• No results found

monument gemeenten monument

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "monument gemeenten monument"

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

monum en

t en monum gemeenten

t

monument gemeenten

monument gemeenten

monument

nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006

(2)
(3)

nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

1

2006 | Nationaal Restauratiefonds

(4)

nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

2

nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

moN g

e- teN eN umo- Num meeN moN

t

moNumeN t

gemeeNteN moNumeN t

meeNteN

moNumeN t

gemeeNteN

(5)

nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

3

Woord vooraf 4

Missie en visie Nationaal Restauratiefonds 7

Thema: monument en gemeente 8

John Wevers:

“De vraag is: wat heeft een samenleving over voor cultuurbezit?”

Henri Lenferink:

“Procedures monumentenzorg moeten veel eenvoudiger”

Flip ten Cate:

“We willen ons takenpakket graag uitbreiden”

Jo Crepain:

“Ik heb leren fluisteren”

2006 Monumentenzorg in beweging 35

Interviews: 51

Orhan Kaya:

“We hebben echt geen slooplust!”

Margriet Rozemond en Mart de Bruijne:

“We zoeken naar de link tussen leefbaarheid en ruimtelijke ordening”

Roger en Judith Blom:

“Mijn ouderschapsverlof zit al helemaal in het huis”

Cijfers 2006 70

Bestuur en organisatie 72

Inhoudsopgave

Iquisci blandre dolum deliquam acil essi tat, velis nulla consent amconse quisim zzrillut aliquisl et praesto el ut ad min henit, velisl ilis nim do consed tion utem venibh eugait autpat.

Senis ad exer sum aciduis augue eugue er senis niscil el utem duis num am, quam irilis num-

san eros nonsenisi tisl do enibh ex erostin ut prat acilit, sequis nonsequ issendit adit lamet,

conulputat iriure essit ut adionsenim illutpatio ercilis nost

(6)

4

nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006

Vanaf 1 januari 2006 is het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten, het Brim, van kracht.

Met deze nieuwe regeling is een nieuwe fase in de zorg voor ons monumentaal erfgoed ingeluid. Niet langer is restaureren het hoofddoel, maar vooral planmatig onderhoud. Voor het wegwerken van de restauratie- achterstand is nu de eindstreep in zicht. Tegelijkertijd komen ook andere opgaven in beeld; behoud van het Nederlands cultuurlandschap en van beschermde stads- en dorpsgezichten en het vormgeven van het toekomstig monumenten-bestel. Zaken waarin gemeenten onmis- kenbaar een grote rol spelen. Niet alleen fysiek, maar ook bestuurlijk. Een goede reden om ‘Monument en gemeenten’ thema te laten zijn van het jaarverslag 2006 van Nationaal Restauratiefonds.

Het jaar 2006 stond vooral in het teken van de daad- werkelijke invoering van de nieuwe regeling voor de monumentenzorg: het Brim. Het Rijk wil met deze nieuwe regeling invulling geven aan de verschuiving van restauratie naar het planmatig instandhouden van monumenten. Een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van deze verschuiving is het wegwerken van de laatste restauratie-achterstand.

Graag roep ik de historie nog eens in herinnering. In de jaren tachtig werd fors op de monumentengelden bezuinigd. In een periode van 15 jaar werd het monu- mentenbudget gehalveerd. De consequenties waren enorm. Het behoud van vakmanschap, de continuïteit in de restauratiebranche en de bereidheid van monumen- teigenaren om te restaureren kwamen in het geding. De monumentensector luidde in het begin van de jaren ne- gentig de noodklok, wat er uiteindelijk toe leidde dat het Ministerie van Cultuur het Strategisch Plan Monumen- tenzorg maakte. De belangrijkste doelstelling werd dat niet meer dan 10% van de monumenten (aangemerkt als de normale werkvoorraad) een ingrijpende restau- ratie zou moeten ondergaan. Alles daarboven wordt aangeduid met de term restauratie-achterstand. Bere- kend werd dat deze achterstand was opgelopen tot 1,6 miljard euro. Vooral de extra kosten als gevolg van niet tijdig restaureren (voortschrijdend verval) waren daar de oorzaak van. Er volgde een ommezwaai in positieve zin.

Achtereenvolgende kabinetten zorgden er sinds 1995 voor dat een aanzienlijk deel van de benodigde middelen beschikbaar kwam.

woord vooraf

| monumentenzorg naar een nieuw perspectief

(7)

5

nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds | nationaal restauratiefonds |

jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006 | jaarverslag 2006

In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is in 2006 opnieuw onderzoek gedaan naar de huidige restauratieachterstand; hieruit bleek dat deze toen nog 201 miljoen euro bedroeg.

Het Restauratiefonds heeft veelvuldig aangedrongen op het beschikbaar stellen van de middelen om deze achterstanden snel weg te werken. Als voorzitter van het Restauratiefonds vind ik het dan ook buitengewoon verheugend dat het Kabinet Balkenende III eind 2006 een bedrag van 140 miljoen euro extra beschikbaar heeft gesteld voor het wegwerken van deze achterstand. Hier- door bedraagt de berekende restauratie-achterstand nu nog 61 miljoen euro. De eindstreep voor het wegwerken van de restauratie-achterstand komt nu daadwerkelijk in zicht. Let wel; daarmee zijn nog niet alle monumenten gerestaureerd. De ‘werkvoorraad’ van 10% resteert nog.

Voor deze m0numenten én het instandhouden van de monumenten die al gerestaureerd zijn is het huidige Brim budget van circa 40 miljoen euro ontoereikend.

