Inspectierapport buitenschoolseopvang Alexandra (BSO) Zusterstraat EK GORINCHEM Registratienummer

(1)

Inspectierapport

buitenschoolseopvang Alexandra (BSO) Zusterstraat 11

4201EK GORINCHEM

Registratienummer 206944639

Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd

In opdracht van gemeente: Gorinchem

Datum inspectie: 18-05-2015

(2)

2 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang Alexandra te GORINCHEM - 2015

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing

Algemeen

Buitenschoolse opvang Alexandra bestaat vanaf eind 2009 en is net als het gelijknamige

kinderdagverblijf kleinschalig. De BSO is gehuisvest naast het kinderdagverblijf in een pand in het centrum van Gorinchem. Voorheen werd de groepsruimte alleen gebruikt voor vakantieopvang, sinds 2012 vindt er ook reguliere buitenschoolse opvang plaats voor kinderen van vier tot twaalf jaar.

Huidige inspectie

Het betreft een onderzoek op kernzaken. Zodoende zijn niet alle wettelijke items in de beoordeling meegenomen. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd.

Inspectiegeschiedenis

BSO Alexandra is gelokaliseerd in het centrum van Gorinchem. Op deze locatie is de buitenruimte onvoldoende toegankelijk voor de kinderen van de BSO. Afgelopen twee jaar zijn daarom op het deeldomein buitenruimte tekortkomingen geconstateerd. Hier heeft de houder afspraken over gemaakt met de gemeente.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

Uit gesprek blijkt dat de beroepskrachten het belangrijk vinden om elk kind individueel even te zien en te spreken, de kinderen inspraak te geven maar tegelijkertijd ook grenzen aanbieden en om elke dag even naar buiten te gaan, voor zover dit mogelijk is.

Dit komt overeen met speerpunten uit het pedagogisch beleid van Alexandra, waaruit blijkt dat aandacht voor het kind individueel en aandacht voor de verschillende ontwikkelingsgebieden belangrijk worden gevonden.

Observatie van de pedagogische praktijk vond plaats tijdens vrij spel en twee knutselactiviteiten.

Emotionele veiligheid

Op BSO Alexandra wordt er gewerkt met een dagelijks activiteitenprogramma. Kinderen kunnen hier van te voren op intekenen. De dag zelf wordt ook nog gevraagd of de kinderen interesse hebben voor de activiteit. Hiermee wordt een dagelijks ritme aangeboden. De kinderen komen uit school, mogen even spelen totdat iedereen er is, dan wordt er gegeten en gedronken. Ook wordt er geprobeerd altijd even naar buiten te gaan. Daarna wordt de activiteit aangeboden. Dit

voorspelbare ritme draagt bij aan de emotionele veiligheid. Tijdens de observatie werd een kind dat boos was gevraagd waarom het zo boos was en werd getroost. Ook hielp de beroepskracht het kind een oplossing te bedenken voor het probleem. Het kind voelde zich hierdoor gesteund en de boosheid was daarna snel weg.

In de groepsruimtes waren de beroepskrachten constant aanspreekbaar en dachten mee in

oplossingen en aanbod van activiteiten bij vragen van kinderen. Beroepskrachten communiceerden tijdens de observatie met regelmaat met elkaar om zaken af te stemmen en elkaar op de hoogte te brengen van een situatie of afspraak.

Hiermee is er voldoende waarborging van de emotionele veiligheid.

Persoonlijke competentie

Tijdens de knutselactiviteiten werden er complimentjes aan de kinderen uitgedeeld. Ook kregen de kinderen de keuze, zowel in welke activiteit (of niet) ze wilden doen, maar ook welke kleur of knutselmateriaal zij wilden gebruiken. Voor de oudere kinderen is een aparte relaxhoek ingericht.

Ook mogen zij een 'bibliotheek' beheren. Een kind dat verdrietig was omdat haar knutselwerkje was mislukt in haar opzicht kreeg de mogelijkheid een nieuwe te maken

Dit draagt voldoende bij aan de ontwikkeling van de persoonlijke competentie.

