Repliek op "Meer uren lichamelijke opvoeding?"

•

• i om de v

and-behoort échu i vor-men voor het i

keu;

verrichten van ' Al l i j r l het noriijk a: .

to körnen toi ' zeer v.igs begrip . de liclv.r

ook : de her. hun

om dit bet, » te maken. ?.. Weinig conclusies te trokken Een overige : ' ' is (i dan de pub^katie d. •

.

3. r

c. De i.

ceren wa^ro vindt.

4. Een relcvr.nt ondeizosk

n is '<:, relevanter, !,

lijkendorwijs bodoc' van'or

c;,-Het afgestemd is op de c, aag-stelling 3 of i> uur Mch. o;;

b. Het een benadorinciswi;, mog- biedt tot het d

c. De genoemde liteiatuur in het ar ', nt nie;

Ivirucren (Bladcrprcen). óf met Kindeten van dezelfde leeftijd is 90-033"' afgezien nog van

nil

.

n zijn bereikt d.ru.v. . »tin

en is echter ;

Dit zou sir : bij

" 'ende spreiding on gemidi' m u v a n mon absoluut

'f stellen van B verschillen het volgenrKv Hi;t • de critici gecitee. van c.s. naar de invU-.vi van circuit-; op morfologische en funccircuit-;

'•" • n als

lei-•

';iet het ondeiroek dat nu tor •ijn:

'iabele bij de ning hooft betrekking op : chilien van lichamelijke

i telt.

'timontelc variabele bij de cir-!rig is over i ionlijk 'e periode werkzaam geweest (6 v.e'v

' 'onen kunnen de bij de circuit-gevonden velschillen onmogelijk «'W worden als indicatie voor de n de in dit type onderzoek to ..sehten verschillon.

7. V« : van de groepen

' i,b.t. de b.

stair

•;heid op de voortest niet als voor-Id wordt.

•

thinking": Als iemand bij > ;i'J v.'ii /i|i, dieet, telt dat II

d e i i ' wijkingen dien is de richting waarin de beïnvloeding duidelijk. Dit geldt pertinent niet voor

n c;1 v.>n i'issen e>:

i ' i i invloc(; ;hil!en zouden kunnen u i is werkzaam óp verscheidene factoren en werkt bovendien in verschillende rich-tingen.

8. Meeifouten

Hoewel de opmerkingen over meetfouten in princh voor elk type onderzoek dat gebruik maakt van i.u-^tinstrunienten, lijkt l 'ii wilde intei,. nter-y f . De in hot onderzoek gehanteerde t-toets houdt, naast liot gemiddelde, wel degt:lijk rekening met de spreiding. Ais de uitkomst n • niet significant s het statistisch niet geoorloofd rie resultaten achteraf, met behulp van andere

ringen, opnieuw tr werken. Het is.ons bovendien bekend dat de anatomische en

ken, althans do meting ervan,

grotere betrouwbn - i t l o n dan een aantal van de gehanteerde psychologische

-Ons onderzoek vormt natuurlijk nadering tot explo-, de 'ing. De door ons •icn genoemd wordt; b. ( ' ..jts vertaling van do \ omo. in concitite, !en;

c. ' een vertai ' ' f t mogelijk maakt de conçu rationali-seren, zodat 2k li'.'iaki kunnen wort'

Deze benadering implU 'irlijk re-ductie, akkoord! Gekc. '-oor een benadering cr >ste

mogelijk-•n biedt tot het met'

. " bij de onver i ctie i

de reductie, omwille v a1' '.eid, lits leidt H'

van de oorspronkelijke

overal met nadruk l is

dit het g. !'!ke

,-eding: Ook in de uit-drukkelijk ver; cerd

is op een -sts.

Vervolg op psg. 142

g. 137

I let i '. ici De Bruin presenteerde sc.humn over do ontwil. lings-i n keuze en hc 'swaarde als v schema dan ook. Wij zijn van meninp do prepuberteM en de p ' •.ntwikke-lings'. : individu, waarin, naar-i ' : n wijziging van reeds eerde attituden, \vel degelijk voor de vorming van nieuwe atti-tudeformal

11. Conclusie

De auteurs hopen dat de heren Van Bar-neveld en Do Biuin, in een i ' :\vis-selinfi van | à htan, zullen willen N werk; irri van het door ons verrichte onderzoek.

Daarbij wordt van hen verwacht dat zij duidelijk stellen welke uitau

kiezen, als h:^t kan dan echter wel zodanig, dat deze uitgangspunten zijn torurjqehincht tot m 'door een zin-volle di:cu:,',ic mogelijk wordt.