Haalbaarheid Restwarmte Nyrstar voor
Cranendonck & Weert
Gemeente Cranendonck & Gemeente Weert
T.a.v. Sascha Herzberg (Cranendonck) & Tjalle Fijlstra (Weert) Auteur
Datum
Gecontroleerd
Christiaan van Soest 06-41594469
christiaan.van.soest@dwtm.nl 25-05-2021
Jop van Rookhuijzen, Johan Verheij
Greenvis is onderdeel van De WarmteTransitieMakers B.V.
Samenvatting
Greenvis is gevraagd of het financieel haalbaar wordt geacht om de restwarmte van Nyrstar aan Cranendonck en/of Weert te leveren. Om dit inzichtelijk te maken is de Greenvis Warmtetool ontwikkeld, waarmee snel inzicht kan worden verkregen in verschillende technische scenario’s en visualisaties.
Er is gekeken naar collectieve warmtelevering naar de volgende (combinatie van) afzetgebieden:
Cranendonck:
- Budel via Schoot - Budel via Airport
Weert:
- Weert Noord - Weert Midden - Weert Zuid
- Weert Midden & Zuid - Weert Midden, Zuid & Noord
Combinatiescenario 1:
- Weert Noord, Midden & Zuid + Budel via Schoot
Combinatiescenario 2:
- Weert Midden + Budel via Airport
Voor bovenstaande afzetgebieden zijn een aantal verschillende concepten bekeken. Om tot een onderbouwde conclusie te komen is het namelijk relevant om ook inzicht te hebben in de implicaties van alternatieven. De volgende concepten zijn daarom tegen elkaar afgezet:
Warmtenet met levering van 70°C warmte Warmtenet met levering van 50°C warmte
Warmtepomp welke voorziet in 70°C warmte Warmtepomp welke voorziet in 50°C warmte Het verschil in bovenstaande temperaturen is bepalend voor de vereiste aanvullende isolatiemaatregelen.
Om een woning comfortabel te kunnen verwarmen met 50°C zijn meer isolatiemaatregelen nodig, inclusief daarbij behorende investeringen. Uit de resultaten van de Warmtetool is opgemaakt dat de 50°C concepten in alle gevallen resulteren tot relatief hoge(re) kosten leidt voor afnemer. Dit maakt in ieder geval de haalbaarheid van een warmtenet met lagere temperatuur minder realistisch.
Voor een warmtenet met levering van 70°C leidt levering aan Weert Midden tot de meest interessante resultaten. Dit geeft per woningequivalent (WEQ) namelijk de laagste Bijdrage Aansluitkosten (BAK) en laagste Total Cost of Ownership (TCO) in vergelijking met de andere afzetgebieden.
Een warmtenet naar Budel is moeilijker rond te rekenen. De energielasten per WEQ zijn duidelijk hoger dan in het geval van afzet richting Weert. Ook worden er relatief hoge BAK gevonden voor een theoretische afzet richting Budel.
Voor alle afzetgebieden is de gevonden BAK per WEQ hoger is dan de maximale BAK zoals door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) is vastgesteld voor 2021. De indicatie is dus dat alle concepten een onrendabele top kunnen hebben en dat er aanvullende financiering nodig zal zijn voordat exploitatie interessant wordt voor marktpartijen. Belangrijk is wel dat de maximale BAK geldt voor particuliere afnemers van een warmtenet, met bedrijven, utiliteit en woningcorporaties kunnen mogelijk nog aparte afspraken worden gemaakt.
Een interessante observatie is dat de BAK sterk afhankelijk is van het vereiste financieel rendement. Een aanpassing van het financieel rendement van 6,0% naar 4,0% heeft grote impact op de financiële lasten voor de afnemers. Deze mogelijkheid kan verder worden onderzocht als er lokaal voldoende draagvlak is voor een collectieve voorziening.
Inhoudsopgave
1 Inleiding 4
1.1 Situatie en achtergrond 4
1.2 Doelstelling 4
1.3 Afbakening 4
2 Methode 5
2.1 Warmtetool 5
2.2 Temperaturen 5
2.3 Afzetgebieden & tracés 5
2.4 Uitgangspunten 7
3 Resultaten 8
3.1 Scenario’s warmtelevering Budel 8
3.2 Scenario’s warmtelevering Weert 9
3.3 Combinatiescenario’s warmtelevering Weert + Budel 9
3.4 Resultaten Warmtetool 10
4 Conclusies & Aanbevelingen 14
4.1 Conclusies 14
4.2 Aanbevelingen 15
5 Bijlage uitgebreid overzicht input parameters 17
6 Bijlage resultaat tabellen Budel 18
6.1 Budel via Schoot 20
6.2 Budel via Airport 21
7 Bijlage resultaat tabellen Weert 22
7.1 Weert Midden 23
7.2 Weert Zuid 24
7.3 Weert Noord 25
7.4 Weert Midden & Zuid 26
7.5 Weert Midden, Zuid & Noord 27
8 Bijlage resultaten combinatiescenario’s 28
9 Overige inzichten en vergelijkingen 29
9.1 Afgeleide restwarmtebenutting per scenario 29
9.2 Vergelijking Warmtepomp & Warmtenet oplossing 29
9.3 Effect van een lager financieel rendement 31
9.4 Totale nationale kosten 31
1 Inleiding
1.1 Situatie en achtergrond
De gebouwde omgeving in Nederland gaat stapsgewijs van het aardgas af. Gevolg is dat panden op een alternatieve manier moeten voorzien in de warmtebehoefte. Eén van de mogelijkheden is om restwarmte van industriële processen in te zetten als bron van warmte.
Een dergelijke kans ligt tussen de gemeenten Weert en Cranendonck. Het proces zoals toegepast in de zinkfabriek van Nyrstar levert een aanzienlijke hoeveelheid restwarmte op. Deze restwarmte kan worden ingezet om te voorzien in de basis warmtebehoefte van zowel Weert als Budel (Cranendonck).
Het uitkoppelen van deze restwarmtebron vereist de realisatie van een warmtenet. Dit betreft geïsoleerde leidingen waardoor warm water van bron naar afnemer wordt getransporteerd. Het aanleggen van een warmtenet vraagt om aanzienlijke investeringen.
Greenvis is gevraagd of het financieel haalbaar wordt geacht om de restwarmte van Nyrstar aan Cranendonck en/of Weert te leveren. Om dit inzichtelijk te maken is de Greenvis Warmtetool ontwikkeld, waarmee snel inzicht kan worden verkregen in verschillende technische scenario’s en visualisaties.
1.2 Doelstelling
Vaststellen of de restwarmte van Nyrstar financieel haalbaar kan worden ingezet als duurzame warmtebron voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving van Weert en/of Budel (Cranendonck).
1.3 Afbakening
Binnen dit project is uitsluitend gekeken naar de mogelijkheid voor warmtelevering aan:
- Gemeente Weert
o Weert, onderverdeeld in een Midden, Noord en Zuidelijk deel - Gemeente Cranendock
o Budel, warmtetracé via Budel-Dorplein en Budel-Schoot o Budel, warmtetracé via Budel-airport (bedrijventerrein)
Er is geen detailanalyse op wijkniveau uitgevoerd. In het geval van Cranendonck is gebruik gemaakt van informatie zoals beschikbaar via het Transitievisie Warmte traject. Weert is voor deze analyse verdeeld in de delen ‘Noord’, ‘Midden’ en ‘Zuid’.
Geverifieerd met Nyrstar is dat de beschikbare restwarmte een lage temperatuur heeft (30°C). Deze warmte is vrijwel continu beschikbaar en heeft een totaal vermogen van ca. 40 MWth. Dit vermogen is voldoende om te voorzien in de basis warmtebehoefte van genoemde zoekgebieden.
Aangenomen is dat een centrale warmtepomp de lage temperatuur restwarmte omzet in bruikbare warmte. Dit is nodig omdat de aangeboden restwarmte niet zonder meer ingezet kan worden om te voorzien in de behoefte aan ruimteverwarming en warm tapwater. Aangezien beschikbare restwarmte wordt hergebruikt, wordt deze energie gekwalificeerd als ‘duurzaam’.
De warmtevraag vanuit de gebouwde omgeving varieert zowel per dag als ook per seizoen. De restwarmte van Nyrstar kan (hooguit) voorzien als basisvoorziening. Een resterende piekbehoefte dient te worden voorzien door een flexibel inzetbare piekvoorziening. Aangenomen is dat gasgestookte ketels worden ingezet als piekvoorziening.
2 Methode
2.1 Warmtetool
Met de Greenvis Warmtetool is voor Weert en Budel doorgerekend welke resultaten volgen uit een analyse waarbij een grote restwarmtebron (Nyrstar) beschikbaar zou zijn om warmte te leveren aan Weert en/of Cranendonck. Figuur 1 geeft globaal weer hoe de Warmtetool is opgezet.
