(potentiële) belangenverstrengeling Geen / Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante
relaties met bedrijven Bedrijfsnamen
Sponsoring of onderzoeksgeld
Honorarium of andere (financiële) vergoeding
Aandeelhouder
Andere relatie, namelijk …
geen
geen
geen
Geen Disclosure belangen spreker
ML van kruijssen, kinderdiabetesverpleegkundige KDCN 10-2-2015
NL.GLA.15.03.04
NL.GLA.15.03.04
Lipohypertrofie en Lipoatrofie
Marie-Louise van Kruijssen, kinderdiabetesverpleegkundige Tiel 19 mei 2015
NL.GLA.15.03.04
Programma
• Bespreking aan de hand van
– Kennis “quiz”
– Ervaringen binnen de groep – Lipohypertrofie en lipoatrofie – Onderzoek binnen het KDCN – Cijfers Grassi studie
– Take home message?
NL.GLA.15.03.04
Doel
• Uitwisselen van kennis, ervaringen en ideeën voor het signaleren, analyseren en behandelen van lipoatrofie en lipohypertrofie bij diabetes mellitus met insuline therapie
NL.GLA.15.03.04
Waar-niet waar?
• Lengte naald sc spuiten niet van belang
• Injectieplaats is niet van belang
• Spuitangst komt alleen voor bij kinderen
• In mijn praktijk zie ik geen spuitproblemen
• Goede spuitplaatsen verbetert HbA1c met 0,5%
NL.GLA.15.03.04
Conwell; J Pediatrics, 2008
NL.GLA.15.03.04
“Top 4”
1
2 3
4
NL.GLA.15.03.04
Studie KDCN
• 101 patienten
• 3-23 (13.3 ± 4.3) jaar
• 44% jongens
NL.GLA.15.03.04
1: Lipohypertrofie
NL.GLA.15.03.04
NL.GLA.15.03.04
Incidentie
• Literatuur: 1.8 tot bijna 50%
1• KDCN-studie:
1 Schober; Ped Diabetes 2009 Pavlovic; Diabetes Care 2007 Conwell; J Pediatrics, 2008
NL.GLA.15.03.04
Onderzoek
1 Schober; Ped Diabetes 2009 Pavlovic; Diabetes Care 2007 Conwell; J Pediatrics, 2008
NL.GLA.15.03.04
Oorzaken
n=29 p=0,001
CSII 4dd schema
• Nauwelijks data bij kinderen, geen relatie leeftijd
• Weinig data bij volwassenen1:
– Educatie-nivo
– Variatie spuitplaatsen – Duur van diabetes
– NB. Naaldlengte (5 vs 5 mm) ns.
• KDCN-studie:
– Variatie spuitplaatsen – CSII versus 4dd schema
1 Vardar; Diab Research Clin Practice, 2007 NL.GLA.15.03.04
NL.GLA.15.03.04
NL.GLA.15.03.04
Behandeling
NL.GLA.15.03.04
Lipo’s “ontdekken”
• - bekijk de spuitplaatsen
• - Check voor de spiegel
• - Voelen, is er weerstand?
• - Lipo’s variëren in grootte
NL.GLA.15.03.04
Behandeling
• Tips
– Achterliggende oorzaak spuitgedrag !!
– Injectie techniek – Naaldlengte 4 mm – Insuflon
– roteren
NL.GLA.15.03.04
2: Roodheid
NL.GLA.15.03.04
Incidentie
• Literatuur 25-60%, mn bij CSII
1• KDCN
1 Schober; Ped Diabetes 2009 Conwell; J Pediatrics, 2008
NL.GLA.15.03.04
Oorzaak
NL.GLA.15.03.04
Oorzaak
CSII 4 dd schema
• KDCN
N=25, p=0.000
NL.GLA.15.03.04
Oorzaak
CSII 4 dd
schema
• KDCN
NL.GLA.15.03.04
Diagnostiek
• Goede anamnese heel belangrijk!
• Bij lichamelijk onderzoek kijken naar alg hygiene en nagels.
• Stappenplan:
– Pleister – Setje – Insuline
• S. Aureus dragerschap?
NL.GLA.15.03.04
Behandeling
• In ieder geval adviezen mbt hygiene
• Afhankelijk van de oorzaak:
– Pleisters – Setje
– Insuline
• HbA1c optimaliseren
NL.GLA.15.03.04
Vraag gesteld via forum
Hallo,
ik had een vraagje ik hbe nu 5 jaar een insulinepomp en sinds 1 jaar ongeveer heb ik 2 bulten onder op mijn buik (dystrofieofzo?? ) weet zo de naam niet meer,ik wissel om de 2 dagen van
infuusplek,en nu komen er ook boven mijn navel lichte bulten dus ook daar zet ik geen naald meer, ik routeer me een ongeluk...Wie heeft ook dit schoonheidsprobleempje en wat doen jullie eraan??