Daarvoor is jaarlijks circa 18 miljoen euro extra aan subsidiemiddelen nodig.

In het Regeerakkoord van het nieuwe kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie is een structureel bedrag, in de jaren tot 2011 oplopend tot 100 miljoen euro extra voor cultuur en monumenten opgenomen. De uitwerking hiervan voor de monumentenzorg moet nog concreet vorm krijgen, maar dit bedrag moet het mogelijk maken de restauratie-achterstand voorgoed op te lossen én de structurele verhoging van het Brim-budget door te voeren. Ik vind het een bemoedigend signaal dat ook dit kabinet cultuur en monumenten een warm hart toe lijkt te dragen. Tegelijkertijd is er een zorg. In hetzelfde Regeerakkoord zijn ook forse bezuinigingen voor de cultuursector ingeboekt. Wat dit alles per saldo voor ons cultureel erfgoed gaat betekenen is nog onduidelijk.

Gelukkig verbreedt de monumentenzorg zich de laatste jaren naar integrale aandacht voor het totale cultuur- landschap, zowel in stedelijke als landschappelijke context. De vorming van de nieuwe Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten is daar een mooi voorbeeld van. Dat doet mij deugd, want dat bredere perspectief is naar mijn mening ook de wezen- lijk voor het behoud van ons cultuurhistorisch erfgoed.

Het Nederlandse cultuurlandschap is een onmisken- bare en onmisbare drager van ons culturele erfgoed, en daarmee van de identiteit van ons land. In 2006 nam het Kabinet enkele belangrijke stappen voor de inrichting van Nederland; ik noem hier het vaststellen van de Nota Ruimte, de Agenda Vitaal Platteland en het aanwijzen van twintig Nationale Landschappen. Hiermee is het cultuurlandschap duidelijk op de beleidsagenda van het Rijk gezet.

Het Restauratiefonds ondersteunt deze gedachte en wil een bijdrage leveren om het Nederlandse cultuur- landschap een duurzaam perspectief te geven. Het in

2006 samen met Nationaal Groenfonds uitgebrachte rapport ‘Investeren in Landschap’ vormt daarvan een voorbeeld. Planologische duidelijkheid, een financiële impuls en een verbeterd financieel instrumentarium zijn naar onze mening nodig om waardevolle landschap- pen daadwérkelijk te behouden en ruimte te bieden aan ontwikkelingen van nieuwe landschappelijke kwaliteiten.

Een integrale visie op het landelijk gebied is noodzaak.

Niet alleen kijken naar natuur, of landbouw, of recreatie, maar naar de som der delen, die meer is dan het optellen daarvan. Binnen dat kader is ook de cultuurhistorie een belangrijk element. Een historische boerderij in een nieuwbouwwijk is haar verband kwijt. Landschap hoort bij de elementen daarin en andersom. Er valt nog een wereld te winnen om het kenmerkende landschap van een streek, met alle gebouwen en elementen die daarbij horen te behouden.

Het Nationaal Restauratiefonds zal zich ook in de ko- mende jaren –geheel in lijn met de geschetste verbre- ding van de monumentenzorg – in blijven zetten voor de financiering van monumenten in hun omgeving, en dus ook voor die cultuurhistorisch waardevolle omgeving.

Samen met de nieuwe Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, met gemeenten en provincies, met particuliere instellingen en vooral met eigenaren – de hoeders van ons cultureel erfgoed bij uitstek.

Professor mr. Pieter van Vollenhoven

Voorzitter Nationaal Restauratiefonds

(8)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

6

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld |

| missie en visie Nationaal Restauratiefonds

(9)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

7

restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld | restauratiefonds in beeld |

Preambule

De Stichting Nationaal Restauratiefonds is in 1985 opgericht op initiatief van het toenmalige ministerie van Welzijn, Volksgezond- heid en Cultuur (WVC). De grondslag hiervoor is in 1984 gelegd in de ‘Nota voor de Monumentenzorg’. Het Restauratiefonds opereert binnen de statuten en de (beleids)kaders van het mi- nisterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en werkt nauw samen met dit ministerie en de Rijksdienst voor Archeolo- gie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM).

Bij de start in 1985 was het fonds primair belast met het uitbe- talen van monumenten- subsidies, het verstrekken van Res- tauratie-hypotheken en voorfinancieringen en het beheren van het zogenoemde Revolving Fund. Deze dienstverlening is met instemming van het ministerie verbreed tot het bieden van een totale financieringsoplossing voor het restaureren van monu- menten. De dienstverlening bleef niet beperkt tot rijksmonu- menten, maar breidde zich uit naar gemeentelijke monumenten, beeldbepalende panden en daarnaast, in het kader van de stads- vernieuwing, de particuliere woningverbetering. Monumenten staan immers niet op zichzelf maar maken een integraal deel uit van de zorg voor de gebouwde omgeving. Deze visie deelde ook minister d’Ancona in 1991, toen zij formeel toestemming gaf aan Nationaal Restauratiefonds om het werkterrein hiernaar uit te breiden. In het midden van de jaren ’90 startte het Restauratie- fonds actief met het uitbrengen van strategische adviezen over (de financiering van) monumentenzorg. Dat leidde in de jaren daarna tot een hechte samenwerking met de ministeries van OCW en Financiën. Sinds 1996 stelt de Staat der Nederlanden zich borg voor een groot deel van de activiteiten van het fonds.