Figuur 1 Schematische weergave van het stappenschema zoals doorlopen met de Greenvis Warmtetool.
2.2 Temperaturen
Afnemers van warmte kunnen met verschillende temperaturen worden voorzien in de warmtebehoefte.
Voor deze studie wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- Midden temperatuur 70°C - Lage temperatuur 50°C
Deze temperatuurkeuze is bepalend voor de eindresultaten. Enkele overwegingen hierbij zijn:
- Warmteverliezen bij distributie van midden temperatuur is relatief groter.
- Elektriciteitsverbruik bij productie van midden temperatuur is relatief hoger.
- Per afnemer is bij een lage tempartuur warmtenet een extra booster nodig voor warm tapwater - Meer isolatiemaatregelen zijn vereist om comfortabel te verwarmen met lage temperatuur
2.3 Afzetgebieden & tracés
In overleg met de opdrachtgever is bepaald:
- Welke vraagclusters van collectieve warmte worden voorzien (zie Figuur 2) - Wat de (indicatieve) warmtetracés richting Weert en Budel zijn (zie Figuur 3) - Welke temperaturen in het warmtenet zijn voorzien (lage en midden temperatuur1)
1 Lage temperatuur voorziet afnemers in levering van 50°C en midden temperatuur voorziet in levering van 70°C. Bij levering van lagere temperaturen is voorzien dat er meer investeringen in isolatiemaatregelen nodig zijn om comfortabel te kunnen voorzien in een warmtebehoefte.
Figuur 2 Overzichtskaart met de afzetgebieden zoals voorzien binnen deze Warmtetool analyse.
Figuur 3 Overzichtskaart met de hoofdtracés waarmee de afzetgebieden worden verbonden met de restwarmte bron.
In totaal zijn voor een viertal alternatieve warmteopties2 en negen verschillende scenario’s3 doorrekeningen gemaakt met de Warmtetool. In deze analyse is voor uitsluitend gekeken naar restwarmte
2 LT warmtenet, MT warmtenet, LT warmtepomp, MT warmtepomp
3 Zie hoofdstuk 3
van Nyrstar als warmtebron voor een collectief warmtenet. De warmteopties en scenario’s in deze analyse zijn onderling vergelijkbaar, zodat kan worden opgemaakt welke het meest interessant zijn.
2.4 Uitgangspunten
De Warmtetool biedt de mogelijkheid om veel verschillende inputvariabelen naar wens aan te passen. Om de resultaten uit verschillende scenario’s onderling vergelijkbaar te maken zijn de meeste inputvariabelen vooraf vastgesteld. Tabel 1 omschrijft de belangrijkste uitgangspunten. Voor een uitgebreid overzicht van alle uitgangspunten verwijzen we naar de bijlage in hoofdstuk 5.
Merk op dat de restwarmte van Nyrstar is voorzien als ‘basislast’ warmtebron voor een warmtenet. Voor levering van de warmte piekvraag is voorzien dat er gasgestookte piekketels worden opgesteld. Deze piekvoorziening dient ook als back-up als de restwarmte van Nyrstar (tijdelijk) niet beschikbaar is.
Vanwege de combinatie met piek/back-up voorziening is een 100% CO2-reductie niet mogelijk.
Om de CO2-uitstoot van elektriciteit te berekenen is gebruik gemaakt van de kengetallen uit de Klimaat en Energieverkenning 2020.
Tabel 1 Overzicht van belangrijkste uitgangspunten en kentallen (afgerond) bij de warmtetool Uitgangspunten & aannames
Tijdseffecten Waarde Eenheid
Inflatiefactor algemeen 2,0% €/€
Extra index gas (inkoop & EB) 1,5% €/€
Extra index elektra (inkoop & EB) 0,5% €/€
Warmtevraagreductie klimaateffect 0,5% GJ/GJ/jaar
Warmtenet tarieven
Warmtetarief kleinverbruik 21,954 €/GJ, ex btw
Warmtetarief grootverbruik 19,386 €/GJ, ex btw
Vastrecht kleinverbruik 387,6 €/afn, ex btw
Vastrecht grootverbruik 10 €/kW, ex btw
Default aansluitbijdrage kleinverbruik 3728 €
Default aansluitbijdrage grootverbruik 75 €/kW
Financiële uitgangspunten actoren
Rendementseis exploitant (MIRR) 6,0% €/€
WACC exploitant 6,0% €/€
Discontovoet gebouweigenaar 5,5% €/€
Discontovoet gebruiker 5,5% €/€
Discontovoet maatschappij 4,0% €/€
Post onvoorzien warmtenet 30% €/€
Participatie warmtenet (BETA)
Participatiegraad 90% afn/afn
Definities
Woningequivalent 30 GJ/jaar
3 Resultaten
Dit hoofdstuk presenteert de resultaten van de Warmtetool doorrekeningen. In paragrafen 3.1 en 3.2 wordt voor Cranendonck (Budel) en Weert uiteengezet welke scenario’s zijn geëvalueerd. Aanvullend daarop zijn in overleg een tweetal gecombineerde scenario’s opgesteld, deze worden toegelicht in paragraaf 3.3. In paragraaf 3.4 worden de resultaten voor een midden temperatuur warmtenet onderling vergeleken.
Voor uitgebreide tabellen en aanvullende inzichten wordt verwezen naar de bijlagen zoals opgenomen in hoofdstuk 6 t/m 9.
3.1 Scenario’s warmtelevering Budel
Voor warmtelevering aan Cranendonck zijn drie verschillende scenario’s doorgerekend:
- Een warmtenet met hoofdleiding via Dorplein en Schoot - Een warmtenet met hoofdleiding via Airport
- Een individuele warmtepomp per huishouden
Zoals genoemd is een doorrekening gedaan van zowel een lage temperatuur als een midden temperatuur oplossing. De volgende resultaten zijn zodanig inzichtelijk gemaakt met de Warmtetool:
- Warmtenet 70°C, Budel via Schoot - Warmtenet 70°C, Budel via Airport - Warmtenet 50°C, Budel via Schoot - Warmtenet 50°C, Budel via Airport - Individuele warmtepomp, 70°C - Individuele warmtepomp, 50°C
Het aantal woningen en utiliteit wat in het geval van de scenario’s voor Budel van warmte wordt voorzien is gegeven in Tabel 2. Merk op dat in de scenario’s met een warmtenet een participatiegraad van 90% is verondersteld. In de doorrekeningen met een warmtenet wordt dus 90% van het aantal woningequivalenten4 (WEQ) met een collectief systeem in de warmtebehoefte voorzien. Voor de overige 10% is verondersteld dat een individuele warmtepomp (70°C) wordt geïnstalleerd.
In paragraaf 9.1 wordt toegelicht hoeveel van de 40MWth restwarmte van Nyrstar er in de scenario’s met collectieve warmtelevering aan Budel zou worden benut. Voor collectieve warmtelevering aan Budel zou dit maximaal 5 MWth restwarmtebenutting zijn, ruim minder dus dan de beschikbare restwarmte bij Nyrstar.
Tabel 2 Overzicht van afnemers, utiliteit en warmtevraag zoals voorzien bij warmtelevering aan Budel Aantal
woningen Oppervlak
utiliteit (m2) Warmtevraag
(GJ/jaar) Aantal WEQ
Budel via Schoot 4.929 177.163 282.066 9.402
Budel via Airport 3.523 344.305 243.762 8.125
4 WEQ = woningequivalent;
Door het aantal woningen en het oppervlak utiliteit om te rekenen naar ‘woning equivalenten’ wordt het mogelijk om de warmtevraag in verschillende afzetgebieden onderling te vergelijken. Standaard aangenomen is dat één woning equivalent gelijk staat aan een jaarverbruik van 30GJ.
3.2 Scenario’s warmtelevering Weert
Weert is t.o.v. Budel een relatief groter aflevergebied, daarom is gekozen om Weert onder te verdelen in een drietal deelgebieden en combinaties hiervan:
- Weert Midden - Weert Zuid - Weert Noord
- Weert Midden & Zuid - Weert Midden, Zuid & Noord
Gezien is dat Weert Noord een relatief lage warmtevraagdichtheid heeft. Dat maakt dat een warmtenet voor dit afzetgebied minder kansrijk lijkt in.
Voor elk van bovenstaande gebieden zijn vier verschillende oplossingen doorgerekend, namelijk:
- Warmtenet 70°C - Warmtenet 50°C
- Individuele warmtepomp, 70°C - Individuele warmtepomp, 50°C
Het aantal woningen en utiliteit wat in het geval van de scenario’s voor Weert van warmte wordt voorzien is gegeven in Tabel 3. Merk op dat ook hier in de scenario’s met een warmtenet een participatiegraad van 90% is verondersteld. In de doorrekeningen met een warmtenet wordt dus 90% van het aantal woningequivalenten (WEQ) met een collectief systeem in de warmtebehoefte voorzien. Voor de overige 10% is verondersteld dat een individuele warmtepomp (70°C) wordt geïnstalleerd.
