Team Toezicht Kinderopvang
Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum
T (035) 692 62 22 www.ggdgv.nl
Inspectierapport
Mirakel (BSO)
Doctor P J H Cuypersplein 7 1222NC HILVERSUM
Registratienummer 726573589
Inspectierapport
Mirakel (BSO)
Doctor P J H Cuypersplein 7 1222NC HILVERSUM
Registratienummer 726573589
Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: Hilversum
Datum inspectie: 29-08-2016
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 07-10-2016
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 4
Observaties en bevindingen ... 5
Pedagogisch klimaat ... 5
Personeel en groepen ... 7
Inspectie-items ... 9
Gegevens voorziening ... 11
Gegevens toezicht ... 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het onaangekondigde jaarlijkse
inspectiebezoek bij buitenschoolse opvang Mirakel vond plaats op 29 augustus 2016.
Beschouwing
Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.
Algemeen
Buitenschoolse opvang Mirakel is een onderdeel van BINK kinderopvang in Hilversum en is gehuisvest in een voormalige pastorie.
Naast de begane grond worden de eerste en tweede verdieping gebruikt voor de kinderen van 4 tot ongeveer 7½ jaar. Per verdieping zijn er basisgroepen op kleur. Deze zijn ingedeeld per
leeftijdscategorie.
Daarnaast is een ander gebouw de NOK voor kinderen van 7 ½ tot 12 jaar met 3 verdiepingen.
De kinderen hebben naast hun groepsruimte, een keuken, het atelier, een speelkamer, een
muziekkelder, de gamekamer, een timmerschuur, gymzaal en sportruimte en een grote tuin en het plein tot hun beschikking.
Inspectiegeschiedenis
De afgelopen jaren zijn er op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd.
Huidige inspectie
Op 29 augustus 2016 is gesproken met locatieverantwoordelijke mw. L. Geserick en heeft de observatie van de praktijk tijdens dit gesprek plaatsgevonden.
Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein
‘pedagogisch klimaat’.
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
Emotionele veiligheid
Persoonlijke competentie
Sociale competentie
Overdracht van normen en waarden
De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld.
Pedagogische praktijk
Op basis van het gesprek met de locatieverantwoordelijke en de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief
beoordeeld.
Tijdens het gesprek met de locatieverantwoordelijke kwam sterk naar voren dat er veel aandacht is voor verrijking van speel mogelijkheden, behoeften, ontwikkeling en emotionele veiligheid van de kinderen.
De beroepskrachten worden betrokken bij het vaststellen en of verbeteren van het pedagogisch beleid. Er is dagelijks overleg tussen de beroepskrachten en locatieverantwoordelijke, waarin aandacht is voor bijvoorbeeld; eventuele bijzonderheden van kinderen en het
activiteitenprogramma. Binnen deze buitenschoolse opvang bewegen de kinderen zich naar eigen behoefte over de verschillende verdiepingen en afdelingen, waarbij zij te maken hebben met meerdere beroepskrachten en kinderen.
De overdracht onderling heeft binnen het team een hoge prioriteit.
Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de sfeer op de groepen, de professionaliteit van de beroepskrachten en de informatieoverdracht en uitwisseling.
Tijdens de observatie is gezien dat de beroepshouding van de medewerkers van positieve invloed is op de emotionele veiligheid van kinderen.
Er is een programma met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Dit biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor enige flexibiliteit voor onvoorziene situaties of uitloop van geplande of voorkeur- activiteiten van kinderen. Zo is er recent gekozen om met de jongste kinderen van groep 'paars' het drink- en snackmoment te houden in de vernieuwde keuken. De ervaring was dat de tafel op de groep hiervoor moest worden opgeruimd, terwijl er nog kinderen aan zaten te spelen. Door het drink- en snackmoment in de keuken te houden, stappen de kinderen even uit de groepsruimte en kan de tafel op de groep in gebruik blijven voor hetgeen hij diende op dat moment. De beroepskracht in de keuken streept af op een lijst welke kinderen er bij haar aanwezig zijn (geweest). Het is ook mogelijk dat een kind van een andere groep bij haar iets komt drinken. Dat wordt onderling met elkaar gecommuniceerd, zodat duidelijk is voor alle beroepskrachten welke kinderen nog mogen drinken en of snacken.
