• No results found

Inspectierapport Oberon (BSO) De Verbeelding HZ Zeewolde Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Oberon (BSO) De Verbeelding HZ Zeewolde Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Oberon (BSO) De Verbeelding 27 3892HZ Zeewolde

Registratienummer 160144425

Toezichthouder: GGD Flevoland

In opdracht van gemeente: Zeewolde

Datum inspectie: 30-11-2017

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 05-02-2018

(2)

2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-11-2017

Oberon te Zeewolde

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectie-activiteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties of indien hier een andere aanleiding toe is.

Beschouwing Algemeen:

BSO Oberon maakt deel uit van de Stichting Kindercentra Zeewolde. Deze stichting heeft meerdere vestigingen voor buitenschoolse opvang, dagopvang en peuterspeelzalen in Zeewolde. BSO Oberon is sinds september 2015 gevestigd op deze locatie in basisschool De Wetering in Zeewolde Zuid. Er is één basisgroep met maximaal 20 kindplaatsen.

Inspectiegeschiedenis:

08-09-2015: Onderzoek voor registratie; advies tot opnemen in het landelijk register kinderopvang.

30-11-2015: Onderzoek na registratie; geen tekortkomingen geconstateerd.

15-12-2016: Jaarlijks onderzoek; De toezichthouder constateert enkele tekortkomingen in twee documenten en past hiervoor 'overleg en overreding' toe. Op 19 januari j.l. stuurt de houder aangepaste documenten op aan de toezichthouder. De tekortkomingen zijn hersteld.

Huidig onderzoek:

De toezichthouder bezoekt de BSO op een donderdagmiddag. Er zijn dan 8 kinderen aanwezig met 1 beroepskracht. Dit is de vaste beroepskracht die elke dag op de groep staat. Er heerst een ontspannen en vrolijke sfeer op de BSO.

De toezichthouder observeert de pedagogische praktijk en beoordeelt of er wordt voldaan aan enkele eisen uit het domein 'personeel en groepen'. De toezichthouder constateert geen tekortkomingen.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-11-2017

Oberon te Zeewolde

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden.

Bij de observatie maakt de toezichthouder gebruik van het "Veldinstrument onderzoek en

observatie" van december 2014. Hieruit citeert de toezichthouder de criteria (modelvoorbeelden) die betrekking hebben op het geobserveerde pedagogisch handelen en illustreert deze met voorbeelden uit de praktijkobservatie. De beknopte voorbeelden zijn bedoeld als illustraties en pretenderen niet een volledig beeld van de praktijksituatie te geven. De toezichthouder stoelt haar inzicht en mening op de gegeven voorbeelden en op tijdens de observatie opgedane overige signalen.

Pedagogische praktijk

De observatie van het pedagogisch handelen vond plaats op een donderdagmiddag. Er zijn dan 8 kinderen aanwezig met 1 beroepskracht. De kinderen doen verschillende activiteiten als knutselen, playstation en buiten spelen. Rond 17 uur gaan de kinderen aan tafel en eten fruit.

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

De beroepskrachten bespreken hun handelen (aanpak, effect op de kinderen) op vaste momenten met het team en de leidinggevende. Werkinstructies en afspraken staan geagendeerd bij

teamoverleg en werkbegeleiding. Het pedagogisch beleidsplan wordt als houvast en naslagwerk gebruikt.

De beroepskracht vertelt dat 4 à 5 keer per jaar een groot overleg wordt georganiseerd door de houder voor alle beroepskrachten. Afgelopen jaar is er door de houder extra aandacht besteed aan de begeleiding van anderstaligen en tweetalige kinderopvang.

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

Welbevinden:

Het welbevinden van de kinderen is redelijk tot goed. De meeste kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. Ze zijn met interesse bezig, alleen of met anderen/vriendjes.

Observatie: Ouders komen hun dochter ophalen. Zij is aan het knutselen aan tafel en wil nog niet mee naar huis. De ouders hebben een gesprekje met de beroepskracht. Wanneer het meisje aangeeft nog iets langer op de BSO te willen blijven, zeggen de ouders later terug te komen om hun dochter op te halen.

Een moeder komt haar zoon ophalen. Ook hij wil graag nog iets langer blijven om een activiteit af te ronden. Omdat hij zelfstandig naar huis mag, spreekt moeder met de beroepskracht af dat haar zoon naar huis gaat wanneer hij uitgespeeld is.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

Zelfredzaamheid:

Kinderen krijgen ruimte voor zelfsturing, maar de beroepskracht is voor kinderen beschikbaar als hulp en ‘controlepunt’ voor wat kan en mag. Kinderen gedragen zich redelijk zelfstandig en zelf verantwoordelijk bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten.

Observatie: Kinderen kiezen zelfstandig hun activiteiten. Ze gaan naar buiten wanneer zij dat willen, maar melden dat wel bij de beroepskracht. Zij pakken zelf knutsel- of ander materiaal om

(5)

mee te spelen. Een ouder meisje legt aan 2 jongere kinderen uit hoe ze iets kunnen maken met loom-elastiekjes. De beroepskracht helpt bij het maken van pompons.