In paragraaf 9.1 wordt toegelicht hoeveel van de 40MWth restwarmte van Nyrstar er in de scenario’s met collectieve warmtelevering aan Weert wordt benut. Voor collectieve warmtelevering aan Weert ligt dit tussen de 5 MWth - 24MWth restwarmtebenutting zijn. De beschikbare 40MWth restwarmte bij Nyrstar is dus ruim voldoende om de basislast van een collectieve oplossing voor Weert te leveren.
Tabel 3 Overzicht van afnemers, utiliteit en warmtevraag zoals voorzien voor Weert Aantal
woningen Oppervlak
utiliteit (m2) Warmtevraag
(GJ/jaar) Aantal WEQ
Weert Midden 10.125 1.561.365 765.325 25.511
Weert Zuid 5.496 521.416 344.033 11.468
Weert Noord 4.134 909.724 356.358 11.879
Weert Midden & Zuid 15.513 1.684.432 1.018.360 33.945 Weert Midden, Zuid & Noord 19.559 2.199.723 1.286.221 42.874
3.3 Combinatiescenario’s warmtelevering Weert + Budel
Aanvullend zijn voor een midden temperatuur warmtenet nog een tweetal combinatiescenario’s doorgerekend, namelijk:
- Combinatie 1; Midden temperatuur warmtelevering aan:
o Budel via Schoot
o Weert Midden, Zuid & Noord
- Combinatie 2; Midden temperatuur warmtelevering aan:
o Budel via Airport o Weert Midden
Het aantal woningen en utiliteit wat in de combinatiescenario’s op een midden temperatuur warmtenet wordt aangesloten is gegeven in Tabel 4. Merk op dat in de combinatiescenario’s ook met een
participatiegraad van 90% is gerekend. In de doorrekeningen met een warmtenet wordt dus 90% van het aantal woningequivalenten (WEQ) met een collectief systeem in de warmtebehoefte voorzien. Voor de overige 10% is verondersteld dat een individuele warmtepomp (70°C) wordt geïnstalleerd.
In paragraaf 9.1 wordt toegelicht hoeveel van de 40MWth restwarmte van Nyrstar er in de combinatiescenario’s met collectieve warmtelevering aan Weert en Budel wordt benut. In het meest uitgebreide ‘combinatiescenario 1’ zou 29MWth restwarmte van Nyrstar worden ingezet voor de basislast.
Dat is dus ongeveer drie kwart van de beschikbare 40MWth restwarmte.
Tabel 4 Overzicht van afnemers, utiliteit en warmtevraag zoals voorzien voor de combinatiescenario’s.
Aantal
woningen Oppervlak
utiliteit (m2) Warmtevraag
(GJ/jaar) Aantal WEQ Combinatie 1;
Budel via Schoot
Weert Midden, Zuid & Noord
24.488 2.376.886 1.568.287 52.276
Combinatie 2;
Budel via Airport Weert Midden
13.648 1.905.670 1.009.087 33.636
3.4 Resultaten Warmtetool
De centrale onderzoeksvraag voor deze studie betrof (1) óf een warmtenet gevoed met restwarmte van Nyrstar interessant is en (2) voor welke (combinaties van) afzetgebieden dit dan het meest interessant is.
Algemene disclaimer
De Warmtetool resultaten geven een eerste indicatie, opgemaakt m.b.v. kengetallen en algemene rekenregels. Een onzekerheidsmarge van +/-40% dient in acht te worden genomen bij alle resultaten zoals gepresenteerd. We onderstrepen hiermee dat de Warmtetool analyse een indicatie geeft, maar dat het geen detailontwerp betreft.
Uit de resultaattabellen zoals bijgevoegd in hoofdstuk 6 (Budel) en 7 (Weert) kan worden opgemaakt dat een warmtenet met een aanvoertemperatuur van 70°C financieel laagdrempeliger is dan een warmtenet met een aanvoertemperatuur van 50°C. Figuur 4, Figuur 5 en Figuur 6 presenteren daarom de resultaten behorende bij doorrekening van een midden temperatuur warmtenet (70°C).
Uit Figuur 4 kan worden opgemaakt dat de laagste BAK wordt voorzien als (delen van) Weert op een warmtenet vanaf Nyrstar wordt aangesloten. Het gunstigst is warmtelevering aan Weert Midden, gevolgd door eventuele uitbreiding van warmtelevering aan andere delen van Weert. De benodigde BAK bij warmtelevering aan Budel lijkt minder aantrekkelijk voor afnemers, zeker in vergelijking met Weert.
Een belangrijke opmerking bij de resultaten zoals gepresenteerd in Figuur 4 is dat deze (gemiddelde) BAK volgt uit de Warmtetool doorrekening bij de input parameters zoals eerder genoemd. Merk op dat de maximale ACM BAK (2020) voor particulieren wettelijk is bepaald op 3.728 €/afnemer (excl. BTW). Een sluitende businesscase voor een warmtenet vraagt dus in alle scenario’s om een BAK hoger dan de door de ACM voor 2020 gestelde maximale BAK. Er zal dus in alle scenario’s naar aanvullende financiering moeten worden gekeken om de businesscase aantrekkelijk genoeg te maken voor een exploitant.
Voorbeelden zijn subsidies, aparte afspraken met utiliteit & woningcorporaties, lagere rendementseisen, etc.5
Voor combinatiescenario 1 is gekeken wat de BAK zou worden bij een financiële rendementseis (MIRR)6 van 4,0%. Hieruit volgt dat er geen noemenswaardige BAK vereist is om dat warmtenet een MIRR van 4%
te geven7. Dat is dus aanmerkelijk minder dan in de andere scenario’s waarin een MIRR van 6% wordt vereist. De conclusie is daarom dat het vereist financieel rendement grote invloed heeft op de uiteindelijke BAK.
Figuur 4 Vergelijking van de Bijdrage Aansluitkosten bij het aansluiten van verschillende (combinaties van) afzetgebieden op een midden temperatuur warmtenet.
In Figuur 5 is een vergelijking opgenomen van de gemiddelde jaarlijkse kosten voor inwoners zoals voorzien bij een midden temperatuur warmtenet met levering aan verschillende afzetgebieden. De hierin opgenomen kosten bevatten zowel de jaarlijkse energiekosten, als ook vastrecht en investeringen om panden comfortabel te verwarmen. Zichtbaar is dat de laagste jaarlijkse kosten worden voorzien bij warmtelevering aan Weert Midden. Warmtelevering aan overige (losse) delen van Weert of Budel levert onderling vergelijkbare jaarlijkse kosten.
5 Ter illustratie, binnen het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) traject van de overheid kan subsidie worden aangevraagd om de onrendabele top van aansluiting op een warmtenet te dekken. Echter, de uiteindelijke gunning van een PAW-subsidie kan niet op voorhand worden gegarandeerd.
6 MIRR = Modified Internal Rate of Return, dit betreft een variant op de IRR waarbij inkomsten worden geherinvesteerd tegen een marktconform rendement. Dit maakt dat de MIRR een realistischer verwachting geeft van het financieel rendement t.o.v. de (standaard) IRR.
7 In de analyse wordt de BAK berekend als sluitpost om de businesscase rond te rekenen. In de praktijk kan een warmtebedrijf er uiteraard ook voor kiezen om een BAK te behouden, maar bijvoorbeeld de warmteprijzen te verlagen.
Figuur 5 Vergelijking van de Total Cost of Ownership per WEQ per jaar bij het aansluiten van verschillende (combinaties van) afzetgebieden op een midden temperatuur warmtenet.
Een achterliggend doel van de warmtetransitie is om de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2 te reduceren. Figuur 6 laat zien wat de haalbare CO2-reductie is bij warmtelevering aan verschillende afzetgebieden. Te zien is dat deze reductie beperkt is bij collectieve warmtelevering aan Budel. De grootste reductie wordt behaald door warmtelevering aan Weert Midden, waarbij de reductie verder kan worden vergroot door ook andere delen van Weert op een warmtenet aan te sluiten.
Figuur 6 Vergelijking van geschatte CO2-reductie per jaar bij het aansluiten van verschillende (combinaties van) afzetgebieden op een midden temperatuur warmtenet.
Aanvullend wordt in Figuur 7 inzichtelijk gemaakt wat de verschillen zijn in de kostprijs per vermeden ton CO2. Te zien is dat CO2-kosteneffectiviteit voor een warmtenet richting Weert lager is dan voor een warmtenet richting Budel.
Figuur 7 Vergelijking van CO2-reductie kosteneffectiviteit voor de verschillende afzetgebieden, ofwel wat de kostprijs is om per ton vermeden CO2-uitstoot.
