• No results found

University of Groningen. Opvoeden in je eentje Bosman, Maria Hendrika

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "University of Groningen. Opvoeden in je eentje Bosman, Maria Hendrika"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Opvoeden in je eentje Bosman, Maria Hendrika

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:

1993

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Bosman, M. H. (1993). Opvoeden in je eentje: een onderzoek naar de betekenis van het moedergezin voor de onderwijskansen van kinderen. s.n.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license.

More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment.

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

Download date: 13-06-2022

(2)

Opvoeden in je eentje

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page I (Black plate)

(3)

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page II (Black plate)

(4)

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Opvoeden in je eentje

een onderzoek naar de betekenis van het moedergezin voor de onderwijskansen van kinderen

Proefschrift

ter verkrijging van het doctoraat in de

Psychologische, Pedagogische en Sociologische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen

op gezag van de

Rector Magnificus Dr S.K. Kuipers in het openbaar te verdedigen op

donderdag 2 december 1993 des namiddags te 2.45 uur precies

door

Maria Hendrika Bosman geboren op 5 april 1951

te Ede

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page III (Black plate)

(5)

Promotor: Prof. Dr. J.L. Peschar

IV

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page IV (Black plate)

(6)

Promotiecommissie:

Prof. Dr. J. Dronkers

Prof. Dr. W.J.A. van den Heuvel Prof. Dr. G.W. Meijnen

Dit proefschrift kwam mede tot stand dankzij een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (N.W.O. 50-213), het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (via STEO) en het Programmerings College Onderzoek Jeugd (PCOJ) te Utrecht.

V Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page V (Black plate)

(7)

VI

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page VI (Black plate)

(8)

Voorwoord

Aan het eind van deze eeuw zal het aandeel eenoudergezinnen in krap drie decennia zijn gegroeid van minder dan tien procent naar eenvijfde van het totale aantal gezinnen. Dat maakt het tot een maatschappelijk verschijnsel waar grote delen van de bevolking mee te maken (kunnen) krijgen als direct of indirect betrokkene.

Enerzijds rechtvaardigt dit hoge aandeel de grote aandacht voor eenoudergezinnen bij onderzoekers en beleidmakers; anderzijds betekent het ook een relativering.

Alhoewel het eenoudergezin nog steeds een minderheid vormt, is het niet meer als uitzondering te omschrijven. Tegelijkertijd lijkt deze ‘gewone’ gezinssituatie zich op een aantal relevante aspecten van het tweeoudergezin te onderscheiden. Het is deze spanning tussen het gewone en het bijzondere die aan dit proefschrift ten grondslag ligt. In het bijzonder wordt daarbij de vraag gesteld wat opgroeien in een eenoudergezin betekent voor de onderwijskansen van kinderen.

In 1982 deed zich met de beschikbaarheid van het SMVO-bestand (Sociaal Milieu en Voortgezet Onderwijs) van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het eerst de gelegenheid voor de betekenis van het eenoudergezin voor de schoolloopbaan van kinderen in de Nederlandse situatie te verkennen. Alhoewel de gebruikte gege- vens nog verre van optimaal waren, werd de relevantie van de vraagstelling door de onderzoeksbevindingen bevestigd. In 1983 kon een begin gemaakt worden met een door NWO gefinancierd onderzoek naar de schoolloopbanen van kinderen die in een eenoudergezin opgroeien. Sindsdien is het onderzoek met tussenpozen voort- gezet en uitgebreid. Dit proefschrift vormt het sluitstuk van wat achteraf als een onderzoekprogramma kan worden aangemerkt.

Een dergelijke onderzoeksperiode maakt het bijna onmogelijk allen die in de loop van de tijd hebben meegewerkt of een bijdrage hebben geleverd te noemen. Voor een deel is dat ook al in eerdere publikaties gebeurd. Toch wil ik een aantal van hen op deze plaats (opnieuw) bedanken.

