismaatregel informatie verzameld worden. Ter voorbereiding op de crisismaatregel moet de

betrokkene gezien worden door een psychiater (stap 1). Bij voorkeur een psychiater die niet bij (eerdere) behandeling betrokken is. Als de psychiater vaststelt dat geen verplichte zorg nodig is stopt de procedure voor een crisismaatregel.

Als de psychiater vaststelt dat verplichte zorg nodig is stelt hij een geneeskundige verklaring op. In deze verklaring legt hij de volgende zaken vast:

 Actuele gezondheidssituatie van de betrokkene

 Reden voor crisismaatregel

De medische verklaring gaat naar de burgemeester, dan start stap 2.

Voordat de burgemeester een besluit neemt kan deze gegevens opvragen bij de Officier van Justitie of voor betrokkene eerder een zorgmachtiging is afgegeven1. De historie gaat vanuit het oogpunt van privacy niet verder terug dan een jaar.

Tenslotte moet de burgemeester (of gemandateerde) ter voorbereiding op de crisismaatregel de betrokkene in staat stellen om gehoord te worden en tevens nagaan of deze hulp wenst van een

onafhankelijk patiëntvertrouwenspersoon. Het horen moet gebeuren door een onafhankelijke persoon. Als de betrokkene niet gehoord kan worden of niet gehoord wil worden, hoeft de betrokkene niet gehoord te worden. Evidente tijdsdruk kan worden aangevoerd als reden om het horen achterwege te laten. Ook zijn bijzondere omstandigheden denkbaar waardoor het horen achterwege wordt gelaten, bijvoorbeeld als de cliënt niet aanspreekbaar is. Zowel van het horen als het niet-horen moet een verslag gemaakt worden dat opgenomen kan worden in de latere beschikking.

Op basis van de verzamelde informatie neemt de (loco)burgemeester een besluit (stap3).

1 Dit betreft alleen historie BOPZ/Wvggz. OM heeft historie Wzd niet.

(7)

De vervolgacties worden via het systeem Khonraad ondersteund; zo gaat er automatisch een bericht naar het parket en de organisatie van patiëntvertrouwenspersonen.

In West-Brabant is het meldpunt crisiszorg verzocht ‘het horen’ op zich te nemen. Deze wordt hiertoe gemandateerd. Op 11 november heeft de stuurgroep crisiszorg het hiertoe opgestelde realisatieplan vastgesteld.

De (loco)burgemeester neemt op basis van de informatie (medische verklaring, info van de OvJ en het hoorverslag) een besluit over de crisismaatregel. Dit is vergelijkbaar met hoe nu de burgemeester besluit over een IBS.

Aandachtspunt:

in het kader van de Wet zorg en dwang blijft de IBS bestaan. De burgemeester kan gevraagd worden deze op te leggen wanneer het gaat om een persoon met een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening. In deze Wet is er geen hoorplicht. Tevens zullen er zaken voorkomen waar de Wvggz

samenloopt met de Wet zorg en dwang.

b) In proces zorgmachtiging: meldingen aannemen, mogelijk verplichte zorg

Iedere burger en in voorkomende gevallen ook een professionals die zich zorgen maakt en denkt dat er mogelijk verplichte zorg noodzakelijk is kan dit melden bij het college van zijn/haar gemeente. De gemeente is verplicht een melding in behandeling te nemen en deze te beoordelen.

De gemeenten in West-Brabant hebben deze meldfunctie belegd bij het meldpunt crisiszorg.

Het meldpunt crisiszorg neemt de melding in ontvangst en beoordeelt deze. Het meldproces wordt ondersteund door Khonraad.

Schematisch ziet het proces van melding en triage er als volgt uit:

Meldingen van burgers of in voorkomende gevallen van professionals komen rechtstreeks bij het meldpunt crisiszorg binnen. Het kan echter voorkomen dat meldingen bij de gemeente binnenkomen. Deze worden doorverwezen naar het meldpunt crisiszorg.

Medewerkers van de gemeenten worden toegerust om meldingen te herkennen en indien nodig advies te vragen bij met meldpunt crisiszorg en indien nodig daarnaar door te verwijzen.

c) Wat betreft de zorgmachtiging, verkennend onderzoek, mogelijk verplichte zorg, inclusief besluitvorming

Als na melding en triage blijkt dat er zorgen zijn en de inschatting is dat verplichte zorg Wvggz nodig is, dan vindt er een verkennend onderzoek plaats. Ook dit proces wordt door Khonraad ondersteund. Het

(8)

verkennend onderzoek beleggen de gemeenten Altena, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Moerdijk, Oosterhout en Zundert bij het bemoeizorg-team dat voor deze gemeenten werkzaam is. De teamleider van dit team / GGz Breburg wordt hiertoe gemandateerd.

Het bemoeizorgteam voert het verkennend onderzoek uit, maakt het adviesrapport op en neemt namens het college het besluit om ja/neen bij het OM een verzoek te doen tot voorbereiding van een

zorgmachtiging. Hierbij hanteert het team bemoeizorg het vier-ogen principe. Degene die het adviesrapport opstelt neemt niet het besluit; dat wordt door de teamleider gedaan.

