• No results found

Vraag nr. 112 van 28 april 2000 van de heer JAN LAURYS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 112 van 28 april 2000 van de heer JAN LAURYS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 112 van 28 april 2000

van de heer JAN LAURYS

Industriezones regio Aarschot – Capaciteit

In Aarschot kampt men met een tekort aan indus-t r i e indus-t e r r e i n e n . Aangezien heindus-t huidige indusindus-trieindus-ter- industrieterein Nieuwland reeds volledig is ingenomen, w e r-den door de GOM (gewestelijke ontwikkelings-maatschappij) en Interleuven nieuwe voorstellen uitgewerkt om het nijpend tekort aan industrieter-reinen op te lossen.

Eén daarvan, de uitbreiding van Nieuwland met ongeveer 17 ha, kreeg begin 1995 een gunstig ad-vies van de bevoegde administraties. Het bewuste t e r r e i n , agrarisch waardevol gebied, wordt gebruikt door één landbouwer, grotendeels als weide voor k o e i e n . Een gewestplanwijziging en onteigening waren dus noodzakelijk. Door het stadsbestuur van Aarschot werd het nodige geld vrijgemaakt om het dossier door Interleuven te laten uitwerken. Om te voorkomen dat er geen gewestplanwijziging zou worden doorgevoerd, werd herhaaldelijk een prin-cipiële goedkeuring gevraagd aan de destijds be-voegde ministers, echter zonder resultaat.

Een ander initiatief van Interleuven betreft de aan-koop van het gebied Hofheide, gelegen langs de snelweg E314 op het grondgebied van de gemeen-ten Aarschot en Holsbeek, met de bedoeling ook daar industrieterreinen te ontwikkelen. Ook dit werd door de toenmalige ministers Ke l c h t e r m a n s en Baldewijns uitgesloten.

Deze uitzichtloze situatie heeft ertoe geleid dat in-tussen reeds verschillende bedrijven, w a a r o n d e r Frisk en Duracell (samen goed voor ± 300 werk-p l a a t s e n ) , vertrokken zijn uit A a r s c h o t . N i e u w e vestigingsaanvragen krijgen geen kans, alhoewel er genoeg ondernemers zijn die in Aarschot een be-drijf zouden willen opstarten.

1. Welke initiatieven neemt de minister om een oplossing te bieden voor het tekort aan indus-trieterreinen in Aarschot ?

2. Binnen welke termijn worden ze geconcreti-seerd ?

3. Komt de aanleg van een industrieterrein in A a r-schot (uitbreiding Nieuwland en/of inrichting Hofheide) daarbij in aanmerking ?

Antwoord

1. In het verleden zijn vanuit verschillende instan-ties voorstellen gedaan aan de bevoegde minis-t e r, waaronder de voorsminis-tellen van de GOM, waarnaar de Vlaamse volksvertegenwoordiger v e r w i j s t . Deze voorstellen hebben niet geleid tot een beslissing van de Vlaamse regering over de wijziging van het gewestplan Aarschot-Diest. Aarschot is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geselecteerd als structuuronder-steunend kleinstedelijk gebied. De afbakening van de kleinstedelijke gebieden wordt uitge-werkt op initiatief van de provincie. Ze zullen vastgelegd worden in een provinciaal ruimtelijk u i t v o e r i n g s p l a n . In het afbakeningsproces wor-d e n , in het licht van het gewor-differentieerwor-d aan-b o d aan-b e l e i d , onder meer locaties aangeduid voor economische activiteiten.

2. De timing voor deze initiatieven wordt op pro-vinciaal niveau bepaald. In afwachting van een goedgekeurd provinciaal structuurplan, kan de provincie het Vlaams Gewest verzoeken een ge-westelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vast te stel-len voor provinciale aangelegenheden (cf. a r t i-kel 188bis DRO, wijzigingsdecreet RO 26.4.1999, art. 45).

3. De ontwikkelingsperspectieven voor economi-sche activiteiten, met name voor regionale be-d r i j v e n t e r r e i n e n , zoals vastgelegbe-d in het Ruim-telijk Structuurplan V l a a n d e r e n , zullen bij de af-bakening in acht moeten genomen worden. H e t gaat onder meer over :

– het creëren van een operationeel aanbod van bedrijventerreinen in de stedelijke gebie-den ;

– de differentiatie van bedrijventerreinen ; – de realisatie van bedrijventerreinen in

han-den van de overheid ;

– optimale lokalisatie en kwaliteitsvolle inrich-t i n g, waarbij onder meer volgende principes voorop staan :

(2)

lokalisatie bij voorkeur aansluitend bij be-staande bedrijventerreinen ;

verantwoording vanuit een globale ruimtelij-ke visie op het stedelijk gebied ;

lokalisatie en inrichting zodanig dat milieu-hinder maximaal beperkt wordt ;

lokalisatie uit het oogpunt van bereikbaar-heid met openbaar vervoer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Luidens artikel 3 , 1° van voormeld decreet dient deze vennoot- schap in te staan voor de uitvoering van opdrach- ten inzake werving en selectie van overheidsperso- n e e l ,

Internationale samenwerking – Lokale coördinatie Door de Vereniging van Vlaamse Steden en Ge- meenten (VVSG) wordt – in de aanloop naar de komende gemeenteraadsverkiezingen –

Indien een elektriciteitsmaatschappij een leiding wenst aan te leggen op openbaar do- m e i n , dan dient hiervoor een aanvraag te wor- den ingediend bij de afdeling

Naar aanleiding van de opruimactie die eind maart 2000 in verschillende gemeenten werd georgani- s e e r d , bleek hoeveel ton afval er langs de Schelde- dijken aanspoelt?.

In de omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewest- plannen en gewestplannen (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1997) staat te

de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoe- ringsplannen voor de afbakening van specifieke regionale bedrijventerreinen, dan zullen de door de task force voorgetelde

c) Het decreet laat toe dat de Vlaamse regering ondersteuning verleent aan gemeenten voor o. het vervullen van hun taken met betrek- king tot de planning, voor opleiding van

Wat het Leader II Westhoek-project betreft rijst het probleem van de afbakening op het niveau van fusiegemeenten, waardoor de specifieke kenmerken van de landelijke