BASISPROTOCOLAKKOORD VAN INTERZONALE SAMENWERKING TUSSEN DE POLITIEZONE ANTWERPEN EN DE POLITIEZONE BRASSCHAAT
Tussen:
Politiezone Brasschaat, Hemelakkers 40 te 2930 Brasschaat, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Tom Versompel, voorziter van de gemeenteraad en Ward Schevernels in zijn hoedanigheid van algemeen directeur van de gemeente Brasschaat.
hierna “Politiezone Brasschaat” genoemd.
en
Politiezone Antwerpen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreden Bart De Wever, in zijn hoedanigheid van voorziter van de gemeenteraad en Sven Cauwelier, in zijn hoedanigheid van algemeen directeur.
hierna “Politiezone Antwerpen of PZA” genoemd.
Hierna gezamenlijk de “Partijen” genoemd, en afzonderlijk de “Partij” genoemd.
Preambule
Onderhavig protocol betref een overeenkomst van interzonale samenwerking tussen de ééngemeentezone Antwerpen (5345) en de ééngemeentezone Brasschaat (5352).
Onderhavig protocol regelt de samenwerking tussen de Partijen op basis van:
Artikel 7/1, 1° van de Wet op het Politieambt die in het bijzonder het gezamenlijk optreden van verschillende korpsen van lokale politie deenieert.
De ministeriële omzendbrief PLP 27 van 4 november 2002 inzake de intensieëring en bevordering van de interzonale samenwerking, B.S. 4 december 2002.
Artikel VI.II.15, § 3 van het Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol).
Ministeriële Omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betrefende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten.
komen Partijen als volgt overeen:
Artikel. 1 – oooreert van he aaeeneerknnsstro oool
Dit Samenwerkingsprotocol regelt de modaliteiten inzake de samenwerking tussen Politiezone Brasschaat en Politiezone Antwerpen betrefende uitbreidingsmogelijkheden mobiliteit/detachering.
Veel politiezones ondervinden hinder bij de klassieke wervings- en selectieprocedure van de federale politie. Noch de GPI73, die het mogelijk maakt rechtstreeks te werven of via aspirantenmobiliteit de gaten te vullen, noch de recente initiatieven rond de fast track bieden een voldoende antwoord op de stijgende personeelsbehoefes van de zones.
Politie Antwerpen (PZA) kent ondertussen al verschillende jaren een succesvol traject dat starte als een project eigen werving. Daarbij kon zij genieten van een akkoord met de minister van Binnenlandse Zaken en de Federale Politie om buiten de gekende modaliteiten eigen kandidaten te rekruteren en selecteren. Deze werkwijze werd positief geëvalueerd en verankerd in de reguliere werking van de zone.
Voorts werden ook de nodige wetswijzigingen voorzien om deze werkwijze te verankeren in de statuten, met uitbreidingsmogelijkheden richting andere zones. Deze wetswijzigingen maken actueel nog onderwerp uit van onderhandelingen.
Op basis van acute noden van sommige zones werd ondertussen verder nagedacht over de mogelijkheden binnen het actueel wetelijk kader. We stellen daarbij vast dat een specieek element uit het initieel projectvoorstel wel ingang kan vinden, met name het scenario van vermarkten.
Dit Samenwerkingsprotocol legt de praktische en enanciële modaliteiten vast.
Ar . 2 – Afstraken
De HRM-directie van Politiezone Antwerpen zal de functie van selectiecentrum opnemen voor Politiezone Brasschaat. Zowel de vervroegde mobiliteit als de detacheringen zijn voorziene concepten in het statuut. De beslissing valt onder de bevoegdheid van de korpschef en de bewegingen vinden steeds plaats op vrijwillige basis.
Daarbij wordt een bepaalde behoefe kenbaar gemaakt en zal PZA optreden als tussenpersoon om een geschikte kandidaat voor te stellen uit het eigen personeelsbestand. Hier komt het wederzijds karakter naar boven: dit project wordt gezien als een samenwerkingsmodel waarbij wederzijdse behoefen kunnen worden kenbaar gemaakt (win/win). PZA kan in het kader van reorganisaties, eindeloopbaanplanning, op vraag van medewerkers, … gaan denken over mogelijkheden rond outplacement buiten PZA.
Twee mogelijke pistes:
Zones hebben kandidaten op het oog binnen PZA en kandidaat voldoet niet aan de aanwezigheidstermijn
Zones hebben een behoefe zonder zicht op specieeke kandidaten - PZA heef mogelijkheden op vlak van outplacement
Partijen komen volgende afspraken overeen wat betref de twee mogelijke pistes:
1. Personeelslid PZA is vragende partij om PZA te verlaten maar voldoet niet aan de vooropgestelde aanwezigheidstermijn (5, 6 of 8 jaar)
In dit geval wordt conform de huidige werkwijze rond vervroegde mobiliteit nagegaan of de organisatie akkoord is om betrokken medewerker vroeger te laten vertrekken of te detacheren. Daarbij wordt een minimale aanwezigheidstermijn van 3 jaar gehanteerd ongeacht de vooropgestelde aanwezigheidstermijn. De formele vraag tot vervroegde mobiliteit of detachering gaat uit van een externe PZ met een dringende personeelsbehoefe.
