• No results found

Hoofdstuk 1: de blauwe beloftes 11. Hoofdstuk 2: de gele beloftes 32. Hoofdstuk 3: veel oranje en een beetje roze 50

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoofdstuk 1: de blauwe beloftes 11. Hoofdstuk 2: de gele beloftes 32. Hoofdstuk 3: veel oranje en een beetje roze 50"

Copied!
105
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)
(3)

Inhoud

Over dit boek 4

Inleiding: de explosieve kracht van beloftes 6

Hoofdstuk 1: de blauwe beloftes 11

Hoofdstuk 2: de gele beloftes 32

Hoofdstuk 3: veel oranje en een beetje roze 50

Hoofdstuk 4: test uw tekstkracht 62

Samenvatting 93

Antwoorden op opdrachten 99

(4)

Over dit boek

Dit boek is ontstaan uit teleurstelling. De afgelopen jaren schreef ik hon- derden artikelen voor vaktijdschriften en honderden malen was ik tevre- den. Erg tevreden. Ik hoorde muziek bij ieder woord dat ik typte, en soms werd ik zo verliefd op mijn zinnen dat ik het raam wilde opengooien om ze voor te dragen aan de wereld.

Dit klinkt misschien zorgwekkend, maar zelf had ik er geen last van – tot ik de artikelen na jaren weer eens overlas. Want dat viel tegen. Als ob- jectief lezer voelde ik niets van dat vroegere enthousiasme. Sterker nog, al na een paar alinea’s werd ik overvallen door lusteloosheid. Waarom zou ik verder lezen? Waarom zou ik energie investeren? Waar blijft mijn be- loning?

Dit boek helpt u om mijn fouten te vermijden. U leert zo te schrijven dat uw lezers die beloning wél op hun netvlies houden. Want alle onderdelen van uw tekst – het intro, de alinea’s en zelfs de afzonderlijke zinnen – houden uw publiek een worst voor, een belofte die moet worden vervuld.

Het zijn deze grote en kleine beloftes die uw publiek steeds weer een nieuwe energiestoot geven. Geen lezer kan uw tekst wegleggen voordat hij krijgt wat hem toekomt.

Bovendien leert dit boek u om een stapje achteruit te doen en uw stuk- ken objectief te bekijken. Niet na een paar jaar, zoals in mijn geval, maar direct na het schrijven. Want met de test op pagina 70 kunt u precies me- ten hoeveel energie u de lezer meegeeft. U kunt de kracht van uw tekst zelfs zichtbaar maken met een setje markeerstiften.

Hoe ontnuchterend zo’n analyse kan zijn, heb ik zelf ervaren. Alinea’s die me eerst in extase brachten, vielen door de mand als nutteloze ener- gievreters. De verliefdheid was over. Het raam ging dicht. Maar deze tekst werd ietsje beter.

U ziet: dit is geen vrijblijvend bladerboek, maar een gerichte schrijftrai- ning. De lezer wordt stap voor stap begeleid bij het schrijven van een ar- tikel en na ieder hoofdstuk volgen een aantal multiple-choicevragen om te zien of de boodschap is overgekomen. Bovendien kunt u verder oefe- nen op de site www.schrijvenmetbeloftes.nl.

Tot slot twee praktische mededelingen. Allereerst voor degenen met weinig tijd: u kunt doorbladeren naar pagina 93. Daar vindt u een samenvatting en

(5)

die geeft u in hooguit tien minuten zoveel informatie dat u aan de slag kunt met de praktijkopdrachten. Natuurlijk, u moet het dan doen zonder de theore- tische onderbouwing, de sprekende voorbeelden en de uitgebreide zijpaden. U zult nooit weten waarom iedereen naar voetbal kijkt en niemand een schaak- bord correct neerlegt. En ook mist u waarom dit boek eigenlijk had moeten gaan over Frans Bauer en Paris Hilton.

Maar als u denkt dat u daarbuiten kunt: pagina 93.

Dan een gevoelig punt. Als ik in dit boek verwijs naar personen, maak ik uiteraard geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. Toch gebruik ik het mannelijke ‘hij’. Dat is geen principiële beslissing, maar een pragmati- sche. Als ik me ga forceren in onleesbare constructies als ‘hij/zij’ of

‘zijn/haar’, ben ik na een hoofdstuk alle lezers kwijt. Zeg ik gewoon ‘hij’

en ‘zijn’, houd ik in ieder geval de mannen over.

(6)

Inleiding

De explosieve kracht van beloftes

Wat maakt beloftes zo’n effectief hulpmiddel? Het antwoord: een versla- vende stof in de hersenen. Die zorgt ervoor dat vermoeidheid verdwijnt, en dat lezers méér energie krijgen naarmate het einde van de tekst in zicht komt. Lees dit hoofdstuk en u leert uw publiek te drogeren.

(7)

Voordat u verder leest… waarom zou u eigenlijk verder lezen? Zelfs als u vluchtig door de tekst schiet, kost dit boek u zeker twee uur. Twee uur lezen vreet energie, energie die u ook kunt gebruiken om te sporten, te winkelen of langer door te werken. In dat laatste geval kunt u zelfs het gemiddelde Nederlandse uurloon van 17,24 euro binnenhalen. En dat is meer dan genoeg om deze aankoop weer terug te verdienen.

U begrijpt dat bovenstaande tekst de achterflap niet heeft gehaald. Toch moest ik ermee beginnen. Dit is immers een leerboek voor non-

fictieschrijvers, en het eerste advies luidt als volgt: ga er nooit vanuit dat uw publiek gemotiveerd is. Letters alleen laten lezers niet lezen, net zo min als een auto vanzelf gaat rijden als u hem op asfalt zet. Wanneer u mensen langs uw kolommen wilt leiden, moet u ze volpompen met ener- gie.

Kijk bijvoorbeeld naar het volgende fragment.

1. De vraag of mensen de kwaliteit van hun geheugen kunnen verbete- ren, is zowel van toepassing op belangrijke gebeurtenissen in het le- ven als op zaken die ze uit het hoofd moeten leren. Het lijkt niet lo- gisch dat de methode die hier wordt aangereikt, het geheugen in dertig seconden kan verbeteren. Mensen kunnen voor alle soorten informatie aanzienlijke geheugenverbeteringen realiseren. Geneti- sche factoren spelen geen rol, evenmin als farmaceutische of techno- logische hulpmiddelen of zelfhulpboeken.

En vergelijk dat met de tekst hieronder:

2. Ik ga u leren uw geheugen te trainen in slechts dertig seconden. En niet slechts voor één bepaalde vorm van informatie, nee, voor alles wat u maar onthouden wilt – of het nu uw boodschappenlijstjes of belangrijke gebeurtenissen in uw leven zijn. En het wordt nóg beter, want het enige wat u hiervoor nodig hebt, is uzelf. Geen dure pillen, dikke boeken of computerspelletjes, zelfs geen superintelligentie of doorzettingsvermogen. Laten we maar meteen beginnen. Volg de onderstaande instructies op. (Lang leven de Hersenen, Margriet Sitskoorn)

(8)

U ziet: de boodschap van beide stukken luidt ongeveer hetzelfde, maar de leesbaarheid verschilt enorm. Fragment 1 sleept zich voort. De schrijver be- perkt zich tot een droge verzameling feiten; nergens geeft hij u energie om door te lezen. Sterker nog, hij zuigt die energie uit u weg, want na iedere zin hebt u het gevoel dat u helemaal opnieuw moet beginnen. Dat kost kracht.

Een groot verschil met fragment 2. Hier is de tekst tot leven gekust. U hoeft geen inspanning te leveren om moeilijke obstakels te nemen. En zelfs als u dat wél moest, zou dat geen probleem vormen, want de schrijfster wekt uw inte- resse. Misschien wordt u zelfs zo nieuwsgierig naar de geheugenmethode dat u dit boek opzij legt en op zoek gaat naar dat van Sitskoorn. Een duidelijk be- wijs dat ze u méér energie meegeeft dan u hebt geïnvesteerd.

Zoals gezegd: die energie is belangrijk. Wij schrijvers kunnen mensen slechts dan aan ons binden als we hen voortdurend een duwtje geven. Naar de vol- gende zin, naar de volgende alinea, naar het dankwoord op pagina 285.

Hoe we dat doen? Net als in fragment 2. Daar ziet u een middel om iedere tekst stuwkracht te geven. Dat middel werkt net als chocolade, koffie, amfe- tamine en cocaïne. Het verenigt de kracht van een deadline en een obsessieve verliefdheid. En het valt te injecteren in alle delen van onze teksten.

Waterdruppel

Ikzelf heb dat effect nooit zo sterk gevoeld als tien jaar geleden, bij een ten- toonstelling voor videokunst in Leiden. Want daar hing, geprojecteerd tegen een donkere muur, een enorme waterdruppel. Hij vulde al een groot deel van de wand toen ik binnenkwam, en omdat hij uit een kraan lekte, zwol hij ver- der op. Al snel was het duidelijk dat hij ging vallen.

Maar hij viel niet; hij werd alleen groter.

En nóg groter.

Het opmerkelijke was niet dat het zo lang duurde voor hij eindelijk op de grond spatte – en dat ik nu pas snap dat de kunstenaar dat proces waarschijn- lijk kunstmatig heeft gerekt. Nee, het bijzondere zat hem in de reactie van de toeschouwers. Niemand zei een woord. Niemand ging weg voor het einde. En iedereen vertrok in een opgetogen stemming.

Dopamine

Opgetogen? Door een waterdruppel? De meest waarschijnlijke verklaring kwam van Tilburgse wetenschappers die in 2006 onderzoek uitvoerden naar vermoeidheid. Ze zetten mensen achter een computerscherm, gaven ze een eenvoudige taak en wachtten tot de uitputting toesloeg. Maar toen dat ge-

(9)

beurde – het aantal fouten nam merkbaar toe – lieten ze hen niet uitrusten. In plaats daarvan deden ze iets verrassends: ze beloofden hun geld. En dat hielp.

De proefpersonen storten zich weer opgetogen op hun opdracht. Hun ver- moeidheid was voorbij en ze werkten met de oude nauwkeurigheid.

