• No results found

1. De schepping - deel I (Genesis 1)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1. De schepping - deel I (Genesis 1)"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

de

1. De schepping - deel I (Genesis 1)

T

WEE SCHEPPINGSVERHALEN

Eigenlijk is het waanzin om maar 1 les te besteden aan ‘de schepping’. Dan is oppervlakkigheid troef. De eerste hoofdstukken zijn zo rijk, staan zo bol van intensiteit en betekenis dat je er eigenlijk een heel kwartaal aan zou moeten besteden. We zullen dus sowieso keuzes moeten maken.

Bovendien gaat het in Genesis niet om één scheppingsverhaal, maar twee…

1. In Genesis 1 (tot 2:3) wordt het hele kader geschetst waarin het verhaal van de mensen zich zal afspelen. Gods handelen wordt gekoppeld aan beheerste macht, orde, explosieve creatieve gulheid en verschei- denheid. Hij maakt scheiding, zodat er woonruimte ontstaat voor mens en dier.

2. Vanaf Genesis 2:4 lijkt het alsof het scheppingsverhaal wordt hernomen: “Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen. In de tijd dat de HEER God aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik…” (Gen 2:4,5)

We staan weer aan het begin van de schepping, alleen lijken een aantal gegevens niet overeen te komen met wat voorafging. Er is geen sprake meer van zes scheppingsdagen en een zevende dag als rustdag. Ook de volgorde wordt dooreengegooid: het begint met

water, dan komen de mensen, vervolgens de bomen en de planten, en dan pas de dieren… Dit lijkt in tegenspraak te zijn met het verhaal in Genesis 1. Je kunt het echter ook anders zien. De auteur wil geen

chronologisch correct verhaal doorgeven, wel een boodschap. In het tweede scheppingsverhaal staat alles in het teken van de mens. Merk trouwens op dat in vers 4b eerst de aarde wordt vermeld, en dan pas de hemel (en dus niet ‘de hemel en de aarde’ zoals in 1:1). En laat de aarde nu juist de plaats zijn waar de mens thuishoort. Zelfs de tuin van

Eden wordt voorgesteld als speciaal gemaakt voor en gegeven aan de mens!

TOV!

“God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.” - v. 31

Een sterke rode draad doorheen het eerste hoofdstuk is het 7x weerkerende refrein ‘zie, het was (zeer) goed’. We gaven al aan in de voorbeschouwingen dat het Hebreeuwse TOV, waar ons woordje TOF vandaan komt, moeilijk in één woord te vertalen is: goed, mooi, aangenaam, nuttig, wat beantwoordt aan de bedoeling en de verwachtingen, vreugdevol, voorspoedig... Van hetzelfde TOV is het Hebreeuwse woord voor 'geluk', 'welzijn' afgeleid!

Veel meer dan een beschrijving van hoe het destijds was, geeft het Genesisverhaal aan wat Gods droom is voor de schepping en vooral voor de mens. Tegelijkertijd wordt dit de mens voorgehouden als streefdoel. Dit is niet enkel de rode draad in het Genesisverhaal, maar in de hele Bijbel (zie bv. Micha 6:8 “Er is jou, mens, gezegd wat goed is (TOV), je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten (goedheid liefhebben) en nederig de weg te gaan van je God.”)

Samen overleggen

§ Je kunt proberen na te gaan wat dat TOV precies betekende, en hoe de hof van Eden er dus uitzag...

Denkt u echter niet dat het zinvoller is om dat 'TOV' eerder te zien als de 'droom' die God in gedach- ten had en nog steeds heeft, wat hij wilde en nog steeds wil (zie ook Micha 6:8)? Wat betekent dit voor de manier waarop we in het leven en in de wereld staan? Spreek hierover met elkaar!

§ Hoe belangrijk vind je het voor jezelf (je leven, je geloofsleven, je relaties) dat ‘TOV’ niet enkel ‘GOED’

betekent, maar ook mooi, nuttig, beantwoordend aan de bedoeling en de verwachting, en zelfs:

aangenaam, vreugdevol, wat gelukkig maakt? Kan het begrijpen hiervan ook het kerkleven beïnvloeden?

De godsnaam ELOHIM die in H. 1 consequent gebruikt

wordt is verbonden met verheven scheppingsmacht.

