• No results found

Afschrift akte van oprichting Studenten Turnvereniging Amsterdam Hachie de dato 27 maart 2018.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Afschrift akte van oprichting Studenten Turnvereniging Amsterdam Hachie de dato 27 maart 2018."

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Afschrift akte van oprichting

Studenten Turnvereniging Amsterdam Hachie

de dato 27 maart 2018.

(2)

Ref: 2018.0243.01 LW

AKTE VAN OPRICHTING VERENIGING Studenten Turnvereniging Amsterdams Hachie.

Heden, zevenentwintig maart tweeduizend achttien, verschenen voor mij mr. Wesley _______

Robert Harris, kandidaat-notaris, hierna te noemen: "notaris", als waarnemer van mr. _______

Petronella Emma Martha Dukkers notaris te Amsterdam: _____________________________

1. mevrouw Jaana Minna KAISMO, geboren te Amsterdam op dertien maart ___________

negentienhonderd zevenennegentig (13-03-1997), wonende te 1066 TH Amsterdam, ___

Oudenaardeplantsoen 7, houder van een paspoort nummer NN6P5C9L4, afgegeven ___

te Amsterdam op vijftien mei tweeduizend veertien (15-05-2014), geldig tot vijftien ______

mei tweeduizend negentien (15-05-2019), ongehuwd en niet als partner ______________

geregistreerd; ____________________________________________________________

2. mevrouw Noémie Tatiana MONTEIRO, geboren te Montmorency, Frankrijk op ________

negenentwintig mei negentienhonderd vijfennegentig (29-05-1995), wonende te _______

1035 VZ Amsterdam, Halteriastraat 16, houder van een identiteitskaart nummer _______

IR69P1918, afgegeven te Amsterdam op twintig mei tweeduizend veertien (20-05- _____

2014), geldig tot twintig mei tweeduizend vierentwintig (20-05-2024), ongehuwd en _____

niet als partner geregistreerd; _______________________________________________

3. mevrouw Kimberley Christina THOMAS, geboren te Curaçao, Nederlandse _________

Antillen op achtentwintig juni negentienhonderd vierennegentig (28-06-1994), _________

wonende te 1025 HJ Amsterdam, Het Hoogt 324, houder van een identiteitskaart ______

nummer IG7BC0606, afgegeven te Amsterdam op vijfentwintig april tweeduizend ______

veertien (25-04-2014), geldig tot vijfentwintig april tweeduizend vierentwintig (25-04- ____

2024), ongehuwd en niet als partner geregistreerd _______________________________

De comparanten hebben verklaard een vereniging op te richten met de navolgende ________

statuten. ____________________________________________________________________

Naam ______________________________________________________________________

artikel 1 ____________________________________________________________________

De vereniging draagt de naam Studenten Turnvereniging Amsterdams Hachie. _________

Zetel _______________________________________________________________________

artikel 2 ____________________________________________________________________

Zij heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam. ____________________________________

Doel _______________________________________________________________________

(3)

1. De vereniging heeft ten doel het doen beoefenen en het bevorderen van de turn _______

sport, waarbij het verbinden van studenten en verschillende scholieren centraal ________

staat. ___________________________________________________________________

2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door: _________________________

a. wedstrijden te doen houden; ____________________________________________

b. oefening van de leden en aspirant leden te verzorgen; ________________________

c. evenementen op het gebied van de turn sport te organiseren; __________________

d. de nodige accommodatie aan te brengen en in stand te houden. ________________

Leden______________________________________________________________________

artikel 4 ____________________________________________________________________

1. Leden van de vereniging kunnen zijn zij die de zestienjarige leeftijd hebben bereikt _____

en de turn sport actief beoefenen of beoefend hebben. Zij die deze sport als beroep ____

uitoefenen, kunnen geen lid zijn. _____________________________________________

2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn _______

opgenomen. _____________________________________________________________

Aspirantleden – begunstigers _________________________________________________

artikel 5 ____________________________________________________________________

1. Aspirantleden zijn zij die aan de activiteiten van de vereniging deelnemen, doch nog ____

niet de zestienjarige leeftijd hebben bereikt. ____________________________________

2. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te _______

steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum-bijdrage. _____

3. Aspirantleden en begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan _____

die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd. _______________

Toelating ___________________________________________________________________

artikel 6 ____________________________________________________________________

1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden, aspirantleden en begunstigers. _____