Verschillende organisatie hebben dit onderzoek en dit proefschrift mogelijk gemaakt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Ministerie van Sociale Zaken en Werk- gelegenheid maakten de eerste fasen van het onderzoek mogelijk door het beschik- baar stellen van gegevens en financiële middelen. De laatste fase van het onderzoek

VII Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page VII (Black plate)

(9)

werd uitgevoerd in opdracht van het Programmerings College Onderzoek Jeugd (PCOJ) en gefinancierd door het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Ik ben het PCOJ ervoor erkentelijk dat de onderzoeksrapportage ten dele in de vorm van dit proefschrift kan plaatsvinden. Verder wil ik de plezierige en ondersteunende contacten noemen met Jaap van Kampen en Wilma Poot van het PCOJ-bureau, die maakten dat de opdrachtgever een persoonlijk gezicht kreeg.

Plezierig waren ook de contacten met mijn beide interviewers Jolanda Tuinstra en Peter Kammenga, die in de laatste fase van het onderzoek een aanzienlijk deel van de intensieve vraaggesprekken voor hun rekening namen en daarnaast een waarde- volle bijdrage leverden aan de analyse van de interviewgegevens. Siegwart Lindenberg van het ICS stelde de dataset beschikbaar die door Cees van Liere is opgebouwd in het kader van het onderzoek ‘Lastige leerlingen’ (1990). Cees van Liere leverde daarnaast waardevol commentaar en suggesties bij de analyses en rap- portage van zijn data.

Verschillende begeleiders hebben een rol gespeeld in de totstandkoming van dit proefschrift. Jaap Dronkers is degene die de kiem van het onderzoek legde door te wijzen op de mogelijkheden die de SMVO-gegevens boden voor een vergelijking van de schoolloopbanen van kinderen uit eenouder- en tweeoudergezinnen.

Gedurende het hele onderzoek toonde hij zich inspirerend en stimulerend betrok- ken bij de voortgang. Het zal hem genoegen doen dat ik zijn ‘cri de coeur’ in Lunteren uiteindelijk ter harte heb genomen. Christine Clason heeft zich bijzonder ingezet voor de verwezenlijking van de onderzoeksplannen en de begeleiding, vooral in de eerste fase van het onderzoek. Wim Meijnen moest door zijn verhui- zing naar Amsterdam zijn taak als begeleider neerleggen. Toch deed ik ook daarna nooit tevergeefs een beroep op op zijn deskundigheid. In mijn promotor, Jules Peschar, waardeer ik naast zijn stimulerende en effectieve begeleiding vooral het vertrouwen dat hij in mij stelde. Net als in de opvoeding is ook in arbeidsrelaties een juist evenwicht tussen ‘controle’ en ‘ondersteuning’ van groot belang.

Ondersteuning was er vooral op mijn directe werkplek. Met name tijdens de afron- ding van dit proefschrift was de steun die ik van mijn collega’s en vrienden bij de Vakgroep Sociologie ondervond van doorslaggevende betekenis. Bij ondersteuning denk ik niet alleen aan belangstelling voor, betrokkenheid bij en aanmoediging van het werken aan mijn proefschrift. Niet minder belangrijk zijn in mijn ogen aan- dacht voor andere dingen in het leven, gevoel voor relativering en gevoel voor humor. Arjen Edzes, Rudi Wielers en Hans Pompe toonden dat allemaal in ruime mate. Hetzelfde geldt voor Sietske Waslander, voor wie dankzij E-mail de afstand tussen Wellington (Nieuw-Zeeland) en Groningen geen enkel beletsel vormde om mij in woord en daad bij te staan. Met Jeannette Doornenbal, zelf bezig met haar proefschrift, kon ik alle grote en kleine zorgen delen die voortvloeien uit het com- bineren van gezin en werk. Daarnaast vond ze nog tijd om een gedeelte van het concept zorgvuldig te corrigeren. In deze persoonlijke begeleidingsgroep speelde tenslotte Arie Glebbeek naar het voorbeeld van Galbraith een weinig bescheiden rol. Ook al had hij zelf een proefschrift te schrijven, steeds was hij bereid mee te denken over problemen en keuzes, steeds kon ik rekenen op zijn nauwkeurige en heldere commentaar.