In die jaren verbreedde het aandachtsgebied van het Restauratie- fonds naar het gehele koninkrijk. Op verzoek van het ministerie van OCW werd op Curaçao meegewerkt aan het opzetten van een Monumentenfonds naar analogie van het Restauratiefonds. Met instemming van datzelfde ministerie werden op de Antillen ook financieringsactiviteiten ontplooid. Sinds de nota Belvedere in 1999 zet het Restauratiefonds zich actief in voor het behoud van het cultuurhistorisch waardevolle landschap in ons land. In 2005 werd met instemming van het ministerie ook het mobiel erfgoed aan het werkterrein van het fonds toegevoegd.

Al deze ontwikkelingen hebben geleid tot een bredere focus op het cultureel erfgoed en het in 2006 aanpassen van de missie en visie van het Fonds. In 2006 zijn de statuten van het Restaura- tiefonds als gevolg van de hierboven geschetste ontwikkelingen aangepast, met instemming van het ministerie van OCW.

Missie

Wij zetten ons in voor het behoud van ons gebouwde en cultuur- landschappelijke erfgoed; monumentale objecten en structuren in het Koninkrijk der Nederlanden en internationaal erfgoed met een Nederlandse historie. Wij willen hiermee bijdragen aan een efficiënte, duurzame en vitale zorg voor monumenten en de be- stendiging van de relatie tussen monument en omgeving; tussen monument en samenleving.

Daartoe wenden wij onze specifieke expertise aan om gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen. Wij doen dat binnen de beleidsvelden van de ministers van Cultuur en Ruimtelijke Ordening en de overige betrokken bewindspersonen ten aanzien van behoudenswaardige elementen in het historisch ruimte- lijke aanzicht van Nederland. Wij willen de instandhouding van

monumentale objecten en structuren krachtig stimuleren door het geven van voorlichting, het ontwikkelen en verstrekken van financieringen en het verlenen van diensten op financieel en ad- ministratief gebied, zowel voor particulieren als voor overheden.

Wij doen dat op een bedrijfsmatige manier, maar zonder winst- oogmerk. Daarbij combineren wij kennis en kunde op het gebied van financieren, met specifieke marktkennis en de kennis van ons cultureel erfgoed. Innovatief en solide, creatief en onderne- mend.

Visie

Het Nederlandse stedelijk en ruraal cultuurlandschap vormt een unieke en onmisbare drager van ons culturele erfgoed, en daar- mee van de identiteit van ons land. Het draagt bij aan een ‘Mooi Nederland’. Een mooi Nederland is eveneens van economische betekenis voor ons land (toerisme, vestigingsklimaat). Niet in de laatste plaats draagt het conserveren van kwetsbare landschap- pen en historische stads- en dorpsgezichten ook bij aan het welzijn van de mensen in ons land.

Meer en meer maatschappelijke organisaties die een rol spelen in de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland ondersteunen bovenstaande gedachte. Zij willen het Nederlandse cultuurland- schap een duurzaam perspectief geven en aansturen op de kwaliteit van dit landschap. In dit veld wil Nationaal Restaura- tiefonds met zijn specifieke expertise een waardevolle bijdrage leveren voor de politiek, het monumentenveld en zelfs de gehele samenleving.

Om de bredere visie op het begrip ‘monumentaal erfgoed’

gestalte te geven wil het fonds de samenwerking met alle partijen die zich inzetten voor ruimtelijke kwaliteit intensiveren. De samenwerking met overheden en maatschappelijke organisaties ziet het Restauratiefonds als essentieel. Op basis van zijn spe- cifieke expertise kan het Restauratiefonds een rol van betekenis spelen als deskundige op het gebied van de financiën in relatie tot monumentaal erfgoed in de meeste brede zin van het woord.

Publieke bewustwording en een duurzaam perspectief zijn daar- bij sleutelbegrippen voor het Restauratiefonds.

Een monument, behoudenswaardig object of gebied wordt in stand gehouden en dient - met respect voor het verleden - een duurzaam perspectief krijgen. Het Restauratiefonds biedt eigenaren en beheerders van ons gebouwd en landschappelijk erfgoed daarbij ondersteuning om zo te komen tot een vitalise- ring van het ‘monument’ in zijn omgeving. Het fonds ontwikkelt en verstrekt laagdrempelige financieringen en biedt financiële en administratieve diensten aan. Daarnaast is het fonds actief met het geven van voorlichting, advies en begeleiding bij alle fi- nanciële en procesmatige aspecten van een actief beheer waarbij creatief en ondernemend te werk wordt gegaan. Digitalisering speelt daarbij een steeds belangrijker rol.

Het Restauratiefonds wil met zijn producten en diensten zowel

rijksmonumenten als gemeentelijke en provinciale monumen-

ten en panden binnen beschermde gezichten, in hun stedelijke

en/of landschappelijke context bedienen. Voor overheden wil het

Restauratiefonds een solide partner zijn als kassier, financier en

adviseur. Het fonds ondersteunt overheden bij het ontwikkelen,

opbouwen en uitvoeren van erfgoedbeleid. Voor het fonds is de

bestelverantwoordelijkheid van de betrokken bewindspersonen

daarbij een gegeven. Binnen deze ruimte heeft het Fonds in de

loop van zijn bestaan zijn koers kunnen ontwikkelen.

(10)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

8

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

| monument en gemeente

Monument en gemeente, of zo u wilt, monumenten- gemeente. Termen die ook in de dagelijkse praktijk met elkaar zijn verbonden. Monumenten staan in ons land immers altijd in een gemeente. Zij bepalen voor een belangrijk deel het stedelijk weefsel en vormen het geweten van de stad.