In hoofdstuk 2 wordt steevast de uitdrukking ‘de Heer God’

(JHWH ELOHIM) gebruikt.

JHWH is Gods verbonds- naam: God weet zich verbonden met de mens, hij

wil ‘er bij zijn’, hij wil

‘meegaan’ (zie bv. Ex 3)

Samen overleggen

Inleidende rondvraag: wat spreekt je vooral aan in Genesis 1? Welke boodschap(pen) vind jij belangrijk?

(2)

de

B

ERESJ

IET BARA

E

LOHIM

-

IN HET BEGIN SCHIEP

G

OD

“In het begin schiep God de hemel en de aarde… De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest. God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht.” (1:13)

Het genesisverhaal probeert Gods bestaan niet te bewijzen en zelfs niet te argumenteren. Opvallend is wel dat ‘God’ onmiddellijk wordt gekoppeld aan het werkwoord BARA – scheppen, een werkwoord dat in de Bijbel uitsluitend voorkomt met God als onderwerp. Dit is waar God ‘sterk’ in is: scheppen en vernieuwen (herscheppen)! Het genesisverhaal (en de Bijbel als geheel) praat niet zozeer op een filosofische of theologische manier over God. Het gaat eerder over Gods project voor leven en welzijn. Dit wordt dan ook gelinkt aan morele en ethische normen, een levensvisie, een manier van

leven. Voor sommigen is dit trouwens een van de redenen om de idee van het Godsbestaan te verwerpen.

Naast dit BARA komt 10 keer het werkwoord ASAH (maken) voor. Dit wordt ook gebruikt voor de mens. De mens kan dan misschien niet BARA - scheppen zoals God, hij kan en moet wel ASAH - maken!

Samen overleggen

§ Scheppen en herscheppen (vernieuwen): een basiseigenschap van God… Reactie?

§ BARA en ASAH: wat kan alleen God en wat kunnen (moeten?) wij?

E

R ZIJ LICHT EN LEVEN

!

De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest. God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht.” (1:13)

De uitdrukking woest en doods, TOHOE WA-VOHOE kwamen we al tegen in de voorbeschouwingen.

TOEHOE WA-VOHOE is het tegenovergestelde van leven.

ELOHIM zou daar verandering in brengen: “YEHI - Er zij!”

YEHI komt van het werkwoord HAYAH. Dit betekent

‘zijn’, ‘leven’. Gods naam YHWH (Ex 3:14) speelt met dit werkwoord, en wordt vaak vertaald als ‘Ik ben’. Je kunt ook vertalen ‘Ik laat zijn’. Joodse geleerden vertalen het liefst met ‘Ik zal er zijn’ (In Exodus 3 belooft

Hij om met Mozes mee te gaan!). Het werkwoord HAYAH komt maar liefst 26 keer voor in het eerste scheppingsverhaal. En laat 26 nu net de som zijn van de hebreeuwse letterwaarde van de naam YHWH. God is een God van LEVEN! Wanneer Hij spreekt, dan is dat om leven

(goed leven!) mogelijk te maken.

‘Duisternis’ zit in dezelfde sfeer. In de Bijbel wordt duisternis vaak gekoppeld aan onrecht, wat niet gezien mag worden, wat het daglicht niet verdraagt en uiteindelijk ook met ‘dood’ (zie bv. Job 12:22 “Hij legt diepten bloot vanuit het duister, en leidt naar het licht de schaduw des doods.” (Naardense Bijbel).

Gods spreken brengt licht in de duisternis. De spots gaan aan, het gaat beginnen, en het mag gezien worden! Niets blijft verborgen.

Samen overleggen

§ God is onlosmakelijk verbonden met licht en leven… Hoe belangrijk is dit voor het Godsbeeld? En wat zijn de concrete implicaties voor wie zich op deze God beroept? Denk hierbij ook aan Jeremia 4:23,24.

“… Gods geest zweefde over het water.”

De Hebreeuwse taal is een heel concrete en dynamische taal. RUACH, geest, geeft eigenlijk aan dat er lucht in beweging komt: adem, wind... en vandaar ook: bezieling, begeestering. In sommige bijbel- vertalingen lees je: ‘De wind van God joeg over het water’ (GNB), of nog: ‘Er waaide een hevige wind over het water’ (BGT).