VIII

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page VIII (Black plate)

(10)

Eén persoon tenslotte verdient een aparte plaats in dit voorwoord. Dat is Wiepke Louwes met wie ik zoals uit de literatuurlijst blijkt vele jaren intensief heb samen- gewerkt. Het eerste deel van dit onderzoek was een gezamenlijk project en de opzet, organisatie en uitvoering dragen dan ook mede Wiepke’s stempel. Het zou een understatement zijn om Wiepke, die enkele jaren geleden besloot een andere weg te kiezen, te bedanken voor haar bijdrage aan dit onderzoek. Ik hoop echter dat ze in dit proefschrift onze gezamenlijke inspanning en betrokkenheid bij de onderwijskansen van kinderen uit eenoudergezinnen herkent.

Ook dit onderzoek had niet uitgevoerd kunnen worden zonder dat een groot aan- tal moeders en kinderen ons deelgenoot maakte van hun opvoedingservaringen. Ik wil hen bedanken voor het vertrouwen dat ze in ons stelden en ik hoop dat de inzichten uit dit onderzoek hen direct of indirect ten goede komen.

“In de wereld der voorwoorden is ook het gezinsleven voorbeeldig”, schrijft De Swaan (1990, p. 10). Ik wil met dit voorwoord niet bijdragen aan dat beeld.

Samenleven in gezinsverband is soms verre van eenvoudig en het opvoeden van kinderen stelt menige ouder voor onvermoede vragen en problemen. Ook De Combinatie van de zorg voor een gezin en een baan buitenshuis plaatst een ‘voor- beeldig’ gezinsleven onder druk (vgl. Brinkgreve 1988). Dat neemt niet weg, dat juist in perioden waarin het werken buitenshuis veel inspanning vraagt, de ver- trouwdheid van het gezinsleven veel beschutting en voldoening kan geven. Ook voor mij was dat het geval. Maar mijn ervaringen in het afgelopen jaar, waarin ik mijn gezins- en opvoedingstaken moest combineren met het veeleisende werken aan een proefschrift, hebben mijn bewondering voor moeders die er - onder dik- wijls heel wat mindere omringende condities - alléén voor staan, alleen maar ver- groot.

Groningen, oktober 1993 Rie Bosman

IX Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page IX (Black plate)

(11)

X

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page X (Black plate)

(12)

Inhoudsopgave

1 Het eenoudergezin in de Nederlandse samenleving 1

1.1 Inleiding 1

1.2 Eenoudergezinnen in cijfers 2

1.3 Definitie-problemen 5

1.4 Verscheidenheid en eenheid 7

1.5 Eenheid in verscheidenheid; vraagstelling 18

2 De betekenis van het eenoudergezin voor kinderen 23

2.1 Inleiding 23

2.2 Onderzoek naar effecten bij kinderen 24

2.3 Onderzoek naar verklaringen 28

2.4 Ontwikkelingen in het onderzoek 34

2.5 Methodologische problemen 35

2.6 Probleemstelling 44

3 Onderzoeksopzet en analysestrategie 49

3.1 Inleiding 49

3.2 Onderzoeksopzet 50

3.3 Beperkingen van de gekozen onderzoeksopzet 51

3.4 Keuze van variabelen 52

3.5 Dataverzameling 54

3.6 Selectiviteit en representativiteit 56

3.7 Analysestrategie 57

3.8 De kwalitatieve benadering 61

3.9 Confrontatie met de methodologiekritiek 63

3.10 Beantwoording van de onderzoeksvragen

en toetsing van de hypothesen 64

4 Verschillen in schoolloopbanen 69

4.1 Inleiding 69

4.2 Onderzoeksopzet en dataverzameling 70

4.3 Hypothesen, analyse en verwerking 71

4.4 Conclusie en discussie 79

4.5 Tussenbalans 79

4.6 De opvoedingssituatie in het moedergezin: kinderen en moeders 80

4.7 Opvoedingssituatie volgens kinderen 81

4.8 Opvoedingsgedrag van moeder 84

4.9 Tot besluit: verklarende mechanismen 87

XI Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page XI (Black plate)

(13)