Voor ons klinkt dat bizar, maar voor de onderzoekers niet. Want zij wisten wat het bovengenoemde proces op gang brengt: dopamine. Dit is een neuro- transmitter, een boodschapperstof tussen de hersencellen, een smeermiddel voor het brein. Het komt bijvoorbeeld vrij als we verliefd zijn. En na een kop koffie, een peppilletje of een dosis cocaïne (vandaar het Engelse woord dope).

In alle gevallen voelen we ons prettig, gemotiveerd en minder moe.

Maar nu zagen de wetenschappers bevestigd dat de dopamineproductie op gang kan komen door geld. Of beter gezegd: door een beloning. Of nóg beter gezegd: door het vooruitzicht op een beloning.

Door een belofte.

Want dát was wat ons vast kluisterde in het kamertje met de waterdruppel:

we zagen dat de druppel steeds groter werd, we wisten dat hij ging vallen.

Hoe vreemd het ook klinkt, we moesten dat moment meemaken. Let wel, niet de beloning hield ons gedrogeerd, maar het uitzicht daarop. De belofte.

Baantjers advies

Voor schrijvers vormen die beloftes een wondermiddel. ‘Leg ergens een lijk neer en kijk vervolgens hoe je het rond kan breien’, onderwees detectiveschrij- ver Appie Baantjer. En inderdaad, voor hem werkte deze richtlijn vijftig min of meer identieke boeken, want ieder volgend lijk zindert weer van belofte – al- leen door daar te liggen. Hoe is dit zo gelopen? Wat is het motief? Wie is de dader? Tegen de tijd dat de trouwe lezer het laatste hoofdstuk ingaat, heeft hij heel wat gegevens over zich uitgestort gekregen. Maar vermoeidheid? Niks hoor. De beloning is in zicht en hij staat stijf van de dopamine.

Goed, zult u zeggen, dit geldt misschien voor goedkope fictie, maar dit boek gaat over zakelijke teksten. En wie schrijft over psychologie, management, ge- schiedenis, of het Koninklijk Huis, kan zijn personages niet naar believen op keukenvloeren draperen. Zulke auteurs moeten feiten bieden en geen beloftes, want die leiden tot oppervlakkigheid.

Dit is onzin. Inderdaad werkt een non-fictieauteur met andere beloftes dan een schrijver van detectives. Maar het is een misverstand om beloftes te associëren

(10)

gestraft blijven babbelen. Maar heeft hij zich eenmaal vastgelegd, dan moet hij ook met feiten komen. Dat zien we in fragment 2: na zo’n reeks beloftes ver- wachten we niets minder dan een wondertechniek. En wat verwachten we na fragment 1? Helemaal niets.

Doorgaan?

Waarom zou u doorlezen, vroeg ik u daarnet. Natuurlijk kunt u nog steeds stoppen – maar zonde is dat wel. Want er zijn zes goede redenen om vol te houden.

1. U krijgt meer vertrouwen in uzelf. Voortaan zult u ook op een mindere dag een tekst kunnen schrijven die de lezers gemakkelijk begrijpen en graag lezen.

2. Anderen krijgen meer vertrouwen in u. U doet namelijk niet alleen be- loftes, u komt ze ook na. Daardoor raken de lezers ervan doordrongen dat ze op u kunnen bouwen. Dat werkt beter dan de expliciete medede- ling dat u betrouwbaar bent.

3. Veel beginnende schrijvers maken de fout de belangrijkste informatie te verstoppen. U leert precies het tegenovergestelde: om die hoofdpunten zo neer te zetten dat ze als het ware uit de tekst komen springen. De le- zer kan uw tekst dus scannen – en krijgt dan automatisch een samenvat- ting .

4. Bent u toch niet zeker van uw tekst? In hoofdstuk 4 leert u hem diep- gaand te analyseren, alleen met een setje markeerstiften.

5. Dit boek kan u geld opleveren. U leert namelijk teksten snel te boorde- len. Zo komt u er in de winkel al achter dat u dat ene dure boek tóch nooit zult lezen – en dat u het dus beter kunt laten staan

6. Tot slot wordt u in het hele boek bijgepraat over celebrities als Wendy van Dijk, Fatima Moreira de Melo, Frans Bauer en Paris Hilton.

Leest u nu door?

(11)

Hoofdstuk 1: blauwe beloftes De gratis energie in een contract

Hoe trekt u de lezers uw tekst binnen? En hoe duwt u hen vervolgens in één keer naar het einde? Dat kan met één belofte, de hoofdbelofte ofwel het con- tract. In dit hoofdstuk leert u om zo’n contract spannend te maken. Spannend én belangrijk. Net zo belangrijk als een voetbalwedstrijd.

(12)

1.0 Inleiding

U hebt nog niets geschreven; het scherm is nog leeg. Voor veel schrijvers is dit een angstig moment, want die eerste woorden lijken het moeilijkst. U hebt zo- veel keuze – en dus ook veel mogelijkheden om de fout in te gaan.

Maar er is ook een positieve kant. Want hoogstwaarschijnlijk worden die eer- ste zinnen de krachtigste van het hele artikel. U krijgt namelijk de gelegenheid om een sterke dopaminstoot uit te delen. Hoe? Door een krachtig geformu- leerde hoofdbelofte.

Een paar maanden geleden keek mijn goede vriendin Marieke naar een docu- mentaire op televisie. Ze deed dat met tegenzin; sterker nog, ze ergerde zich mateloos. En toch bleef ze kijken.

De documentaire berichtte over een Amerikaanse die haar jonge kinderen moest afstaan. DNA-onderzoek had namelijk uitgewezen dat die onmogelijk écht van haar konden zijn. Hoe wanhopig de vrouw ook volhield dat het alle- maal een groot misverstand was – en hoe vaak de documentairemakers ook lieten doorschemeren dat ze in haar recht stond – de kinderbescherming bleek niet te vermurwen.

Marieke studeert medicijnen, en dus begon ze in gedachten haar handboeken door te bladeren. Welke afwijking zorgt ervoor dat het DNA van een moeder afwijkt van dat van haar kinderen? Ze kon niets bedenken. En dus bleef ze zit- ten.

Helaas duurde de documentaire een vol uur, en dat uur ging goeddeels op aan reclameblokken. Bovendien richtten de makers zich niet op nieuwsgierige studenten medicijnen maar op een breed publiek zonder veel langetermijnge- heugen. Dus volgde na iedere onderbreking een samenvatting voor degenen die de draad waren kwijtgeraakt: ‘Denkt u zich eens in: de ergste nachtmerrie voor iedere moeder. Deze sterke, jonge vrouw vecht voor haar laatste kans om haar innig geliefde kinderen te behouden. Hoe is het mogelijk dat DNA-

onderzoek…’ Enzovoort.

Pas na een uur ergernis kreeg Marieke haar antwoord. De vrouw baarde nóg een baby – dit keer in de aanwezigheid van een notaris, een advocaat en een filmploeg. En inderdaad, ook dit kind bezat afwijkende genen. Nu was de puzzel snel gelegd: het ging hier om een conditie genaamd Chimerism. Hier-

(13)

door wijkt het DNA in de voortplantingsorganen af van dat in de rest van het lichaam.

Wat Marieke op de bank hield, was de kracht van de hoofdbelofte. Die kon- digt aan wat de lezer van uw tekst mag verwachten: ‘Lees dit artikel en ik be- loof u dat u na afloop het volgende hebt geleerd: …’

Wát u de lezer precies in het vooruitzicht stelt, hangt natuurlijk af van het me- dium waarvoor u schrijft. Zo belooft u in het juridisch vakblad dat u een toe- lichting geeft op de nieuwste jurisprudentie. In het HRM-tijdschrift legt u uit hoe we sollicitanten moeten beoordelen. En in het spiritueel maandblad bege- leidt u de lezer op de weg naar het geluk.

Het kan gaan om nuttige informatie,

Bespaar jezelf een hoop ellende en laat je pc vlekkeloos werken (De Grote Windows Schoonmaak, Joli Ballew & Jeff Duntemann).

… een stiekeme blik in de toekomst,

Leid een rijk leven zonder veel te doen (Een werkweek van 4 uur!

Timothy Ferriss)

… of gewoon een leuk idee voor het weekend.

Haal Terror Jaap eens bij je thuis over de vloer! (Woamm!)

Een contract schept verplichtingen. De schrijver of documentairemaker biedt iets aan in ruil voor uw tijd en geld, dus moet hij die belofte ook nakomen.

Neem die grote Windows Schoonmaak van hierboven. Als een boek belooft dat onze pc vlekkeloos zal werken, verwachten we niets minder dan dat.

Loopt de zaak na alle schoonmaakchecklists en 12-stappenplannen wéér vast, dan komen Ballew en Duntemann er niet meer in.

Natuurlijk weten zij dat ook. En wij weten dat zij dat weten. Dus gaan we er- van uit dat ze zich aan hun woord zullen houden.

Dat maakt het contract het krachtigste van alle beloftes, het non-fictie-

equivalent van Baantjers lijk. En zoals bleek uit het geval van Marieke, kan het

(14)

kel ook is geschreven, hoeveel commerciële onderbrekingen ook staan gepro- grammeerd, we kunnen gewoon niet weg voordat we krijgen wat ons toekomt.

† Dopmaninedoder nr. 1: de spreekbeurt

Dopmaninedoders zuigen de energie uit de lezers. En een van de manieren om dat te doen, is door het houden van een spreekbeurt. Want zo’n spreekbeurt behandelt misschien wel één onderwerp, maar beperkt zich niet tot één belof- te. Sterker nog: de spreker schiet vaak alle kanten op. (Deze spreekbeurt gaat over konijnen. Konijnen zijn zoogdieren. Duizenden jaren geleden waren er al konijnen. Ik heb zelf een konijn en dat heet…). De lezer of luisteraar weet niet meer wat hij kan verwachten. Hij moet zo vaak schakelen dat hij zijn krachten voelt wegsijpelen.

Een groot verschil met een contract. Daar concentreert de schrijver zich wél op één belofte (Zal een konijn zich aan je gaan hechten? Of: Hoe lang blijft het goed in de vriezer?) Daardoor weet de lezer wat hij te goed heeft.