Ook bij het opdrogen van de watervloed in het zondvloedverhaal (Genesis 6-9) en de tocht door de wateren van de Rode Zee in het Exodusverhaal is er sprake van Gods RUACH. Telkens gaat het om het (weer) mogelijk maken van het leven - een soort nieuwe schepping dus.

Het werkwoord BARA – scheppen, duidt altijd op een bijzonder hande- len van God: bij de schepping, in de geschiedenis (van Israël), in de

mens (zie bv. Psalm 51:12 “Schep mij een rein hart”)

Interessant detail: De profeet Jeremia geeft aan dat mensen het scheppingsproces kunnen omkeren en van de maatschappij een donkere, dorre en onleefbare plek maken wanneer ze ervoor kiezen om God buiten- spel te zetten (Jer 4:23,24 - waar dezelfde Hebreeuwse uitdrukking ‘woest en doods’ wordt gebruikt). Zo wordt van bij het begin de verantwoordelijkheid van de mens duidelijk gemaakt: opkomen voor het leven, het goede, voor recht en harmonie.

Volgens de Joodse wijzen begint met het scheppen van het licht ook de Torah (de boe- ken van Mozes, met daarin de basis van de Hebreeuwse godsdienst). In psalm 119:115 zingt koning David: “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” De Torah (Gods woord) is een hulp om in deze geschapen wereld een leven te leiden dat het volle licht verdraagt.

(3)

de

Bovendien stelt deze RUACH iemand in staat om te spreken.

Dat is wat God ook zou doen: ‘En God sprak’.

Het Hebreeuwse werkwoord ‘zweven’ dat hier gebruikt wordt komt maar driemaal voor in de Bijbel. In Deuteronomium 32:11 wordt het gezegd van een arend die boven het nest zweeft

om voor de jongen te zorgen. Het betekent ook trillen, zinderen. Je verwacht dus dat er iets groots gaat gebeuren! En dat gebeurt ook: "God sprak: er zij licht... en er was licht." En na dat licht: LEVEN!

P

LAATS VOOR ALLES EN IEDEREEN

In de voorbeschouwing gaven we aan dat God tijdens de eerste drie dagen scheiding maakt: orde en levensruimte worden geschapen. De drie volgende dagen wordt die ruimte bevolkt. Van chaos naar orde, van leegte en doodsheid naar bruisend leven. TOV!

Wat zeker ook deel uitmaakt van dat ‘TOV’ is de idee van verscheidenheid. Een explosie van leven in alle vormen en kleuren. Die verscheidenheid (en dus het recht op eigenheid) is een belangrijk gegeven in het Hebreeuwse denken.

Tien keer wordt gezegd dat iets geschapen wordt naar ‘zijn aard’ of ‘hun aard’: de zeedieren, de vogels, de planten en bomen, de landdieren… Het mooie en het belang van diversiteit benadrukt. Er is ruimte voor alles en iedereen!

Het scheppingsverhaal vertelt over een God die niet streng, krenterig en grijs is. Wel integendeel. Er is sprake van crea- tieve gulheid en verscheidenheid: allerlei vormen en kleuren, verschillende levende wezens ‘naar hun aard’, ieder met zijn eigenheid.

In Genesis 2 krijgt de mens de verantwoordelijkheid om alle dieren een naam te geven. Het Hebreeuwse SHEM, naam, duidt op eigenheid, eigen aard en karakter.

Deze verscheidenheid staat in schril contrast met de drang naar eenvormigheid die je vaak tegenkomt bij mensen en

groepen van mensen (hier komen we op terug bij de studie van Genesis 11).

Samen overleggen

§ Het belang van verscheidenheid / ruimte voor alles en iedereen: wat betekent dit concreet voor onze manier van leven (in de maatschappij, in de kerk, …)?

§ Wat is uw reactie op het begrip TSIMTSOEM?