VO OGGZ-/Bemoeizorgteam

Werkproces verdere afhandeling van melding door gemeenten in de regio Breda. Ditzelfde proces geldt voor de regio bergen op Zoom, daar waar hier bemoeizorg staat betreft het daar het OGGZ-team.

De berichten die naar de melder of de betrokkene gaan zullen via veilige mail plaats moeten vinden. Dit is nog een aandachtspunt voor gemeenten.

d) Regio overleg

De Wet Verplichte GGZ stelt een regio-overleg verplicht. Dit overleg is er in onze regio (arrondissement OM) al omdat we pilotregio zijn. De wet geeft aan dat in het overleg aan de orde moet komen: het aanbod van verplichte zorg in de regio, de knelpunten bij de voorbereiding daarop, de tenuitvoerlegging en de uitvoering ervan (waaronder in ieder geval begrepen de noodzakelijke gegevensverstrekking) en het toezicht op de verplichte zorg.

In de wet staat dat het overleg minimaal 1x per drie maanden plaats moet vinden.

In de pilot voor het regio-overleg is geconstateerd dat het regio-overleg vooral als doel heeft om zaken te signaleren en vervolgens op de juiste plaats weg te leggen. De aanwezigen kunnen immers niet besluiten over inzet van capaciteit van bedden/ financiering, etc.

De gemeenten in West-Brabant blijven aansluiten bij het huidige regio overleg. Dit betekent dat per politiedistrict één ambtelijk vertegenwoordiger aanwezig is. Deze zal mede namens de andere gemeenten uit het politiedistrict agendapunten inbrengen. De twee centrumgemeenten Bergen op Zoom en Breda nemen namens de beide politiedistricten deel aan het regio overleg.

Voor verdere invulling van het regio overleg door de gemeente wordt verwezen naar bijlage A. bij dit uitvoeringsplan.

(9)

3.

Gemeentelijke betrokkenheid

De gemeenten hebben bij het opstellen van zorgplannen bij verplichte zorg geen regierol. Wel wordt van de gemeente een bijdrage verwacht als in zorgplannen diensten of hulp moet worden opgenomen vanuit de Wmo of de jeugdwet of Participatiewet.

Tevens wordt naar gemeenten gekeken als er een woonvraag is. De gemeenten kunnen echter niet zelf direct woningen toewijzen. Bij verplichte zorg zal net als bij zorg in het vrijwillige kader gebruik gemaakt moeten worden van het beschikbare aanbod van wonen en van de woonvoorzieningen die in de gemeenten beschikbaar zijn in het kader van de maatschappelijke opvang en het beschermd wonen.

Knelpunten kunnen worden besproken in het regio overleg. Waar nodig zal de gemeente ook nader in gesprek gaan met de corporaties.

a) Bij zorgplannen bij verplichte zorg

Als er sprake is van verplichte zorg dan stelt de zorgverantwoordelijke samen met betrokkene en naasten een zorgplan vast. In de voorbereidingen wordt met de gemeente overleg gevoerd als blijkt dat essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk leven van betrokkene ontbreken.

De gemeenten wijzen binnen de eigen organisatie verantwoordelijk ambtenaren aan (bijvoorbeeld integraal proces/casusregisseur sociaal domein) die voor de zorgverantwoordelijke eerste aanspreekpunt is als overleg nodig is over de inzet van gemeentelijke diensten aansluitend op een vast te stellen

zorgplan. Als er meer nodig is, dan worden daarover werkende weg nadere afspraken gemaakt met de geneesheer-directeur.

b) Bij beëindiging crisismaatregel of zorgmachtiging

Gemeente worden in voorkomende gevallen vooraf geïnformeerd door de geneesheer-directeur bij beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel of zorgmachtiging en voor de

betrokkenen ontbreken de voorwaarden om aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Overleg wordt gevoerd met de gemeente (burgemeester of het college) als het gaat om beëindiging van verplichte zorg (met opname) aan een betrokkene die eerder ernstig nadeel voor een ander heeft veroorzaakt.

De gemeenten wijzen binnen de eigen organisatie verantwoordelijk ambtenaren aan (bijvoorbeeld een integraal proces/casusregisseur sociaal domein) die het overleg met de geneesheer-directeur (of zorgverantwoordelijke) voert en nagaat welke maatregelen de gemeente moet treffen om een betrokkene goed op te vangen en de veiligheid voor de omgeving te borgen.

4. Communicatie

Communicatie naar burgers en professionals is belangrijk. Goede communicatie en

verwachtingenmanagement zijn nodig. Het is niet wenselijk dat er veel meldingen binnen gaan komen bij het meldpunt die niet terecht zijn, omdat burgers verwachten dat verplichte zorg nu makkelijker opgelegd wordt. Het tegendeel is waar, de Wvggz is erop gericht om verplichte zorg zoveel mogelijk te voorkomen.

We moeten dit onderdeel nog nader uitwerken. Ook het meldpunt crisiszorg moet een plan van aanpak maken voor de communicatie naar burgers en professionals. Hiertoe wordt een (tijdelijke) werkgroep communicatie voor geformeerd. Vanuit de gemeente is het van belang dat daar een

communicatiemedewerker aan deelneemt. Dan kan de communicatie vanuit beide perspectieven op elkaar worden afgestemd.

Verder worden er in de beide subregio’s stakeholdersbijeenkomsten georganiseerd. In de subregio Bergen op Zoom nog dit jaar. In de subregio Breda in de maand januari.

(10)

5.

AVG-proof

De werkprocessen die via Khonraad worden ondersteund zijn privacy-proof.Dat is een veilige

werkomgeving. Khonraad biedt daarnaast de mogelijkheid om organisaties die niet direct deel uitmaken van het werkproces via een berichtenbox veilig te informeren. Gemeenten moeten nog nagaan voor welke organisaties dit wenselijk is. Welke kosten hieraan verbonden zijn is niet duidelijk.

Daarnaast is het van belang dat gemeenten veilig mailen. Gemeenten zijn daar individueel verantwoordelijk voor en moeten daar sowieso al voor zorgdragen.

Nog niet alle zaken rondom de privacy / AVG zijn al uitgewerkt. Mogelijk moeten we als gemeente een verwerkersovereenkomst sluiten met Khonraad. Nog niet alle informatie vanuit de VNG die als basis moet dienen voor alle AVG vraagstukken is al beschikbaar. Zodra deze informatie beschikbaar is zal hier in regionaal verband naar gekeken worden en nagegaan worden of er nog aanvullend maatregelen of besluiten genomen moeten worden. We moeten nagaan of we de Autoriteit Persoonsgegevens moeten informeren en aangeven dat we hier mee bezig zijn.

6. Monitoring en procesevaluatie

Werkende weg doen we ervaring op met de nieuwe wet en de gemeentelijke taken die we uitvoeren. Het enige aanknopingspunt om een inschatting te maken van het aantal cliënten waarmee we te maken hebben is de huidige IBS-maatregelen voor wat betreft de crisismaatregel. Dit is geen erg betrouwbare indicator. Als het gaat om een inschatting van het aantal meldingen dat bij het meldpunt crisiszorg gaat binnenkomen lopen de schattingen uiteen van nog geen 15 per jaar tot meer dan honderd, West-Brabant breed. Kortom het is belangrijk om goed te monitoren.

Daarnaast is het belangrijk om vanaf de start het proces goed te volgen en scherp te zijn op de afspraken die gemaakt zijn en of de werkprocessen afdoende zijn ingeregeld.

Behalve monitoren op aantallen is het daarom ook belangrijk om het proces te monitoren.

Het gaat uiteindelijk om de betrokkenen die verplichte zorg opgelegd krijgen en hun naasten. Het is evident dat we ook zicht krijgen op de behoeftes en ervaringen van de “klanten”: de mensen die melden, de mensen waarover gemeld wordt en de mensen waarmee zorgplannen zijn opgesteld waarbij we als gemeente betrokken zijn.

ZonMw biedt ons de mogelijkheid hiervoor subsidie aan te vragen.

Het plan van aanpak dat hiervoor door de GGD is opgesteld gaat als bijlage B. bij dit voorstel.

Als de subsidie wordt gehonoreerd kunnen we per 1 januari 2020 starten met het plan van aanpak.

7.

Financieel kader

De inkomsten en uitgaven voor de uitvoering van taken is voor de 16 gemeenten gezamenlijk in beeld gebracht. In onderstaande tabel is de verdeling van de kosten gemaakt.

De te besteden middelen bestaan uit het budget dat de gemeenten nu al uitgeven, ieder voor zich, aan Khonraad plus het budget dat de gemeenten ontvangen van het Rijk, via het gemeentefonds

(septembercirculaire 2019) in het jaar 2020.

 De kosten voor Khonraad worden door dit bedrijf rechtstreeks aan de individuele gemeenten gefactureerd. Deze betaalt iedere gemeente direct zelf.

 De kosten voor het verkennend onderzoek en het regio-overleg (ambtelijke inzet centrumgemeenten) wordt op subregionaal niveau verrekend. Hiervoor sturen Bergen op Zoom en Breda facturen naar respectievelijk de vijf en negen de gemeenten in de eigen subregio. Verrekening vindt plaats op basis van het percentage van het budget dat de gemeenten van het Rijk ontvangen.

(11)

 De kosten voor het horen, de meldfunctie en de cofinanciering voor het project monitoring en evaluatie worden op regionaal niveau verrekend, eveneens op basis van het percentage van het budget dat gemeenten van het Rijk ontvangen. Hiervoor stuurt de gemeente Breda facturen naar de gemeenten.

Voor zover de kosten nu zijn geraamd wordt niet het volledig beschikbare budget ingezet. Gemeenten houden dit budget in reserve voor de Wvggz. Sommige kosten hebben we nog niet in beeld en het is afwachten of we lopende het jaar nog geconfronteerd worden met onvoorziene kosten.

Beschikbaar 16 gemeenten

Uitgaven 16 gemeenten Via gemeentefonds

septembercirculaire 2019 720.108

Beschikbaar budget ivm huidige kosten Khonraad

Op basis van verwachte kosten 2019

75.000 75.000

Structurele meerkosten Khonraad, per gemeente te

betalen aan Khonraad 101.723

Monitoring en evaluatie, incidenteel projectsubsidie, via gemeente Breda

50.000 62.500

Het horen via het regionaal

meldpunt crisiszorg 18.500

Meldfunctie te beleggen bij

crisismeldpunt tot 90 meldingen 14.000

Verkennend onderzoek - regio Breda (10 gemeenten) - regio Bergen op Zoom (zes gemeenten)

200.000 104.364 Regio overleg

- regio Breda (10 gemeenten) Regio Bergen op Zoom (zes gemeenten)

4.000 4.000 Reserveren voor onvoorzien, en

nog Pm

- Aansluitkosten Khonraad bij derden (bij crisismeldpunt) - Taken binnen de gemeenten - Monitoring als

subsidieaanvraag wordt afgewezen

261.021

Pm Pm

Pm

TOTAAL 845.108 845.108

Voor specificatie kosten gemeente Oosterhout, zie collegevoorstel

* Deze 50.000 is het subsidie dat wordt aangevraagd; deze zal via de gemeente Breda lopen; hier wordt nog een voorbehoud gemaakt omdat de aanvraag nog niet is gehonoreerd.

(12)

8. De acties op een rij

Regionaal:

1. Afstemmingsoverleg, regulier, ambtelijk, delen van ervaringen; op zowel beleids- als casusniveau en mbt zaken waarbij de Wvggz samenloopt of overlapt met de Wet Zorg en Dwang en de Jeugdwet (gesloten jeugdzorg)

2. Communicatie gericht op burgers en professionals afstemmen met meldpunt crisiszorg, deelnemen aan de werkgroep communicatie van het meldpunt crisiszorg

3. Uitvoering plan van aanpak monitoring en procesevaluatie, indien subsidie wordt verkregen; zo niet plan b. opstellen

4. Afstemmingsoverleg met meldpunt crisiszorg (Breda verzorgt subsidie aan meldpunt) 5. Afstemming over AVG-zaken die overal spelen; nagaan of een verwerkersovereenkomst met

Khonraad nodig is, per gemeente

6. Informeren bestuurlijke gremia over ontwikkelingen en knelpunten voor zover deze regio-breed voorkomen (zoals daar o.a. zijn wethoudersoverleggen, DDO Markiezaten en Baronie, stuurgroep Zorg en Veiligheidshuizen, stuurgroep voor Veilig Thuis)

Per subregio:

1. Stakeholdersbijeenkomsten organiseren (zijn in voorbereiding)

2. Oefensessie organiseren met partners, indien nodig (materiaal is beschikbaar) 3. Communicatie naar netwerkpartners die bovenlokaal werken

4. Afstemmingsoverleg met respectievelijk OGGZ-team en Bemoeizorgteam (Bergen op Zoom en Breda verzorgen subsidie aan resp. OGGZ-team en Bemoeizorgteam)

5. Afstemmingsoverleg met geneesheer-directeur / GGZ-organisatie ivm betrokkenheid gemeente bij zorgplannen en bij beëindiging zorgmachtiging of crisismaatregel

6. Deelnemen aan regio overleg en agendapunten ophalen (Bergen op Zoom en Breda nemen deel aan het regio-overleg)

Lokaal:

1. Zorgen voor minimaal een administratief account bij Khonraad; zaken moeten gevolgd kunnen worden, ambtelijk, zodat burgemeester of college geïnformeerd kunnen worden indien nodig 2. Instructie voor medewerkers gemeentelijke toegang in verband met meldingen in kader van de

wvggz die bij de gemeente binnenkomen (doorverwijzen naar meldpunt crisiszorg)

3. Aanwijzen van contactambtenaren (en vervangers) voor geneesheer-directeur ivm gemeentelijke betrokkenheid op casusniveau, voor zowel de zorgplannen als voor wanneer een crisismaatregel of verplichte zorg eindigt en een betrokkene komt terug naar huis uit een opname

4. Intern werkprocessen inregelen om bijdrage vanuit gemeente aan zorgplannen in goede banen te leiden (afstemming intern tussen diensten/afdelingen)

5. Knelpunten en ontwikkelingen signaleren en inden nodig opschalen naar hoger niveau, intern of als beleidsmatig iets aandacht vraagt naar het regio-overleg via aangewezen ambtenaar (van Breda of Bergen op Zoom

(13)

6. Indien nodig maatregelen treffen ivm AVG (denk aan veilig berichtenverkeer, verwerkersovereenkomst met Khonraad, ..)

BIJLAGE A Regio-overleg Wvggz

Inleiding

De Wet Verplichte GGZ stelt een regio-overleg verplicht per 1-1-2020. Dit overleg is er in onze regio (arrondissement OM) al omdat we pilotregio zijn. De wet geeft de volgende taken aan het overleg.

Periodiek overleg over:

 aanbod van verplichte zorg in de regio,

 de knelpunten bij de voorbereiding daarop

 de tenuitvoerlegging en de uitvoering ervan, waaronder in ieder geval begrepen de noodzakelijke gegevensverstrekking,

 alsmede het toezicht op de verplichte zorg.