5 Opvoedingstekorten 93

5.1 Theoretische en empirische notities 93

5.2 Operationalisatie 94

5.3 Toetsing van hypothesen 99

5.4 Conclusie 102

5.5 Tot besluit 103

6 Inkomenspositie 105

6.1 Theoretische en empirische notities 105

6.2 Operationalisatie 107

6.3 Toetsing van hypothesen 110

6.4 Conclusie 114

6.5 Tot besluit 115

7 Gedrag van kinderen en opvoedingsgedrag van moeders 117

7.1 Inleiding 117

7.2 Achtergronden en vraagstelling 117

7.3 Dataverzameling en databestand 119

7.4 Onderzoeksopzet en operationalisatie van variabelen 122

7.5 Matching en analysestrategie 128

7.6 Toetsing van hypothesen 129

7.7 Samenvatting van de resultaten 148

8 De opvoedingssituatie in moedergezinnen 155

8.1 Inleiding 155

8.2 Theoretisch kader 156

8.3 Opvoeden in je eentje 158

8.4 Opvoedingsspanningen 160

8.5 Bronnen van stress en ondersteuning 170

8.6 Persoonlijke veerkracht 179

8.7 Positieve aspecten 183

8.8 Samenvatting van de bevindingen 184

9 Conclusies en discussie 189

9.1 Inleiding 189

9.2 Conclusies: effecten en verklaringen 190

9.3 Conclusies: gedrag van kinderen en opvoedingsgedrag van moeders 190 9.4 Conclusies: de opvoedingssituatie in het moedergezin 192

XII

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page XII (Black plate)

(14)

9.5 Discussie: methodologische recapitulatie 196 9.6 Discussie: ontwikkelingen in het onderzoek 199 9.7 Discussie: opvoedingsondersteuning van moedergezinnen? 201 9.8 Discussie: het moedergezin in actueel perspectief 204

9.9 Tot besluit 207

Bijlagen:

I Overzicht van onderzoek 213

III Tabellen bij hoofdstuk 3 214

IV Onderwerpenlijst voor interviews moeders en kinderen 217

V Tabellen bij hoofdstuk 5 218

VI Tabellen bij hoofdstuk 6 220

VII Samenstellende items opvoedingsdimensies 227 VIII Onderwerpenlijst voor interviews met moeders 228

IX Overzicht opvoedingsspanningen 229

Literatuur 233

Summary 251

XIII Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page XIII (Black plate)

(15)

XIV

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page XIV (Black plate)

(16)

XV Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page XV (Black plate)

(17)

XVI

Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page XVI (Black plate)

(18)

XVII Rie Bosman Voor/Nawerk 05-06-2008 15:02 Page XVII (Black plate)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een kwart van de gevallen hebben de kinderen geen enkel contact meer met hun vader (één van deze kinderen heeft zijn vader nooit gekend en een ander kind heeft haar vader vanaf

Dit betreft vooral personen die niet direct beschikbaar zijn, of niet actief zoeken, of werk zoeken voor minder dan twaalf uur per week. De cijfers over de werkloze

Het hoge aantal sterfgevallen in deze periode houdt waarschijnlijk verband met een verhoogde griepactiviteit van begin december 1998 tot half maart 1999.. Het verloop van de griep

Voor zover de in het eerste en tweede lid bedoelde verwerving niet de benodigde gegevens oplevert, is de directeur-generaal bevoegd ten behoeve van statistische doeleinden

Hierbij zijn de gegevens uit een ouder jaar, in deze publicatie het jaar 2000, herberekend naar de gemeentelijke indeling van 2004. Zie ook oppervlakte totaal

De variabelen lftkind1t/m7 wordt gevuld met de waarde van lft(a,b,c,d,e,f of g) waarbij geldt dat lftkind1 de leeftijd bevat van het oudste kind en dat de

Indien bovenstaande regel niet geldt, dan wordt aangenomen dat het bouwjaar van de woning gelijk is aan het jaar waarin de respondent op het huidige adres is komen wonen..

De ontwikkelingen (volumemutaties) zijn voor prijsverande- ringen gecorrigeerd. Weersomstandigheden en de samenstelling van de koopdagen kunnen van invloed zijn op de uitkomsten van