• No results found

Zo was er over het algemeen een bijzonder nega- tieve evaluatie van de (contractuele) ambtenaren bij Aminal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zo was er over het algemeen een bijzonder nega- tieve evaluatie van de (contractuele) ambtenaren bij Aminal"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 148 van 14 mei 2004

van de heer KRIS VAN DIJCK Aminal – Personeelsbeleid

Zoals de minister weet, krijgen de Vlaamse ambte- naren elk jaar een evaluatie. Ook bij Aminal is dit het geval.

Het is me ter ore gekomen dat er dit jaar een op- merkelijke vaststelling kan worden gedaan bij deze personeelsevaluaties.

Zo was er over het algemeen een bijzonder nega- tieve evaluatie van de (contractuele) ambtenaren bij Aminal. Dit terwijl deze vorig jaar over het al- gemeen positief tot zeer positief was. De evaluatie werd afgenomen door dezelfde personen, dus daar- aan kan het ook niet te wijten zijn.

Nu is het wel zo dat er allerlei schandalen het voorbije jaar het daglicht hebben gezien. Vooral op de boekhoudkundige dienst van Aminal waren er misbruiken (door enkelingen weliswaar). Mis- schien heeft dit de evaluatie beïnvloed ?

Omdat dit mij verontrust, graag volgende vragen.

1. Klopt deze vaststelling ?

Over hoeveel slechte evaluaties gaat het ? Is dit voornamelijk bij de contractuele ambte- naren ?

Is er inderdaad een opmerkelijk verschil met de vorige jaren ?

2. Heeft dit inderdaad te maken met de "schanda- len" van het voorbije jaar bij Aminal ?

3. Is men van plan om het personeelsbeleid van Aminal te herzien ?

Wil men af van de contractuele ambtenaren of zie ik spoken ?

4. Wat is de rol van het Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) in deze ?

Is er een verband tussen het BBB en het toe- komstige personeelsbeleid bij Aminal ?

Antwoord Vooraf

Iedere Vlaamse ambtenaar wordt jaarlijks geëva- lueerd. Daarbij wordt er geen onderscheid ge- maakt tussen statutaire personeelsleden en con- tractuele personeelsleden. Ieder personeelslid dat minstens drie maanden onafgebroken heeft ge- werkt, moet worden beoordeeld. Daarvoor wor- den aan ieder personeelslid twee evaluatoren toe- gekend. De eerste evaluator is meestal zijn functio- nele meerdere en de tweede evaluator is meestal een hiërarchische meerdere.

Met de eerste evaluator wordt in het begin van het jaar een planning opgemaakt, waarin de functie- beschrijving (resultaatgebieden en functione- ringscriteria) wordt opgenomen en de jaarlijkse doelstellingen. Op grond van de planning wordt de functiehouder in het begin van het volgend jaar (januari-maart) geëvalueerd door de eerste evalua- tor. De tweede evaluator heeft een meer kwaliteits- gerichte inbreng. Indien de tweede evaluator niet akkoord gaat met de evaluatie, dan kan hij/zij daar- in veranderingen aanbrengen. Het evaluatiedocu- ment moet worden ondertekend door beide eva- luatoren en door de functiehouder. De functiehou- der kan opmerkingen aanbrengen, indien deze niet akkoord gaat met de evaluatie. Een statutair personeelslid kan tegen een negatieve evaluatie in beroep gaan bij de Raad van Beroep.

Deze regeling is geldig voor alle personeelsleden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en dus ook voor de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal).

Vraag 1

Het prestatiejaar 2003 was geen bijzonder negatief evaluatiejaar. Er waren binnen Aminal voor het evaluatiejaar 2003 slechts twee contractuele perso- neelsleden met een evaluatie "onvoldoende" op een totaal van +/- 1.400 personeelsleden. Vorig evalua- tiejaar was dit ook zo.

Tijdens een evaluatie is het statuut van het perso- neelslid niet van doorslaggevende aard, maar wel de prestaties van het afgelopen jaar. Alle perso- neelsleden worden geëvalueerd op grond van de afgesproken planning. Er wordt nagegaan wat van de planning al dan niet werd uitgevoerd.

(2)

Vraag 2

Een deskundige bij de afdeling Water (administra- tief werk) en een groenarbeider bij de afdeling Na- tuur kregen een negatieve evaluatie (onvol- doende). Beide personeelsleden werken in een bui- tendienst van Aminal.

Elk personeelslid wordt geëvalueerd op grond van zijn/haar presteren. Er wordt nagegaan wat van de afgesproken resultaatgebieden en doelstellingen (planning) werd uitgevoerd.

Vraag 3

In het kader van Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) zal wellicht het personeelsbeleid van Aminal moeten worden herzien, aangezien de structuur van Aminal ook volledig zal worden geheroriën- teerd.

Wat de contractuele personeelsleden betreft, is er een aanmoediging binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en dus ook binnen Aminal om deze zoveel mogelijk een vastbenoemd statuut te geven.

De contractuele personeelsleden van Aminal die een contract van onbepaalde duur hebben en een permanente functie vervullen binnen het Perso- neelsplan AS IS, krijgen een statutaire verankering binnen Aminal, indien ze geslaagd zijn in een Selor-wervingsexamen van algemene kwalificatie.

Vraag 4

Aangezien Beter Bestuurlijk Beleid momenteel nog niet in de implementatiefase verkeert, kan hier dan ook nog niet naar verwezen worden.

In dit verband kan nog geen uitspraak gedaan wor- den tussen BBB en het toekomstig personeelsbeleid binnen Aminal, dat wellicht zal omgevormd worden tot het "Departement voor Leefmilieu en Natuur".

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

zou de zone ten noorden van peilbuis 3 (zone binnen habitatrichtlijngebied met alluviaal bos als doel) hebben gedraineerd. Tussen de percelen gelegen ten westen, noorden en

Tabel 2: Aantal broedparen bij broedvogels in Vlaanderen tijdens de periode 2007-2012 (1 tot 6), het minimum en maximum aantal/schatting voor 2007-2012 (7), de populatiedoelen

Het is logisch dat het de projecten zijn die door Aminal worden ingediend in samenwerking met deze belangstellenden, die voor subsidiëring in het kader van LIFE

Mijn kabinet en de administratie van het depar- tement Onderwijs zijn ook vertegenwoordigd in een werkgroep ad hoc betreffende de in het voorontwerp opgenomen

Dottergraslanden komen voor in de natuurlijke overstromingsgebieden van waterlopen en zijn bestand tegen overstromingen, maar de stelling dat de ontwikkeling van

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden

Het uitroeien van een nieuwe niet-inheemse soort in een zeer vroeg stadium na zijn introductie werd beschouwd als de enige realistische bestrijdingsmethode voor een aantal

Actief Biologisch Beheer heeft voorlopig weinig perspectief in Vlaanderen vermits de vereiste waterkwaliteit (P-tot <0,10 mg/l) voor een duurzame ervan toepassing bijna