Stedelijke vernieuwing, aanleg van infrastructuur en nieuwe woningbouwopgaven vragen om meer en ander ruimtegebruik. Ook de belevingswaarde van de stad is veranderd. Nederlanders hebben andere wensen ten aanzien van wonen, werken en recreëren dan tien jaar geleden. Dat stelt ons voor keuzes: “Hoe behouden we de ruimtelijke kwaliteit en welke rol is daarin weggelegd voor monumenten? Hoe ver kun je gaan met nieuwe invullingen in een beschermd gezicht? Wat kan/mag er? Past moderne architectuur daarbinnen? Hoe draagt de gemeente zorg voor het behoud aan structurerende elementen?” Dat alles vraagt om een brede visie op monumenten in hun stedelijke context.

thema

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(11)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

9 Niet alleen fysiek maar ook bestuurlijk spelen gemeen-

ten een grote rol in de zorg voor ons gebouwd cultureel erfgoed. Want naast de ruim 38.000 gemeentelijke monumenten bevinden zich ook de 51.000 door het Rijk aangewezen monumenten en bijna 400 beschermde stads- en dorpsgezichten in gemeenten. De bestuur- lijke context is dynamisch. Op rijksniveau is eind 2006 een discussie gestart over de toekomst van het gehele monumentenbestel. Belangrijke vragen zijn onder andere: “Hoe ga je om met de bestuurlijke verantwoor- delijkheidsdeling? Sluit rijksbemoeienis wel aan bij het belang van een integrale afweging tussen monumenten en omgeving en de diverse andere beleidsvelden zoals economie en ruimtelijke ordening? Welke rol moet de gemeente spelen in een eventueel nieuw stelsel voor monumenten? Moet het juridisch en financieel instru- mentarium aangepast worden? En zo ja, hoe? En wat is het belang van monumentenzorg (cultuurhistorie) voor de lokale identiteit en economie van de stad?”.

In dit jaarverslag leest u vanuit verschillende invals- hoeken vier visies op de relatie tussen monument en gemeente:

John Wevers, scheidend voorzitter van de Commissie Bescherming en Ontwikkeling, voormalig wethouder Maastricht

Henri Lenferink, burgemeester van Leiden, voorzitter van het Nirov en historicus

Flip ten Cate, directeur van de landelijke Federatie Welstand

Jo Crepain, architect en stedenbouwkundige, Crepain Binst Architecture NV

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(12)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

10

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

interview

John Wevers studeerde architectuur in Amsterdam en Aken, werkte negen jaar als zelfstandig architect en werd toen voor een periode van twintig jaar wethouder voor de PvdA in Maastricht. Daarna bekleedde hij als ‘deskundige op het gebied van ruimte- lijke kwaliteit’ nog vele bestuurlijke functies. Hij was onder meer voorzitter van de Wel- standscommissies in Zwolle, Venlo, Den Bosch en Sittard, lid van de adviescommissie van het Stimuleringsfonds voor Architectuur en lid van het kwaliteitsteam Vathorst in Amersfoort. Binnenkort treedt hij terug als voorzitter van de Commissie Bescherming en Ontwikkeling, die haar opdracht onlangs heeft volbracht.

John Wevers, scheidend voorzitter van de Commissie Bescherming en Ontwikkeling

“De vraag is: wat heeft een

samenleving over voor cultuurbezit?”

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(13)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

11 Het interview vindt plaats in het in Jugendstil-stijl

gebouwde hotel l’Empereur in Maastricht. Niet alleen omdat het zo handig tegenover het station ligt maar ook omdat het ruim honderd jaar oude hotel de entree is van het beschermde stadsgezicht en bovendien een van de 1.200 rijksmonumenten van Maastricht. Na Amsterdam is Maastricht de stad met de meeste monumenten in Nederland.

U gaat binnenkort het voorzitterschap van de Commissie Bescherming en Ontwikkeling opgeven. Sterker nog; de commissie in zijn geheel wordt opgeheven. Waarom?

“In dertien jaar zijn meer dan 160 historisch waardevolle gebieden de commissie gepasseerd en daarmee is haar taak voor het grootste deel volbracht. De laatste tijd zat er weinig voortgang in; dat was ook een reden om geen nieuwe opdracht meer aan te nemen.

Op 10 mei organiseren we samen met de TU Delft en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) nog een slotsymposium. Daaruit moet een eindadvies komen aan de betrokken bewinds-

lieden van OCW en VROM, hoe het verder moet met de beschermde gezichten in Nederland.”

Hoe is de selectie van beschermde stads- en dorpsgezichten tot stand gekomen?

“De commissie was vooral bedoeld om het voorover- leg over de te beschermen stads- en dorpsgezichten te stroomlijnen. Daarnaast adviseerde de commissie over planologische en bestuurlijke haalbaarheid van de beschermingsvoorstellen. Het Rijk en de provincies had- den vooraf een selectie gemaakt die via de toenmalige Rijksdienst Monumentenzorg aan ons ter advisering werd voorgelegd. Naast aandacht voor de geselecteerde stads- en dorpsgezichten keken wij ook naar de grotere gezichten zoals de Stelling van Amsterdam, de Nieuwe Hollandse waterlinie en het Apeldoornse Kanaal. Zelfs de Noordoostpolder is een uniek (naoorlogs) monu- ment, vonden wij. Wij staan voor een ontwikkelingsge- richte, cultuurhistorisch geïnspireerde benadering van de ruimtelijke ordening. Ongeveer zoals de rijksoverheid dat later in het Belvedere-project zou vastleggen.”