Terug naar uw artikel. U hebt nog niets geschreven; het scherm is even leeg als daarnet. Maar u weet nu tenminste wat u te doen staan: formu- leer een sterk contract. Niet alleen een onderwerp, maar een belofte over zo’n onderwerp. Maar hoe doe je dat?

1.1 Doelgroep

Wie op zoek is naar een sterk contract, moet natuurlijk aansluiten bij de infor- matiebehoefte van de doelgroep. Wat weten de lezers al van het onderwerp?

Wat willen ze weten? Wat is ongeveer hun leeftijd, achtergrond, opleidingsni- veau?

Met die kennis kunt u de meest ongeschikte contracten elimineren. Geen steunkousen in de Yes, geen tepelpiercings in de Plus, geen gedetailleerde ju- ridische informatie in een blad voor lassers.

Vervolgens dienen de geschikte contracten zich vaak vanzelf aan. Neem het volgende intro. Dat stond precies waar het moest staan: in het tijd- schrift Fancy.

4 Welke man is lief en betrouwbaar? En met welke jongen kun je beter niet ’s ochtends een beschuitje eten? Het staat op zijn gezicht te lezen.

Ja, echt waar! Aan zijn gezicht kun je daadwerkelijk zien of hij boy- friendproof is. Een minicursus. (Fancy)

(15)

Dit is niets voor een vakblad. Maar het is wel interessant voor de doelgroep van Fancy: 15-jarige meisjes. Vooral als die hun eerste passen zetten op het liefdespad. En zeker als ze zich nog laten overtuigen door een tekst als: ‘Ja, echt waar!’

1.2 De tien ingrediënten

Maar zo gemakkelijk is het niet altijd. Zelfs als u uw doelgroep eenmaal

scherp op het netvlies heeft, is het vaak lastig om er precies het goede contract bij te bedenken. Gelukkig beschikt u over een hulpmiddel: de zogenoemde in- grediënten.

Ingrediënten kunt u inzetten om uw artikel af te stemmen op uw publiek. Het gaat als in de keuken: kookt u vooral voor tante Annie, dan gaat u bij ieder ge- recht op zoek naar precies die subtiele mix van groente en specerijen. Maar komt oom Hans langs, dan dompelt u alles gewoon in heel veel roomsaus.

Volgens datzelfde principe zult u voor de ene groep lezers een verhaal schrij- ven met veel emotie (ingrediënt nr. 9, zie hieronder), terwijl u bij een andere doelgroep zakelijk blijft en u beperkt tot de oplossing van een probleem (in- grediënt nr. 3).

Echt leuk wordt het als u de ingrediënten gaat mengen. Want daarmee kunt u uw artikel interessanter maken voor een steeds grotere doelgroep. U zult het ervaren in paragraaf 2.3.

Hieronder vindt u tien van die ingrediënten, gerangschikt in een top-10. Hoe dichter u afdaalt naar de nummer 1, hoe krachtiger de ingrediënten worden.

Bent u het niet eens met de precieze volgorde? Dan hebt u misschien wel gelijk.

Meer daarover in paragraaf 2.5.

Nr 10: Bekende personages

Lezers vinden het moeilijk zich te verplaatsen in een 32-jarige man uit Vlissin- gen of de 53-jarige vrouw uit Emmeloord. Anders ligt dat bij iemand die ze kennen. Zo’n 1500 fans stonden zich in mei 2008 te verdringen bij het huwelijk van volkszanger Frans Bauer, en een veelvoud daarvan volgde het spektakel op televisie. In een van de nabeschouwingen verklaarde een fan dat het ook de mooiste dag was van zijn leven.

Een groot voordeel: door het familiegevoel wordt het artikel over een be- kendheid al bij voorbaat gelezen. De schrijver hoeft niet per se met schokken-

(16)

5. De relatie tussen Fatima Moreira de Melo en Raemon Sluiter is heel serieus. Een halfjaar geleden bedroog de tophockeyster haar ver- loofde met de bekende tennisser en ze trok direct bij Raemon in. In- middels heeft het sportieve droompaar een appartement gekocht.

Maar er is meer goed nieuws… (Weekend)

Dat goede nieuws laat even op zich wachten. Eerst worden we bijgepraat over het huis van Sluiter en Moreira de Melo. En hoe die laatste haar Canadese ijs- hockey-vriendje aan de kant had gezet. En hoe die daar weer op reageerde.

Pas aan het eind van het artikel wordt de belofte ingelost: volgens insiders zou het wel eens niet al te lang kunnen duren voor het paar een kindje krijgt.

Dat is het. Wie dit een matig meeslepende journalistieke onthulling vindt, mist waarschijnlijk het vermogen van de Weekend-lezer om mee te leven met de sterren – of kent die sterren niet.

Realiseert u zich dat de kracht van dit ingrediënt toeneemt met de beroemd- heid van de hoofdpersoon. Frans Bauer moet tenminste nog trouwen voor zijn media-aandacht, Britney Spears en Paris Hilton hoeven alleen ergens te wor- den ‘gespot’. En zelfs zij zullen het – uitgedrukt in aantallen biografieën – blij- ven afleggen tegen Julius Caesar, William Shakespeare of Ludwig van Beetho- ven.

Nr 9: Herkenbare emoties

Een onbekende vrouw kan op weinig empathie rekenen, zei ik hierboven, maar dat is niet helemaal waar. Er is een manier om haar toch op onze netvlie- zen te branden: door het inzetten van emoties. Die zetten aan tot lezen.

Het waarom schuilt diep in onze psyche. Wij mensen kunnen nauwelijks on- derscheid maken tussen gevoelens die we ervaren en gevoelens die we ons voorstellen. Als we ons verplaatsen in iemand die verdriet heeft, voelen we dat verdriet vaak zelf. Gemakkelijk dus om je het volgende leed voor te stellen:

6. Het is de angst van iedere ouder met een kind in Uruzgan: een vreemde man in uniform op de stoep. ‘Nee, nee, niet zeggen! Ik wil het niet weten’, riep Christa Schol toen drie maanden geleden een onbekende majoor binnenstapte. (Volkskrant)

(17)

Nr 8: Het actuele en urgente

Klussen op de eerste hulp, kopt het huis-aan-huisblad ‘Het op Zondag’. En dan volgt een waarschuwing:

7. Doe-het-zelvers in Nederland opgepast! Al dat geklus is natuurlijk hartstikke leuk, maar er vallen doden bij. Vorig jaar 28 om precies te zijn. En duizenden anderen zitten met opgezwollen duimen, ontsto- ken ogen en opengereten benen in hun schilderstenue uit te huilen bij de Eerste Hulp. Ziekenhuizen hebben wel wat beters te doen en werkgevers zitten ook niet te wachten op nóg meer ziekteverzuim.

Voorzichtiger doen is een mogelijkheid, een vakman inhuren is ook een goed idee, maar een beetje kennis van zaken scheelt de meeste klusblessures. (Het op Zondag)

Dit intro zorgt ervoor dat de lezer het artikel niet alleen leest – maar dat hij dat ook onmiddellijk doet. Want als hij eerst een wiebelende ladder opklimt, komt het er misschien niet meer van. Hetzelfde effect ziet u in how- to-artikelen die gebonden zijn aan de actualiteit: Hoe schrijf ik het ideale Sinterklaasgedicht? (vóór 5 december), hoe kiest u een stemwijzer?

(vóór de verkiezingen), hoe vult u uw belastingformulier in? (vóór 1 april) of ten slotte: Zo ontsnapt u aan de voetbalgekte (HP/De Tijd van vóór het EK van 2008).

Een advies: probeer uw artikel te laten aansluiten bij actuele discussies of gebeurtenissen.

Nr 7: Iets schokkends

Net als dopamine zet adrenaline aan tot lezen, want ook verontwaardi- ging laat mensen hun vermoeidheid vergeten. Maar wat mensen schok- kend vinden, verschilt natuurlijk. ‘Wanneer valt de eerste dode?’ kopt de Telegraaf en dan:

8. Een schokkend wapenarsenaal trof de Amsterdamse politie bij ont- ruiming van kraakpanden in de Eerste Oosterparkstraat: honkbal- knuppels, een kapmes, een ploertendoder, vlindermessen, een gas- pistool, munitie, een boksbeugel, peperspray, een schietpen met alarmpatronen en een slaghout met spijkers. De wapenvondst is ty- perend voor de nieuwe generatie krakers. Het merendeel komt uit

(18)

schuwt geweld niet. Integendeel, boobytraps tegen de politie wor- den steeds gevaarlijker. Wanneer valt de eerste dode? (Telegraaf) Het subtiele bruggetje tussen de buitenlandse afkomst en de neiging tot geweld zal een Volkskrantlezer minder overtuigen. Maar die voelt zijn woede weer opborrelen als hij leest over de gemiddelde levensverwach- ting in Swaziland (29 jaar)

En zo kunnen we iedereen kwaad krijgen. Voor Frankrijkhaters is er:

9. Philippe Douste-Blazy houdt niet van ambtenarentaal, spreekt geen Engels en haalt geregeld landen als Taiwan en Thailand door elkaar.

Net als de meeste gewone Fransen. Alleen: Douste-Blazy is de minis- ter van Buitenlandse Zaken.

(Elsevier)

… voor kinderliefhebbers:

10. Spijt van mijn kind. Het allerlaatste taboe (Linda)

… en voor seksuele puristen:

11. Pelsrob poogt pinguïn te verkrachten

Een pelsrob die een pinguïn probeert te verkrachten – dat klinkt als- of er in de Disneystudio’s iets vreselijk is misgegaan. Maar het is echt waargenomen, voor het eerst, door onderzoekers van de Uni- versiteit van Pretoria. (NRC)

Nr 6: Een conflict

Twee fragmenten. Welke wekt meer nieuwsgierigheid?