2. Bij niet-toelating tot lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. _____

Einde van het lidmaatschap ___________________________________________________

artikel 7 ____________________________________________________________________

1. Het lidmaatschap eindigt: ___________________________________________________

a. door de dood van het lid; _______________________________________________

b. door opzegging van het lid; _____________________________________________

c. door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid _____

heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten _________

(4)

gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet _______

nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan ________

worden het lidmaatschap te laten voortduren; _______________________________

d. door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd ____

met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de __________

vereniging op onredelijke wijze benadeelt.__________________________________

2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. _____________________

3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts ________

geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een _____

opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden ___

beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan _______

worden het lidmaatschap te laten voortduren. ___________________________________

4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap _______

eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was ______

opgezegd. _______________________________________________________________

5. Onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging is voor een lid ________

voorts mogelijk: __________________________________________________________

a. binnen één maand nadat een besluit waarbij de rechten van de leden zijn ________

beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard aan het lid bekend is geworden of ____

is meegedeeld. Het besluit is alsdan niet op dat lid van toepassing. Een lid is ______

evenwel niet bevoegd door opzegging een besluit waarbij de verplichtingen van ___

geldelijke aard van de leden zijn verzwaard te zijnen opzichte uit te sluiten; _______

b. binnen een maand nadat een besluit tot omzetting van de vereniging in een _______

andere rechtsvorm of tot fusie aan hem is meegedeeld. _______________________

6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. ________________________

7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat ___

redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten _____

voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene ___

binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep _______

open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van_____

het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn ___

en hangende het beroep is het lid geschorst. ___________________________________

8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft ___________

desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd. ____________________

Einde van de rechten en verplichtingen van aspirantleden en begunstigers ___________

(5)

1. De rechten en verplichtingen van een aspirantlid en van een begunstiger kunnen te ____

allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse ___

bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd. __________

2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. _____________________

Jaarlijkse bijdrage ___________________________________________________________

artikel 9 ____________________________________________________________________

1. De leden, de aspirantleden en de begunstigers zijn gehouden tot het betalen van ______

een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij ___

kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage _______

betalen. _________________________________________________________________

2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van ____

de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen. _______________________

Rechten aspirantleden en begunstigers _________________________________________

artikel 10 ___________________________________________________________________

Behalve de overige rechten die aan aspirantleden en begunstigers bij of krachtens deze ____

statuten worden toegekend, hebben zij het recht de door de vereniging georganiseerde _____

wedstrijden, oefeningen en andere evenementen bij te wonen. _________________________

Bestuur ____________________________________________________________________

artikel 11 ___________________________________________________________________

1. Het bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zeven personen, die door de _____

algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden, _______

behoudens het bepaalde in lid 2. _____________________________________________

2. De algemene vergadering kan besluiten dat één lid van het bestuur buiten de leden ____

wordt benoemd. __________________________________________________________

3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, ___

behoudens het bepaalde in lid 4. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn ________

bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de ___

oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden ___

moet voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden __________

ingediend. _______________________________________________________________

4. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ________

tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de __________

algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde _____

van de leden vertegenwoordigd is. ___________________________________________

(6)

5. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig ____

het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, ____

dan is de algemene vergadering vrij in de keus. _________________________________

6. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die _______

voordrachten. ____________________________________________________________

7. Wie de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt, is niet tot bestuurslid benoembaar. ____

Einde bestuurslidmaatschap – periodiek lidmaatschap - schorsing __________________

artikel 12 ___________________________________________________________________

1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde ___

door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die ______

niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het ___

verloop van die termijn. ____________________________________________________

2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk één (1) jaar na zijn benoeming af, volgens een door het ___

bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is onbeperkt herkiesbaar, ____

behoudens het bepaalde in lid 7 van artikel 11; wie in een tussentijdse vacature _______

wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. ______________

3. Een bestuurslid dat de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt, treedt af in de ________

jaarvergadering, gehouden in het jaar nadat hij die leeftijdsgrens heeft bereikt. ________

4. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts: ______________________________________

a. ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden benoemd is: door het eindigen ____

van het lidmaatschap van de vereniging; ___________________________________

b. door bedanken. _______________________________________________________

Bestuursfuncties – besluitvorming van het bestuur _______________________________

artikel 13 ___________________________________________________________________

1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een ________________

penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger __________

aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden. ____________________

2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen ___________

opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ____________

ondertekend. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel ___

van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet _________

beslissend. ______________________________________________________________

3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen ______

van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven. _______________________

Bestuurstaak - Vertegenwoordiging ____________________________________________

(7)