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(14)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

12

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

In de monumentenzorg is de tendens om monumenten meer in hun ruimtelijke context te bekijken. Dat is voor de Commissie Bescherming en Ontwikkeling niets nieuws.

“Ja, wij kijken per definitie naar de maatschappelijke context van beschermde gezichten omdat die juist hun toekomst en overlevingskansen bepaalt. We kijken niet naar het alleenstaande monument of een verzameling monumenten maar naar de maatschappelijke en stedenbouwkundige structuur.

Ons werk richt zich vooral op ruimtelijke ordening. Als er namelijk een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt aangewezen dan moet de gemeente in het bestem- mingsplan rekening houden met de beschreven histo- rische kwaliteiten van het gebied. Dat betekent niet de hele boel bevriezen door elke ontwikkeling te verbieden, maar laten zien wat je met die kwaliteiten kunt doen. Je moet vooral de ontwikkelingsmogelijkheden die er zijn, stimuleren.”

Dat betekent dat er ook naar de financiële kant wordt gekeken?

“Ook, maar niet alleen. Gelukkig is de financiële afwe- ging niet de enige, want dan zou er geen monument meer overeind staan. De aanwijzing van beschermde gezichten heeft vooral een beleidsconsequentie en geen directe financiële gevolgen.”

Toch gaan er stemmen op om met name het aantal rijks-monumenten in te krimpen. Kennelijk zijn er ook gren- zen aan de groei van het aantal monumenten…

“Dat wordt vooral ingegeven door de beschikbare middelen. Er moeten nu eenmaal prioriteiten worden

gesteld. Maar geld mag nooit een allesbepalend middel worden. De vraag is; wat heeft een samenleving over voor cultuurbezit? Het beschermd gezicht heeft zijn doel niet bereikt met financiële impulsen maar door beleid te voeren. Dat neemt niet weg dat beperkte financiële en fiscale impulsen voor de toekomstige opgave van groot belang zijn.”

Die vraag zal binnenkort weer actueel zijn als de architec- tuur en stedenbouw uit de periode van de wederopbouw – de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw – in aanmer- king komen om tot monument of beschermd stadsgezicht verkozen te worden.

“Ja, dat is zo. Wij hebben sinds de jaren negentig vooral gekeken naar de zogenoemde jonge monumenten en stedenbouw uit de periode 1850 tot 1940, maar over de nieuwste categorie; de zogenaamde wederopbouw- monumenten en -gebieden is het laatste woord nog niet gezegd. Ze zijn nog maar mondjesmaat beschermd.

Daardoor is ook reeds een deel van de na-oorlogse wijken gesloopt. Terwijl het deels heel fraaie, ruim opge- zette wijken met veel groen betreft. Een groot probleem van deze wijken wordt de vaak eenzijdige bevolkingssa- menstelling gevonden; veel mensen moeten rondkomen van een minimuminkomen.”

Is het mooi vinden van na-oorlogse wijken ook een kwestie van smaak?

“Niet alleen van smaak, het heeft ook te maken met cultureel en historisch besef. Dat wat je niet weet, zie je ook niet. Bij veel mensen moeten de ogen nog geopend worden voor de waarde van de architectuur en steden-

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(15)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

13 bouwkunde uit de tijd van de wederopbouw. Ze zijn met

hun esthetische appreciatie blijven hangen in de 19

de

eeuw. Misschien is het een probleem dat het waardevolle van de wederopbouwwijken niet zozeer ligt in afzonder- lijke monumenten, maar in de stedenbouw. In helder opgezette wijken, die ondanks een beperkt budget uit- drukking geven aan het elan van de jaren na de oorlog.”

“Bij veel mensen moeten de ogen nog geopend worden voor de waarde van de architectuur en stedenbouwkunde uit de tijd van de wederopbouw.”

Om die reden zou ook de Bijlmer instandgehouden moeten worden?

“Ik denk het niet, want daar is al veel van de oorspronke- lijke bebouwing en structuur verdwenen…”

Er staat nog genoeg…

“…Maar er zullen ook mensen zijn die vinden dat dát deel van de stedenbouwkundige geschiedenis van Amsterdam niet geheel mag verdwijnen. Misschien dat hierdoor toch een stukje Bijlmer bewaard blijft voor het nageslacht. Of dat gebeurt, is onder andere afhankelijk van de beschikbare financiën van de eigenaren.

Financiering is, zo weet ik, ook een bron van zorg voor het Restauratiefonds. Dat vraagt zich ook af hoe het nog steeds groeiende aantal monumenten gefinancierd kan blijven worden. Ik denk dat het Restauratiefonds ook inziet dat het vestigen van de aandacht op beschermde stads- en dorpsgezichten de mogelijkheid biedt een goed klimaat te scheppen, ook voor individuele monu-

menten. Het maakt nogal wat uit of een monument in een beschermd gebied staat of niet.”

Gaat die verandering van blik – ofwel het meer oog krijgen voor stads- en dorpsgezichten – juist niet ten koste van het individuele monument?

“Nee, dat zijn gescheiden circuits. Stads- en dorpsge- zichten hebben vooral te maken met de maatschap- pelijke en stedenbouwkundige voorwaarden voor hun voortbestaan, terwijl het bij individuele monumenten puur gaat om het instandhouden van het object. Het eerste heeft te maken met de Ministeries van VROM en OCW. De tweede alleen met de bewindspersoon van Cultuur; die gaat ook over de financiën. In het huidige regeerakkoord is afgesproken dat er extra geld gaat naar monumentenzorg, vooral naar religieuze monumenten.”