4 Conclusies & Aanbevelingen
In dit hoofdstuk benoemen we de conclusies en aanbevelingen zoals wij hebben opgemaakt uit de resultaten zoals beschreven in hoofdstuk 3 en de achterliggende tabellen in de bijlage. Voor de volledigheid verwijzen we wel nogmaals naar de disclaimer zoals in hoofdstuk 3 genoemd. Aangezien bij alle resultaten een onzekerheidsmarge in acht moet worden genomen, moet dit ook worden meegenomen bij de conclusies.
4.1 Conclusies
Er is voldoende restwarmte bij Nyrstar beschikbaar om te voorzien in de warmtebehoefte van zowel Weert als Budel. Voorwaarden hierbij zijn:
- Er moet een warmtenet worden gerealiseerd om de bron met de beoogde afnemers te verbinden.
- Er moet restwarmte in temperatuur worden opgewaardeerd, waarvoor een centraal collectieve warmtepomp nabij de bron wordt voorzien.
De temperatuur waarmee warmte aan de afnemers wordt geleverd heeft meerdere implicaties, namelijk:
- Een lage temperatuur warmtenet (levering bij 50°C) heeft minder warmteverliezen en een (collectieve) warmtepomp is efficiënter. Keerzijde is dat er afnemers (nog) beter moeten isoleren en dat er op pandniveau extra systemen nodig zijn om tapwater te produceren
- Een midden temperatuur warmtenet (levering bij 70°C) voorziet direct in zowel cv-warmte als warm tapwater, en vraagt om toegankelijker isolatiemaatregelen (lagere kosten). Keerzijde zijn de extra warmteverliezen in het systeem en een relatief hoger elektrisch verbruik door de (collectieve) warmtepomp.
Warmte-opties waarbij lage temperatuur wordt geleverd/geproduceerd stellen hogere eisen aan isolatiemaatregelen en deze hebben een kostprijs. De Warmtetool weegt de geschatte kosten mee in de jaarlijkse kostprijs. Ondanks dat betere isolatie leidt tot een lager energieverbruik (en dus een lagere energierekening) tonen de Warmtetool resultaten aan dat de totale financiële lasten als gevolg van de vereiste isolatiemaatregelen aanzienlijk zijn.
Met een collectieve warmtelevering aan Weert wordt een duidelijk grotere CO2-reductie gerealiseerd dan door collectieve warmtelevering aan Budel. Dat is logisch, aangezien er meer afnemers zijn voorzien in Weert. Inzichtelijk is daarom gemaakt wat de relatieve kostprijs per vermeden ton CO2-uitstoot is, waaruit volgt dat deze het laagst is voor een warmtenet richting Weert.
De BAK is voor bijna alle doorgerekende scenario’s hoger dan de door de ACM bepaalde maximale BAK8. Er is dus in bijna alle scenario’s sprake van een onrendabele top. Aanvullende financiering is daarom een vereiste om exploitatie van een collectief warmtenet aantrekkelijk te maken voor een warmtebedrijf. De BAK (en daarmee de onrendabele top) voor een warmtenet richting Weert is het laagst, dat warmteconcept is dus het interessantst.
Aangetoond is dat een lagere rendementseis een grote invloed heeft op de benodigde BAK. Aanvullende financiering uit bijvoorbeeld publieke middelen heeft dus een groot effect op de kosten voor afnemers.
8 Een kanttekening daarbij is wel de door de ACM gestelde maximale BAK geldt voor particuliere afnemers van een warmtenet. Een deel van de afnemers in Budel en Weert betreft utiliteit en corporatiebezit. Met deze partijen mogen aanvullende afspraken worden gemaakt over aansluiten op een warmtenet.
Weert
Wanneer wordt gefocust op een collectief midden temperatuur warmtenet, dan volgt uit de Warmtetool resultaten dat levering aan Weert Midden het meest interessant is:
- Weert Midden heeft de laagste BAK.
- Weert Midden heeft de laagste TCO/WEQ/jaar.
Het los aansluiten van Weert Noord óf Weert Zuid is niet interessant, dit vraagt namelijk om een aanzienlijke BAK en hoge jaarlijkse energielasten t.o.v. een individuele all-electric oplossing.
Het combineren van een collectieve warmtelevering aan zowel Weert Midden & Zuid of Weert Midden, Zuid & Noord kan wél interessant zijn. In deze scenario’s compenseert collectieve warmtelevering aan Weert Midden dus voor aanvullende warmtelevering aan andere delen van Weert. Gevolg hiervan is dat het warmtenet een grotere CO2-reductie mogelijk maakt.
Budel
Wanneer de scenario’s met verschillende backbone tracés naar Budel onderling worden vergeleken, dan volgt dat:
- De BAK bij Budel via Airport ruim 2.000 €/WEQ hoger ligt dan voor het Budel via Schoot tracé.
Tegelijk voorziet het tracé Budel via Airport minder afnemers van een aansluiting op het warmtenet. De optie Budel via Airport is daarmee minder interessant.
- Ook leidt de individuele warmtepomp oplossing voor het Budel via Airport afzetgebied tot lagere energielasten.
In vergelijking met Weert lijkt een warmtenet voor Budel minder goed haalbaar. Voorzien is een gemiddelde BAK van minimaal € 9.000. Het verschil t.o.v. een maximale ACM BAK is dus € 5.000. Gevolg is dus dat er aanzienlijke subsidies of aanvullende financieringsmogelijkheden nodig zijn om een warmtenet naar Budel financieel haalbaar te maken. Dit beperkt de haalbaarheid van een restwarmtenet richting Budel.
Combinatiescenario’s
In het geval van gecombineerde warmtelevering aan zowel Budel als Weert blijven in principe twee losse transportleidingen nodig. Eén om restwarmte naar Budel te transporteren en één om Weert te voorzien.
Dat maakt dat er slechts beperkte schaalvoordelen haalbaar zijn.
Geconcludeerd uit de resultaten wordt dan ook dat beide combinatiescenario’s een aanzienlijke BAK vragen van de afnemers. Het is dus ook voor de combinatiescenario’s aannemelijk dat er aanvullende financiering nodig zou zijn om een onrendabele top af te dekken.
Lagere eis voor het financieel rendement
In variatie op combinatiescenario 1 is gekeken hoe sterk de invloed is van de MIRR. In plaats van een marktconforme 6,0% is gerekend met 4,0%. Hieruit volgt er geen BAK meer nodig zou zijn om dit rendement te realiseren. De impact van het benodigd financieel rendement is dus groot.
4.2 Aanbevelingen
Een lage temperatuur collectieve oplossing heeft relatief hoge kosten als de investeringen in isolatiemaatregelen worden meegewogen. Aanbevolen wordt daarom om het verder verkennen van de lage temperatuur collectieve oplossing voorlopig te parkeren.
Een algemene aanbeveling is om bij inzet en opwaardering van restwarmte gebruik te maken van meerdere warmtepompen in cascadeopstelling. Een opwaardeerstation met 5 x 5MW is namelijk robuuster dan 1 x 25MW. Onderhoud, uitval of uitbreiding zijn in dat geval makkelijker op te vangen. Ook kun je op deze manier de ontwikkeling aan de bronzijde beter faseren.
Bij keuze voor een collectief restwarmtenet wordt aanbevolen om de restwarmte op één centrale locatie nabij Nyrstar op te waarderen tot een nuttig bruikbare (midden) temperatuur. Hier kunnen warmtepompen voor worden ingezet. Door het elektrisch verbruik van Nyrstar zelf is het aannemelijk dat de lokale elektrische infrastructuur voldoende capaciteit heeft om ook de warmtepompen voor het warmtenet te bedienen.
Het aansluiten van Weert én Budel op restwarmte van Nyrstar vraagt sowieso twee verschillende backbone tracés. Uiteraard kunnen beide afzetgebieden worden bediend door één geïntegreerd warmtebedrijf, maar beide tracés kunnen ook als losse warmtesystemen worden gezien. Aanbevolen wordt om het volgende in overweging te nemen bij keuze voor één geïntegreerd warmtebedrijf:
- Hou rekening met een aanmerkelijk complexer aanbestedingstraject, inclusief langere doorlooptijden of aanvullende kosten. Collectieve warmtelevering aan zowel Budel als Weert voorziet namelijk in het aansluiten van:
o Afnemers in verschillende dorpen / steden o Afnemers in verschillende gemeenten o Afnemers in verschillende provincies
De discussie over de haalbaarheid van een warmtenet focust zich al snel op de hoogte van een BAK. Dit is uiteraard relevant, maar er dient ook verder dan dit aspect te worden gekeken. Ondanks een hoge BAK kunnen alternatieve oplossingen op termijn namelijk nog altijd duurder zijn voor de afnemer. Dit perspectief dient ook duidelijk inzichtelijk te worden gemaakt voor de afnemer, zodat er een beter afgewogen keuze kan worden genomen. Aanbevolen wordt om altijd verschillende alternatieven met elkaar te vergelijken en de afnemer een doorkijk te bieden op het ‘Total Cost of Ownership’ (TCO). Geef de eindgebruiker duidelijk aan dat elk alternatief voor aardgas een prijskaartje heef, er hoeft geen aanmerkelijk goedkopere optie te worden verwacht.
Gezien is dat het aanpassen van de MIRR een grote invloed heeft op de uiteindelijke BAK. Een lagere BAK zou het lokale draagvlak voor een collectieve oplossing positief kunnen beïnvloeden. Als een warmtenet serieus wordt overwogen, dan wordt aanbevolen om in een vroeg stadium te verkennen óf en welke publieke middelen (met gunstige voorwaarden) beschikbaar zijn om realisatie van de infrastructuur te financieren.
5 Bijlage uitgebreid overzicht input parameters
Gebruikte versie van de Warmtetool: 1.3.2 (releasedatum 16 maart 2021)
Tabel 5 Totaaloverzicht van uitgangspunten en kentallen (afgerond) zoals toegepast in Warmtetool Uitgangspunten & aannames
Tijdseffecten Waarde Eenheid
Inflatiefactor algemeen 2,0% €/€
Extra index gas (inkoop & EB) 1,5% €/€
Extra index elektra (inkoop & EB) 0,5% €/€
Warmtevraagreductie klimaateffect 0,5% GJ/GJ/jaar
Warmtenet tarieven
Warmtetarief kleinverbruik 21,54 €/GJ, ex btw
Warmtetarief grootverbruik 19,386 €/GJ, ex btw
Extra index warmtetarief 1,0% €/€
Korting op warmtetarief 0,0% €/€
Vastrecht kleinverbruik 387,6 €/afn, ex btw
Vastrecht grootverbruik 10 €/kW, ex btw
Default aansluitbijdrage kleinverbruik 3728 €
Default aansluitbijdrage grootverbruik 75 €/kW
Financiële uitgangspunten actoren
Rendementseis exploitant 6,0% €/€
WACC exploitant 6,0% €/€
Discontovoet gebouweigenaar 5,5% €/€
Discontovoet gebruiker 5,5% €/€
Discontovoet maatschappij 4,0% €/€
Post onvoorzien warmtenet 30% €/€
Gebouwgerelateerde aannames
Aandeel natuurlijke momenten gebouwen 20% -
All-e: 3x35A aansluiting nodig (perc) 0% -
Warmtenet subsidies
SDE++ ja/nee ja -
ISDE ja/nee ja -
Eenm. projectsubsidie, proc 0,0% €/€_CAPEX
Participatie warmtenet (BETA)
Participatiegraad 90% afn/afn
Gebouwgebonden subsidies
ISDE ja/nee nee -
Levensduur componenten
Levensduur leidingen, isolatie etc. 50 jaar
Definities
Woningequivalent 30 GJ/jaar
6 Bijlage resultaat tabellen Budel
In dit hoofdstuk worden uitgebreider resultaten gepresenteerd voor Budel. De tabellen bieden de mogelijkheid om de volgende scenario’s onderling te vergelijken:
- Warmtenet 70°C - Warmtenet 50°C
- Individuele warmtepomp 70°C - Individuele warmtepomp 50°C
Dit hoofdstuk is onderverdeeld in de volgende paragrafen:
- Paragraaf 6.1; Budel via Schoot - Paragraaf 6.2; Budel via Airport
Voor de volledigheid geeft Figuur 8 hieronder nogmaals de afzetgebieden zoals voorzien bij warmtelevering aan Budel.
Elke paragraaf maakt gebruik van een generieke opbouw en begeleidende teksten. Het kan dus zijn dat tekstblokken in verschillende paragrafen worden herhaald.
Algemene Disclaimer
Resultaten in deze bijlage zijn voorbehouden een 40% onzekerheidsmarge. De relatief positieve resultaten voor de individuele warmtepomp scenario’s zijn deels toe te schrijven aan beschikbare subsidies, zoals ISDE. Deze werken per 2021 in het voordeel van individuele warmtepomp oplossingen. Uiteraard kan het subsidiebeleid van de overheid in de toekomst wijzigen.
Figuur 8 Overzichtskaart met warmte afzetgebieden zoals voorzien bij warmtelevering aan Budel, inclusief backbone
6.1 Budel via Schoot
Tabel 6 presenteert de resultaten van de Warmtetool bij ‘Budel via Schoot’. Specifiek relevant is om de laatste kolom met kosten voor ‘Eigenaar/Bewoner’ onderling te vergelijken. Dit betreft de totale jaarlijkse kosten vanuit het perspectief van de afnemer (inclusief belastingen). Het verschil zit met name in de kosten voor de ‘Gebouw eigenaar’, waaronder de kosten voor isolatiemaatregelen vallen.
Vanuit het perspectief van de afnemer zijn de jaarlijkse kosten voor een ‘Warmtenet 70°C’ en een
‘Warmtepomp 70°C’ nagenoeg hetzelfde. Een verschil is dat de warmtepomp vraagt om hogere eenmalige (her)investeringen, terwijl de jaarlijkse warmterekening in het geval van een warmtenet hoger is.
In overweging kan worden genomen om de resultaten Warmtenet 70°C te vergelijken met Warmtepomp 50°C. Dit omdat het aanbod van warmtepompen wordt gedomineerd door lagere temperatuur systemen.
In die vergelijking heeft een warmtenet wel een lagere TCO dan een warmtepomp.
Tabel 6 Financiële resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Budel via Schoot’
TCO/WEQ/jr Totale Nationale
Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€)
Warmtenet 50°C 1.189 970 507 1.476
Warmtenet 70°C 744 336 580 916
Warmtepomp 50°C 993 1.031 266 1.297
Warmtepomp 70°C 653 520 389 909
Tabel 7 geeft voor ‘Budel via Schoot’ een vergelijking van Warmtetool resultaten qua duurzaamheid.
Zichtbaar is dat de individuele warmtepomp oplossingen duidelijk meer CO2-reductie opleveren. De kosten per vermeden ton CO2 zijn daardoor bij individuele warmtepompen lager.
Tabel 7 Duurzaamheid resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Budel via Schoot’
Duurzaamheid CO2-reductie
t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton)
Warmtenet 50°C 1.165 73% 10.956 1.025
Warmtenet 70°C 997 62% 9.377 749
Warmtepomp 50°C 1.388 86% 13.049 716
Warmtepomp 70°C 1.290 80% 12.124 507
Tabel 8 noemt voor de warmtenet scenario’s bij ‘Budel via Schoot’ de BAK om met een collectieve oplossing een financieel rendement (MIRR) van 6.0% te realiseren. Beide warmtenet scenario’s vereisen dus een BAK die aanzienlijk hoger is dan de maximale BAK zoals voor 2020 door de ACM is bepaald.
Zichtbaar is dat de hoogste BAK wordt voorzien bij een lage temperatuur warmtenet.
Tabel 8 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Budel via Schoot’
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Warmtenet 50°C 222% € 12.004
Warmtenet 70°C 151% € 9.357
6.2 Budel via Airport
Tabel 9 presenteert de resultaten van de Warmtetool bij ‘Budel via Airport’. Specifiek relevant is om de laatste kolom met kosten voor ‘Eigenaar/Bewoner’ onderling te vergelijken. Dit betreft de totale jaarlijkse kosten vanuit het perspectief van de afnemer (inclusief belastingen). Het verschil zit met name in de kosten voor de ‘Gebouw eigenaar’, waaronder de kosten voor isolatiemaatregelen vallen.
Vanuit het perspectief van de afnemer zijn de jaarlijkse kosten voor een ‘Warmtepomp 70°C’ het laagst.
In overweging kan worden genomen om de resultaten Warmtenet 70°C te vergelijken met Warmtepomp 50°C. Dit omdat het aanbod van warmtepompen wordt gedomineerd door lagere temperatuur systemen.
In die vergelijking heeft een warmtenet wel een lagere TCO dan een warmtepomp.
Tabel 9 Financiële resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Budel via Airport’
TCO/WEQ/jr Totale Nationale
Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€)
Warmtenet 50°C 1.108 892 498 1.389
Warmtenet 70°C 709 324 559 882
Warmtepomp 50°C 908 932 271 1.203
Warmtepomp 70°C 596 460 387 847
Tabel 10 geeft voor ‘Budel via Airport’ een vergelijking van Warmtetool resultaten qua duurzaamheid.
Zichtbaar is dat de individuele warmtepomp oplossingen duidelijk meer CO2-reductie opleveren. De kosten per vermeden ton CO2 zijn daardoor bij individuele warmtepompen lager.
Tabel 10 Duurzaamheid resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Budel via Airport Duurzaamheid
CO2-reductie t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton)
Warmtenet 50°C 1.152 72% 9.358 967
Warmtenet 70°C 996 62% 8.091 717
Warmtepomp 50°C 1.384 86% 11.246 656
Warmtepomp 70°C 1.291 80% 10.488 461
Tabel 11 noemt voor de warmtenet scenario’s bij ‘Budel via Airport’ de BAK om met een collectieve oplossing een financieel rendement (MIRR) van 6.0% te realiseren. Beide warmtenet scenario’s vereisen dus een BAK die aanzienlijk hoger is dan de maximale BAK zoals voor 2020 door de ACM is bepaald.
Zichtbaar is dat de hoogste BAK wordt voorzien bij een lage temperatuur warmtenet.
Tabel 11 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Budel via Airport’
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Warmtenet 50°C 258% € 13.334
Warmtenet 70°C 207% € 11.440
7 Bijlage resultaat tabellen Weert
In dit hoofdstuk worden uitgebreider resultaten gepresenteerd voor Weert. De tabellen bieden de mogelijkheid om de volgende scenario’s onderling te vergelijken:
- Warmtenet 70°C - Warmtenet 50°C
- Individuele warmtepomp 70°C - Individuele warmtepomp 50°C
Dit hoofdstuk is onderverdeeld in de volgende paragrafen:
- Paragraaf 7.1; Weert Midden - Paragraaf 7.2; Weert Zuid - Paragraaf 7.3; Weert Noord
- Paragraaf 7.4; Weert Midden & Zuid - Paragraaf 7.5; Weert Midden, Zuid & Noord
Voor de volledigheid geeft Figuur 9 hieronder nogmaals de afzetgebieden zoals voorzien bij warmtelevering aan Budel.
Figuur 9 Overzichtskaart met warmte afzetgebieden zoals voorzien bij warmtelevering aan Weert, inclusief backbone Elke paragraaf maakt gebruik van een generieke opbouw en begeleidende teksten. Het kan dus zijn dat tekstblokken in verschillende paragrafen worden herhaald.
Algemene Disclaimer
Resultaten in deze bijlage zijn voorbehouden een 40% onzekerheidsmarge. De relatief positieve resultaten voor de individuele warmtepomp scenario’s zijn deels toe te schrijven aan beschikbare subsidies, zoals ISDE. Deze werken per 2021 in het voordeel van individuele warmtepomp oplossingen. Uiteraard kan het subsidiebeleid van de overheid in de toekomst wijzigen.
7.1 Weert Midden
Tabel 12 presenteert de resultaten van de Warmtetool bij ‘Weert Midden‘. Specifiek relevant is om de laatste kolom met kosten voor ‘Eigenaar/Bewoner’ onderling te vergelijken. Dit betreft de totale jaarlijkse kosten vanuit het perspectief van de afnemer (inclusief belastingen). Het verschil zit met name in de kosten voor de ‘Gebouw eigenaar’, waaronder de kosten voor isolatiemaatregelen vallen.
Vanuit het perspectief van de afnemer zijn de jaarlijkse kosten voor een ‘Warmtenet 70°C’ en een
‘Warmtepomp 70°C’ nagenoeg hetzelfde. Een verschil is dat de warmtepomp vraagt om hogere eenmalige (her)investeringen, terwijl de jaarlijkse warmterekening in het geval van een warmtenet hoger is.
In overweging kan worden genomen om de resultaten Warmtenet 70°C te vergelijken met Warmtepomp 50°C. Dit omdat het aanbod van warmtepompen wordt gedomineerd door lagere temperatuur systemen.
In die vergelijking heeft een warmtenet wel een lagere TCO dan een warmtepomp.
Tabel 12 Financiële resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden’
TCO/WEQ/jr Totale Nationale
Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€)
Warmtenet 50°C 1.084 874 472 1.345
Warmtenet 70°C 656 267 535 801
Warmtepomp 50°C 905 953 259 1.212
Warmtepomp 70°C 547 427 374 802
Tabel 13 geeft voor ‘Weert Midden’ een vergelijking van Warmtetool resultaten qua duurzaamheid.
Zichtbaar is dat de individuele warmtepomp oplossingen duidelijk meer CO2-reductie opleveren. De kosten per vermeden ton CO2 zijn daardoor bij individuele warmtepompen lager.
Tabel 13 Duurzaamheid resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden Duurzaamheid
CO2-reductie t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton)
Warmtenet 50°C 1.171 73% 29.870 931
Warmtenet 70°C 1.015 63% 25.893 650
Warmtepomp 50°C 1.394 87% 35.564 649
Warmtepomp 70°C 1.301 81% 33.192 420
Tabel 14 noemt voor de warmtenet scenario’s bij ‘Weert Midden’ de BAK om met een collectieve oplossing een financieel rendement (MIRR) van 6.0% te realiseren. Beide warmtenet scenario’s vereisen dus een BAK die aanzienlijk hoger is dan de maximale BAK zoals voor 2020 door de ACM is bepaald.
Zichtbaar is dat de hoogste BAK wordt voorzien bij een lage temperatuur warmtenet.
Tabel 14 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Warmtenet 50°C 138% € 8.855
Warmtenet 70°C 71% € 6.375
7.2 Weert Zuid
Tabel 15 presenteert de resultaten van de Warmtetool bij ‘Weert Zuid’. Specifiek relevant is om de laatste kolom met kosten voor ‘Eigenaar/Bewoner’ onderling te vergelijken. Dit betreft de totale jaarlijkse kosten vanuit het perspectief van de afnemer (inclusief belastingen). Het verschil zit met name in de kosten voor de ‘Gebouw eigenaar’, waaronder de kosten voor isolatiemaatregelen vallen.
Vanuit het perspectief van de afnemer zijn de jaarlijkse kosten voor een ‘Warmtepomp 70°C’ het laagst.
In overweging kan worden genomen om de resultaten Warmtenet 70°C te vergelijken met Warmtepomp 50°C. Dit omdat het aanbod van warmtepompen wordt gedomineerd door lagere temperatuur systemen.
In die vergelijking heeft een warmtenet wel een lagere TCO dan een warmtepomp.
Tabel 15 Financiële resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Zuid’
TCO/WEQ/jr Totale Nationale
Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€)
Warmtenet 50°C 1.188 988 489 1.477
Warmtenet 70°C 750 364 559 923
Warmtepomp 50°C 962 1.011 260 1.271
Warmtepomp 70°C 599 475 379 855
Tabel 16 geeft voor ‘Weert Zuid’ een vergelijking van Warmtetool resultaten qua duurzaamheid. Zichtbaar is dat de individuele warmtepomp oplossingen duidelijk meer CO2-reductie opleveren. De kosten per vermeden ton CO2 zijn daardoor bij individuele warmtepompen lager.
Tabel 16 Duurzaamheid resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Zuid’
Duurzaamheid CO2-reductie
t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton)
Warmtenet 50°C 1.173 73% 13.455 1.018
Warmtenet 70°C 1.010 63% 11.588 747
Warmtepomp 50°C 1.393 87% 15.977 691
Warmtepomp 70°C 1.297 81% 14.877 462
Tabel 17 noemt voor de warmtenet scenario’s bij ‘Weert Zuid’ de BAK om met een collectieve oplossing een financieel rendement (MIRR) van 6.0% te realiseren. Beide warmtenet scenario’s vereisen een BAK die aanzienlijk hoger is dan de maximale BAK zoals voor 2020 door de ACM is bepaald. Zichtbaar is dat de hoogste BAK wordt voorzien bij een lage temperatuur warmtenet.
Tabel 17 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Zuid’
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Warmtenet 50°C 235% € 12.490
Warmtenet 70°C 182% € 10.531
7.3 Weert Noord
Tabel 18 presenteert de resultaten van de Warmtetool bij ‘Weert Noord’. Specifiek relevant is om de laatste kolom met kosten voor ‘Eigenaar/Bewoner’ onderling te vergelijken. Dit betreft de totale jaarlijkse kosten vanuit het perspectief van de afnemer (inclusief belastingen). Het verschil zit met name in de kosten voor de ‘Gebouw eigenaar’, waaronder de kosten voor isolatiemaatregelen vallen.
Vanuit het perspectief van de afnemer zijn de jaarlijkse kosten voor een ‘Warmtepomp 70°C’ het laagst.
In overweging kan worden genomen om de resultaten Warmtenet 70°C te vergelijken met Warmtepomp 50°C. Dit omdat het aanbod van warmtepompen wordt gedomineerd door lagere temperatuur systemen.
In die vergelijking heeft een warmtenet wel een lagere TCO dan een warmtepomp.
Tabel 18 Financiële resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Noord’
TCO/WEQ/jr Totale Nationale
Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€)
Warmtenet 50°C 1.148 931 499 1.430
Warmtenet 70°C 718 345 536 881
Warmtepomp 50°C 933 958 283 1.241
Warmtepomp 70°C 569 431 384 816
Tabel 19 geeft voor ‘Weert Noord’ een vergelijking van Warmtetool resultaten qua duurzaamheid.
Zichtbaar is dat de individuele warmtepomp oplossingen duidelijk meer CO2-reductie opleveren. De kosten per vermeden ton CO2 zijn daardoor bij individuele warmtepompen lager.
Tabel 19 Duurzaamheid resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Noord’
Duurzaamheid CO2-reductie
t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton)
Warmtenet 50°C 1.127 70% 13.382 1.027
Warmtenet 70°C 997 62% 11.843 726
Warmtepomp 50°C 1.374 86% 16.321 679
Warmtepomp 70°C 1.293 81% 15.359 440
Tabel 20 noemt voor de warmtenet scenario’s bij ‘Weert Noord’ de BAK om met een collectieve oplossing een financieel rendement (MIRR) van 6.0% te realiseren. Beide warmtenet scenario’s vereisen een BAK die aanzienlijk hoger is dan de maximale BAK zoals voor 2020 door de ACM is bepaald. Zichtbaar is dat de hoogste BAK wordt voorzien bij een lage temperatuur warmtenet.
Tabel 20 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Noord’
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Warmtenet 50°C 332% € 16.105
Warmtenet 70°C 311% € 15.322
7.4 Weert Midden & Zuid
Tabel 21 presenteert de resultaten van de Warmtetool bij ‘Weert Midden & Zuid’. Specifiek relevant is om de laatste kolom met kosten voor ‘Eigenaar/Bewoner’ onderling te vergelijken. Dit betreft de totale jaarlijkse kosten vanuit het perspectief van de afnemer (inclusief belastingen). Het verschil zit met name in de kosten voor de ‘Gebouw eigenaar’, waaronder de kosten voor isolatiemaatregelen vallen.
Vanuit het perspectief van de afnemer zijn de jaarlijkse kosten voor een ‘Warmtenet 70°C’ en een
‘Warmtepomp 70°C’ nagenoeg hetzelfde. Een verschil is dat de warmtepomp vraagt om hogere eenmalige (her)investeringen, terwijl de jaarlijkse warmterekening in het geval van een warmtenet hoger is.
In overweging kan worden genomen om de resultaten Warmtenet 70°C te vergelijken met Warmtepomp 50°C. Dit omdat het aanbod van warmtepompen wordt gedomineerd door lagere temperatuur systemen.
In die vergelijking heeft een warmtenet wel een lagere TCO dan een warmtepomp.
Tabel 21 Financiële resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden & Zuid’
TCO/WEQ/jr Totale Nationale
Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€)
Warmtenet 50°C 1.116 891 486 1.377
Warmtenet 70°C 690 288 552 841
Warmtepomp 50°C 929 976 261 1.238
Warmtepomp 70°C 574 452 378 830
Tabel 22 geeft voor ‘Weert Midden & Zuid’ een vergelijking van Warmtetool resultaten qua duurzaamheid.
Zichtbaar is dat de individuele warmtepomp oplossingen duidelijk meer CO2-reductie opleveren. De kosten per vermeden ton CO2 zijn daardoor bij individuele warmtepompen lager.
Tabel 22 Duurzaamheid resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden & Zuid’
Duurzaamheid CO2-reductie
t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton)
Warmtenet 50°C 1.170 73% 39.723 958
Warmtenet 70°C 1.011 63% 34.327 686
Warmtepomp 50°C 1.392 87% 47.257 667
Warmtepomp 70°C 1.298 81% 44.062 442
Tabel 23 noemt voor de warmtenet scenario’s bij ‘Weert Midden & Zuid’ de BAK om met een collectieve oplossing een financieel rendement (MIRR) van 6.0% te realiseren. Beide warmtenet scenario’s vereisen een BAK die aanzienlijk hoger is dan de maximale BAK zoals voor 2020 door de ACM is bepaald. Zichtbaar is dat de hoogste BAK wordt voorzien bij een lage temperatuur warmtenet.
Tabel 23 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden & Zuid’
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Warmtenet 50°C 129% € 8.534
Warmtenet 70°C 84% € 6.860
7.5 Weert Midden, Zuid & Noord
Tabel 24 presenteert de resultaten van de Warmtetool bij ‘Weert Midden, Zuid & Noord’. Specifiek relevant is om de laatste kolom met kosten voor ‘Eigenaar/Bewoner’ onderling te vergelijken. Dit betreft de totale jaarlijkse kosten vanuit het perspectief van de afnemer (inclusief belastingen). Het verschil zit met name in de kosten voor de ‘Gebouw eigenaar’, waaronder de kosten voor isolatiemaatregelen vallen.
Vanuit het perspectief van de afnemer zijn de jaarlijkse kosten voor een ‘Warmtenet 70°C’ en een
‘Warmtepomp 70°C’ nagenoeg hetzelfde. Een verschil is dat de warmtepomp vraagt om hogere eenmalige (her)investeringen, terwijl de jaarlijkse warmterekening in het geval van een warmtenet hoger is.
In overweging kan worden genomen om de resultaten Warmtenet 70°C te vergelijken met Warmtepomp 50°C. Dit omdat het aanbod van warmtepompen wordt gedomineerd door lagere temperatuur systemen.
In die vergelijking heeft een warmtenet wel een lagere TCO dan een warmtepomp.
Tabel 24 Financiële resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden, Zuid & Noord’
TCO/WEQ/jr Totale Nationale
Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€)
Warmtenet 50°C 1.133 893 498 1.391
Warmtenet 70°C 699 291 557 848
Warmtepomp 50°C 936 976 269 1.245
Warmtepomp 70°C 581 454 382 836
Tabel 25 geeft voor ‘Weert Midden, Zuid & Noord’ een vergelijking van Warmtetool resultaten qua duurzaamheid. Zichtbaar is dat de individuele warmtepomp oplossingen duidelijk meer CO2-reductie opleveren. De kosten per vermeden ton CO2 zijn daardoor bij individuele warmtepompen lager.
Tabel 25 Duurzaamheid resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden, Zuid & Noord’
Duurzaamheid CO2-reductie
t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton)
Warmtenet 50°C 1.157 72% 49.600 985
Warmtenet 70°C 1.005 63% 43.099 699
Warmtepomp 50°C 1.386 86% 59.410 675
Warmtepomp 70°C 1.295 81% 55.522 449
Tabel 26 noemt voor de warmtenet scenario’s bij ‘Weert Midden, Zuid & Noord’ de BAK om met een collectieve oplossing een financieel rendement (MIRR) van 6.0% te realiseren. Beide warmtenet scenario’s vereisen een BAK die aanzienlijk hoger is dan de maximale BAK zoals voor 2020 door de ACM is bepaald.
Zichtbaar is dat de hoogste BAK wordt voorzien bij een lage temperatuur warmtenet.
Tabel 26 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool scenario’s bij ‘Weert Midden, Zuid & Noord’
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Warmtenet 50°C 151% € 9.357
Warmtenet 70°C 106% € 7.681
8 Bijlage resultaten combinatiescenario’s
In dit hoofdstuk worden uitgebreider resultaten gepresenteerd voor combinatiescenario’s waarbij zowel Budel als (delen van) Weert op een collectief warmtenet met Nyrstar als warmtebron worden aangesloten.
Een reden om zowel Budel als Weert op restwarmte aan te sluiten is om te zien hoeveel CO2-uitstoot hiermee kan worden bespaard en welke gemiddelde BAK hier tegenover zou staan.
Eerdere analyse heeft aangetoond dat een lage temperatuur warmtenet tot hogere kosten leidt. Daarom is in dit geval uitsluitend gekeken naar een midden temperatuur warmtenet.
Uit onderstaande resultaten kan worden opgemaakt dat:
- De uiteindelijke kosten voor de eindgebruiker niet noemenswaardig lager worden als zowel Budel als Weert worden aangesloten op een warmtenet
- In combinatiescenario 1 worden de meeste woningen aangesloten op een collectief warmtenet, dit vertaalt zich ook naar de hoogst haalbare CO2-reductie.
- De benodigde BAK om beide combinatiescenario’s financieel interessant te krijgen is (toevallig) voor beide combinatiescenario’s gelijk. Merk op dat deze BAK hoger is dan de BAK zoals gevonden voor een warmtenet welk alleen Weert voorziet van collectieve warmte.
Tabel 27 Financiële resultaten Warmtetool bij combinatiescenario’s TCO/WEQ/jr
Totale Nationale Kosten (€)
Gebouw- eigenaar (€)
Eindgebruiker (€)
Eigenaar/
bewoner (€) Combinatiescenario 1
Warmtenet 70°C 732 324 561 885
Combinatiescenario 2
Warmtenet 70°C 701 309 540 849
Tabel 28 Duurzaamheid resultaten Warmtetool bij combinatiescenario’s Duurzaamheid
CO2-reductie t.o.v. gas (kg/WEQ/jaar)
CO2-reductie t.o.v. gas
(%)
CO2-reductie t.o.v. gas (ton CO2/jaar)
CO2- Kosteneffectivitei t (€/ton) Combinatiescenario 1
Warmtenet 70°C 1.004 63% 52.476 733
Combinatiescenario 2
Warmtenet 70°C 1.010 63% 33.984 698
Tabel 29 Bijdrage Aansluitkosten (BAK) resultaten Warmtetool bij combinatiescenario’s
BAK toeslag BAK ACM = 3.728€
BAK toeslag (% t.o.v. BAK ACM)
BAK
Combinatiescenario 1
Warmtenet 70°C 151% € 9.357
Combinatiescenario 2
Warmtenet 70°C 151% € 9.357
9 Overige inzichten en vergelijkingen
De Warmtetool voorziet in een breed aantal inzichten en resultaten. In voorgaande hoofdstukken is een selectie hiervan nader toegelicht. Aanvullende vergelijkingen kunnen ook worden opgemaakt. Dit hoofdstuk voorziet in enkele aanvullende toelichtingen bij verschillende inzichten.
9.1 Afgeleide restwarmtebenutting per scenario
Per scenario is een afgeleid wat de globale benutting van de beschikbare restwarmte zou zijn. Hier is de volgende formule bij toegepast:
𝑃𝑟𝑒𝑠𝑡𝑤𝑎𝑟𝑚𝑡𝑒= 𝑃𝑝𝑖𝑒𝑘𝑣𝑟𝑎𝑎𝑔∗ 𝐴𝑝𝑎𝑟𝑡𝑖𝑐𝑖𝑝𝑎𝑡𝑖𝑒∗ 𝐴𝑔𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑡𝑖𝑗𝑑𝑖𝑔ℎ𝑒𝑖𝑑∗ 𝐴𝑏𝑎𝑠𝑖𝑠𝑙𝑎𝑠𝑡∗𝐶𝑂𝑃𝑊𝑃− 1 𝐶𝑂𝑃𝑊𝑃 In bovenstaande formule zijn de volgende parameters van toepassing:
𝐴𝑝𝑎𝑟𝑡𝑖𝑐𝑖𝑝𝑎𝑡𝑖𝑒 Participatiegraad, 90%; Het aandeel aan het warmtenet participerende afnemers in een afzetgebied.
𝐴𝑔𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑡𝑖𝑗𝑑𝑖𝑔ℎ𝑒𝑖𝑑 Gelijktijdigheid, 55%; Correctie omdat de warmtebehoefte van participerende afnemers tegelijk valt.
𝐴𝑏𝑎𝑠𝑖𝑠𝑙𝑎𝑠𝑡 Basislast, 30%; Vuistregel, de basislast warmtevraag is het
aandeel van de piekvraag wat voor een substantieel aantal uren per jaar mag worden verwacht.
𝐶𝑂𝑃𝑊𝑃 Coefficient of Performance; Verhouding tussen warmteopbrengst en elektriciteitsverbruik van een warmtepomp.
De restwarmtebenutting bij collectieve warmtelevering aan Budel en Weert wordt gegeven in Tabel 30. Te zien is dat zelfs in het meest uitgebreide scenario (combinatiescenario 1) de totale beschikbare 40 MWth
restwarmte van Nyrstar slechts ten dele wordt benut.
Tabel 30 Vermogen restwarmtebenutting per scenario
Restwarmtebenutting bij warmtenet 50°C 𝑪𝑶𝑷𝑾𝑷= 𝟒
Restwarmtebenutting bij warmtenet 70°C 𝑪𝑶𝑷𝑾𝑷= 𝟑
Weert Midden 12 MWth 14 MWth
Weert Zuid 5 MWth 6 MWth
Weert Noord 7 MWth 7 MWth
Weert Midden & Zuid 15 MWth 19 MWth
Weert Midden, Zuid & Noord 20 MWth 24 MWth
Budel via Airport 4 MWth 5 MWth
Budel via Schoot 4 MWth 5 MWth
Combinatiescenario 1 n.v.t. 29 MWth
Combinatiescenario 2 n.v.t. 19 MWth
9.2 Vergelijking Warmtepomp & Warmtenet oplossing
Onderdeel van de warmtetransitie is dat inwoners op een alternatieve (duurzame) manier gaan voorzien in de warmtebehoefte. Naast een duurzame manier van verwarmen is het belangrijk dat inwoners een financieel aantrekkelijk aanbod krijgen. Het is daarom relevant om de kosten van verschillende opties tegen elkaar af te zetten.
Figuur 10 biedt per zoekgebied een inzicht in de ‘total cost of ownership’ (TCO) per WEQ per jaar van een midden temperatuur warmtenet versus een warmtepomp. Voor veel verschillende zoekgebieden in Weert en Cranendonck ontlopen uiteindelijke kosten voor de eindgebruiker elkaar niet veel. Met inachtneming van genoemde onzekerheidsmarges zijn deze verschillen veelal niet significant.
Een warmtenet waarmee alleen Weert Noord óf Weert Zuid van collectieve warmte wordt voorzien is daarentegen wel duidelijk duurder voor de eindgebruiker. Verklaringen hiervoor zijn:
- Een lagere warmtevraagdichtheid in Weert Noord.
Hierdoor is relatief veel warmteleiding (infrastructuur) nodig om alle afnemers aan te sluiten, waarmee de kosten voor een collectieve oplossing stijgen.
- Een grotere afstand tussen bron en Weert Zuid.
Hierdoor is relatief veel backbone transportleiding nodig om deze cluster aan te sluiten.
Figuur 10 Vergelijking van de ‘Total Cost of Ownerschip’ van een midden temperatuur warmtenet en warmtepomp
9.3 Effect van een lager financieel rendement
Het realiseren van een collectief warmtenet vraagt om grote investeringen. Deze worden vooral bij realisatie al genomen. Pas na realisatie van het warmtenet kan worden begonnen met exploitatie van het warmtenet, waarmee de inkomsten worden gegenereerd.
Voordat investeerder besluiten om financieren zal er een voldoende aantrekkelijk financieel rendement moeten worden geboden. Dit rendement geldt als compensatie voor de risico’s welke investeerders nemen door de investering te bekostigen.
Marktpartijen in de warmtesector rekenen typisch met een financieel rendement van 6%. Als er mogelijkheden zijn om te financieren vanuit publieke middelen, dan is een lager financieel rendement mogelijk bespreekbaar. Voor combinatiescenario 1 is met de Warmtetool berekend welke BAK nodig zou zijn om een financieel rendement van 4% te realiseren.
- Combinatiescenario 1:
o MIRR = 6% → BAK = 9.357 €/WEQ o MIRR = 4% → BAK = -37 €/WEQ
Merk op dat de Warmtetool de BAK berekend als ‘sluitpost’ om een specifiek rendement te behalen. Een uiteindelijke exploitant kan in de praktijk uiteraard andere keuzes maken, bijvoorbeeld het verlagen van de warmtetarieven i.p.v. het aanbieden van een lagere BAK.
9.4 Totale nationale kosten
De Warmtetool geeft ook een indicatie van de Totale Nationale Kosten van de verschillende oplossingen.
Nationale kosten zijn het saldo van directe kosten en baten vanuit maatschappelijk kostenperspectief.
Deze kosten geven een beeld van de kosten voor de Nederlandse samenleving als geheel, ongeacht wie deze draagt. Belastingen, heffingen, accijnzen en subsidies zijn waardeoverdrachten van de ene partij in de samenleving naar de andere, en vallen daarmee weg in de nationale kosten.9
Tabel 31 geeft de geschatte totale nationale kosten voor een warmtenet versus warmtepomp scenario.
Merk op dat een onderlinge vergelijking van scenario’s niet geheel fair is, aangezien elk scenario een verschillend aantal afnemers van (duurzame) warmte voorziet.
Tabel 31 Totale nationale kosten zoals berekend met de Warmtetool.
Totale Nationale Kosten
Warmtenet 70°C Warmtepomp 70°C
Budel via Schoot €189 miljoen €166 miljoen
Budel via Airport €156 miljoen €131 miljoen
Weert Midden €452 miljoen €377 miljoen
Weert Zuid €232 miljoen €186 miljoen
Weert Noord €230 miljoen €182 miljoen
Weert Midden & Zuid €633 miljoen €526 miljoen
Weert Midden, Zuid & Noord €809 miljoen €673 miljoen
Combinatiescenario 1 €1.033 miljoen
Combinatiescenario 2 €636 miljoen
9 Zie voor verdere toelichting bij Nationale Kosten ook https://www.pbl.nl/sites/default/files/downloads/pbl-2020- nationale-kosten-van-maatregelen-gericht-op-het-realiseren-van-doelstellingen-uit-het-energieakkoord-
2013_3581.pdf