• No results found

Een gedicht om niet te vergeten‘Todesfuge’ PRAKTIJK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een gedicht om niet te vergeten‘Todesfuge’ PRAKTIJK"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een team van docenten voortgezet on- derwijs, didactici, wetenschappers en studenten heeft educatief materiaal ont- wikkeld rondom het wereldberoemde gedicht ‘Todesfuge’ van Paul Celan. Met een subsidie van het vfonds (75 jaar vrij- heid) wordt het vakoverstijgend lesmate- riaal gratis ter beschikking gesteld voor 25.000 scholieren in de vakken Duits, Ne- derlands, culturele en kunstzinnige vor- ming, geschiedenis en maatschappijleer.

De dichter Paul Celan (1920–1970) werd geboren in Czernowitz, destijds horend bij Roemenië, als enig kind van Duitstalige Joodse ouders. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden zijn ouders door de Nazi’s vermoord. Paul Celan overleefde het werkkamp. In het voorjaar van 1945 verwerkte hij zijn ervaringen

en de berichten van overlevenden in zijn

‘Todesfuge’ (‘fuga van de dood’). Onder verwijzing naar de ‘meester’ van de fuga Johann Sebastian Bach confronteert hij hierin de rijke Duitse traditie (bijvoor- beeld Margarete uit Goethes Faust) met de meest duistere bladzijde uit de Duitse geschiedenis: de verbranding van ver- moorde mensen in vernietigingskampen.

Bij Celan culmineert dit in die hameren- de zin ‘Der Tod ist ein Meister aus Deut- schland’.

Aanvankelijk vond ‘Todesfuge’ weinig waardering. Concrete verwijzingen wer- den (bewust?) als surrealistische droom- beelden afgedaan en het gedicht werd zelfs uit een Duits schoolboek verwij- derd. Maar door de jaren heen groeide het uit tot hét gedicht bij uitstek over

Auschwitz. Het werd in meer dan veertig talen vertaald en maakte Celan wereld- beroemd. Kunstenaars als Anselm Kiefer en Helly Oestreicher, schrijvers als Primo Levi en A.F.Th. van der Heijden verwij- zen naar het gedicht, dat zelf tot een monument is geworden en in de Duitse Bondsdag werd voorgelezen.

Didactiek

Het educatief materiaal bestaat uit een werkschrift met opdrachten (24 bladzij- den, met schrijfruimte) en een website met online verdiepingsopdrachten, ach- tergrondinformatie en een docenten- handleiding. Het werkschrift behandelt de thema’s ‘De dichter en het gedicht’,

‘“Todesfuge” en Jodenvervolging’, en

‘Verwerken en herdenken’. Het materiaal

PRAKTIJK

42

Levende Talen Magazine 2020|7

43

Levende Talen Magazine 2020|7

is opgebouwd rondom het levensverhaal van de jonge Paul, die op zijn middel- bare school met antisemitische docen- ten wordt geconfronteerd en creatief in verzet komt door gedichten te schrijven.

Dit persoonlijke verhaal wordt uitgebreid naar de grote geschiedenis van de Ho- locaust, waardoor het gedicht concreet wordt. Wanneer het tot slot als monu- ment wordt bekeken (gespeeld en gezon- gen), komen ook onze nationale herden- kingen en de toespraken van Mark Rutte en van koning Willem-Alexander aan de orde. Collectief geheugen en persoonlij- ke ervaringen worden aan de leerlingen ter overdenking en discussie aangereikt.

De slotopdracht bestaat uit een video- product van leerlingen dat ze kunnen inzenden voor een expositie die geheel

gewijd is aan dit ene gedicht. Onder de titel Een graf in de wolken presenteert het Joods Historisch Museum Amsterdam een tentoonstelling van gastconservato- ren Helly Oestreicher en Paul Sars over

‘Todesfuge’, waarbij naast het originele typoscript de context en doorwerking van het gedicht worden getoond.

Door de verbinding van het kunst- werk ‘Todesfuge’ met de geschiedenis van de Jodenvervolging, en die wederom te verbinden met het hedendaagse col- lectieve herdenken worden leerlingen vakoverstijgend aangesproken. Op wens van betrokken docenten ligt het materi- aal niet vastgeklonken in een stramien van lessen, maar vormt het de basis voor meerdere invullingen, ook voor vak- overstijgende collegiale samenwerking.

Opdrachten als ‘Vergelijk “Todesfuge”

met de “Guernica” van Picasso of met de fuga van Bach’ laten de leerling tegelijk kennismaken met zowel taalbouwsels, schilderijen en muziek als met geschie- denis. Ook de zeven Nederlandse verta- lingen van ‘Todesfuge’ bieden voldoende stof tot onderzoek. ■ Paul Sars

Het educatief materiaal is te zien en gratis te bestellen via <www.celan.nl>.

Met een subsidie van de onderzoeksinstituten RICH en CLS (Radboud Universiteit) kunnen Sabine Jentges en Paul Sars samen met geïnte- resseerde docenten uit het voortgezet onderwijs onderzoek verrichten naar de ervaringen van lera- ren en leerlingen met dit materiaal. Contactadres:

<info@celan.nl>. De tentoonstelling Een graf in de wolken is te zien van 11 december 2020 – 16 mei 2021 in het Joods Historisch Museum Amsterdam.

Een gedicht om niet te vergeten

‘Todesfuge’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En is het niet de Europese rechter, dan is het wel de voor privacy- bescherming verantwoordelijk Europees Commissaris, Viviane Reding, die dit signaal expliciet verwoordde: “This

In verschillende onderzoeken naar het leren van docenten, zowel nationaal als internationaal, wordt aangetoond dat docenten het meest leren door middel van dagelijkse ervaringen

constraints are either undecidable and/or show exponential time/space characteristics with respect to the number of parameters [12]. Second, the application domains of

Het levensverhaal van de meisjes inspireerde Sabine Jentges en Paul Sars om de Drillingsberichte als basis te nemen voor lesmateriaal, met toestemming van de erven (Helly

Ook geef ik de leerlingen de opdracht om te werken met de vijf W-vragen en de H-vraag om ze een eerste houvast te geven tijdens het schrijven.. Tevens ver- werken de leerlingen

De hoofdvraag van het onderzoek luidt: In welke mate hebben LMX 1 , het copinggedrag en doeloriëntaties een relatie met bevlogenheid en burnout en welke factoren zijn

We have recently introduced a Ugi tetrazole variation in which ammonia can be used as an amine component and α-amino- methyl tetrazoles are formed in good yields and diversity.. 20

By choosing to investigate the presence and presentation of the anorexic aesthetic in Marilynne Robinson’s Housekeeping and Alexandra Kleeman’s You Too Can Have A Body Like Mine,