Het Rijk wil een deel van zijn verantwoordelijkheden op het gebied van monumentenzorg overdragen aan de gemeen- ten. Wat vindt u van dat plan?

“Ik vind het jammer dat het Rijk zich gedeeltelijk terug wil trekken. Kennelijk veronderstelt het dat de lagere overheden net zo goed geëquipeerd zijn als het Rijk om de monumentenzorg onder hun hoede te nemen.

Daardoor gaat echter de nationale afstemming van het beleid verloren en is de sociale druk om foute concessies te doen, vooral bij kleinere gemeenten, erg groot. Het gevaar van het verschuiven van de verantwoordelijk- heden van het Rijk naar de gemeenten is dat er een soort hap-snap-monumentenbeleid ontstaat. Ook omdat de kleinere gemeenten vaak niet de expertise en kennis in huis hebben om goed beleid te voeren.”

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(16)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

14

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

En misschien vindt de wethouder van Lokale Belangen, die monumentenzorg in zijn portefeuille heeft gekregen, monu- menten maar flauwekul…

“Ja, als de waan van de dag aan de macht komt, bestaat het gevaar dat er bestuurders zijn die maling hebben aan zaken als monumentenbeleid. Maar gelukkig zijn ook zij aan de wet gebonden en is de kans niet groot dat ze, bij wijze van spreken, ontwikkelaars en aanverwante personen met wilde plannen op onze monumenten en stads- en dorpsgezichten loslaten. Want dat is een van de voordelen van beschermde stads- of dorpsgezichten;

het aanwijzen van deze gebieden tot beschermd gebied geeft de betrokkenen een stuk rechtszekerheid. Uit onderzoek is gebleken dat deze gebieden juist vanwege die rechtszekerheid een stabieler vastgoedklimaat ken- nen en daarmee een zekere meerwaarde hebben in het maatschappelijke verkeer. Uiteindelijk moet de rijksover- heid ervoor zorgen dat gemeenten doen wat zij wettelijk gezien moeten doen.”

Wat zou in uw ogen de ideale rol van de gemeente zijn?

“De gemeente moet in ieder geval actief zijn om zaken – dat kan een monument, archief, dorpsgezicht of standbeeld zijn – die bewaard moeten blijven ook actief te beschermen. Door ze een rol te laten spelen in de tegenwoordige en toekomstige tijd. In de commissie noemden we dat ‘bescherming door ontwikkeling’. Zorg- vuldig omgaan met de gebouwde geschiedenis betekent niet dat we alles zonder meer handhaven, het blijft een kwestie van afwegen. Maar tot nu toe werden relicten van vroeger te gemakkelijk opzij geschoven.”

“Door het gedeeltelijk terugtrekken van het Rijk is het gevaar dat er een soort hap-snap-monumentenbeleid ontstaat.”

Anno 2007 heeft de overheid te maken met zeer mondige burgers, die maximaal gebruikmaken van hun recht op inspraak. Hoe moet je daar als overheid mee omgaan?

“Er is een sfeer gegroeid waarin iedereen het met elkaar eens probeert te zijn. De overheid zou vooral moeten luisteren naar wat belanghebbenden te vertellen hebben en dat ook uitvoeren. Ik vind dat een beetje een laffe houding. De overheid moet de moed hebben om niet alleen te luisteren naar wat mensen willen en daar ook zo veel mogelijk rekening mee te houden, maar ze moet ook de moed hebben om daar zonodig iets tegenover te stellen; een bepaalde visie op tafel te leggen. Als we in Maastricht hadden geluisterd naar de winkeliers en andere ondernemers in de binnenstad, had je nog steeds je auto pal voor elke winkel kunnen parkeren.

Het autoluw maken van de binnenstad – onder andere door het creëren van veel voetgangersgebied – heeft het centrum heel goed gedaan. Dat zien de ondernemers nu ook wel. Het is alleen jammer dat eronder het Vrijthof een grote parkeergarage is gebouwd. Nu staan de auto’s toch weer in een file naar het centrum om in die parkeer- garage te komen. Parkeergarages horen aan de rand van het centrum.”

Door het verbreden van de visie gaan steeds meer disciplines zich bemoeien met de monumentenzorg. Interessant, maar het betekent ook meer overleg. Is dat een goede ontwikkeling?

“Ja, dat vind ik wel. De mensen van monumentenzorg – vaak zijn het cultuurhistorici – hebben heel lang in een isolement geopereerd. Ze waren zich nauwelijks bewust van wat erna hun analyse verder moest gebeuren. Het is daarom heel belangrijk dat de kloof tussen de cultuur- historici enerzijds en planologen, stedenbouwkundigen en landschapsontwerpers anderzijds wordt overbrugd.

Als cultuurhistorici met een rapport komen over een bepaald gebied, hebben stedenbouwkundigen en plano- logen al snel de neiging om te zeggen: ‘Leuke geschied- schrijving, maar daar hebben we verder geen boodschap aan.’ Als ze daar anders mee omgaan en van de cultuur- historici wat suggesties krijgen, kunnen ze zo’n rapport gebruiken ter inspiratie voor hun eigen plannen en dat kan alleen maar de kwaliteit van die plannen ten goede komen. Ze moeten leren elkaars taal te spreken.”

“Als we in Maastricht hadden geluisterd naar de winkeliers in de binnenstad, had je nog steeds je auto pal voor elke winkel kunnen parkeren.”

Wilt u nog wat kwijt aan het Restauratiefonds?