HA’ADAM- MENSEN

“God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; … God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, man- nelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen (lett. ‘hen’). Hij zegende hen…” (v. 26,27)

‘Laten we mensen maken”

Je voelt onmiddellijk aan dat de mens een bijzondere plaats inneemt in het geheel. “Laten wij mensen maken” in plaats van het onpersoonlijke “er zij, en het was er”. Aandacht en zorg…

‘Naar ons beeld’

De mens wordt beschreven als dicht bij de dieren staand: geschapen op dezelfde dag. En toch is er een belangrijk verschil: naar Gods (even)beeld. Gaat het om fysieke gelijkenis, bewust denkvermogen, zede- lijk bewustzijn? In Genesis 5.3 worden dezelfde twee woorden gebruikt in het kader van een ouder-kind relatie, wat het accent legt op het relationele.

Het minste wat je kunt zeggen is dat dit alles aangeeft hoe waardevol ieder mens is! Koningskinderen (in de Oudheid werd de koning beschouwd als het beeld van de godheid op aarde)! Belangrijk voor het zelf- beeld, voor een positief zelfbewustzijn, zonder hoogmoed of zelfingenomenheid.

Een belangrijk actueel gegeven is het respect voor het ‘anders zijn’ (mannelijk / vrouwelijk). Allebei beeld van de Schepper, die zelf ook helemaal niet kan opgesloten worden in één beeld.

Psalm 33:6

“Door het woord van de Heer is de hemel gemaakt, door de adem (RUACH) van zijn

mond het leger der sterren.”

In de grondtekst staat: Laten we Ha’ADAM maken. Adam is oorspronkelijk geen eigen-

naam, maar betekent ‘mens’, ‘aardling’

(geschapen uit de aarde, ‘adamah’ – de rode Mesopotamische klei). Mannelijk én vrouwelijk.

Een mooi begrip: TSIMTSOEM

In christelijke middens heeft men het meestal over

‘creatio ex nihilis’, schepping uit het niets.

Rabbijnen zien dat anders. Zij spreken over TSIMTSOEM.

Het niets bestaat niet… Is God immers niet overal? Wanneer Hij echter wereld en mens wil scheppen, trekt Hij zich terug om ruimte te creëren

voor de mens. In alle respect laat Hij de mens vrijheid en privacy. Hij stelt zich wel beschikbaar.

Zoals het klinkt in het boek Openbaring (3.20): “Ik sta aan de deur en ik klop; als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnen komen en we

zullen samen maaltijd houden.”

(4)

de

Niet ‘naar hun aard’ : dieren zijn wat ze zijn, ze volgen hun instinct. Bij mensen ligt dat anders: ze moeten keuzes maken - bewust kiezen wie of wat ze willen zijn. Dit wordt nog benadrukt door een detail in de tekst die vaak over het hoofd wordt gezien:

Wanneer God in Gen 1:26 aangeeft dat Hij mensen wil maken, geeft Hij aan dat Hij wil dat ze zijn beeld en gelijkenis zouden zijn. In vers 27 wordt dit uitgevoerd en lezen we: “God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem.” Het begrip ‘gelijkenis’ komt niet meer voor… De mens is gescha- pen naar Gods beeld, en dit onderscheidt hem van de dieren. De vraag is of dit voldoende is. Wie of wat zal ervoor zorgen dat de mens ook ‘op God lijkt’? Wie of wat maakt dat de mens niet enkel zijn instincten volgt en op een dierlijke manier door het leven gaat, maar de goddelijke gelijkenis waarmaakt. Beeld van God: een voorrecht, maar ook een roeping!

Mannelijk en vrouwelijk

Mannelijk én vrouwelijk (en niet ‘man en vrouw’). We gaven al aan dat het woord ha’ADAM ‘mens’ be- tekent, in de algemene zin (ook: mensheid). In vers 27 valt het gebruik op van de voornaamwoorden ‘hem’

(enkelvoud) en ‘hen’ (meervoud). Voor God is de mens uniek, ieder mens, wie hij of zij ook is. Beeld van God zijn is niet het voorrecht van de man, maar van de mens. Als mens uniek en toch divers, sowieso al met twee facetten: mannelijk en vrouwelijk. De idee van diversiteit kwamen we hierboven al tegen. Ook hier wordt het ‘anders zijn’ in de verf gezet. Anders

maar gelijkwaardig.

Het feit dat er sprake is van één ha’ADAM heeft belangrijke implicaties:

• Mensen zijn gelijk, of beter: absoluut gelijkwaardig.

Geen discriminatie!