In de wet staat dat het overleg minimaal 1x per drie maanden plaats moet vinden.

In de pilot voor het regio-overleg is geconstateerd dat het regio-overleg vooral als doel heeft om zaken te signaleren en vervolgens op de juiste plaats weg te leggen. De aanwezigen kunnen immers niet besluiten over inzet van capaciteit van bedden/ financiering, etc.

Omdat de regio groot is, kunnen niet alle gemeenten aan tafel zitten. Daarmee ontstaat een onwerkbare situatie. Op dit moment wordt elk politiedistrict/ elke centrumregio vertegenwoordigd door één ambtenaar.

Het voorstel is:

 Voor het jaar 2020 blijft de situatie zo dat elk politie-district door één ambtenaar vertegenwoordigd wordt.

 Op dit moment wordt het Regio-overleg Wvggz administratief ondersteund door een medewerker van gemeente Bergen op Zoom. Het advies is om dit zeker voor 2020 te continueren

 Op basis van de ervaringen in 2020 wordt bekeken of dit structureel wordt voortgezet.

 In elke centrumregio wordt één vertegenwoordiger aangewezen.

 In elke centrumregio wordt een vaste vervanger aangewezen.

 De Wet Verplichte GGZ (en dan specifiek het Regio-overleg) wordt aan de agenda toegevoegd van het maandelijkse ambtelijke overleg Beschermd Wonen/ Maatschappelijke Opvang. Tijdens dat overleg kunnen alle de gemeenten hun input aandragen richting de vertegenwoordiger.

 Ter voorbereiding op het overleg BW/MO checkt de adviseur van elke gemeente bij zijn/ haar collega van Veiligheid (en eventuele andere collega’s) of daar nog input ligt om mee te nemen.

 De vertegenwoordiger brengt de punten in tijdens het Regio-overleg (via de administratieve ondersteuning van het overleg).

 In het eerstvolgende ambtelijk overleg BW/MO dat plaatsvindt na het Regio-overleg, koppelt de vertegenwoordiger terug uit het Regio-overleg.

 De vertegenwoordiger houdt actief alle gemeenten op de hoogte van ontwikkelingen op het vlak van de Wvggz

 Voor specifieke Cases/ spoedgevallen wordt lokaal een oplossing gezocht met de betrokken organisaties.

Financieel:

 De administratieve ondersteuning nemen de centrumgemeenten van de vier districten om beurten voor hun rekening. Ofwel ze maken gebruik van de ondersteuning vanuit de gemeente Bergen op Zoom, die een factuur stuurt naar de betreffende centrumgemeente, dan wel de centrumgemeenten dragen zelf zorg voor de ondersteuning. Kosten hebben betrekking op ongeveer 8 uur ondersteuning per overleg (voorbereiden agenda, notuleren overleg + notulen uitwerken).

 De kosten voor de beleidsadviseur die namens de gemeenten deelneemt aan het overleg bedragen grofweg € 4.000,- op jaarbasis per district (10 uur per overleg ad € 100,- maal vier). Deze kosten zijn meegenomen in de kostenberekening van het geheel aan taken voor de gemeenten in West-Brabant.

(14)
(15)

BJLAGE B

Procesevaluatie en monitor gemeentelijke taken Wvggz in West-Brabant

Contextbeschrijving

Op 1 januari 2020 gaat de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in werking. Deze wet volgt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen op (Wet Bopz) voor zover het gaat om mensen met een psychische stoornis. In vergelijking met de Wet Bopz biedt de Wvggz zorgverleners meer

instrumenten voor het verlenen van zorg op maat. Verplichte zorg (zoals het toedienen van verplichte medicatie of het uitoefenen van toezicht op betrokkene) kan zowel poliklinisch als bij iemand thuis opgelegd worden, maar alleen als uiterste middel als er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg meer zijn. Doelstelling van de Wvggz is dan ook om verplichte zorg zo veel mogelijk te voorkomen of beperken. Dit vraagt van gemeenten en zorgaanbieders dat zij signalen van naasten en buurtbewoners serieus nemen en tijdig beginnen met passende zorg.

Gemeenten staan binnen de Wvggz voor de opgave om invulling te geven aan de volgende taken:

Meldfunctie: Iedere burger kan bij de gemeente een melding doen over iemand anders bij wie men vermoedt dat verplichte zorg nodig is. De meldfunctie wordt in de regio West-Brabant belegd bij het meldpunt Crisiszorg West-Brabant.

Verkennend onderzoek: Na een melding moet de gemeente binnen een redelijke termijn (uiterlijk 14 dagen) een verkennend onderzoek uitvoeren naar de noodzaak van verplichte zorg. In de subregio West- Brabant West wordt deze taak belegd bij het OGGZ-team2, in de subregio West-Brabant Oost bij het bemoeizorgteam3.

Crisismaatregel: Een crisismaatregel is een door de burgemeester opgelegde maatregel om verplichte zorg te verlenen in een situatie waarin snel ingegrepen moet worden vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Deze maatregel is maximaal drie dagen geldig en vergelijkbaar met de huidige

inbewaringstellingen (IBS-en) onder de Wet Bopz. Nieuw binnen de crisismaatregel is de hoorplicht van de burgemeester. Naast de psychiater moet nu ook de burgemeester zo mogelijk de betrokkene horen, een taak die hij/zij kan mandateren. In de regio West-Brabant wordt deze hoorplicht belegd bij het meldpunt Crisiszorg West-Brabant. De verwachting is dat 85% van de huidige IBS-aanvragen vanaf 2020 als

crisismaatregel vallen onder de Wvggz4. In de regio West-Brabant betrof het aantal IBS-aanvragen in 2017 3405.

Aansluitende keten zorg en sociaal domein: In overleg met de betrokkene die geconfronteerd wordt met verplichte zorg, stelt de GGZ-behandelaar een zorgplan op. Als blijkt dat belangrijke voorwaarden voor maatschappelijke participatie (werk, inkomen en huisvesting) ontbreken, moet de behandelaar hierover met de gemeente, die de wettelijke taak heeft ervoor te zorgen dat inwoners kunnen meedoen aan de samenleving, in een vroeg stadium kunnen overleggen.

Regionaal overleg: De Wvggz schrijft voor dat gemeenten, Openbaar Ministerie, ggz-instellingen en de politie minimaal vier keer per jaar overleg voeren om de voortgang en de uitvoering van de Wvggz te monitoren en waar nodig bij te stellen. In de regio West-Brabant is dit overleg reeds in gang gezet door deelname als proeftuin aan de landelijke pilots op dit gebied.

Het recent opgerichte meldpunt Crisiszorg West-Brabant, waar de meldfunctie en de hoorplicht worden belegd, is vanaf 2 september 2019 operationeel. Dit meldpunt moet leiden tot een eenduidige toegang tot de crisiszorg, die voor burgers en professionals laagdrempelig en 24/7 bereikbaar is. In het meldpunt Crisiszorg

2Bemenst door GGZ, verslavingszorg, maatschappelijke opvang, maatschappelijk werk, GGD én de politie.

3 Bemenst door GGZ, verslavingszorg, maatschappelijk werk en zorgverlening voor mensen met een beperking.

4 Bron: VNG presentatie Wvggz.

5Bron: Verschillende bronnen, één mozaïek - Eindverslag van het project Regionale pilots monitor personen met verward gedrag in Utrecht en West-Brabant (2019).

(16)

werken de 16 gemeenten van West-Brabant samen met 11 organisaties6. Momenteel werkt de regio aan een integratie van het meldpunt Zorg & Overlast van de GGD West-Brabant met het meldpunt Crisiszorg West- Brabant. Doel hiervan is ook een laagdrempelige en buiten kantoortijd bereikbare toegang te realiseren voor burgers en professionals met zorgen waarbij nog geen sprake is van een crisissituatie.

Doelstelling procesevaluatie en monitor

Deze projectaanvraag bevat twee onderdelen: een procesevaluatie en een opzet en eerste uitvoering van een kwantitatieve monitor. Het model in figuur 1 vormt de basis voor de uitvoering van het project. De evaluatie richt zich op het proces (2e kolom), de monitor op de output en outcome (3e kolom).

De procesevaluatie maakt duidelijk of de inspanningen van gemeenten en samenwerkingspartners in het kader van de gemeentelijke taken binnen de Wvggz, naar wens verlopen en bijdragen aan het bereiken van de gewenste resultaten (doelmatigheid). Omdat we ons hierbij richten op nieuwe taken, vraagt deze evaluatie om actiebegeleidend onderzoek. Dit wil zeggen dat we vanaf de start het proces meermaals evalueren met professionals en betrokkenen7, zodat waar nodig de werkprocessen tijdig kunnen worden aangescherpt.

De kwantitatieve monitor maakt inzichtelijk wat de resultaten op de korte en lange termijn zijn (output en outcome),waardoor men kan bepalen in welke mate de doelstellingen bereikt worden (doeltreffendheid).

Hoeveel meldingen zullen burgers bijvoorbeeld maken, hoeveel verkennende onderzoeken zijn daardoor nodig en hoe vaak resulteert dit in verplichte zorg? Vragen die met een monitor beantwoord kunnen worden. In dit project maken we een monitoringsplan en voeren we een eerste ronde van deze monitor uit met de

beschikbare en toegankelijke informatie in 2020.

6 Farent Sociaal Werk, GGD West-Brabant, GGz Breburg, GGZ Westelijk Noord-Brabant, IMW Breda,

Jeugdbescherming Brabant, MEE West-Brabant, Surplus Welzijn, Trema Welzijn, Veilig Thuis West-Brabant en WijZijn Traverse Groep.

7 Hiermee bedoelen we in dit project burgers die een melding doen i.h.k.v. de Wvggz en burgers die (mogelijk) verplichte zorg opgelegd krijgen.