Sociale competentie

Kinderen speelden op spontane wijze in kleine groepjes met elkaar.

Fruit eten en drinken gebeurde in twee voor de kinderen bekende groepsindelingen. Kinderen pakten zelf een stukje fruit en gaven het bord daarna door aan de volgende. Hier was geen bijsturing of ingrijpen nodig. Er worden regelmatig activiteiten door de BSO georganiseerd waarbij samenwerken of samenspelen nodig is. Het beheren van een 'bibliotheek' bevordert ook de sociale competenties van de kinderen.

Hiermee was er voldoende zorg voor de ontwikkeling van de sociale competentie.

(5)

Normen en waarden

Afspraken, regels en gedragsvormen waren duidelijk aanwezig. Waar nodig werden deze herhaald door de beroepskrachten: "Je mag nog even de papieren opruimen en in de bak doen". En: "Als we klaar zijn met verven, dan heb ik in de keuken een sopje gemaakt met zeep, daar kun je je handen even wassen."

Gebruikte bronnen:

• Interview anderen (Er is gesproken met de houder en de beroepskrachten)

• Observaties (Er is gesproken met de aanwezige beroepskrachten)

• Pedagogisch beleidsplan

• Pedagogisch werkplan

(6)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De kopieën van verklaringen omtrent het gedrag van de op het moment van inspectie aanwezige beroepskrachten en vrijwilliger zijn ingezien en voldoen.

Passende beroepskwalificatie

Van de aanwezige beroepskrachten ten tijde van de inspectie zijn de beroepskwalificaties ingezien, deze voldeden. Er zijn momenteel geen stagiaires in dienst bij BSO Alexandra.

Opvang in groepen

BSO Alexandra bestaat uit twee basisgroepen van kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar oud.

De basisgroepen bestaan beiden uit maximaal 20 kinderen.

De kinderen drinken met kinderen uit hun eigen basisgroep in de eigen groepsruimte aan tafel.

Daarna mogen de kinderen vrij spelen in beide groepsruimtes en spelen de kinderen dus door elkaar.

Het is voor de kinderen, beroepskrachten en ouders duidelijk in welke basisgroep zij worden opgevangen.

Hiermee wordt voldaan aan de onderzochte eisen van de Wet Kinderopvang omtrent de opvang in groepen.

Beroepskracht-kindratio

Op het moment van inspectie waren er 30 kinderen aanwezig in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Er waren 3 beroepskrachten en een vrijwilliger aanwezig.

Uit bezettingslijsten en personeelsroosters blijkt dat de verdeling op doordeweekse dagen als volgt is:

Maximum aantal

aanwezige kinderen

Aantal aanwezige beroepskrachten

Maandag 30 3

Dinsdag 30 3

Donderdag 36 4

Op woensdag vindt er geen opvang plaats.

Er wordt op BSO Alexandra niet afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

Hiermee wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Er is gesproken met mevrouw Groeneboer)

• Observaties (Er is gesproken met de aanwezige beroepskrachten)

• Verklaringen omtrent het gedrag

• Diploma's beroepskrachten

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit

(8)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : buitenschoolseopvang Alexandra

Website : www.kindcentrumalexandra.nl

Aantal kindplaatsen : 40

Gegevens houder

Naam houder : Leonarda Theresia Maria Groeneboer

KvK nummer : 11067335

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : Dienst Gezondheid en Jeugd

Adres : Postbus 166

Postcode en plaats : 3300AD DORDRECHT

Telefoonnummer : 078-7708500

Onderzoek uitgevoerd door : M. van Leeuwen Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Gorinchem

Adres : Postbus 108

Postcode en plaats : 4200AC GORINCHEM

Planning

Datum inspectie : 18-05-2015

Opstellen concept inspectierapport : 11-06-2015 Vaststelling inspectierapport : 09-07-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 09-07-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 09-07-2015 Openbaar maken inspectierapport : 30-07-2015

(10)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.