De sfeer in de groepen is huiselijk, open, ontspannen en aangenaam. De kinderen zijn volop bezig met zelf gekozen activiteiten en genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Ze laten zien dat ze blij en trots zijn en plezier hebben.
Het moment van vertrek van een kind verloopt rustig en goed georganiseerd. Zo hebben de beroepskrachten een duidelijke taakverdeling bij bijvoorbeeld wie ontvangt de ouder, begeleidt het kind bij vertrek en wie houdt zicht op de nog aanwezige kinderen.
De beroepskrachten houden rekening met de onzekerheid, onhandigheid of overgevoeligheid die past bij de overgang van ‘middenbouw schoolkind’ naar pre-puber. De kinderen van NOK 3 maken gebruik van de groepsruimte op de tweede verdieping van de dependance. In deze groep worden kinderen, mits zij hieraan toe zijn, geplaatst in de overgang naar de 8+ groep. NOK 3 geeft in beginsel nog wat meer overzicht en geborgenheid, waarbij de kinderen langzaam aan toegang gaan zoeken tot de ruimtes en afdelingen waar de kinderen van NOK 1 en 2 gebruik van maken.
Bovendien wordt er gemonitord of kinderen zich goed voelen in de groep waarin ze zijn geplaatst.
Na de vakantie zijn er kinderen doorgeplaatst naar een volgende groep. Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder gezien en gehoord dat er aan kinderen wordt gevraagd of ze het leuk hebben op hun nieuwe groep of dat ze liever weer terug willen naar de vorige groep. Alle kinderen reageren enthousiast dat ze het erg naar hun zin hebben in de nieuwe groep.
Tijdens het verblijf van de kinderen op de locatie wordt er drie keer door een aangewezen
beroepskracht gecontroleerd waar de kinderen zich bevinden. Met als doel inzicht te hebben waar de kinderen zijn en wat ze bezig houdt maar ook om aan ouders te melden als zij komen ophalen.
Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is met name gekeken naar de vaardigheden van de beroepskrachten in het uitlokken en begeleiden van spel, de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden. Tijdens de observatie is waargenomen dat de beroepshouding van de medewerkers een positieve invloed heeft op de persoonlijke competentie.
De beroepskrachten organiseren en benutten het programma voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier. Kinderen krijgen de kans om zichzelf en elkaars kunnen te ontdekken.
Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele- en groepsactiviteiten.
De activiteiten zijn gevarieerd en bieden zowel rustmomenten als actieve uitdaging.
De locatieverantwoordelijke gaf aan dat er binnen de locatie en organisatie gebruik gemaakt wordt van de competenties en kwaliteiten van de beroepskrachten. Bijvoorbeeld een beroepskracht die de timmerschuur beheert, een beroepskracht die blokfluitles geeft en beroepskrachten die een sport achtergrond hebben.
Bij het onderdeel sociale competentie is met name gekeken naar de aanpak van de
beroepskrachten en het functioneren van de groepen. Tijdens de observatie is geconstateerd dat de beroepskrachten zich voldoende bezig houden met het stimuleren van de sociale competentie.
De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijd- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen, van elkaar leren.
De kinderen zijn deel van een groep en hierbij sluiten de beroepskrachten aan op de persoonlijke eigenheid van kinderen. Kinderen kunnen ook kenbaar maken wat hun wensen voor verandering of verbetering zijn. De kinderen mogen bijvoorbeeld gaan meedenken in het verzinnen van nieuwe groepsnamen. Hiermee wordt de kind-betrokkenheid vergroot.
Bij de beoordeling van de overdracht van normen en waarden is met name het gedrag van de groepsleiding en de kinderen geobserveerd. De beroepshouding van de medewerkers draagt bij aan de overdracht van normen en waarden.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. L. Geserick)
Observaties (Onaangekondigd 29 augustus 2016)
Pedagogisch beleidsplan (Versie januari 2016)
Pedagogisch werkplan (Versie januari 2016)
Locatie informatie
Personeel en groepen
Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein
‘personeel en groepen’.
Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma’s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten.
De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn getoetst door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten.
Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd.