• God is de God van alle mensen Samen overleggen

§ Wat versta jij onder ‘(even)beeld’ van God? En hoe zit dat met die ‘gelijkenis’? Wat is onze rol hierin?

§ Hoe kan iemands zelfbeeld / eigenwaarde positief versterkt of integendeel afgebroken worden?

§ Clichés, zwart-wit denken, superioriteitsgevoel, depreciatie van de ander, … Op welke manier gaat het scheppingsverhaal hier tegenin?

§ Vanwaar komt de onderwaardering van de vrouw (tot op vandaag, en zelfs in de kerk)?

V

ERANTWOORDELIJKHEID

“zij (de mensen) moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.” (Gen 1:26)

Verantwoordelijkheid geven en krijgen is bijzonder belangrijk voor ontplooiing, welzijn en geluk. De tekst heeft het over de opdracht te heersen. Door de slechte ervaringen met heersers doorheen de wereld- geschiedenis heeft het begrip ‘heersen’ een negatieve klank gekregen. Het hebreeuwse woord betekent echter ‘regeren, gouverneren’. In principe betekent dit dat er voor gezorgd wordt dat een goed leven voor iedereen mogelijk is. Helaas is de realiteit vaak anders. De 11de eeuwse rabbijn Rachi gaf al aan dat het woord ‘heersen’ een woord is met twee gezichten: RADAH = heersen / YARAD = neergaan (ontaarding).

Positief: ‘RADAH’: regeren over, zorgen dat alles loopt zoals het hoort, zorgen voor welzijn voor iedereen.

Negatief: ‘YARAD’: neergaan, ontaarden en dus misbruiken, knechten.

De commentaar van Rachi luidt: “Als de mens het verdienstelijk doet, dan heerst hij over de dieren; indien niet, dan daalt hij dieper af dan het dier, en heerst het beest in hem.” Als mens je verheffen boven de dierlijke instincten (waarlijk mens worden!).

De oproep om op een positieve manier te heersen komt o.a. tot uiting in de manier waarop de mens zich van de schepping mag bedienen: hij mag er van eten, maar wel met respect voor het leven – zonder te doden (Genesis 1:29).

Samen overleggen

< Verantwoordelijkheid geven/krijgen veronderstelt dat er vertrouwen is. Wat zegt dit over God?

< Hoe is het gesteld met het delen van verantwoordelijkheid in het gezin (partners, kinderen), in de kerk?

< ‘Zich verheffen boven dierlijke instincten…’ Kun je daar concrete (positieve of negatieve) voorbeel-

den van geven?

Twee keer vertelt de tekst dat God zegent (v. 22 en 28). En telkens heeft het te maken met vruchtbaar-

heid en zich vermenigvuldigen. Lichamelijkheid en seksualiteit maken overduidelijk deel uit van Gods

‘goede project’! De Bijbelse mentaliteit kent hele- maal geen onderwaardering van het lichamelijke!

Lees er het boek Hooglied maar eens op na. Daar kregen gelovigen vroeger zelfs rode oortjes van.

Een rabbijn zei:

"De hemelen zijn de hemelen van God, maar de

aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven

(Psalm 115.16). Dit betekent: de hemelen zijn

reeds hemels, maar de aarde gaf God aan de mensen, opdat zij van haar

ook een hemel zouden maken."

(5)

de

E

EN

RUSTDAG

“Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die (zevende) dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn schep- pingswerk.” Genesis 2:1-3

Een prachtig kader, een mens boordevol capaciteiten, valoriserende verantwoordelijkheden... In Genesis 2.1-3 komt daar nog een geschenk bovenop: een ‘rustdag’.

In de Adventkerk wordt de 'rustdag' vaak in de eerste plaats bekeken vanuit de Tien Woorden in Exodus 20: iets wat God van ons vraagt, een eis die Hij stelt. En dat is jammer. In het boek Genesis komt de sabbat eerder naar voor als een geschenk, een cadeau van 24 uur om te genieten van al het goede. Tegelijkertijd is het een raadgeving: Wil je dat het TOV blijft, dan moet je daar voluit voor gaan en er tijd en energie in steken!

Of zoals vroegere rabbi’s stelden: “Bewaar de sabbat, en de sabbat zal jou bewaren!”

In de verhaallijn van het scheppingsverhaal is de sabbat de eerste volledige dag van de eerste mensen.