2. Politiezone Brasschaat heef een personeelsbehoefe maar geen zicht op mogelijke kandidaten In dit geval gaat de directie HRM in dialoog met Politiezone Brasschaat als de vragende PZ om een duidelijk zicht te krijgen op het proeel en wordt er vervolgens op zoek gegaan naar mogelijke kandidaten. Bij interesse zullen kandidaten een matchingsgesprek aangaan met Politiezone Brasschaat.
Er zijn dan twee opties:
Medewerker voldoe aan de voorwaarden om mobiliteit te maken: het personeelslid wordt in afwachting van deelname aan de eerstvolgende mobiliteit gedetacheerd naar Politiezone Brasschaat.
Medewerker voldoe nne aan de minimale aanwezigheidstermijn van 5, 6 of 8 jaar, dan zal vanaf een aanwezigheidstermijn van 3 jaar:
vervroegde mobiliteit worden toegekend in het geval van een vereiste aanwezigheidstermijn van 5 jaar;
een detacheringsovereenkomst worden opgesteld in het geval van eigen werving en een vereiste aanwezigheidstermijn van 6 of 8 jaar.
Algemene afspraken:
- PZA behoudt zich in alle gevallen het recht om in functie van haar eigen behoefes bepaalde kandidaten niet (vroeger) te laten vertrekken.
- In voorkomend geval doet PZA afstand van de verplichte aanwezigheidstermijnen. Politiezone Brasschaat kan in geval van een afoopsom haar investering vastleggen door de resterende aanwezigheidstermijn tot 8 jaar over te nemen. Daartoe zal ze deze ook via GR moeten laten vastleggen en communiceren aan betrokken kandidaten.
- PZA voorziet in de opmaak van de detacheringsovereenkomst in geval van detachering.
Ar . 3 – Kos trnjs
De enanciële modaliteiten worden als volgt geregeld:
Piste 1:
Indien kandidaat afomstig is uit een procedure van rechtstreekse werving (6 jaar aanwezigheidstermijn) of eigen werving (8 jaar aanwezigheidstermijn), dan zal er een afoopsom worden verrekend voor het overnemen van de investering. De berekening hiervan is gebaseerd op een graduele afouw, ten bedrage van 8.526,05€ per verstreken jaar op een startbedrag van 68.208,37€.
Piste 2:
In dit scenario werken we met een dubbele tarifering omdat de inspanningen om kandidaten te vinden groter is. Conform de werkwijze van een interimkantoor zal PZA een forfaitair bedrag aanrekenen per gezocht proeel. Wanneer PZA een kandidaat succesvol kan overdragen aan de vragende zone, zal een bijkomend forfaitair bedrag worden aangerekend. Deze vergoeding bedraagt in totaal 13% van het gemiddelde maandloon van een inspecteur van politie (INP), ten bedrage van 831.59€ (waarvan 25% te betalen is bij het aanhangig maken van de behoefe en de overige 75% bij het toewijzen van een kandidaat aan de vragende zone).
Indien de kandidaat bovendien afomstig is uit een procedure van rechtstreekse werving (6 jaar aanwezigheidstermijn) of eigen werving (8 jaar aanwezigheidstermijn), dan zal er een afoopsom worden verrekend voor het overnemen van de investering, ten bedrage van 8.526,05€ per verstreken jaar op een startbedrag van 68.208,37€.
Facturatie /betalingsmodaliteiten
In alle gevallen zal de facturatie gebeuren bij opstart van de medewerker in de zone (ongeacht of dit via detachering of mobiliteit is). Tijdens de periode van detachering wordt de loonkost van betrokkene per kwartaal gefactureerd. De eindfacturatie van de samenwerking zal pas ingaan na een proefperiode van 2 referteperiodes.
De herziening van de kostprijs gebeurt na aanpassing van de wetelijke bepalingen mbt de vernieuwing van de selectieprocedure en op jaarlijkse basis indien indexaanpassing van toepassing is.
Ar . 4 – Aanvans, duur en otzessnns van he aaeeneerknnsstro oool
§1. Dit Samenwerkingsprotocol treedt in werking vanaf de goedkeuring door de respectievelijke gemeenteraad van PZ Antwerpen en politieraad van PZ Brasschaat.
§2. Dit Samenwerkingsprotocol betref een overeenkomst van onbepaalde duur en is jaarlijks opzegbaar, te rekenen vanaf de datum van de inwerkingtreding van het Samenwerkingsprotocol met een vooropzeg van drie maanden per aangetekend schrijven.