(17)

Onderzoeksvragen

De hoofdvraag met bijbehorende subvragen van de procesevaluatie (A) en de opzet en eerste uitvoering van de kwantitatieve monitor (B) zijn als volgt:

A. In hoeverre dragen de inspanningen van gemeenten en samenwerkingspartners bij aan het bereiken van de gewenste resultaten in het kader van de Wvggz (doelmatigheid)?

 Verlopen de procesonderdelen conform afspraak en wettelijke verplichting en naar tevredenheid van professionals en betrokkenen?

 Draagt de wijze waarop de procesonderdelen worden uitgevoerd bij aan het streven om zorg met dwang zoveel mogelijk te beperken?

B. Welke gegevens moet men periodiek monitoren om inzichtelijk te krijgen in welke mate de gewenste resultaten in het kader van de Wvggz bereikt worden (doeltreffendheid)?

 Welke indicatoren geven inzicht in de voortgang op de gewenste resultaten?

 Zijn deze indicatoren beschikbaar in of toe te voegen aan bestaande registratiebronnen?

 In welke frequentie en over welke tijdsperiode moeten de indicatoren verzameld worden?

 Naar wie en op welke wijze moet er gerapporteerd worden over de gevonden resultaten?

Werkwijze

Voor de beantwoording van de hoofdvragen A en B met bijbehorende subvragen, voeren we de volgende activiteiten uit:

1) Documentenanalyse (eenmalig);

2) (Groeps-)gesprekken met professionals en burgers (op twee momenten in het jaar);

3) Groepsevaluatie regio overleg Wvggz (eenmalig);

4) Reflectiebijeenkomst (op twee momenten in het jaar);

5) Opzet monitoringplan (eenmalig);

6) Uitvoering eerste ronde monitor (eenmalig).

Omdat dit onderzoek zich richt op nieuwe wetgeving en nieuwe taken, kan de werkwijze indien nodig gedurende het project bijgesteld worden.

1) Documentenanalyse

Doel van de documentenanalyse is het in kaart brengen van de landelijke en regionale (werk)afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Wvggz. Met deze analyse willen we de processen en onderliggende doelen helder krijgen zoals deze op papier zijn geformuleerd. De resultaten dienen als input voor de uitwerking van alle navolgende onderzoeksactiviteiten.

2) (Groeps)gesprekken met professionals en burgers

Om onderzoeksvraag A (procesevaluatie) te kunnen beantwoorden voeren we verschillende

(groeps)gesprekken uit met professionals en betrokkenen. In sommige gesprekken nemen we ook vragen mee gericht op de beantwoording van onderzoeksvraag B (opzet monitor). Als blijkt dat ambtenaren van

gemeenten nog extra bevraagd moeten worden naast hun input bij de hierna genoemde activiteiten, zullen we bij hen aanvullend telefonische interviews afnemen.

Verdiepende individuele interviews met sleutelfiguren

Met een selectie van maximaal 7 sleutelfiguren voeren we verdiepende individuele gesprekken uit met als onderwerp het proces en de bijdrage die dit proces levert aan de te realiseren opbrengsten (zie figuur 1) (onderzoeksvraag A). Dit doen we op twee momenten in het jaar om verbetering in de tijd te kunnen realiseren en waarnemen (actieonderzoek). Tijdens de eerste gespreksronde nemen we ook vragen mee gerelateerd aan de opzet van een monitor (onderzoeksvraag B). Als sleutelfiguren denken we aan: de coördinator van het meldpunt Crisiszorg West-Brabant, de coördinator van het OGGZ-team, de coördinator

(18)

van het bemoeizorgteam, twee geneesheer-directeuren en twee gemeente ambtenaren. De uitkomsten van de gesprekken met sleutelfiguren leveren voorinformatie voor de uitvoering van de spiegelgesprekken.

Spiegelgesprekken met professionals uit de uitvoering

We voeren op twee momenten in het jaar twee spiegelgesprekken uit met professionals betrokken bij de uitvoering van de Wvggz (8 tot 10 professionals per gesprek). Bij deze methode delen professionals werkzaam in de uitvoering hun ervaringen. Onderwerp van gesprek is het proces en de bijdrage die het proces levert aan de te realiseren opbrengsten (zie figuur 1) (onderzoeksvraag A). Enkele professionals vanuit beleid zijn als toehoorder aanwezig en kunnen op bepaalde momenten aanvullende vragen stellen. Aan het einde wordt aan hen gevraagd wat hen vooral is opgevallen (samenvatting). Het is de bedoeling dat de beleidsmedewerkers op deze manier een spiegel voorgehouden krijgen die hun inzicht oplevert over het proces en mogelijke

verbeterpunten.

Telefonische interviews met betrokkenen

We voeren verspreid over het jaar maximaal 20 telefonische interviews uit met betrokkenen7. Met deze gesprekken willen we hun ervaringen en behoeftes in beeld krijgen ten aanzien van het proces en de bijdrage die dit proces levert aan de te realiseren opbrengsten (onderzoeksvraag A). Bij het in contact komen met betrokkenen houden wij rekening met- en zijn wij gebonden aan de Algemene Verordening

Gegevensbescherming (AVG).