“Ik zou het toejuichen als het Restauratiefonds het instrument ‘beschermd gezicht’ financieel wil onder- steunen. Het fonds zou bijvoorbeeld, de eigenaren van monumenten die binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht staan, een wat grotere lening kunnen verstrekken, dan de eigenaren van monumenten die niet binnen zo’n gezicht vallen. Dat kan gemeenten stimule- ren wat beter mee te werken aan de totstandkoming van een beschermd stads- of dorpsgezicht. Het niet meewer- ken treft op die manier een aantal mensen rechtstreeks in hun portemonnee.

Een tweede punt is dat ook het Restauratiefonds belang heeft bij een goede context voor de monumenten.

Daarom zou ik het waarderen als het fonds ook bijdraagt aan het stimuleren van de verdere ontwikkeling van die context. Ik las vandaag een artikel over mensen die bezorgd zijn over het verdwijnen van allerlei waardevolle landschappen in Nederland. Tegenwoordig voert de afslag naar een dorp of stad eerst langs een vaak depri- merend bedrijventerrein. Nog niet zo heel lang geleden had je vanaf de Waalbrug een prachtig zicht op Zaltbom- mel, maar nu wordt het blikveld geblokkeerd door een bonte verzameling van wat ik ‘witte hutten en blinkende glaspaleizen’ noem. Ik denk dat het Restauratiefonds moet los komen van het uitsluitend beschermen van het object. Juist op gebied van de gezichten en ‘context’

moet het meer zijn invloed aanwenden. Want het Restauratiefonds is een belangrijke speler op het gebied van monumentenzorg en bescherming stadsgezichten.

Naar het Restauratiefonds wordt geluisterd.”

Favoriete skyline?

”Die van Maastricht en dan vanaf het terrein van de

SISA, de bekende keramiekfabriek van het sanitair

met de ‘plasvlieg’.”

(17)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

15

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(18)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

16

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

interview

“Procedures monumentenzorg moeten veel eenvoudiger”

Henri Lenferink (49) studeerde geschiedenis in Nijmegen, was negen jaar wethou- der in Arnhem (met monumentenzorg in zijn portefeuille) en is nu burgemeester van Leiden, een stad met bijna 1.400 rijksmonumenten en na Amsterdam en Maas- tricht de stad met de meeste monumenten in Nederland. Als historicus voelt hij zich thuis in een historische omgeving. Toen hij campagne voerde voor het burgemees- tersambt van Leiden, liet Lenferink een folder verspreiden waarin hij zittend op de Burcht, het bekendste monument van Leiden, te zien was.

Lenferink, burgervader en monumentenhoeder

(19)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

17

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

Het lijkt alsof de tijd heeft stilgestaan in het stadhuis van Leiden. Sinds de opening in 1940 is er zo goed als niets veranderd aan het ex- en interieur van dit rijksmonument.

In de kamer van burgemeester Henri Lenferink is prachtig houtsnijwerk te zien van de hand van Escher. Een deel van de lange gangen is gedecoreerd met tropisch hout en marmer, overvloedig marmer.

Leiden telt bijna 3.000 monumenten: ongeveer 1.400 rijksmonumenten en ruim 1.500 gemeentelijke monumen- ten. Kan een middelgrote gemeente als Leiden wel zo veel monumenten financieren?

“De meeste monumenten zijn bezit van particulieren of particuliere organisaties; daar hebben wij niet zo veel omkijken naar. Het meeste geld kosten de monumen- ten die gemeente-eigendom zijn en die niet rendabel te maken zijn. Een goed voorbeeld is ons bekendste monument; de Burcht uit de tiende eeuw. Van dat type is er in Europa slechts enkele bewaard gebleven. Het is een van de mooiste monumenten van Leiden, maar je kunt er niet zo veel mee. Het kost alleen maar geld, het levert

nooit wat op. Een ander voorbeeld is de Koornbrug; erg fraai, maar het kost de gemeente alleen maar geld.”

“De Burcht is een van de mooiste monu- menten van Leiden, maar kost de gemeente alleen maar geld.”

In een advies stelt de Raad voor Cultuur voor het aantal rijksmonumenten te reduceren; een deel ervan zou op de lijst van de gemeentelijke monumenten moeten komen.

Wat vindt u hiervan?

“Ik vraag me af wat de zin daarvan is. Het belangrijkste instrumentarium voor het behoud van monumenten is het vergunningsstelsel en niet de subsidie. Voor gemeentelijke monumenten is meestal maar weinig subsidie voorhanden. Het vergunningsstelsel is vrijwel identiek voor rijks- en gemeentelijke monumenten.

In mijn ogen zou het Rijk er veel beter aan doen om een onderscheid te maken tussen ‘economisch interessante’

en ‘economisch niet-interessante’ monumenten. Over

de eerste categorie hoef je je niet druk te maken; die heb-

(20)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

18

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

ben de mogelijkheid om een eigen opbrengst te creëren.

Dat is bijvoorbeeld, het mooie oude grachtenpand met een economisch krachtige eigenaar die zijn pand liefde- vol onderhoudt. Dat soort monumenten is het probleem niet. Het zijn juist de weerloze monumenten die geen economische waarde hebben en die moeilijk in stand te houden zijn. Ik zou mijn subsidie ook primair richten op dat soort monumenten.

Ik ben wel voorstander van het bieden van belastingfaci- liteiten aan zowel rijks- als gemeentelijke monumenten.

Waarom rijksmonumenten die wel krijgen en gemeente- lijke monumenten niet, begrijp ik niet.

