HET FLEXIBELE BREIN AANGENAAM! Prestatiegedrag in het klimmen. Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging

(1)

Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging Prestatiegedrag in het klimmen

HET FLEXIBELE BREIN

AANGENAAM!

1

(2)

Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging

Talentontwikkeling

Omgevingsfactoren

Intrapersoonlijke katalysatoren

Natuurlijke aanleg als input Individuele potentie

Talent als output

Potentie van de hele klimmer ontwikkeld

TALENT

Talent is kansrijkheid die verzilverd wordt door systematisch ontwikkelde vaardigheden

AANLEG + INZET = TALENT

3

(3)

(TALENT)ONTWIKKELING

Plaatje: floorzorgt.nl

‘HET MENTALE’

Je bent er goed in of niet.. Niet te veel

zeuren!

Werken met sportpsycholoog

om ‘problemen op te lossen’

De rol van de trainer?

5

(4)

WELKE MENTALE SKILLS HEBBEN KLIMMERS NODIG?

WAT ONDERSCHEIDT ‘THE BEST’ VAN ‘THE REST’?

Vaardigheid Aantal

^Boulder

Dames

Boulder Heren

Lead Dames

1 Zelfvertrouwen 64

²⁵ ¹⁹ ¹¹

2 Doorzettingsvermogen 60

¹⁵ ¹¹ ²¹

3 Presteren onder druk 42

¹² ⁹ ¹³

4 Aandacht/ Focus 31

⁹ ¹¹ ⁶

5 Mindset 21

⁷ ⁶ ⁵

6 Aanpassingsvermogen 18

⁶ ⁷ ⁴

7 Risico nemen 10

⁴ ¹ ²

8 Besluitvaardigheid 5

¹ ¹ ¹

9 Doelgerichtheid 4

³ ¹ ⁰

Lead Heren 9 13 8 5 3 1 3 2 0

7

(5)

PRESTATIEGEDRAG IN KLIMMEN

HOE GA JE DIE VAARDIGHEDEN ONTWIKKELEN?

Wat is je visie op de mens?

9

(6)

11

(7)

Acceptatie en commitment training

ACT!

DENK EENS TERUG AAN..

Een moment waarop jij wilde presteren, waarbij je twijfelde of

onzekerheid voelde of waarbij je negatieve gedachten had rondom je prestatie

1. Wat voelde je toen?

2. Hoe ging je ermee om? Wat deed je om van dat gevoel of die gedachten af te komen?

Schrijf alle strategieën op die je geprobeerd hebt:

- afleiding - niet meedoen

- denkstrategieen (zorgen maken, ‘had ik maar’, positief/ negatief tegen jezelf praten, analyseren waarom het zo is)

- middeltjes (eten, drinken, drugs, cigaretten)

3. Wat was het effect op de korte termijn/ lange termijn? Heeft dit ervoor gezorgd dat je van die gedachten en gevoelens afkwam?

13

(8)

ALLES ONDER CONTROLE?

15

(9)

ACCEPTATIE EN BEREIDHEID

Accepteren is:

• Met aandacht naar iets toegaan en het laten zijn zoals het is

• Stoppen met strijden tegen bepaalde

gedachten en gevoelens

• Actief!

Accepteren is niet het:

• Leuk vinden

• Willen

• Tolereren

• Opgeven

• Berusten

• Slikken

17

(10)

19

(11)

DEFUSIE

• Het loskomen van gedachten, kijken naar het denken

• Gedachten als/over: oordelen (zenuwen zijn slecht), regels (ik mag mijn vader niet teleurstellen), redenen (ik kan dit niet), toekomst/ verleden, zelf (ik ben niet goed genoeg)

• Meer ruimte en afstand ervaren t.o.v. gedachten, zodat ze minder impact op je gedrag hebben

• Zorgt ervoor dat je hier en nu bent en effectieve actie onderneemt

21

(12)

23

(13)

ACT GRONDHOUDING

• We zijn gelijk

• Gebruik van jezelf als instrument

• Context

• Speels, licht, metaforen

• Evidence based

PRESTEREN ONDER DRUK

De sporter is in staat om te blijven presteren onder druk. De sporter is in staat om te gaan met stress en spanning die hij ervaart en ondanks zenuwen een prestatie van zijn niveau te leveren.

25

(14)

- Jonah Oliver

‘GOOD ATHLETES PERFORM WELL WHEN THEY FEEL GOOD,

GREAT ATHLETES PERFORM WELL NO MATTER WHAT THEY FEEL’

PRESTEREN ONDER DRUK

• Zenuwen horen erbij, zorgen voor vernauwing blikveld, meer aandacht

• Zenuwen zijn dus niet ‘slecht’

Oefenen te klimmen met stress

ACT: accepteren dat de dingen zijn zoals ze zijn en blijven handelen.

Oefeningen:

- Wedstrijdsimulaties

- Vervelende consequenties

27

(15)

AANPASSINGSVERMOGEN

De sporter past zijn gedrag en houding makkelijk en zonder problemen aan zodat hij zijn doel kan bereiken, ongeacht de situatie waarmee hij wordt geconfronteerd.

De klimmer past zijn klimmen en houding makkelijk aan aan veranderende omstandigheden (zoals het weer of vertraging in de wedstrijd), verkeerd ingeschatte beta of sequenties en/ of andere mensen (jury, coaches, andere wedstrijdklimmers) en blijft doelgericht handelen om zijn doel te behalen.

2004 VS 2018

29

(16)

HOE TRAIN JE

AANPASSINGSVERMOGEN

Verras de klimmer!

- Pas de boulder of route tijdens het klimmen aan

- Draai simulaties +

- Zorg voor ‘slecht weer’ bij een simulatie

AANDACHT RICHTEN

Sportspecifiek:

- Aandacht terug brengen naar de taak: deze boulder, die passage - Ongeacht wat andere

klimmers doen, hoe het weer is, of de jury wel of niet handige beslissingen neemt

De sporter richt zijn aandacht langere tijd op moeilijke taken of problemen, ondanks dat hij wordt geconfronteerd met afleidingen, negatieve gedachten,

vermoeidheid of verveling. Hij kiest bewust wat hij moet doen om zich te concentreren.

31

(17)

HET ‘MENTALE’

Gaat niet (alleen) over ‘problemen

Gaat over vaardigheden die je wil ontwikkelen als klimmer

Van heel simpel, zoals doelen stellen, tot meer complex, zoals het omgaan met druk.

Ruimte voor maken in dagelijkse trainingssetting

Is niet zwaar en moeilijk en praten.. Maar vooral onderzoekend doen!

Aukje.van.weert@nkbv.nl