Als je daar even op doordenkt, dan kom je heel snel tot de conclusie dat het niet zomaar een dag is om op je luie krent te zitten... of een dag waar niets mag, maar wel een dag waar tijd kan genomen of gemaakt worden om:

• wereld en natuur te ontdekken en ervan te genieten

• intens om te gaan en te communiceren met elkaar

• de relatie met de Schepper te onderhouden en te intensifiëren

• en ja: ook tijd te nemen voor jezelf Het materiële overstijgen

Het woord sabbat komt van het werkwoord ‘ophouden’. Leren ophouden met haasten en hollen, om zodoende een gezond evenwicht te bewaren. Het cijfer 6 staat in het Hebreeuwse denken voor de zicht- bare, tastbare, materiële wereld (in 6 dagen schiep God de wereld). Het cijfer 7

staat voor volheid (de schepping was pas af als ook de rustdag er was), en ook voor wat niet zichtbaar of tastbaar is, wat uitstijgt boven het materiële. Een zevende dag voor God, maar ook voor gevoelens, vriendschap, poëzie, bewondering en verwondering, bezinning… Een dag dus die anders wordt ingevuld. Een Franstalige rabbijn verwoordde het zo: “Le sabbat est là pour éviter que l’homme se chosifie.”

‘Heiligen’ heeft in het hebreeuws de bijklank van ‘apart zetten’ en ‘toewijden’, betekenis en oriëntaite geven. Het geeft aan dat je er best een dag van maakt die anders is dan de andere dagen van de week met hun terugkerende sleur, zorgen en verplichtingen. In onze maatschappij waar alles snel moet gaan, en waar succes een zaak is van presteren, verwordt ‘zeer goed’ al heel snel tot sleur en stress. De ‘rustdag’ moet de mens helpen om tijd te nemen voor wat echt

essentieel is in het leven. Jezus voegde hier door zijn voorbeeld een belangrijk aspect aan toe: een dag om goed te doen (toewijding aan het welzijn van de anderen)!

Samen overleggen

< Hoe ervaar jij het waardevolle van de sabbat? Beleef je het als een cadeau? Kan de sabbat ook

verpest worden?

< Probeer eens, door in de huid van Adam en Eva te kruipen, aan te geven wat de moeite waard is om

op sabbat te doen. Bespreek verschillende mogelijkheden met elkaar.

< De sabbat: een dag voor God? Een dag voor mensen? Of allebei?

< Hoe zet je die dag ‘apart’ en hoe introduceer je het begrip ‘toewijding’ in de praktijk?

Vrome Joden beginnen de sabbat met het

ontsteken van de kandelaars, terwijl de aanwezigen hun ogen sluiten. Hiermee geven ze o.a. aan dat de sabbat

de dag bij uitstek is om de dingen, de wereld en de mensen in een ander licht te bekijken, met 'nieuwe ogen' (als een

nieuwe schepping).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als mens in de schepping is het voor ons belangrijk om bewust te wor- den van wie we zijn en waarvoor we leven.. Het is goed om ons bewust te worden van onze verantwoordelijkheden

‘En God zei tegen Noach en zijn zonen met hem: En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u, met uw nageslacht na u, en met alle levende wezens die bij u zijn: de vogels, het vee en

Dan vallen vanzelf alle vragen weg, behalve de vraag voor het aangezicht van zijn heiligheid: ‘Hoe krijg ik een genadige God?’ Pas dan komen we op het veld van

4 Jesaja 45:18: “Want alzo zegt de HEERE, Die de hemelen geschapen heeft, Die God, Die de aarde geformeerd, en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, Hij heeft ze

Dank God voor alle dieren die ’s nachts

Laten wij bij het begrip dat we voor de situatie van Abram hebben niet verge- ten dat God niet tegen hem had gezegd dat Abram naar Egypte moest gaan. Toen God de laatste keer aan

11 † • Op afbeelding 5 is de kleding gedetailleerd maar vlak weergegeven: de motieven zijn frontaal afgebeeld en buigen niet mee met de ruimtelijke vorm van het lichaam: er is

In een wereld waarin vrijheid en respect onder druk staan, moet de Europese Unie meer dan ooit aandacht hebben voor democratie en rechtsorde, gelijkwaardigheid van alle burgers en