Maar een deel van de kosten-batenanalyse van het hebben van veel monumenten – of die nu op de rijks- of gemeentelijst staan – is niet goed in geld uit te druk- ken. Leiden trekt veel toeristen en dagjesmensen, onder andere door de vele monumenten. Daarvan profiteert de middenstand. Bovendien is het wonen in zo’n monu- mentale binnenstad natuurlijk ook zeer aangenaam.”

Op dit moment is er een discussie gaande over het verbre- den van de definitie van een monument. Ook de historische context en de ruimtelijke omgeving zouden moeten worden meegenomen in het beleid. Vindt u dat een goede ontwik- keling?

“Ja, een monument kan als solitair element best interes- sant zijn maar het wordt pas echt interessant als je het in zijn context ziet. Als je door Leiden loopt zie je veel objecten die weliswaar een individuele kwaliteit hebben, maar juist het totale ensemble maakt het zo leuk. Een straatje hoeft niet volledig uit monumenten te bestaan om een bepaalde sfeer te creëren. Er kunnen best niet- monumenten tussen staan en zelfs nieuwbouw is mo- gelijk, mits de architect respect heeft voor de historische bebouwing. Het gaat erom dat er een bepaalde sfeer is in een stad. Daar moet je zuinig op zijn. Dat is een onderdeel van een bepaalde schat waar je als bestuurder over moet waken. Ik zie monumenten en de sfeer die ze creëren als een asset – een waarde – die de stad veel goeds oplevert.”

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(21)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

19 Door het monument te plaatsen in zijn wijdere context,

komen ook andere disciplines om de hoek kijken, zoals ruim- telijke ordening en stedenbouw, die ook hun stempel willen drukken op het monumentenbeleid. Bent u daar blij mee of vreest u een verdere bureaucratisering?

“Ik ben van mening dat juist monumenten in een histo- rische omgeving een enorme kwaliteitsimpuls kunnen geven aan de stedelijke ontwikkeling. Steden zonder tastbare historie hebben een veel minder aantrekkelijk karakter. Kijk eens naar Japan. De meeste Japanse steden hebben hun historische hart helemaal verkwanseld. In plaats van dat te bewaren zijn de meeste oude centra afgebroken en zijn er de meest vreselijke betonnen kolossen neergezet. In Nederland maken monumenten gewoon onderdeel uit van de ruimtelijke ontwikkeling.

In Leiderdorp bijvoorbeeld, staat aan de rand van een nieuwbouwwijk een oude meelfabriek. Deze fabriek is meegenomen in de plannen, wordt gerestaureerd en krijgt een nieuwe functie in die wijk, waardoor de wijk meteen een leuker karakter krijgt. Hetzelfde is gebeurd met het vroegere laboratorium van Kamerlingh Onnes,

de bekende Leidse natuurkundige en Nobelprijswinnaar.

Dat is een historische plek, omdat Kamerlingh Onnes daar voor het eerst de – toen – absoluut koudste temperatuur op aarde wist te creëren, namelijk -272 graden Celsius.

Het is overigens in meer opzichten een historische plek, omdat daar 200 jaar geleden een kruitschip explodeerde.

Op de vrijgekomen plek is later het laboratorium gebouwd.

Het gebouw stond al een tijdje leeg maar moest na- tuurlijk wel bewaard worden. Toen besloot men om de rechtenfaculteit erin te huisvesten, maar daarvoor was het wel nodig een stuk nieuwbouw eraan te bouwen.

Die nieuwbouw is echter heel mooi ingepast in het voor- malige lab. In het gebouw wordt nu ook college gegeven.

Op die manier gebruik je een nieuwe invulling van een monument voor de stedelijke ontwikkeling. Daarmee behoud je het karakter van de stad en geef je de universiteit een nieuwe kwaliteitsimpuls. Het is voor studenten veel leuker om in de prachtige 19

de

-eeuwse collegezaal te zitten dan in zo’n doos aan de rand van de stad.”

monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

(22)

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006

20

het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 | het restauratiefonds in 2006 monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten | monument en gemeenten |

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er is slechts inzichtelijk gemaakt hoe de kansen en bedreigingen vanuit de omgeving zich verhouden met de sterke en zwakke punten die vanuit de interne analyse naar voren

Caecilia kreeg vooral bekendheid door de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus Passion, de eerste uitvoering ervan vond plaats in de Grote Kerk, in maart 2018 werd dit werk voor

Hoewel de Blauwe Kamer niet meer compleet is, is dit interieur wat betreft ontwerp, kleurstelling en uitvoering voor ons land zo uniek dat het alle po- tentie in zich heeft om

Ook kunnen de nematoden dan naar beneden vallen.’ Bij de proef ving Wolterinck een vastgesteld aantal druppels op in een schaal met een bepaald volume, en bestudeerde deze

Hoewel de directe impact van het gevoerde beleid nog verder moet onderzocht worden, is duidelijk dat (1) de taxshift verantwoordelijk is voor een substantieel deel van

Of om een weinig nader te komen: ziet op de aarde, en beschouwt de schepselen rondom u, en ziet (u) het eenvoudige schaap? Hij wordt een Schaap genoemd: "als een schaap dat

“Grote vergissingen zijn er bij de decentralisaties gelukkig niet geweest, maar veel mensen zien dat gemeenten bezig zijn om burgers af te houden?. Daardoor verliezen

Vele vluchtelingen vonden nog geen onderdak, ten- ten blijken niet bestand tegen de stortbuien, kinderen kampen met bronchitis en longontste- king en er dreigt