12. Homeopathie (Oud Grieks: ὅμοιος, homoios, gelijksoortig en πάθος, pathos, lijden of ziekte) is een alternatieve geneeswijze, wijd ver- breid, maar ook omstreden. De basisprincipes van de homeopathie werden in de periode 1782-1798 geformuleerd door Samuel Hahne- mann. De homeopathie maakt soms gebruik van dezelfde grondstof- fen als de natuurgeneesmiddelen en de fytotherapie. […] (Wikipedia)

(19)

13. Homeopathie is al decennia lang voer voor discussie. Tegenstanders roepen dat het kwakzalverij is en voorstanders menen dat het een welkome aanvulling is op de reguliere geneeskunde. Vorige week deed ook de redactie van het medisch wetenschappelijke tijdschrift The Lancet een duit in het zakje van de immer voortdurende discus- sie. […] (www.kennislink.nl)

De ene tekst is een opsomming van feiten; de andere zet twee partijen tegen- over elkaar. Conflict dus. En dat maakt het laatste fragment veel spannender.

Want presidentsverkiezingen, internetdiscussies, misdaadverhalen en free- fight-kooigevechten hebben één ding gemeen: ze herbergen een belofte. Ik, de schrijver, ga u vertellen hoe dit afloopt. Wie er gaat winnen. Wie het onderspit delft. En zelfs als dat laatste al duidelijk is – in het geval van Baantjers lijk – dan nog is de lezer benieuwd hoe de confrontatie precies is verlopen.

Zoek dus het conflict. En zorg in het chapeau of de intro voor een quote die de kiem van dat conflict in zich draagt.

Nr 5: De verrassing

'De overheid heeft het contact verloren met de burger, en daarom moeten poli- tici de wijken in.’ Best mogelijk dat dit inderdaad zo is, maar mijn dopamine gaat er niet meer van stromen. Sterker nog, deze uitspraken zijn al zo vaak ge- daan, dat de luisteraar ze niet meer zal registreren – net zomin als het ruisen van de computer of het tikken van de klok.

Fijn dus als iemand eens tegen de stroom in roeit, en vastgeroeste ideeën in twijfel trekt.

14. Overheid luistert te veel naar de burger

Politici en bestuurders moeten vaker ‘nee’ verkopen tegen overvra- gende burgers. Een overheid die minder verwachtingen wekt, zal minder frustratie oproepen. (Leidsch Dagblad)

Wilt u open deuren vermijden en nieuwe openen? Doe dan geen uitspraken waarvan het tegendeel duidelijk absurd is. In vaktijdschriften lees je wel eens dat de implementatie van processen goed moet verlopen. Of dat afdelingen niet afzonderlijk ‘opnieuw het wiel moeten uitvinden’. Overbodige uitspraken.

Want niemand zal volhouden dat die processen juist slecht moeten worden ge-

(20)

len.

Nr 4: Een keuze of dilemma

In de rubriek ‘De Heikele Kwestie’ van het tijdschrift Management Support belandt een secretaresse iedere maand in een moeilijke situatie. Wat te doen als uw nieuwe baas de ex blijkt van uw huidige vriend? Of als die baas (een man dit keer) u opdracht geeft ‘tafeldames’ te regelen om buitenlandse gasten in de watten te leggen? Drie geïnterviewden en een expert geven vertellen hoe zij zouden beslissen.

Het dilemma staat ook centraal in programma’s als ‘Doet hij het, of doet hij het niet?’ Daar leeft de lezer mee met gewone Nederlanders in ongewone situaties – situaties waarin ze plotseling een beslissing moesten nemen. Neem het arti- kel ‘Hé, wil je met me naar bed?’ uit de Flair. De redactie kleedde twee free- lance medewerkers – een man en een vrouw – leuk aan en stuurde ze de straat op met een opdracht. U raadt het al: ze moesten aan voorbijgangers vragen of die met hen naar bed wilden. De lezers willen niet alleen weten hoe dit afloopt (beiden proberen het 50 keer; de vrouw scoort 19 keer ja, de man blijft steken op 0), ze zullen zich vooral afvragen hoe zijzelf zouden hebben gereageerd.

Nr 3: Een oplossing voor een probleem

Dat dit ingrediënt plaats krijgt op het podium, ligt voor de hand. De lezer worstelt met een probleem, en leest uw stukje om die kopzorg uit zijn leven te kunnen bannen. Alleen het vooruitzicht daarop maakt hem al gelukkiger.

Moeite met leidinggeven? Wordt er niet naar je geluisterd? Nemen mensen een loopje met je? Hier zijn de 7 lessen voor persoonlijk lei- derschap van bad guy Tony Soprano. Zo word jij ook een effectief lei- der met ballen! (BestLife)

Dit ingrediënt wordt nog sterker als het niet alleen ellende wegneemt, maar onze levens uittilt boven het grijze gemiddelde. De kracht zit dan in het opti- misme, in het geloof dat dingen maakbaar zijn, niet alleen uw haar, maar ook uw gewicht, uw bankrekening en uw zakelijk succes. En zelfs uw geluk, ge- zondheid of seksleven. Lezers horen dat zó graag dat het niet erg is om een keertje in herhaling te vallen.

Sex overladen zomer! Zo profiteer je van haar lust (Men’s Health, ju- li/augustus 2007)

(21)

Sexplosie; routeplanner voor haar onontdekte plezierplekjes (Men’s Health, oktober 2007)

Sex-inferno; zelfde bedpartner, veel meer orgasmes (Men’s Health, mei 2008)

Nr 2: Het mysterie

Wat deed de duivel ’s nachts in de openbare bibliotheek? Lezen? Mis! Nog zo’n 200 woorden en u weet het antwoord!

Dit is het soort beloftes dat we eerder tegenkwamen, in die documentaire over de vrouw met twee soorten DNA. Ze werken het beste als u de lezer steeds een stukje van de puzzel presenteert, maar niet meer dan dat. Het resul- taat komt in de buurt van chantage. De spanning wordt tot het eind gehand- haafd en niemand kan de tekst wegleggen.

15. Als een mannelijke Florence Nightingale verzachtte anesthesioloog Henry Beecher op D-Day het lijden van levensgevaarlijk gewonde soldaten langs de Normandische kust. Hij kon ze niet meer bieden dan de troost van de roes. Maar al snel raakten zijn morfinedepots uitgeput. Beecher had twee mogelijkheden: lijdzaam toezien, of zijn ten dode opgeschreven makkers tegen beter weten in hoop geven.

Gedreven door machteloosheid deed de rationele dokter iets waar hij normaal niet over zou hebben gepeinsd. Hij gaf de soldaten een spuit met een onwerkzame zoutoplossing. Het resultaat trof hem als een godswonder. Een groot deel van de ten dode opgeschreven mannen knapte na toedieningen van de ‘spuit morfine’ zienderogen op. (Men’s Health)

O ja: die duivel in de bibliotheek. In de film Bedazzled verstopte die zich in de afdeling met detectives. ’s Nachts scheurde hij uit ieder exemplaar de laatste pagina.

Nr 1: Universele betekenis

Zoals al aangekondigd: de nr. 1 komt wellicht als een verrassing. Want houdt dat precies in, universele betekenis? En waarom zou het een contract méér kracht verlenen dan bijvoorbeeld een mysterie? Dit valt het beste te verduide- lijken met een voorbeeld

De bekendste – en meest omstreden – cardioloog van Nederland is ongetwij-

(22)

doodervaringen: de wonderlijke gewaarwordingen van mensen die een tijdje klinisch dood zijn, en vervolgens weer tot leven worden gewekt. Hieronder een fragment uit zijn boek Eindeloos Bewustzijn. Hij beschrijft een patiënt die in 1969 een hartstilstand kreeg, en net op tijd tot leven werd gewekt.

16. Na de geslaagde reanimatie was iedereen tevreden, behalve de pati- ent. Hij was met succes gereanimeerd, maar desondanks was hij tot ieders verbazing erg teleurgesteld. Hij vertelde over een tunnel, over kleuren, over een licht, over een prachtig landschap en over muziek.

Hij was heel emotioneel. De term bijna-dood ervaring (BDE) bestond nog niet, en ik had ook nooit eerder gehoord dat mensen herinne- ringen konden hebben aan een periode van hun hartstilstand. Ik had tijdens mijn studie geleerd dat zoiets helemaal niet mogelijk was:

bewusteloos zijn betekent geen bewustzijn ervaren, en dat geldt dus voor patiënten met een hartstilstand of patiënten in coma. Op zo’n moment zou het gewoonweg onmogelijk zijn om bewustzijn te erva- ren of herinneringen te hebben omdat alle hersenfuncties zijn uitge- vallen. Bij een hartstilstand is een patiënt bewusteloos, hij ademt niet meer en heeft geen meetbare pols of bloeddruk. (Pim van Lommel, Eindeloos Bewustzijn)

Natuurlijk had dit korter gekund. De zinnen 1 en 2 zeggen hetzelfde. Boven- dien legt de schrijver meerdere malen uit dat een patiënt met een hartstilstand bewusteloos is. Toch zullen maar weinig mensen hierover vallen: Van Lom- mels onderwerp is te fascinerend. Het is niet alleen interessant voor neurolo- gen en gelovigen, maar ook voor een veel grotere doelgroep. Want dood gaan wij allen. Sommigen bijna, iedereen helemaal. Van Lommels boek heeft uni- versele betekenis.

Moet u dus vooral schrijven over grote thema’s zoals het overwinnen van de dood en de zoektocht naar buitenaards leven? Niet per se. Welk onderwerp u ook behandelt, zoek naar de universele betekenis en u kunt het boven zichzelf laten uitstijgen.

Een artikel over drie amateurs die de marathon van Rotterdam lopen, is al- leen interessant voor hun familie en misschien wat andere lopers. Anders wordt het als u op zoek gaat naar universele betekenis. Wat drijft iemand om vijf uur lang zijn grenzen te overschrijden? Plotseling gaat uw stuk over de psyche van gewone mensen – en dus vormen zij de doelgroep. Zo’n artikel trekt meer lezers.

(23)

1.3 Ingrediënten mengen

Is dat alles? Hoeft u alleen een van deze tien ingrediënten toe te voegen om een spannende hoofdbelofte te produceren? Soms wel, maar meestal ligt er een mogelijkheid om het contract nóg krachtiger te maken. U kunt uw ingre- diënten stapelen, net als die op een pizza. Bij het schrijven profiteert u hier zelfs nog sterker van dan in de keuken. Want quatro-stagiones kunt u niet on- beperkt volladen – ze moeten de oven in kunnen – maar bij contracten mag u alle remmingen laten varen. More is more. Ieder ingrediënt maakt uw hoofd- belofte spannender.

Stel, uw contract luidt: ‘Paris Hilton koopt een gebakje’. Dan zet u maar één ingrediënt in: haar bekendheid (nr. 10). Maar vraagt u zich af waarom ze zo- veel gebak eet, voegt u er een aan toe: het mysterie (nr. 2). Blijkt vervolgens dat het hier gaat om een thuiswerkopdracht van de anorexiakliniek, dan wordt het plotseling schokkend (nr. 7). Misschien kunt u inzoomen op de ge- volgen voor haar: de emoties (nr. 9). Misschien ook kunt u universele beteke- nis toevoegen (nr. 1), en het hele contract aanpassen: waarom leidt bekendheid zo vaak tot anorexia?

Dat is rot voor Paris, want die is plotseling gedegradeerd tot de rode draad in een algemeen verhaal. Maar de meeste lezers zullen er niet mee zitten, want dat algemene verhaal bevat wél vijf ingrediënten.

Merk verder op dat de doelgroep van het artikel met elke aanpassing wijzig- de. ‘Paris Hilton koopt een gebakje’ is alleen interessant voor haar meest ob- sessieve fans. Het anorexia-verhaal maakt het geschikt voor de gemiddelde roddelbladlezer, en met toevoeging van de universele betekenis richt de schrijver zich meer op landelijke dagbladen en tijdschriften als Psychologie Magazine.

∆ Let op!

Het gaat hier om meerdere ingrediënten in een contract, en niet om meerdere contracten. Streef, zeker in artikelen, altijd naar één centrale stelling of één cen- trale vraag. Stelt u er drie of meer, loopt u het gevaar dat u een spreekbeurt gaat houden.

Dat mengen van ingrediënten gaat vaak automatisch. Bijvoorbeeld in recensies.

Die bevatten een spannend contract, want ze lossen een probleem op waar de lezer mee worstelt: kopen of niet? (nr. 3) Bovendien is dit probleem urgent: de

(24)

avond, of een boek voor de verjaardag. En dus is hij enorm benieuwd hoe het eindoordeel zal uitvallen: een mysterie (nr. 2). Extra bonuspunten zijn te beha- len met een roman van een bekende schrijver of een hoofdrol voor die top- acteur (nr. 10).

Goed, u hebt uw eerste dopaminestoot uitgedeeld. Met een sterk contract plus meerdere ingrediënten. Maar hiermee hebt u niet al uw troeven uitgespeeld, want er ligt een methode om uw contract van nog meer energie te voorzien: u maakt het belangrijk. Hierbij kunt u een voorbeeld nemen aan sportverslagge- ving.

1.4 Pimp your promises

Waarom kijkt iedereen in Nederland naar voetbal? Is het omdat het gemakke- lijk is te volgen voor een groot publiek? Niet volgens oud-scheidsrechter Ma- rio van der Ende. Volgens hem snappen zelfs veel sterspelers de spelregels niet. Vooral buitenspel blijft een breinbreker.

Misschien dan omdat het zo’n boeiende sport is? Niet volgens mijn Ameri- kaanse vrienden. Die begrijpen wel waarom het publiek de tribunes afbreekt.

Gewoon, om wakker te blijven.

En toch, als Nederland in een finale staat, kijkt iedereen. Een meerderheid is normaal niet zo geïnteresseerd, een forse minderheid heeft zelfs geen flauw idee wat er op het veld gebeurt, maar iedereen weet dat het belangrijk is. Kijk maar naar al die oranje shirts, slingers, petjes en etenswaren.

Het geheim van voetbal is dat het belangrijk wordt gemaakt. Met constante me- dia-aandacht. Met interviews, voorbeschouwingen, na-analyses. De bood- schap: dit is geen spelletje, dit is geen sport, dit is onze kans op collectieve roem.

Let wel, al die aandacht verandert niets aan het contract van een voetbalwed- strijd. Dat blijft gebaseerd op conflict (nr. 6), emoties (nr. 9) en mysterie (nr. 2:

wie gaat er winnen?). Wat dit betreft verschilt voetbal niet van korfbal, kwar- tetten en het zoeken naar kievitseieren.

De aandacht verandert alleen de manier waarop het contract wordt ge- presenteerd. En dat is de les die schrijvers hieruit kunnen trekken: zet uw beloftes enigszins aan, maak ze belangrijk. Of, omgezet in een lekkere yell:

pimp your promises.

Hoe gaat dat pimpen in de praktijk? Stel, u gaat naar een popconcert. Het pu- bliek danst, de boxen trillen en de zanger verdwijnt langzaam in de kunstma-

(25)

tige, witte rook. Voor hem niets bijzonders: dit gebeurt zo’n drie keer per week, al een paar jaar lang. Maar u gaat zich vragen stellen. Wat is dat eigenlijk voor spul? Kan die rook kwaad?

Daar hebt u een mooi contract. Een potentieel schokkend verhaal, met een brok emotie, enkele bekende artiesten, en een mysterieus sausje (wel of niet gevaarlijk?) Daarom schrijft u voor een muziektijdschrift een artikel. Dat gaat zo:

17. Diethyleenglycol; Health-based recommended occupational expo- sure limit

Propyleenglycol en diethyleenglycol zijn kleurloze vloeistoffen met diverse toepassingen in de industrie. Ze worden onder andere ge- bruikt bij de productie van polyesters, hydraulische vloeistoffen, koelvloeistoffen, antivriesmiddelen en inkt. Daarnaast wordt propy- leenglycol gebruikt om kunstmatige rook van te maken. Dit gebeurt onder andere bij theatervoorstellingen, popconcerten en oefeningen van de brandweer. Om werknemers die dampen of druppeltjes van deze glycolen inademen te beschermen tegen mogelijk nadelige ge- zondheidseffecten, stelt de Gezondheidsraad gezondheidskundige advieswaarden op voor de beroepsmatige blootstelling aan deze stoffen. (www.gr.nl)

Nee, zo gaat het niet. Zo luidde een persbericht van de Gezondheidsraad.

En die ziet het als zijn taak om uw gezondheid te beschermen, niet om uw dopamineniveau omhoog te brengen. Vandaar dat de auteur geen enkele moeite doet om snel aan te geven wat zijn contract is. Hij zet alleen de feiten op een rij, in een tamelijk willekeurige volgorde. Niets voor een tijdschrift, want de eerste belofte duikt pas op in de laatste zin. Dan is de lezer al weg.

Hoe doet u het beter? Nu, die kop kan wervender. U zoekt een tijdje te- vergeefs naar iets met ‘de mist in’. Dan komt u met:

Witte rook voor witte rook?

met daarboven, in een chapeau:

(26)

Dan het intro, het vette gedeelte onder de kop. Dat moet ons choqueren.

Of in ieder geval de fans van de artiesten die regelmatig in aanraking komen met de schadelijke stoffen (de termen propyleenglycol en diethy- leenglycol bewaart u voor in een kader). Dus legt u de nadruk op de mo- gelijke gevaren. En u besluit het met een pittig citaat van een kenner: ‘Als de overheid niet ingrijpt, voorzie ik…’

Voor het eigenlijke artikel hebt u een paar zangers van naam geïnter- viewd. Hebben zij ooit nagedacht over hun gezondheid als zij uit het zicht verdwenen? Het mooist is het als u twee meningen tegenover elkaar kunt zetten: iemand die zich zorgen maakt, en een ander die juist heel na- ief blijft. Dan hebt u ook nog een vleugje conflict toegevoegd.

Wat deze aanpak effectief maakt, is de morele chantage. De echte fan mag dan ontroerd zijn bij een bruiloft, hij huilt nog veel harder op een begrafenis. Zijn favoriete artiest mag absoluut niets gebeuren, en blijk- baar dreigt er gevaar. Voor hem hebt u het contract belangrijk gemaakt.

Zou u het ook zo doen? Of heel anders? Ingetogener wellicht, of juist met een paar extra superlatieven? Dan volgen hier twee waarschuwingen.

De gevaren van helemaal niet pimpen

Een schrijver die zijn contract wegmoffelt, verlaagt de inzet – en laat energie weglekken. Zo vraagt het blad ‘Hulppost’ aandacht voor een actie tegen cholera in Congo. Het probleem is dat vrouwen geen schoon

drinkwater kunnen krijgen en hun jerrycans dus maar vullen in de vuile rivier. Daarom mobiliseert Artsen zonder Grenzen vrijwilligers die een chlooroplossing in die jerrycans spuiten. Zo doden ze alle bacteriën en is het water weer drinkbaar.

Interessant, maar helaas staat deze informatie op pagina drie. De kop en intro luiden als volgt:

18. ‘We weten wat we moeten doen’

Roelant Zwaamswijk werkt als projectcoördinator in Baraka, een dorp in het oosten van de Democratische Republiek Congo. Hij doet verslag van twee weken veldwerk. ‘Als een soort reddingsbrigade rollen we ons actieplan uit.’ (Hulppost)

(27)

Een vage kop en een onbekende Nederlander die een actieplan uitrolt.

Als dat de etalage is, kan er binnen niet veel interessants gebeuren, denkt de lezer. Hij slaat het artikel dus over, of legt zelfs het hele tijdschrift weg.

Jammer, want misschien was hij wél geïnteresseerd in maatregelen tegen cholera. Die hadden dus in de kop en het intro gemoeten.

De gevaren van overdreven pimpen

Hoe zit het met mijn eigen beloftes in dit boek? Kan ik die nog zwaarder aanzetten? Ik heb erover gedacht. Zo kan ik claimen dat dit werk uw le- ven totaal zal veranderen. Verleidelijk, maar ook riskant, want als u na het lezen gewoon op de oude voet door gaat, komt mijn geloofwaardig- heid in het gedrang. Bovendien valt het niet uit te sluiten dat u, om wat voor reden dan ook, heel tevreden bent met uw leven.

Veiliger is het om te beweren dat dit boek leidt tot een nieuwe manier van denken. Dat klinkt goed en bovendien smoort het alle kritiek. Want iedereen die tegensputtert, denkt blijkbaar nog op de oude manier. Maar toch… ik denk dat de meeste lezers er niet in zouden trappen.

Schrijvers die schreeuwen over life changing experiences en paradigmaver- schuivingen, willen hun beloftes te belangrijk maken. Daardoor lopen ze het risico hun hand te overspelen.

‘Steeds meer slangenbeten’ kopt een van de gratis kranten in de trein, en ook de intro luidt de noodklok. Pas een eindje verderop volgen de cijfers: vorig jaar waren het er vijf, nu zes.

Een ander voorbeeld, een andere kop: ‘Keiharde aanpak drank onder jonge- ren’. Wat is het geval? Er wordt voor gepleit om alcoholbezit strafbaar te ma- ken voor kinderen onder de zestien jaar. Is dat keihard?

Lezen met de markeerstift

Bladert u naar de voorbeeldtekst op pagina 65. Geeft u met de blauwe mar- keerstift aan waar het contract wordt geformuleerd.

1.5 Vertrouwen opbouwen

Oké, uw contract bevat voldoende prikkelende ingrediënten en u hebt het be- langrijk gemaakt, niet te subtiel maar ook niet overdreven. Daarmee hebben uw lezers al een flink dopamineshot achter de kiezen, maar toch hebt u – al- weer – een kans om de dosering nog op te voeren.

(28)

Hierboven zei ik dat uw publiek ervan uitgaat dat u het contract zult nakomen – juist omdat het zo’n plechtige belofte is. Maar helemaal hebt u dat niet in de hand. Wat als de lezers een paar slechte ervaringen achter de rug hebben: an- dere contracten die niet werden nageleefd? Dan vertrouwen ze u ook niet meer. En dus voelen ze de energie wegsijpelen.

Daarom vormen sterke beloftes maar de helft van het verhaal. Minstens net zo belangrijk is het om voortdurend uit te stralen dat u het beloofde ook zult nakomen. En hoe bouwt u dat vertrouwen op? Simpel: u doet een kleinere be- lofte – en komt die snel na. Daarmee werkt u aan uw goede naam; de lezer ge- looft dan al snel dat het met het grote contract óók wel goed zal komen. En dus kijken ze extra uit naar hun beloning.

Een expliciete belofte

Zo’n kleinere belofte is soms heel expliciet. Zoals in het boek ‘Wat 93,7 procent van de Nederlanders moet weten over opiniepeilingen’. De auteur beseft dat hij flink wat zware statistische kost moet behandelen, en hij zoekt naar een manier om die door onze kelen te krijgen. Daarom doet hij een belofte:

20. […] Nu zal niet iedere lezer onmiddellijk warme gevoelens krijgen bij het onderwerp statistiek. Toch wil ik hen vragen deze pagina’s niet over te slaan. Voor wie opinieonderzoek wil begrijpen, is enige basale methodologische kennis onmisbaar. Ik zal proberen het sim- pel te houden en beloof dat we na pagina 23 alle statistiek hebben gehad. (Wat 93,7 procent van de Nederlanders moet weten over opi- niepeilingen, W.L. Tiemeijer)

De schrijver heeft nu de kans om vertrouwen op te bouwen. Als hij op pagina 23 inderdaad een punt zet achter die statistiek (wat hij ook doet), laat hij zien dat hij woord houdt. Met die hoofdbelofte zal het dus ook wel goed komen, denkt de lezer. Daardoor krijgt het contract extra kracht.

Een climax

Maar u kunt het ook subtieler aanpakken: door toe te werken naar een climax.

Zo’n climax vormt namelijk óók een belofte, een impliciete. Lezers leven on- bewust toe naar de clou, en ze zijn dankbaar als hun verwachtingen uitkomen.

Neem het onderstaande fragment uit PW-Intermediair, over bacteriën en schimmels op kantoor. Overal loert gevaar: in stoelen, tapijten plantenbakken, en vooral op toetsenborden. En bij al die smerigheid voelen we voorpret, want

(29)

het superlatief van vies is viest. We hebben nog iets te goed.

En inderdaad:

21. Tot slot, wat is nu echt het allersmerigste plekje op de werkplek?

Paul Monster van Intersafe Groeneveld moet lachen. Het is bekend, maar ook bij Intersafe Groeneveld werd op het lab nog maar eens het harde bewijs geleverd: het bakje borrelnootjes waar iedereen in graait tijdens de vrijdagmiddagborrel. Daar worden met gemak ze- ven verschillende urinesporen in aangetroffen. (PW-Intermediair)

Dit einde heeft meerdere voordelen. Het is grappig, en bovendien snapt de le- zer meteen dat het artikel is afgelopen. Want er is niets smerigers meer te be- schrijven, en dus niets belangrijkers.

Kiest dus voor een opbouw die voert tot een climax. Maar soms is het lastig om aan te geven, hoe ver u hiermee kunt gaan. Kijk nog eens naar de ingredi- enten op bladzijde 13, en dan vooral naar de manier waarop ze werden gepre- senteerd. Want ik moet eerlijk zijn; die presentatie – in de vorm van een top- tien – is enigszins dubieus. Is een mysterie bijvoorbeeld spannender dan een nijpend probleem dat wordt oplost? Vaak verschilt dat per mysterie, per pro- bleem en per lezer.

Aan de andere kant: stel nu voor dat ik het niet had gedaan. Dan had u geen climax gezien, maar alleen een opsomming, en opsommingen worden als snel saai. Sterker nog: iedere keer als de auteur het woordje ‘en’ gebruikt om zaken aan elkaar te plakken, vloeit er spanning weg. Want ‘en’ doet geen beloftes – behalve dat de lezer nog even door moet.

† Dopaminedoder nr. 2: ‘En dan nog wat…’

Zoals gezegd: ‘en’ wekt geen spanning op. Natuurlijk is dat geen reden om het woord te vermijden (dat kan ook niet). Het alarm moet pas afgaan als die ‘en- nen’ de structuur van uw tekst bepalen. Dat zie je vaak bij interviews: de on- dervraagde heeft allang antwoord gegeven op de centrale vraag (of is in ieder geval al geruime tijd aan het woord geweest). Maar de journalist vindt het zonde om niet het hele bandje uit te typen, dus vult hij nog een paar kolom- men met zaken die ook ter sprake zijn geweest. ‘En dan nog wat... en dan nog wat.’ Het artikel sleept zich voort naar een moedeloos einde.

Er ligt een simpele methode om het en-dan-nog-watgehalte te meten. Kunt u uw tekst inkorten door alleen de laatste twee, drie of tien alinea’s weg te halen

(30)

– zonder dat de lezer merkt dat er iets ontbreekt? Dan moet u dat ook maar doen.

De derde manier

Een expliciete belofte en een climax: het zijn twee manieren om vertrouwen op te bouwen. U beschikt echter over een nóg krachtiger methode. Daarmee doet u niet één maar meerdere beloftes. Bijkomend voordeel is dat u uw publiek aan een dopamine-infuus legt: de lezer krijgt steeds dat kleine duwtje om ver- der te gaan. Meer daarover in het volgende hoofdstuk.

1.6 Opdrachten

Wat denkt u van deze intro’s of openingsalinea’s? (Let op: bij iedere vraag zijn meerdere antwoorden mogelijk)

1. Een bemande reis naar Mars maak je niet zomaar; daarvoor moet je oe- fenen. En liefst wat dichter bij huis. Maar kan dat het beste op de maan, zoals NASA denkt? Of is een asteroïde in de buurt van de aarde een bete- re optie?

0 Een goede inleiding op het contract 0 Het contract is niet spannend

0 Het bevat te weinig ingrediënten 0 Het is niet belangrijk gemaakt

0 Er is geen sprake van een contract: dit is een spreekbeurt 0 Waar gaat dit over???

2. Een veel bezongen stad waarvan de klank beelden oproept van

schoonheid en opwinding. Met zijn eindeloze kustlijn, witte stranden en tien miljoen inwoners is Rio de Janeiro één van de dichtst bevolkte, maar ook één van de mooiste steden ter wereld.

0 Een goede inleiding op het contract 0 Het contract is niet spannend

0 Het bevat te weinig ingrediënten 0 Het is niet belangrijk gemaakt

0 Er is geen sprake van een contract: dit is een spreekbeurt

(31)

0 Waar gaat dit over???

3. Het lichaam van een volwassene bestaat uit zowat honderdduizend miljard cellen. Elke cel bevat ongeveer een miljard proteïnes van duizen- den verschillende types, variërend van onderdelen voor het celmembraan tot enzymen, die specifieke reacties versnellen. ‘Proteïne’ is afgeleid van proteros, ‘het eerste’ in het Grieks. Tot in het begin van deze eeuw be- schouwden biologen proteïnes inderdaad als de sleutelelementen van het leven. Pas in 1935 ontdekten ze het twintigste en laatste bouwsteentje van proteïnes of eiwitten – het twintigste aminozuur.

Na de Tweede Wereldoorlog verschoof de aandacht naar de nucleïnezu- ren in de celkern (nucleus is in het Latijn kern). In 1944 bewees de Cana- dees Oswald Avery dat de erfelijke informatie daar in desoxyribonucle- inezuur (DNA) zit vervat, een langwerpig molecule, samengesteld uit suikers, fosforzuur en vier verschillende basen. […]

0 Een goede inleiding op het contract 0 Het contract is niet spannend

0 Het bevat te weinig ingrediënten 0 Het is niet belangrijk gemaakt

0 Er is geen sprake van een contract: dit is een spreekbeurt 0 Waar gaat dit over???

(32)

Hoofdstuk 2: gele beloftes

Beloftes in alinea’s

Met iedere nieuwe alinea bouwt u vertrouwen op. U doet namelijk een belofte en komt die snel na. Zo laat u de lezer zien dat hij op u kan bouwen – en dat u uw hoofdbelofte óók zal inlossen. Maar hoe formuleert u krachtige alinea’s?

(33)

2.0 Inleiding

Uw scherm is niet langer leeg. U hebt een spannend contract opgesteld, vol ingrediënten, en dat hebt u aangekondigd in het begin van uw tekst. Kunt u nu gaan schrijven en uw hoofdbelofte inlossen?

Dat kan, maar dan loopt u het risico dat de spanning uit uw tekst wegvloeit.

Want zoals u zag op pagina 9, krijgen mensen niet zozeer energie van een be- loning, maar vooral van het vooruitzicht op die beloning. Wilt u het dopamine- niveau verder opvoeren, moet u niet alleen de hoofdbelofte inlossen, maar on- derweg steeds nieuwe beloftes doen.

Hoe dat in zijn werk gaat, ziet u in het onderstaande fragment. Het is een re- censie van Al Gores boek ‘The Assault on Reason’. Een instructie vooraf: pro- beer deze tekst zo snel mogelijk te lezen. Neem er maximaal 15 seconden voor.

22. Het moet gezegd worden, Gore pakt het slim en kundig aan. Slim, omdat hij zijn boek – dat vooral een aanklacht tegen de regering- Bush en de Amerikaanse televisie is – heeft opgesteld als een plei- dooi voor de rede. Hij ontpolitiseert daarmee in zekere zin zijn cen- trale stellingen en ontwijkt het mogelijke verwijt dat hij uit is op po- litieke wraak, of op zijn minst de weg plaveit voor een nieuwe gooi naar het presidentschap.

Maar hij doet het ook kundig. Hij geeft veel voorbeelden, zijn betoog is steeds goed gedocumenteerd en hij schrijft in een heldere stijl. Of dat allemaal zijn verdienste is of dat de tientallen vrienden, stafleden en deskundigen die hij in zijn dankwoord noemt daarvoor verant- woordelijk zijn, doet niet eens zoveel ter zake. Hij heeft het toch maar georganiseerd.

Is zijn boek ook overtuigend?

Dat is minder zeker. Om te beginnen is het de vraag of het alléén die verandering van de publieke sfeer is die verantwoordelijk is voor de dwaalwegen die de huidige Amerikaanse regering kon inslaan. Wie wel eens een paar dagen voor een Amerikaanse televisie heeft geze- ten herkent veel van Gores aanklacht, maar hoe erg dat systeem ook is, het heeft toch niet kunnen verhinderen dat de populariteit van de huidige president tot historische dieptepunten is gedaald. Misschien

(34)

Natuurlijk, 15 seconden voor een tekst van 220 woorden is erg kort. U zult dus niet alles hebben gelezen. Waarschijnlijk beperkte u zich tot de eerste zinnen van de alinea’s en scande u de rest. Het verrassende is dat u op die manier een goed beeld kreeg van het uiteindelijke oordeel.

Hoe krijgt de auteur dat voor elkaar? Wel, ze lost in iedere alinea een stukje van die hoofdbelofte in. En kondigt dat stukje aan in de eerste zin van die ali- nea, de zogenoemde kernzin.

Kernzinnen zijn voor schrijvers wat bomen zijn voor honden: ze helpen hen om hun terrein af te bakenen. In het bovenstaande geval ziet dat terrein er als volgt uit.

1. Het moet gezegd worden, Gore pakt het slim en kundig aan. Slim om- dat…

2. Maar hij doet het ook kundig.

3. Is zijn boek ook overtuigend? Dat is minder zeker.

Nu de lezer die bomen weet te staan, krijgt hij een globale indruk van het ter- rein, zonder dat hij dat helemaal hoeft te verkennen. Of, terugvertaald naar teksten: zonder dat hij alles hoeft te lezen. De kernzinnen geven immers een samenvatting van het artikel. En dus besparen ze energie.

Bovendien leveren kernzinnen ook energie op. Zoals gezegd, ze doen steeds een kleine belofte. ‘Lees deze alinea en ik ga u uitleggen wat er slim is aan Go- res aanpak’ of ‘Nog even en ik vertel waarom zijn boek minder overtuigend is.’

Natuurlijk, het zijn kleine beloftes, maar samen zorgen ze voor een constante dopaminestroom.

Ten slotte pompen alineabeloftes ook extra kracht in ons contract. We zagen het al eerder: als u de kleine beloftes snel inlost, gelooft de lezer dat het met de grote óók wel goed zal komen. Dat betekent dat we in een artikel van 2000 woorden, met zo’n 30 alinea‘s, 30 kansen krijgen om te laten zien dat men op ons kan bouwen.

Jammer genoeg gaat dit vaak mis. Ten eerste zijn er onervaren schrijvers die helemaal geen alinea’s gebruiken. Ze typen gewoon lekker door en produce- ren één lang blok tekst. Veel anderen weten dat ze dit moeten vermijden en dus beginnen ze af en toe op een nieuwe regel. Maar het moment waarop ze dit doen, is vrij willekeurig en het resultaat is geen alinea, maar een kluitje zinnen zonder veel samenhang. In beide gevallen ontbreken de beloftes.

(35)

† Dopaminedoder nr. 3: onnodige herhaling

Stel, u rijdt door de stad, op zoek naar die ene straat. Al ruim een uur. En dan gebeurt het voor de derde keer: u komt uit voor alweer datzelfde tankstation.

Blijkbaar hebt u ook het laatste kwartier weer een rondje gereden.

Het is dit gevoel dat lezers bekruipt als ze steeds weer stuiten op dezelfde fei- ten, dezelfde conclusie of dezelfde vraag. Het gevoel dat ze niets zijn opge- schoten. Het gevoel dat ze hun energie hebben verspild. Dat het dus niet ver- standig is om nog energie te investeren.

Als u teruggrijpt op een eerdere passage in uw tekst, geef dat dan duidelijk aan. Bijvoorbeeld door: Zoals gezegd…

Hoe moet het wel? Wat is het geheim van een krachtige alinea? Om dat te be- grijpen, moeten we eerst ingaan op het verschil tussen abstracte en concrete in- formatie.

2.1 Abstract en concreet

Kijk eens naar de volgende alinea.

23. Er zijn weinig bedrijfstakken die zo onder vuur liggen als de farma- ceutische industrie. Veel van de verwijten zijn achterhaald of niet te- recht. Feit is dat de farmaceutische industrie bij uitstek het ideaal van de kenniseconomie belichaamt. Feit is ook dat de op winst ge- richte, farmaceutische industrie al ruim honderd jaar als enige partij in staat is nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen.

En vergelijk die met het onderstaande fragment, uit een artikel ‘Hoe Viagra de wereld veranderde’

24. In Taiwan geeft een politicus Viagra weg om stemmen te winnen. In Japan, waar Viagra op dat moment nog niet verkrijgbaar is, organi- seert een reisbureau Viagra-reizen naar Hawaï. In Italië verkopen winkeliers Viagra-ijs, Viagra-kaas en Viagra-pizza’s. In Amerika klaagt een 63-jarige vrouw haar 70-jarige echtgenoot aan, die na Via- gra-gebruik is vreemdgegaan. In Brazilië deelt een burgemeester Viagra uit om het leven van de bejaarden in zijn dorp te veraange- namen. In Israel organiseert de wetenschapscommissie van de Knes- set een bijeenkomst voor de beoordeling van Viagra. Een doosje met acht pillen gaat rond. Aan het eind van de bijeenkomst zijn vier pil-

(36)

Beide passages gaan (toevallig) over de zegeningen van de farmaceutische in- dustrie. Beide wekken irritatie op. Alleen de manier waarop ze dat doen, ver- schilt. In het eerste geval denkt de lezer voortdurend: onderbouw dat nou eens, geef een voorbeeld! Maar in fragment 24 vraagt hij zich juist af waarom al de- ze voorbeelden over hem worden uitgestort. Wat wil de schrijver ermee zeg- gen?

Hoe komt het dat we zo reageren? Wel, de eerste alinea bestaat alleen uit vrij abstracte zinnen, in de tweede alinea zijn al de zinnen concreet.

Voor wie deze begrippen niet kent: een auteur met een voorkeur voor ab- stracte informatie behandelt graag zaken die niet tastbaar zijn, zoals farmaceu- tische industrie en kenniseconomie. Hij beschrijft meestal geen specifieke ge- beurtenissen, maar analyses of ontwikkelingen. In extreme situaties ontwik- kelt hij zelfs een hang naar begrippen als ‘factoren’, ‘elementen en ‘aspecten’.

Zelden slaagt hij hiermee een sterk beeld te projecteren op onze netvliezen, maar beloftes doet hij vaak wel (zie ook pagina 33).

Een auteur met een voorliefde voor concrete informatie, richt de schijnwer- pers op tastbare zaken – bijvoorbeeld de Viagra-pizza’s uit fragment 24. Zo’n schrijver vertelt vaak over personen die ergens mee bezig zijn, en vult zijn pa- gina’s met kleurrijke beelden. Beloftes doet hij hiermee niet; meestal gaat het om de uitwerking van die beloftes.

U hoeft maar een café in te lopen om het verschil tussen abstract en concreet te horen. ‘Niemand heeft zo’n klote-leven als ik,’ roept iemand aan de bar (ab- stract, belofte). ‘Vertel,’ zegt de barman, en dan komt het: ‘Het gas is afgeslo- ten, Els is bij me weg, en ik heb niet eens geld voor dit pilsje.’ (concreet, uit- werking van de belofte).

Want abstract en concreet vullen elkaar aan. Het werkt net als bij decla- raties. De posten zijn vaak abstract omschreven (reiskosten), het bonnetje geeft concretere uitleg (retour Amsterdam – Utrecht, op 13 december:

13,60 euro). En het zorgt natuurlijk ook voor het bewijs.

En wat heeft dat te maken met het schrijven van spannende alinea’s? Alles!

Alinea’s geven vooral energie als ze zijn opgebouwd uit een abstracte belofte en een concrete beloning. U kunt het vergelijken met schilderen: met de belofte in de kernzinnen schetst u de grote lijnen, en met de uitwerking kleurt u de ruimte tussen die lijnen in tot er een beeld ontstaat.

Dat heeft gevolgen voor fragment 23 en 24. Als de schrijvers betrouwbare én

(37)

leesbare alinea’s willen schrijven, zullen ze beide soorten informatie, abstracte en concrete, moeten combineren.

En ik moet bekennen: beiden hebben dat ook gedaan. In het eerste voorbeeld heb ik de onderbouwing weggelaten, waardoor het leek alsof de schrijver al- leen beloftes doet. Ten onrechte dus. Hier volgt de originele versie:

25. Er zijn weinig bedrijfstakken die zo onder vuur liggen als de farma- ceutische industrie. Ze verkopen giftige rotzooi, ze maken absurde winsten over de rug van de patiënten, ze kopen artsen om met ca- deautjes en dure reizen, ze misbruiken de derde wereld, et cetera, et cetera.

Veel van de verwijten tegen de farmaceutische industrie zijn ach- terhaald of niet terecht. Daar kwam ook Hillary Clinton tien jaar ge- leden met het schaamrood op de kaken achter. Ze gebruikte als voorbeeld een bepaald ontwormingsmiddel dat de farmaceutische industrie voor een paar dubbeltjes aan veehouders zou verkopen terwijl ze voor hetzelfde middel bij mensen een veelvoud zou reke- nen. Dat bleek later helemaal niet waar te zijn. Foutje.

Feit is dat de farmaceutische industrie bij uitstek het ideaal van de kenniseconomie belichaamt. Er werken allemaal hoogopgeleide mensen – zelfs de artsenbezoekers, de soldaten van het farmaceuti- sche leger, hebben een academische of hbo-opleiding – en er wordt ongewoon veel geld in r&d, onderzoek en ontwikkeling geïnves- teerd.

Feit is ook dat de op winst gerichte, farmaceutische industrie al ruim honderd jaar als enige partij in staat is nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. De overheid kan het niet. Slechts twee medicijnen (streptomycine en penicilline) komen bij universiteiten vandaan, de overgrote meerderheid bij de farmaceutische industrie. (…) (Het Grote Goed Nieuws Boek, Simon Rozendaal)

U ziet: de bonnetjes zijn nu bijgeleverd. Natuurlijk kunt u het nog steeds met de schrijver oneens zijn, maar u kunt niet zeggen dat hij zomaar wat roept.

Het herschrijven van fragment 24 gaat nog gemakkelijker. Ik hoef het stuk al- leen weer te geven met de keurige kernzin – die ik hierboven heb weggehaald.

26. Van west naar oost verspreidt zich een ware Viagra-koorts, ook bui-

(38)

stemmen te winnen. In Japan, waar Viagra op dat moment nog niet verkrijgbaar is, organiseert een reisbureau Viagra-reizen naar Hawaï.

In Italië verkopen winkeliers Viagra-ijs, Viagra-kaas en Viagra- pizza’s. In Amerika klaagt een 63-jarige vrouw haar 70-jarige echt- genoot aan, die na Viagra-gebruik is vreemdgegaan. In Brazilië deelt een burgemeester Viagra uit om het leven van de bejaarden in zijn dorp te veraangenamen. In Israël organiseert de wetenschapscom- missie van de Knesset een bijeenkomst voor de beoordeling van Viagra. Een doosje met acht pillen gaat rond. Aan het eind van de bijeenkomst zijn vier pillen zoek. (Vrij Nederland)

De losse zinnen zijn verdwenen. Of liever gezegd, de schrijver heeft er een strik om gebonden: de eerste, abstractere kernzin. Die geeft de alinea eenheid, want ieder voorbeeld heeft nu een doel: het laat zien hoe de Viagra-koorts zich verspreidt (zij het niet netjes van west naar oost). U ziet het schilderij ontstaan:

de eerste zin zet de grote lijnen neer, de concrete uitwerking zorgt voor de beelden (Hillary Clinton en Viagra-pizza’s).

De kracht van de alinea zit hem dus in de samenwerking tussen abstracte kernzin en concrete uitwerking. Tussen de grote lijnen en de kleuren daartus- sen. Maar daarmee kunt u nog niet aan het werk. Want hoe formuleert u dus zo’n kernzin? En op welke manieren kunt u uw alineabeloftes nakomen?

† Dopmaninedoder nr. 4: de vuilnisbelt

Het mooie van een alinea is dat hij in één oogopslag valt te herkennen als een afzonderlijke gedachte. Haal alle enters weg en er ontstaat één groot blok, waar die gedachtes in elkaar overlopen. De schrijver neemt geen adempauzes, en ook de lezer krijgt het benauwd. Hij kan de informatie niet meer scannen, maar moet ieder woord lezen om de hoofdzaken (de kernzinnen) eruit te vis- sen. Dat kost kracht.

Alinea’s worden vaak op een hoop gegooid omdat ze niet mooi zouden zijn (opmakers zijn dol op compacte blokken), maar soms zijn de overwegingen geniepiger. De schrijver ontdekt dat hij zijn betoog niet goed kan onderbou- wen, want voor iedere abstracte kernzin beschikt hij hoogstens over één zinne- tje concrete rechtvaardiging. Als hij zulke onaffe gedachten eerlijk zou presen- teren – in afzonderlijke alinea’s – zou dit mankement meteen in het oog sprin-

(39)

gen. Daarom besluit hij het te versluieren. Hij veegt alle zinnen bij elkaar tot één geheel; dan lijkt het nog wat.

2.2 De grote lijnen: wat is een goede kernzin?

Goede kernzinnen verzinnen is vrij eenvoudig. U hoeft ze niet bijzonder beel- dend of spannend te maken. De structuur is zelfs heel simpel: u noemt één onderwerp en vertelt daar iets over.

Neem het artikel uit Psychologie Magazine: ‘Hoe leer je een vreemde taal?’

Inderdaad, hoe doe je dat? En hoe krijg je die nieuwe woorden op een overtui- gende manier over je lippen? Wel, schrijft de auteur, dat kan door gericht te luisteren naar lastige klanken en stevige feedback te krijgen op de manier waarop je die reproduceert.

En dan volgt:

27. In Duitsland worden inmiddels al taallessen aangeboden waarin dergelijke inzichten verwerkt zijn. De leerlingen moeten bijvoor- beeld een tekst voorlezen terwijl een moedertaalspreker op band de- zelfde tekst uitspreekt. Al lezend krijgen ze via een koptelefoon in het ene oor hun eigen stem te horen en in het andere die van de moedertaalspreker; zo vervloeien beide stemmen en ervaren leer- lingen datgene wat ze horen als hun eigen, vloeiende uitspraak.

(Psychologie Magazine)

De kernzin van deze alinea is niet spectaculair. Toch voldoet hij uitstekend.

Allereerst heeft hij de goede structuur: hij behandelt een onderwerp (die taal- lessen) en vertelt daar iets over. Verder voldoet hij aan drie voorwaarden:

 Hij zit precies op het goede abstractieniveau. Er kan iets aan worden toegevoegd.

 De lezer is ook benieuwd naar dat iets, want hij wil weten hoe de inzich- ten verwerkt zijn.

 Bovendien past de zin in het contract. Hij kondigt aan hoe je een vreem- de taal leert.

Op ieder van die voordelen ga ik nader in.

2.2.1 Het juiste abstractieniveau

Zoals gezegd: een kernzin is meestal abstract, en de uitwerking concreet. Maar

(40)

niet scherp te trekken. Tussen de twee uitersten liggen veel twijfelgevallen.

Om met die uitersten te beginnen: een woord als ‘entiteit’ zal iedereen ab- stract vinden. Het betekent iets als: ‘iets dat is’ en dat kan van alles zijn. Het roept geen beeld op en het is niet altijd tastbaar. Anders is dat met oom Hans.

Als die op de koffie komt, kunt u hem vastpakken, en als hij weggaat, laat hij een beeld na op uw netvlies. Oom Hans is concreet.

Als we oom samen met die entiteit plaatsen in de zogenoemde abstractielad- der, zien we een geleidelijke overgang. De begrippen in de onderstaande rij worden steeds concreter.

1. Entiteit

2. Levend wezen 3. Zoogdier 4. Mens 5. Familielid 6. Oom Hans

Die glijdende schaal zie je ook bij complete zinnen. Beweert u dat het leven niet meevalt, dan bent u erg abstract. Want wat zit u precies dwars? Omval- lende banken, internationaal terrorisme, of hardnekkig onkruid op de oprij- laan?

Zegt u echter dat u vanmorgen om 6.00 uur uw bed uitkwam, is uw uit- spraak erg concreet. U bent tastbaar, uw bed is dat ook, en de handeling is te visualiseren. Het precieze tijdstip maakt dat laatste nog gemakkelijker.

Ook nu kunnen we een ladder opstellen:

1. Het leven valt niet mee.

2. Mijn leven valt niet mee.

3. Mijn leven is te vermoeiend.

4. Ik moet altijd vroeg mijn bed uit.

5. Ik stond vanmorgen om 6.00 uur op.

Niet al deze uitspraken zijn geschikt als kernzin, of zelfs maar als contract. Als u bijvoorbeeld de bovenste uitspraak uit wilt werken (uitspraak 1), hebt u een flink boek nodig, misschien zelfs een hele plank in de kast. Verstandiger is het om alleen over uw eigen problemen te schrijven (uitspraak 2), maar ook dan wordt het al snel te lang. Bent u gebonden aan één artikel, kunt u het beste kiezen voor de derde belofte: uw vermoeiende leven. In een van de kernzin-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inhoud bruto Omschrijving NW15 Prijs groep Verp.

Ieder toeristisch logies wordt van nevenliggende gebouwen of andere toeristische logiezen afgescheiden door horizontale en verticale wanden die in metselwerk of beton zijn gebouwd

De conclusie van het onderzoek is dat MT een effectieve behandeling is voor patiënten met CSSH in de eerstelijnszorg in vergelijking met de gebruikelijke

§ 2 Een leerling die een jaar te vroeg wil instappen in het lager onderwijs (5 jaar ten laatste op 31 december van het lopende schooljaar) wordt enkel ingeschreven, na advies van

Tekenen door meerdere punten 82 Opdracht Tekenen 10: Lijnen 83 Opdracht Tekenen 11: Golven * 84 Hoofdstuk 11 Klasse (class) 85.. Wat is

(Je kunt hierbij denken aan oliemaatschappijen.) Een voorbeeld van een toepassing van de physical measure methode. Stel dat een bedrijf 25 producten van A en 75 prodcuten van

Betrokkene, wiens recht op uitkering geheel of gedeeltelijk is beëindigd wegens het gaan verrichten van arbeid als werknemer, ontvangt op zijn verzoek, gedurende de voor hem op de

Ten minste drie verschillende enzymen met PRPP synthetase activiteit zijn geïdentificeerd, die worden gecodeerd door eigen genen. Mutaties in het PRPS1-gen worden geassocieerd