§3. In de hieronder omschreven gevallen heef elke Partij het recht zonder inachtneming van de opzegtermijn het Samenwerkingsprotocol direct te ontbinden:
1° bij verzoek tot verlening van uitstel van betaling door één van de Partijen;
2° indien één van de Partijen toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de in deze Samenwerkingsprotocol opgenomen bepalingen en voorwaarden.
§4. In geval het personeelslid beslist om de overeenkomst op te zeggen zal er de mogelijkheid bestaan om pro rata in een terugbetaling van de gefactureerde afoopsom te voorzien. Echter enkel:
o Indien het personeelslid zijn intentie tot stopzetng van de detachering door middel van een gemotiveerd schrijven overmaakt aan beide zones (PZA en PZ Brasschaat).
o In een functie die PZA als werkgever te bieden heef (het personeelslid kan bij voorbaat geen aanspraak maken op zijn eerdere functie).
Ar . 5 – Inforeatietlnoh
Partijen informeren elkaar onverwijld over, dan wel het voornemen tot, wijzigingen in hun rechtsvorm, structuur, fusie, splitsing, samenstelling van bestuur.
Ar . 6 – Evaluatie
§1. De Partijen evalueren het Samenwerkingsprotocol periodiek, doch minstens eenmaal per jaar.
§2. Op verzoek van de Politiezone Antwerpen of Politiezone Brasschaat kunnen wijzigingen of aanvullingen aan het Samenwerkingsprotocol worden doorgevoerd dewelke opnieuw dienen goedgekeurd te worden door de gemeenteraad/politieraad van Partijen.
Ar . 7 – oer roueelnjkhend en besoherenns van de tersoonlnjke levenssfeer
§1. Partijen bevestigen dat alle informatie uitgewisseld, aangewend of ontstaan in het kader van de uitvoering van dit Samenwerkingsprotocol een vertrouwelijk karakter heef (hierna "de Vertrouwelijke Informatie" genoemd).
§2. Partijen verbinden zich ertoe de Vertrouwelijke Informatie te allen tijde als vertrouwelijk te behandelen en enkel bekend te maken aan derden in het kader van - en enkel voor zover zulke bekendmaking noodzakelijk is voor de normale uitoefening van - hun rechten.
§3. Voor het gebruik van de Vertrouwelijke informatie voor doeleinden anders dan in huidig Samenwerkingsprotocol verwoord, is vooraf schrifelijke toestemming van de andere Partij noodzakelijk.
§4. De juridische bepalingen m.b.t. de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betrefende het vrije verkeer van die gegevens zijn van toepassing volgens ‘Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betrefende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betrefende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)’.
Ar . 8 – Aanstrakelnjkhend
De Politiezone Antwerpen is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor het draagvlak van dit Samenwerkingsprotocol bij het bestuur van de Politiezone Brasschaat of ten aanzien van gelijk welke derde partij.
Ar . 9 – Overnse betalnnsen
§1. Onderhavige Samenwerkingsprotocol geef de samenwerking tussen de Partijen volledig en uitsluitend weer en vervangt alle voorgaande mondelinge en/of schrifelijke overeenkomsten en mededelingen met betrekking tot hun samenwerking.
§2. De algemene voorwaarden van de Partijen zijn niet van toepassing op huidig Samenwerkingsprotocol.
§3. Indien enig beding opgenomen in het Samenwerkingsprotocol ongeldig mocht blijken te zijn, blijven de overige bepalingen in het Samenwerkingsprotocol onverkort van kracht. Een zodanig niet geldig beding zal worden omgezet in een geldig beding dat de oorspronkelijke strekking zoveel mogelijk benadert. De Partijen stemmen ermee in dat het Samenwerkingsprotocol zo snel mogelijk wordt aangepast om aldus een geldig beding te voorzien.
§4. Partijen dragen zelf hun eigen kosten gemaakt naar aanleiding van de voorbereiding en onderhandeling van dit Samenwerkingsprotocol.
§5. Dit Samenwerkingsprotocol wordt beheerst door het Belgisch recht. De Partijen zullen elk geschil dat voortvloeit uit de totstandkoming, de uitvoering, de beëindiging en/of de interpretatie van het Samenwerkingsprotocol op minnelijke wijze trachten te regelen. Indien een minnelijke schikking niet haalbaar is, zal het geschil met betrekking tot dit Samenwerkingsprotocol door de meest gerede Partij worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbank van het arrondissement Antwerpen.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Antwerpen.
Voor Politiezone Antwerpen Namens de gemeenteraad
Sven Cauwelier Bart De Wever
Algemeen directeur Voorziter van de gemeenteraad
Voor Politiezone Brasschaat Namens de gemeenteraad
Ward Schevernels Tom Versompel
Algemeen directeur Voorziter van de gemeenteraad
Bijlage:
