Eindexamen havo scheikunde 2014-II
© havovwo.nl
- www.havovwo.nl - www.examen-cd.nl
Strooizout
14 Grote korrels hebben per kg een kleiner contactoppervlak dan kleinere korrels.
15
16 CaCl2(s) → Ca2+(aq) + 2 Cl-(aq)
17 - 100 kg CaCl2 = (100 / 111,0) kmol = 0,900 kmol CaCl2
hieruit ontstaan 3 x 0,900 = 2,70 kmol opgeloste ionen
- 100 kg NaCl = (100 / 58,44) kmol = 1,71 kmol NaCl hieruit ontstaan 1,71 x 2 = 3,42 kmol opgeloste ionen 100 kg NaCl zal de grootste vriespuntsdaling geven.
18 Bij grotere hoeveelheden sneeuw neemt de concentratie van de opgeloste ionen af.
De vriespuntsdaling zal kleiner zijn.
19 - totaal te strooien oppervlak = 8 x 15 x 103 = 1,2 x 105 m2 nodig : 1,2 x 105 x 20 = 2,4 x 106 mL NaCl-pekel
- 1,0 mL pekel bavat : (22/100) x 1,16 = 0,255 g NaCl
2,4 x 106 mL NaCl-pekel bevat : 2,4 x 106 x 0,255 = 6,12 x 105 g NaCl dat is : 6,1 x 102 kg NaCl
20 NaCl bevat zelf al Na+ -ionen. Het moeten de negatieve ionen zijn.
21 Na4Fe(CN)6 · 10H2O 22