1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het _________

besturen van de vereniging. _________________________________________________

2. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. ____

Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen _____

waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.________

3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van ______

zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd. ____

4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te _______

besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of _________

bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de __________

vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde ___

sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. _______

Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden _____

gedaan. ________________________________________________________________

5. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor ________

besluiten tot: _____________________________________________________________

I. het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen een ______

bedrag of waarde van vijfduizend euro (€ 5.000,00) te boven gaande, ____________

onverminderd het hierna onder II bepaalde; ________________________________

II. a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en _____

geven van onroerende goederen; ____________________________________

b. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een _______

bankkrediet wordt verleend; _____________________________________

c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen ______

van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een ______

aan de vereniging verleend bankkrediet; ___________________________

d. het aangaan van dadingen; _____________________________________

e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale _____

procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire ____

maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen_____

uitstel kunnen lijden; ___________________________________________

f. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten. __________________

Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep _______

worden gedaan. __________________________________________________________

(8)

6. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 4 bepaalde wordt de vereniging in en _____

buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur. _______________________________

De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk ___________

handelende bestuursleden en aan de voorzitter. _________________________________

Jaarverslag – Rekening en verantwoording ______________________________________

artikel 15 ___________________________________________________________________

1. Het verenigingsjaar loopt van één september tot en met éénendertig augustus. ________

2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige ________

aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen ______

kunnen worden gekend. ____________________________________________________

3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop ______

van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene_____

vergadering, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken binnen de vereniging en ______

over het gevoerde beleid en legt een balans en een staat van baten en lasten met _____

toelichting aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de _______

bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner dan wordt daarvan ___

onder opgaaf van redenen melding gemaakt. ___________________________________

4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van __________

tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De _________

commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt ______

aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. ____________________

5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere ________________

boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een ________

deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar ____

gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te _______

vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven. ___________

6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden _____

herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie. _____________

7. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3, tien jaar lang te _____

bewaren. ________________________________________________________________

Algemene vergadering _______________________________________________________

artikel 16 ___________________________________________________________________

1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die _____

niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen. ____________________

2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een __________

(9)

komen onder meer aan de orde: _____________________________________________

a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 15 met het ____

verslag van de aldaar bedoelde commissie; ________________________________

b. de benoeming van de in artikel 15 genoemde commissie voor het volgende _______

verenigingsjaar; ______________________________________________________

c. voorziening in eventuele vacatures; _______________________________________

d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de ____

vergadering. _________________________________________________________

3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit _________

wenselijk oordeelt. ________________________________________________________

4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden ____

als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot ____

het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan ____

vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien _______

dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping ____

overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 20 of bij advertentie in tenminste ______

een ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad. De ____________

verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van _____

de vergadering en met het opstellen van de notulen. _____________________________

Toegang en stemrecht________________________________________________________

artikel 17 ___________________________________________________________________

1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, het _______

bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, alle aspirantleden en alle begunstigers. ___

Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden met dien _______

verstande dat een geschorst lid toegang heeft tot de vergadering waarin het besluit_____

tot schorsing wordt behandeld. Hij heeft tevens het recht in die vergadering het ________

woord te voeren. _________________________________________________________

2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene ______

vergadering. _____________________________________________________________

3. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem. Het bestuurslid dat ____

geen lid van de vereniging is, heeft een raadgevende stem. _______________________

4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen. _____

Voorzitterschap - Notulen _____________________________________________________

artikel 18 ___________________________________________________________________

(10)

1. De algemene vergaderingen worden, tenzij de situatie zich voordoet als omschreven ___

in artikel 16 lid 4, laatste zin, geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn ________

plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der ___

andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Wordt ook op ____

deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin _____

zelve. __________________________________________________________________

2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander ______

door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de ________

voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering _____

bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen _________

opmaken. _______________________________________________________________

De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden _____

gebracht. _______________________________________________________________

Besluitvorming van de algemene vergadering ____________________________________

artikel 19 ___________________________________________________________________

1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de _______

uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een _______

genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd _________

voorstel. ________________________________________________________________

2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel____

de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de ______

meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk _____

of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze _____

nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. ______

3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de _____

algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte ______

stemmen. _______________________________________________________________

4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. ____________________

5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft _______

verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, ______

een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats.__________________

Heeft alsdan weder niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden ________

herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft ______

verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. ___________

Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) ________

(11)

gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming ____

het geringste aantal stemmen is uitgebracht. ___________________________________

Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één ______

persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij _____

de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. ______________

Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot _____

wie van beiden is gekozen. _________________________________________________

6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, ____

dan is het verworpen. ______________________________________________________

7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke __________

stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks voor de stemming _________

verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. __________

Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke _______

stemming verlangt. ________________________________________________________

8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn dezen niet in een vergadering_______

bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een ___

besluit van de algemene vergadering. _________________________________________

9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, ____

kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent _____

alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot_________________

statutenwijziging of tot ontbinding - ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is ______

deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent _____

het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende _______

formaliteit niet in acht genomen. _____________________________________________

Bijeenroeping algemene vergadering ___________________________________________

artikel 20 ___________________________________________________________________

1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping ___

geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister _________

bedoeld in artikel 4. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste zeven dagen. ____

2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het ____

bepaalde in artikel 21. _____________________________________________________

Statutenwijziging ____________________________________________________________

artikel 21 ___________________________________________________________________

1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door ______

(12)

een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de ___________

mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. _____________

2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel _____

tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de ____________

vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging __________

woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage ____

leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien ___

wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan alle leden toegezonden. ________________

3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte _____

stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden _____________

tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de leden tegenwoordig ____

of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering ____

bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige __________

vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of ___________

vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van _______

tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. _____________________________

4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is _____

opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd. __________

Ontbinding _________________________________________________________________

artikel 22 ___________________________________________________________________

1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene _____________

vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van ______

overeenkomstige toepassing. _______________________________________________

2. Tenzij de algemene vergadering anders besluit, geschiedt de vereffening door het _____

bestuur. ________________________________________________________________

3. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ______

ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot __________

ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden ________

gegeven. ________________________________________________________________

4. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar, dan wel ______

aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen ________

hiervan opgaaf aan de registers waar de vereniging is ingeschreven. ________________

Huishoudelijk reglement ______________________________________________________

artikel 23 ___________________________________________________________________

1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen. ______________

(13)

dwingend recht bevat, noch met de statuten. ___________________________________

Slotbepaling ________________________________________________________________

artikel 24 ___________________________________________________________________

Voor de eerste maal worden benoemd tot leden van het bestuur: _______________________

1. mevrouw Kimberley Thomas, in de functie van secretaris; _________________________

2. mevrouw Jaane Kaismo, in de functie van voorzitter; en __________________________

3. mevrouw Noémie Monteiro, in de functie van penningmeester. _____________________

SLOTVERKLARINGEN________________________________________________________

De comparanten, handelend als gemeld, verklaarden ten slotte: ________________________

1. Het eerste boekjaar eindigt op eenendertig augustus tweeduizend achttien (31-08- _____

2018). __________________________________________________________________

2. De vereniging houdt kantoor aan de Oudenaardeplantsoen 7, 1066 TH Amsterdam. ____

SLOT ______________________________________________________________________

WAARVAN AKTE, verleden te Amsterdam op de datum in het hoofd van deze akte ________

vermeld. De zakelijke inhoud van de akte is door mij, notaris, aan de comparanten _________

meegedeeld en ik heb daarop een toelichting gegeven. De comparanten hebben daarna ____

verklaard van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen en met beperkte __________

voorlezing in te stemmen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing onmiddellijk ______

door de comparanten en mij, notaris ondertekend. ___________________________________

Volgt ondertekening.

Uitgegeven voor afschrift door mij mr. Wesley Robert Harris, als waarnemer van mr. Petronella Emma Martha Dukkers, notaris te Amsterdam

Dit betreft een digitaal exemplaar van een afschrift als bedoeld in artikel 49 van de Wet op het notarisambt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

oordeelt. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als --- bevoegd is tot het uitbrengen van éénltiende gedeelte van

Het bestuur gaat er vanuit dat deze website wel vijf jaar gebruikt kan worden, omdat deze 288 wordt geschreven op een manier dat een volgende webmaster hier ook mee verder

Exploitatiebudget – Beleidsdomeinen Economie, Streekbeleid en Europa.. Subsidiëring van het provinciaal

Een unaniem besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn zij niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit

Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits

Simone Hille Financieel verslag 2016..

Het kandidaatsbestuur zegt zelf nog nooit iets vergeten te zijn, maar zij hebben dit inderdaad wel 458..

benoeming van leden van de Raad van Deskundigen kan ook worden opgemaakt door een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van vijf procent (5%) van het