Verklaring omtrent het gedrag
Van alle medewerkers uit de steekproef is een verklaring omtrent het gedrag gezien die is
afgegeven na 1 maart 2013. De verklaring omtrent het gedrag van nieuwe medewerkers zijn voor aanvang van de werkzaamheden overlegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Er is niet beoordeeld of er stagiaires op andere dagen werkzaam zijn. Tijdens de inspectie waren er geen stagiaires werkzaam.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
Het team bestaat uit beroepskrachten met verschillende opleidingen, zoals pedagogisch medewerker niveau 3 en 4, sport en bewegen niveau 4 en HBO pedagogiek.
Opvang in groepen
Ieder kind hoort in een basisgroep met een eigen beroepskracht. De kinderen weten in welke groep zij zitten.
Naam
groep Leeftijd
kinderen Maximaal aanwezigheid kinderen
Naam
groep Leeftijd
kinderen Maximaal aanwezigheid kinderen
Paars 1 4-5 jaar 10 Rood 1 6-7½ jaar 10
Paars 2 4-5 jaar 10 Rood 2 6-7½ jaar 10
Paars 3 4-5 jaar 10 Rood 3 6-7½ jaar 10
Paars 4 4-5 jaar 10 Rood 4 6-7½ jaar 10
Geel 1 5-6 jaar 10 Nok 1 8+ 30
Geel2 5-6 jaar 10 Nok 2 8+ 30
Geel 3 5-6 jaar 10 Nok 3 7½-8 jaar 20
Geel 4 5-6 jaar 10 Capaciteit in te delen naar behoefte en beschikbare m²
10
Het Mirakel is een grote buitenschoolse opvanglocatie met een hoofdgebouw en een dependance in een bijgebouw (NOK) voor de oudste kinderen. Er is een capaciteit voor 210 kinderen per dag. In totaal zijn er voldoende vierkante meters om de maximale capaciteit binnen de basisgroepen aan te passen op het aanbod.
In het hoofdgebouw zijn drie groepen ondergebracht voor kinderen in de leeftijd van 4 tot ongeveer 7½ jaar, verdeeld over paars, geel en rood. Iedere basisgroep heeft sub-groepen van maximaal 10 kinderen.
In de NOK zijn twee groepen ondergebracht voor kinderen vanaf 8 jaar. Op de tweede verdieping bevindt zich NOK 3 voor kinderen vanaf 7 ½ jaar. Vanuit deze veilige plek kunnen kinderen langzaam wennen aan de grotere zelfstandigheid en vrijheid om van daaruit hun eigen weg te vinden in de NOK.
Beroepskracht-kindratio
Ten tijde van de onaangekondigde inspectie is de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd;
Naam groep
Leeftijd kinderen
Aantal aanwezige kinderen
Aantal beroepskrachten nodig
Aantal beroepskrachten aanwezig Paars
1 2 3 4
4-5 jaar 7 9 8 9
1 1 1 1
1 1 1 1 Geel
1 2 3 4
5-6 jaar 9 6 10 10
1 1 1 1
2 1 1 1 Rood
1 2 3 4
6-7 jaar 5 7 10 10
1 1 1 1
1 1 1 2 NOK 1
NOK 2
8+ 22
19
3 2
3 2 NOK 3 7½-8
jaar 15 2 2
Conclusie uit de waargenomen praktijk is dat er aan de minimale eisen betreffende de beroepskracht-kindratio wordt voldaan.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. L. Geserick)
Observaties (Onaangekondigd 29 augustus 2016)
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Presentielijsten
Personeelsrooster
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen) OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Mirakel
Website : http://www.binkkinderopvang.nl
Aantal kindplaatsen : 210
Gegevens houder
Naam houder : Bink Hilversum
Adres houder : Postbus 1064
Postcode en plaats : 1200BB HILVERSUM
Website : www.binkkinderopvang.nl
KvK nummer : 55449808
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek
Adres : Postbus 251
Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM
Telefoonnummer : 035-6926377
Onderzoek uitgevoerd door : K. van Beek Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Hilversum
Adres : Postbus 9900
Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM
Planning
Datum inspectie : 29-08-2016
Opstellen concept inspectierapport : 20-09-2016
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 07-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 07-10-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 07-10-2016 Openbaar maken inspectierapport : 14-10-2016
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.