Ik erger me er kapot aan!! Ik heb bijna geen buikje van mezelf waar ik erg trots op wa na 3 kinderen en nu krijg ik die bulten kado
dankzei de diabetes (En bedankt ) please is er iemand die ook las van deze complicatie heeft? Het duurt gemiddelt 6 maanden voor de bulten slinken,maar het is niet te zeggen of ze helemaal
verdwijnen....
graag reacties ik hoor hier nergens niks over en toch hoort het bij diabetes..
groetjes Anneke
NL.GLA.15.03.04
Casus 3: lipohypotrofie
NL.GLA.15.03.04
Wat zie je?
NL.GLA.15.03.04
NL.GLA.15.03.04
Wat zie je?
Roodheid Littekentjes atrofieplek
NL.GLA.15.03.04
Incidentie
1 Schober; Ped Diabetes 2009 Conwell; J Pediatrics, 2008
• Literatuur 0-4%
1• KDCN
1 Pavlovic; Diabetes Care 2007 Conwell; J Pediatrics, 2008
NL.GLA.15.03.04
Incidentie
• KDCN
CSII 4 dd schema
N=10, p=0.108
NL.GLA.15.03.04
Grassi studie
• Italiaanse studie n 346
• Mannelijk 50,9%
• Gem. leeftijd 55,5 jaa
• Leeftijd insuline 42,2 jaar
• Injecties 3,71 per dag
• Gemiddeld 4 jaar insuline
NL.GLA.15.03.04
injectieplaatsen
• Armen 21,8%
• Benen 23,9%
• Billen 4%
• Buik 47%
NL.GLA.15.03.04
Bewaren insuline
• * voorraad in de koelkast
• * insuline op lichaamstemperatuur
• * 4 weken houdbaar
• * houdbaarheidsdatum
• * bevroren insuline weg doen!
• * temperatuur >30 graden,werking minder
NL.GLA.15.03.04
Onderzoek
• - Vragenlijst
• - 48% deelnemers had een lipo
• - naaldlengte:
• 5 mm, 33,3%
• 6 mm, 41,7%
• 8 mm, 23,7%
• 12,7 mm, 1,2%
NL.GLA.15.03.04
interventie
• 1. Op maat gemaakte “opleiding” en training
• 2. Niet injecteren in lipo’s en roteren
• 3. Niet hergebruiken naalden
• 4. Over op 4 mm naalden
NL.GLA.15.03.04
gevolgen
• - minder kans i.m. spuiten
• - Ondersteunen correcte manier spuiten
• - roteren injectieplaatsen
• - eenvoudig aanleren, geen huidplooi
• - meer comfort, vooral bij spuitangst
NL.GLA.15.03.04
Klinische verbetering
• - HbA1c daling met 0,58%
• - Nuchtere glucosedaling met 0,788%
• - Per dag 2 EH minder insuline
NL.GLA.15.03.04
Oorzaak
• Immunologisch fenomeen?
NL.GLA.15.03.04
Behandeling
• Niet ‘evidence-based’
• Mogelijke behandelingen:
– Niets doen (spontaan herstel) – Bolus inlooptijd vertragen
– Glucocorticoiden toevoegen aan insuline
NL.GLA.15.03.04
Casus 4: overgevoeligheid
NL.GLA.15.03.04
Overgevoeligheid
• Tegenwoordig zeldzaam
• Uitsluiten:
– Onjuiste injectietechniek
– Reaktie op pleisters, alcohol
• Diagnostiek: beperkt
• Behandeling:
– Andere insuline
– Locale corticosteroiden – Anti-histaminicum
– Specifieke immunotherapie
NL.GLA.15.03.04
NL.GLA.15.03.04
weetjes
• * Spuit niet in beschadigde huid
• * Lichaamsdeel, steeds 1 cm er vanaf
• spuiten, roteren
• * Insuline op kamer temperatuur
• * Injectieplaats niet masseren
• * Soort insuline, wel/ niet zwenken
NL.GLA.15.03.04
Vingerprik ……
NL.GLA.15.03.04
Take home message
• Spuitproblemen (lipoatrofie en
lipohypertrofie) bij insulinetherapie zijn een belangrijk probleem
• Behandeling meer ‘praktijk gedreven’
dan ‘evidence-gedreven’
• Uitwisselen van ervaringen van groot belang
• Samenwerking bij zeldzame
huidaandoening aan te bevelen NL.GLA.15.03.04
NL.GLA.15.03.04