Een jongen loopt rond en komt niet tot een activiteit. De beroepskracht vraagt "Wat wil jij doen X?"

Hij wil een sinterklaas maken van papier. De beroepskracht helpt door te vragen "Wat heb je dan nodig?". De jongen noemt materialen op en gaat deze verzamelen, dan gaat hij knutselen aan tafel naast beroepskracht.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

Aanmoedigen onderling contact:

De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijd- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen, van elkaar leren.

Observatie: Het fruit klaar maken en eten is een groepsmoment waarbij alle kinderen aan tafel gaan zitten. Kinderen vragen of ze mogen helpen bij het snijden of wassen van het fruit. Wanneer het fruit rond gaat, pakt de beroepskracht een moppenboek er bij. Een jongen leest moppen voor uit het boek. Een andere jongen vertelt enkele grappen uit z'n hoofd. De kinderen lachen en hebben vrolijke gesprekken. Wanneer de jongen een nieuwe mop wil voorlezen en andere kinderen nog aan het praten zijn, helpt de beroepskracht: "Even wachten met voorlezen als we nog aan het kletsen zijn".

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Uitleg en instructie:

De beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van ‘wat er wèl mag’.

Observatie: Een jong meisje rent door de groepsruimte. De beroepskracht spreekt haar aan "X, weet je nog? niet rennen binnen, rennen doe je buiten".

Even later wil het meisje buiten spelen met anderen. De beroepskracht loopt even mee naar buiten om duidelijk af te spreken waar gespeeld mag worden, zodat de beroepskracht er voldoende zicht op kan houden.

Later wil een meisje weer buiten spelen. De beroepskracht legt uit dat dat niet kan omdat het al donker is, en zij de kinderen dan niet meer kan zien. Het meisje begrijpt dat en gaat iets anders doen.

Conclusie: Er wordt voldoende zorg gedragen voor het waarborgen van de pedagogische basisdoelen en deze worden overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan uitgevoerd.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskracht)

 Observaties (pedagogische praktijk en opvanglocatie)

(6)

6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-11-2017

Oberon te Zeewolde

Personeel en groepen

Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor verklaringen omtrent het gedrag (VOG) en passende beroepskwalificaties. Ook gelden normen voor opvang in groepen en beroepskracht-kindratio (b-k- r).

Verklaring omtrent het gedrag

Op deze BSO werkt 1 vaste beroepskracht, zij is 4 dagen per week aanwezig. De beroepskracht is in het bezit van een VOG conform de geldende eisen.

Passende beroepskwalificatie

De vaste beroepskracht is in het bezit van een SPW-niveau 4 diploma. Dit diploma kwalificeert voor het werken in de kinderopvang.

Opvang in groepen

Op deze BSO is 1 basisgroep met maximaal 20 kindplaatsen. Ten tijde van inspectie wordt dat kindaantal niet gehaald. De beroepskracht vertelt dat er op de...

 maandag gemiddeld 7 kinderen aanwezig zijn,

 dinsdag gemiddeld 5 kinderen aanwezig zijn,

 donderdag gemiddeld 8 kinderen aanwezig zijn.

Op de vrijdag is er 1 kind aanwezig. Deze gaat met de vaste beroepskracht naar BSO Camelot van de SKZ. In een map op de groep zijn toestemmingsformulieren aanwezig van ouders, voor opvang in een andere basisgroep. Op woensdag is de BSO gesloten.

Beroepskracht-kindratio

Op moment van inspectie zijn er 8 kinderen aanwezig met 1 beroepskracht. Omdat de groepsgrootte de 10 kinderen niet overschrijdt, is er altijd 1 beroepskracht aanwezig op deze locatie. Zij is niet alleen in het pand, er zijn ook medewerkers van de school aanwezig.

Op woensdag, vrijdag en in vakanties wordt op deze locatie geen opvang geboden.

De afwijking op de b-k-r is niet beoordeeld, met 1 beroepskracht kan er niet afgeweken worden.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskracht)

 Diploma beroepskracht

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Plaatsingslijsten

(7)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in basisgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-11-2017

Oberon te Zeewolde Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen) OF

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Oberon

Aantal kindplaatsen : 20

Gegevens houder

Naam houder : Stichting Kindercentra Zeewolde

Adres houder : Hermelijnhof 27

Postcode en plaats : 3892VE Zeewolde

Website : www.kindercentrazeewolde.nl

KvK nummer : 41023454

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Flevoland

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD

Telefoonnummer : 088-0029910

Onderzoek uitgevoerd door : M Oortwijn Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Zeewolde

Adres : Postbus 1

Postcode en plaats : 3890AA ZEEWOLDE

Planning

Datum inspectie : 30-11-2017

Opstellen concept inspectierapport : 15-01-2018 Vaststelling inspectierapport : 05-02-2018 Verzenden inspectierapport naar houder : 05-02-2018 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 05-02-2018

Openbaar maken inspectierapport :

(10)

10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 30-11-2017

Oberon te Zeewolde

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling