• No results found

NAUTISCHE VEILIGHEID

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NAUTISCHE VEILIGHEID"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

126

<uC

<u e<D

O

X X K .

C^ / d e g e ^ 03f*D O)

NAUTISCHE VEILIGHEID

in het Scheldegebied

S

(2)

riTUUT VOOR DE ZE¡

1. Inleiding... 3

2. M o n ito rin g nautische v e ilig h e id ...4

2.1. Verkeersintensiteit en scheepsgrootte...4

2.2. Transport van gevaarlijke stoffen en de effecten daarvan op de veiligheid...6

2.3. O ngevallen... 9

3. Veiligheidsbevorderende maatregelen...12

3.1. Schelderadarketen/verkeersbegeleiding... 12

3.2. Nautische bronm aatregelen...12

3.3. Programma Nautische V eiligheid... 13

3.4. Lering u it ongevallen... 14

3.5. Veiligheidsplan Scheldegebied... 15

Ínhoud

(3)

• v . ;

' / *>•. im X

i. Inleiding

ln de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart oefenen Nederland en Vlaanderen gezamenlijk hun nautische bevoegdheden u it over het Scheldegebied. Belangrijke verantwoordelijkheid van de commissie is de zorg voor een veilig en v lo t verloop van de scheepvaart naar de Scheldehavens. In de Gemeenschappelijjke Nautische A u to rite it w o rd t de operationele samenwerking vormgegeven. Na ratificatie van het verdrag inzake het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer, dat op 21 december 2005 in M iddelburg is ondertekend, zal de gezamenlijke verantwoordelijkheid een juridische basis krijgen.

De Permanente Commissie ho u d t co ntinu de veranderingen in de veiligheidssituatie op de Schelde in de gaten. Waar nodig neemt zij passende maatregelen om de veiligheid te waarborgen. Deze brochure zet voor u de belangrijkste conclusies van de m onitoring over de periode 1990-2005 op een rijtje. D aaruit valt af te leiden dat de nautische veiligheid in die periode globaal is toegenomen. Ook w o rd t aandacht besteed aan de preventieve maatregelen die de Permanente Commissie heeft getroffen o f die nog in voorbereiding zijn. Deze maatregelen hebben to t doei de kans op een ongeval te verminderen en zijn onder meer afgeleid u it de analyses van ernstige scheepvaartincidenten.

H

(4)

2 . M o n ito rin g nautische veiligheid

2.1.

Verkeersintensiteit en scheepsgrootte

De verkeersintensiteit van zowel de zee- ais de binnenvaart op de Westerschelde is in de periode 1990-2005 nauwelijks gewijzigd. H et totaal aantal scheepsbewegingen m et zeeschepen op de Westerschelde en haar m onding schom m elt jaarlijks rond de 50.000.

F ig u u r 1: a a n ta l scheepsbewegingen zeescheepvaart

m o n d in g s g e b i e d — B u it e n h a v e n - S lo e h a v e n

S lo e h a v e n - T e r n e u z e n i ■■■ ■ ■ » ■■■■

T e r n e u z e n - H a n s w e e r t ■ ■■

H a n s w e e r t - A n t w e r p e n

7 0 0 0 0

6 0 0 0 0

5 0 0 0 0

4 0 0 0 0

nj

Cl

~ 3 0 0 0 0

rara

2 0 0 0 0

10000

1 9 9 0 1 9 9 5 2 0 0 0 2 0 0 5

j a a r

I Q

(5)

O ok het aantal passages m et binnenschepen is in de periode 1990-2005 nagenoeg niet gegroeid.

H et binnenvaartverkeer is het meest intensief op het traject Terneuzen-Hansweert. Jaarlijks varen daar tussen de 50.000 en 60.000 binnenschepen.

F igu u r 2 : a a n ta l scheepsbewegingen b in n e n v a a rt

m o n d i n g s g e b ie d N ie u w e h a v e n - S lo e h a v e n S lo e h a v e n - T e r n e u z e n T e r n e u z e n - H a n s w e e r t H a n s w e e r t - A n t w e r p e n

6 0 0 0 0

5 0 0 0 0

4 0 0 0 0

S 3 0 0 0 0

2 0 0 0 0

xe

ÀT-

- X - - X - - X -

- X -

10000

I--- 1 9 9 0

1----

1 9 9 5

1—

2 0 0 0

j a a r 2 0 0 5

De omvang van de vervoerde m aritiem e lading is aanzienlijk gestegen: van 154 m iljoen ton in 1990 to t 219 m iljoen ton in 2005. O ok de gemiddelde scheepsgrootte is opm erkelijk toegenomen. Zo is de gemiddelde bruto tonnage van de zeeschepen naar Antwerpen gestegen van 8.401 to t 16.257 ton.

Die schaalvergroting zal zich de komende jaren naar verwachting voortzetten.

B

(6)

. Transport van gevaarlijke stoffen en de effecten daarvan op de veiligheid

F igu u r 3 : a a n ta l scheepsbewegingen zeescheepvaart m e t toxische gassen

m o n d in g s g e b ie d - T e r n e u z e n T e r n e u z e n - A n t w e r p e n

In 2004 is in opdracht van de Commissaris van de Koningin in Zeeland en de Gouverneur van Antwerpen een nieuwe analyse van de risico’s van het transport van gevaarlijke stoffen op de (Wester)Schelde uitgevoerd. Daarbij is gekeken naar de vervoerde ladingen giftige, brandbare en zeer brandbare gassen over de periode 1998-2002.

De resultaten van de risico actualisatie tonen aan dat het plaatsgebonden risico' op de oever overal ruimschoots onder de norm van IO'6 per jaar ligt. Er is ook onderzoek uitgevoerd naar de toekomstige externe veiligheidssituatie op basis van de te verwachten ontw ikkeling van het transport van gevaarlijke stoffen. Conclusie van dat onderzoek is dat de risicocontour2 IO'6 alleen bij een hoge economische groei in 2030 opnieuw aan land ko m t te liggen ter hoogte van Vlissingen en Terneuzen.

H et is belangrijk om de groei van het vervoer van gevaarlijke stoffen nauwkeurig te volgen en deze te vergelijken m et het jaarlijks gemiddelde van de periode 1998-2002.

Het aantal scheepsbewegingen van zeeschepen m et toxische gassen (in hoofdzaak ammoniak) vertoont in 2005 een stijging van 15% ten opzichte van d it gemiddelde.

120

loo

8 0

6 0

4 0

20

o I--- 1--- 1--- 1--- 1--- 1--- 1--- 1--- 1--- 1

1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005

j a a r

1 Plaatsgebonden risico: de kans op h e t overlijde n van een in d iv id u op een bepaalde plaats ten gevolge van een risicovolle activiteit.

Deze kans m a g n ie t g ro te r z ijn d a n 1 0 6 o f Io p 1 m iljo e n pe r jaar.

2 R isicocontour I O 1': de lijn die a lle p u n te n m e t een plaatsgebonden risico van 1 0 b m e t e lkaar verbindt.

(7)

H et aantal passages van zeeschepen m et brandbare en zeer brandbare gassen is ten opzichte van het gemiddelde van de periode 1998-2002 toegenomen m et 31% respectievelijk 57%. De stijging van d it transport zien we vooral op het traject mondingsgebied - Terneuzen.

F igu u r 4: a a n ta l scheepsbewegingen zeescheepvaart m e t bra n d b a re gassen

m o n d in g s g e b ie d - T e r n e u z e n T e r n e u z e n - A n t w e r p e n

6 0 0 0 0

5 0 0 0 0

4 0 0 0 0

3 0 0 0 0

2 0 0 0 0

1 0 0 0 0

0

i---1--- 1--- 1--- 1--- 1---1--- 1--- 1---1

1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005

j a a r

B

(8)

Figu u r 5: a a n ta l scheepsbewegingen zeescheepvaart m e t zeer bra n d b a re gassen

m o n d i n g s g e b ie d - T e r n e u z e n T e r n e u z e n - A n t w e r p e n

12 0 0

10 0 0

8 0 0

<u

&0 ra 6 0 0

ra

4 0 0

2 0 0

i--- 1---1---1---1--- 1--- 1---1--- 1--- 1

1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005

j a a r

Ondanks het feit dat de risicocontouren eerst bij zeer grote toename van het vervoer van gevaarlijke lading weer aan de wal kunnen komen, is het van belang de toename van het transport van gevaarlijke stoffen nauwkeurig te blijven volgen.

H

(9)

2.3.

O ngevallen

H et totaal aantal scheepvaart ongevallen ve rtoont sinds 1979 een dalende tendens.

Onderstaande staafdiagram geeft het jaarlijkse aantal scheepsongevallen vanaf 1979 weer, het eerste jaar dat de ongevalsgegevens goed werden geregistreerd. De registratie in de jaren 1982-1984 was onvoldoende volledig voor het verkrijgen van een betrouwbaar beeld en ontbreekt daardoor in het diagram.

Vanaf 2000 is gestart m et een nieuwe registratiereeks, waarin ook de gegevens voor de Vlaamse aanlooproute naar de Westerschelde en een deel van de (Belgische) Beneden-Zeeschelde zijn meegenomen. Bovendien worden meer bronnen geraadpleegd, waardoor het aantal geregistreerde ongevallen toegenomen is. De oude reeks 1979-1999 is dus niet volledig te vergelijken m et de nieuwe reeks vanaf 2000.

F ig u u r 6: a a n ta l ongevallen

a n d e r e o o r z a k e n | a a n v a r i n g m e t o b j e c t ^

a . d . g r o n d lo p e n B a a n v a r i n g s c h i p - s c h ip |

3 0 0

2 5 0

2 0 0

1 5 0

100

5 0

( W e s t e r ) S c h e l d e + m o n d i n g D e k o l o m m e n v a n a f 2 0 0 0 z i j n g e b a s e e r d o p een g r o t e r g e b ie d e n i n t e n s ie v e r b r o n n e n o n d e r z o e k .

S # & & d? g # ^ Jp é? ^ n? n»1 ^ 'v 'v 'v 'v 'v 'vg

j a a r

D

(10)

u r 7 : aan varin g e n schip-schip

b i n n e n s c h i p - o v e r ig | z e e s c h ip - o v e r ig b i n n e n s c h i p - b in n e n s c h i p

z e e s c h ip - b in n e n s c h i p z e e s c h ip - z e e s c h ip |

U it de ontw ikkeling van het aantal aanvaringen tussen schepen is geen duidelijke trend af te leiden.

Hetzelfde geldt voor de jaarlijkse ontw ikkeling van aanvaringen tussen zeeschepen. Deze ongevalscategorie is het meest relevant voor de risicograad. Bij de interpretatie van de gegevens moet men er ook hier rekening mee houden dat vanaf 2000 meer uitgebreide m onitoringsinform atie gebruikt is en de reeks vanaf 2000 dus niet goed te vergelijken is m et de voorafgaande reeks.

1 4

12

10

aft oft o P o S c fc

I

ß ß ß ß ß ß ß ß ß

j a a r

Bij de berekening van het plaatsgebonden risico worden alleen de ernstige schadegevallen aan zeeschepen in aanmerking genomen. H et betreft de schadeklasse 4 (penetratie van de scheepswand) en de

schadeklasse 5 (lek raken van de laadruim te).

(11)

Zware schadegevallen die van invloed zijn op het plaatsgebonden risico

Jaar 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05

Aantal 6 4 0 2 1 2 0 2 1 0 0 2 0 1 0 1

Het aantal zware schadegevallen ais gevolg van aanvaringen tussen zeeschepen dat w o rd t meegenomen bij de berekening van het plaatsgebonden risico, is in de afgelopen 10 jaar nagenoeg constant gebleven:

gemiddeld 0,7 per jaar.

Zowel in 2003 ais in 2005 heeft zich een tweetal ernstige incidenten m et zeeschepen voorgedaan die ruim media-aandacht kregen:

• de aanvaring tussen de Pelican 1 en de Maersk Bahrein op 20 ju li 2003 in het Nauw van Bath

• de kop-kop aanvaring tussen de Nada V en de Grande Nigeria op 13 augustus 2003 in het Nauw van Bath

• de kop-kop aanvaring tussen de Phoenix Beta en de lsargas in de Pas van Rilland op 16 mei 2005

• de stranding van de Fowairet op 20 september 2005 bij Perkpolder.

De Permanente Commissie heeft deze vier incidenten samen m et andere relevante ongevallen grondig laten analyseren en op basis daarvan extra veiligheidsmaatregelen getroffen.Zie p u n t 3.4.

B

(12)

3.Veiligheidsbevorderende maatregelen

3.1.

Schelderadarketen/verkeersbegeleiding

Op in itia tie f van de Permanente Commissie besloten Nederland en België in 1978 een Schelderadarketen aan te leggen langs de Westerschelde en haar m onding. De Permanente Commissie was verantwoordelijk voor het uitvoeren van d it grootschalige project. In maart 1991 werd de keten in gebruik genomen. De mogelijkheden om de scheepvaart te inform eren, op te volgen en te begeleiden verbeterden daarmee sterk. D it weerspiegelt zich in een daling van het aantal ongevallen vanaf 1991. Sinds 1 december 2005 volgen de verkeerscentrales ook alle binnenschepen op.

De Permanente Commissie laat de radarketen voortdurend aanpassen aan de meest recente

technologische ontwikkelingen, zodat de verkeersbegeleiding steeds zo doelmatig mogelijk kan verlopen.

3.2.

Nautische bronm aatregelen

Vanuit haar voortdurende zorg voor de nautische veiligheid heeft de Permanente Commissie midden jaren negentig een aantal veiligheidsmaatregelen getroffen. H et betreft preventieve maatregelen aan de bron, die de kans op een ongeval beperken. Gelet op het hoge aantal ongevallen in het verleden op de Rede van Vlissingen en het externe risico voor bepaalde woonkernen in Breskens en Vlissingen, concentreerde de Permanente Commissie zich in eerste instantie vooral op het verbeteren van de veiligheidssituatie op en nabij de rede: het veiliger wisselen van loods, het toepassen van een restrictief ankerbeleid en de verplichting to t het nemen van een loods voor ten anker liggende schepen. De doeltreffendheid van deze maatregelen is duidelijk: in de periode 1990-1999 vonden er op de rede veertien aanvaringen tussen zeeschepen plaats, in de periode 2000-2005 slechts twee.

II

(13)

3.3.

Programma nautische veiligheid

M edio 2001 heeft de Permanente Commissie het programma Nautische Veiligheid Westerschelde (N V W ) gelanceerd om niet alleen de nautische veiligheid en daarmee ook de externe veiligheid, maar ook de vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer verder te bevorderen. Veiligheid is gunstig voor de vlotheid en andersom geldt hetzelfde.

H et huidige programma N V W loopt op zijn einde. De meeste daarin opgenomen projecten zijn uitgevoerd o f worden eind 2006 afgerond, enkele hebben een doorloop to t in 2007.

De belangrijkste projecten en maatregelen worden hieronder kort toegelicht.

D oor aanpassingen in de vaargeul Wielingen - Vlissingen Rede en een herschikking van de ankerplaatsen is meer vaarruimte gecreëerd, wat to t een nog veiliger verkeersbeeld heeft geleid.

• De uitgevoerde aanpassing van de betonning in de Bocht van Hansweert bevordert een veilige vaart voor de kleine schepen.

• De Westerscheldeplanner (WESP) is een hulpm iddel om een veilige en vlotte vaarplanning van diepliggende en grote schepen op te stellen. H ierdoor zijn de verkeersleiders in overleg met de loodsen beter in staat om onveilige vaarsituaties te voorkom en.

• H et Automatisch Identificatie Systeem (AIS) zorgt voor automatische gegevensuitwisseling zoals naam, bestemming, positie, koers en snelheid van een schip. D oor de integratie van AIS in de Schelderadarketen is m inder m ondelinge gegevensoverdracht vereist en beschikken de verkeersleiders over een accurater verkeersbeeld. H ierdoor kunnen ze het verkeer beter begeleiden.

Elektronische zeekaarten komen in de plaats van papieren kaarten. Daarmee komen op term ijn de dieptegegevens sneller beschikbaar en worden ze beter toegankelijk.

De Schelde Navigator voor Marginale Schepen (SNMS) bevordert een veilige navigatie aan boord van diepstekende, getijgebonden schepen. Via een laptop en m et toepassing van GPS en elektronische zeekaarten krijgt de loods binnen centimeters nauwkeurige inform atie over de positie en bewegingen van een schip. H et Nederlands Loodswezen past SNMS nu toe voor de scheepvaart naar Vlissingen- Oost en Terneuzen. H et Vlaams Loodswezen heeft de nodige voorbereidingen lopen om het systeem ook toe te passen voor de vaart naar Gent en Antwerpen.

¡B

(14)

• De ingebruiknam e in 2000 van de VTS- o f verkeerssimulator van Kallo laat toe dat Nederlandse en Vlaamse verkeersleiders gezamenlijke opleidingen en trainingen doorlopen, specifiek afgestemd op hun werkingsgebied.

De vraag welke veiligheidsmaatregelen in aanvulling op het programma nautische veiligheid vereist zijn ko m t aan de orde in het veiligheidsplan voor het Scheldegebied (zie onder 3.5).

3.4.

Lering u it ongevallen

De Permanente Commissie bekijkt constant hoe de veiligheidssituatie kan verbeteren. Zij doet d it vooral aan de hand van de evaluatie van ongevallen. Een commissie, bestaande u it vertegenwoordigers van de Gemeenschappelijke Nautische A u to rite it en de loodsdiensten adviseert de PC hierover. Zo tro f de Permanente Commissie onder meer de volgende maatregelen:

• Aanvullende baggerwerken in de binnenbocht van het Nauw van Bath: ter bevordering van het veilige vaargedrag van grote schepen.

Uitgeven van een verscherpte instructie over de passage van grote schepen in het Nauw van Bath door de Gemeenschappelijke Nautische A utoriteit.

• Optimaliseren van de samenwerking tussen loodsdiensten en verkeersbegeleiders. Zij spelen in het voorkom en van ongevallen een belangrijke rol, m et name bij de verkeersafwikkeling in de moeilijke en smallere gedeelten van de vaarweg.

• Herzien van de m arifoonblokindeling voor het opwaartse deel van de Beneden-Zeeschelde en het meest oostelijk gedeelte van de Westerschelde. O p korte term ijn staat de invoering hiervan op het programma. Het betreft het huidige werkingsgebied van de centrale Zandvliet. De bedoeling is om de werklast evenwichtiger te verspreiden over de betrokken verkeersleiders, ook rekening houdend met het Deurganckdok, zodat meer ruim te ontstaat voor een actieve verkeersbegeleiding.

• O p hetzelfde niveau brengen van de opleidingseisen voor de verkeersleiders aan beide kanten van de grens. Een aanscherping van de kwaliteit van de dienstverlening gebeurt door middel van de lopende VTS trainingen op de sim ulator van Kallo.

• Optimaliseren van de gegevensuitwisseling van gevaarlijke lading aan boord van incidentschepen, zodat in geval van een calam iteit de vereiste inform atie snel beschikbaar is.

• Actualiseren en verfijnen van de meldingsprocedures bij (dreigende) calamiteiten, zodat de betrokken instanties vlugger en correcter worden ingelicht.

• Verscherpen van de nazorgprocedures na een incident.

B

(15)

3.5.

Veiligheidsplan Scheldegebied

Het verdrag inzake het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer geeft aan de Permanente Commissie de opdracht om uite rlijk één jaar na de inw erkingtreding van het verdrag een veiligheidsplan voor het Scheldegebied aan de ministers aan te bieden. H et plan zal voorstellen bevatten voor verbetering van de calamiteitenbestrijding, handhaving, externe veiligheid en m o n ito rin g van de veiligheid. Inbreng van alle bij de verkeersafwikkeling betrokken actoren m oet leiden to t een inventarisatie van mogelijk bijkomende veiligheidsmaatregelen, zowel op de korte ais de langere term ijn.

Op d it m om ent is het project Onderzoek Ongevallen en Rampenbestrijding Westerschelde (OORW ) in uitvoering. In d it project staat verbetering in de samenwerking tussen de betrokken instanties en verbetering van de slagkracht centraal. D it project rich t zich m et name op verbetering van de samenwerking tussen de Nederlandse instanties die verantwoordelijk zijn voor de rampenbestrijding.

Maar ook de samenwerking m et Vlaanderen krijg t in het project de nodige aandacht.ln het veiligheidsplan zal worden voortgeborduurd op de resultaten van het O O RW project. H et veiligheidsplan zal medio 2007 gereed zijn.

E

(16)

■3 5 5 '

D it is een uitgave van Rijkswaterstaat Zeeland (Nederland) en het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (Vlaanderen) in opdracht van de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart.

Realisatie:

Ben Sinke en Nicolaas Vlaeminck

Contactpersonen:

A atdejong +31 (0)118 622000 Rony Slabbinck +32 (0)2 553 77 39

November 2006

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De figuur van ondermandaat kan in de praktijk verwarring oproepen. De verlening van ondermandaat vereist een aparte bevoegdheid. Het is noodzakelijk dat de gemandateerde expliciet

De kartering in het Haventje van Meyer is zo illustratief, doordat hier een groot aantal planten bij elkaar staan en het verband met het milieu door het goed ontwikkelde

[r]

In 2007 vond 45 procent van de door de politie geregistreerde criminaliteit plaats in de 25 grootste gemeenten. Met 142 aangiften per 1 000 inwoners werden in verhouding de

Dé Lokale Partij Vlissingen (LPV) werd opgericht in 1998 en maakt sinds 2007 onderdeel uit van de coalitie met inbreng van een wethouder. Dit betekent dat de LPV in 2023 haar 25-jarig

Terugkijkend kunnen we niet anders concluderen dan dat in het afgelopen jaar de wereldwijde pandemie grote gevolgen heeft ( gehad ) voor de activiteiten van SSVA hier in Nederland

VERKENNING NIEUWE LOCATIES VOOR VIERINGEN 2020-2021 BELANGRIJKE ONTWIKKELINGEN MARIAPAROCHIE IN

In de 'L' van deze voorkamer is ruimte voor kasten, maar bijvoorbeeld ook voor een speelplek voor kinderen of.. wellicht een hobbyruimte