3) Groepsevaluatie regio overleg Wvggz

Door deelname aan de landelijke pilot is in de regio West-Brabant al ervaring opgedaan met het regio-overleg Wvggz. We voeren eenmalig een groepsevaluatie uit met de deelnemers van dit overleg dat als onderdeel van de Wvggz vier keer per jaar samenkomt. Met behulp van verschillende werkvormen evalueren we de

uitvoering en ervaren meerwaarde van het regio-overleg en komen de deelnemers samen tot eventuele verbeterpunten.

4) Reflectiebijeenkomsten

Op twee momenten in het jaar organiseren we een reflectiebijeenkomst voor alle betrokken professionals op beleidsmatig en uitvoerend niveau, waarin we een terugkoppeling geven van de gevonden resultaten. Met behulp van verschillende werkvormen gaan deelnemers vervolgens samen aan de slag om acties te verbinden aan de resultaten en scherpen zij waar nodig de werkprocessen aan. In de eerste reflectiebijeenkomst wordt ook aandacht besteed aan het gezamenlijk vaststellen van indicatoren voor monitoring op basis van de resultaten.

5) Opzet monitoringsplan

Op basis van de verzamelde informatie uit de documentenanalyse, de gesprekken met sleutelfiguren en input tijdens de reflectiebijeenkomst, stellen we een monitoringsplan op waarin de antwoorden onder

onderzoeksvraag B verwerkt zijn. Als onderdeel van dit plan wordt ook een aanzet voor een rapportagevorm (incl. vormgeving) van de monitor gemaakt.

6) Uitvoering eerste ronde monitor

Op basis van het monitoringsplan voeren we een eerste ronde uit van de monitor met de in 2020 beschikbare en toegankelijke gegevens. Als gegevensbronnen denken we daarbij op voorhand aan de registratie van het meldpunt Crisiszorg West-Brabant en het informatiesysteem van Khonraad. In overleg met de beheerders van de registratiebronnen ontsluiten we de gegevens, waarbij wij rekening houden met- en gebonden zijn aan de AVG. Na ontsluiting, analyseren wij de beschikbare gegevens en verwerken deze in de door de regio gewenste rapportagevorm.

(19)

Producten

De procesevaluatie en de opzet en eerste ronde van de monitor leveren de volgende producten op:

 Een beknopte eindrapportage van de procesevaluatie;

 Een monitoringsplan;

 Een rapportage met de resultaten uit de eerste ronde van de monitor.

Projectorganisatie

De projectgroep is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering van het project en bestaat uit een projectleider en twee onderzoekers. Als klankbordgroep fungeert de regionale ambtelijke werkgroep die is ingesteld voor de implementatie van de Wvggz. De projectgroep betrekt de klankbordgroep bij het vaststellen van de sleutelfiguren en de gespreksleidraden en geeft regelmatig een terugkoppeling zodat de

klankbordgroep de voortgang kan monitoren. Op haar beurt draagt zij zorg voor het informeren van de bestuurlijke gremia over deze voortgang, dit zijn: de districtelijke driehoeksoverleggen in de regio

(Markiezaten en Baronie); de bestuurlijke regionale overleggen Beschermd Wonen/ Maatschappelijke Opvang;

en de regionale stuurgroep crisiszorg. Als projectadviseur is een bijzonder hoogleraar Openbare Gezondheidszorg van de Universiteit van Tilburg betrokken bij dit project.

Planning

Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December

Documentenanalyse x Gespreksleidraden

opstellen x x

Interviews sleutelfiguren x x x x

Spiegelgesprekken x x

Interviews betrokkenen x x x x x x

Evaluatie regio overleg x

Reflectiebijeenkomst x x

Eindrapportage

procesevaluatie x x

Opstellen monitoringplan x x

Uitvoering monitor x x x

Rapportage monitor x x

Begroting

Onderzoeker GGD, 524 uur à € 116,=  € 60.784,=

Projectadviseur, advieskosten  € 1.000,=

TOTAAL  € 61.784,=

Eraf cofinanciering 20%  € 12.357,= -/-

Aangevraagde subsidie  € 49.427,=

Kosten voor bijeenkomsten en ureninzet van betrokken ambtenaren en ketenpartners worden opgevangen binnen reguliere budgetten en werkzaamheden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verplichte zorg, ook wel onvrijwillige zorg genoemd, wordt verleend door GGz Breburg vanuit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wvggz.... De Wet verplichte

het ernstige vermoeden te hebben dat voornoemde persoon lijdt aan een psychische stoornis waaruit gedrag voortvloeit dat een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel veroorzaakt dat

Elke gemeente moet een lokaal meldpunt voor de Wvggz inrichten. Deze kan worden samengevoegd met het meldpunt verward gedrag. Door de medewerkers van dit meldpunt moeten de

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

Daarnaast zijn alle bij het A+O fonds bekende netwerken via een mail benaderd over zaken als doel van het netwerk, oprichtingsdatum, activiteiten, resultaten, succes-

Er dient aandacht te zijn voor een voldoende hoog authenticatie-niveau; het moet onomstreden duidelijk zijn dat alleen de burger inzage heeft in zijn eigen gegevens en dat

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,