2014
C. Smit s1007182
DLO3 PTH Bouwtechniek
Vak: Verbreding in Bescherming en afwerkingstechnieken (BAT)
Docent: dhr. G. Scholten
Opdracht 8 Behangen reader versie 2
Opdracht 8: Behangen
In deze opdracht ga jij je bezig houden met behangen.
Voor dat je met de opdracht aan de slag gaat is het belangrijk dat je de veiligheidsvoorschriften toepast die behoren bij behangen. Hiervoor zijn gebodstekens opgesteld die in de schilders branche gelden. Een gebodsteken is gebiedend. Dat betekent dat je je daar aan moet houden!
Hieronder zie je de volgende PBM’s die je nodig hebt voor het veilig uitvoeren van ontlakken van hout. (PBM= persoonlijke beschermingsmiddelen)
1= gepaste, sluitende kleding 2= Veiligheidsschoenen
1 2
Opdracht: Behangen
Voorkennis:
De eerste vorm van muurbekleding stamt al uit de middeleeuwen toen Arabieren en kruisvaarders wandtapijten in Europa introduceerden.
Vanaf de 16de eeuw kwam er een nieuwe vorm van wandbekleding, namelijk goudleer. Een decoratie van fijne leersoorten waarop bladzilver werd geplakt dat daarna werd afgedekt met een goudkleurige vernis.
Om de Franse zijde‐industrie te beschermen werd het bedrukken van stoffen door Lodewijk XIV verboden. Maar hij vond het geen probleem dat papier bedrukt werd. Dit leidde in de 18de eeuw vooral in Engeland en Frankrijk tot een hele industrie voor de productie van papieren behang.
Om te behangen gebruik je onder andere de volgende gereedschappen;
duimstok of rolmaat
potlood
plaktafel
snijlineaal
stanleymes/ breekmes
slagband/ oprolbaar
schaar
slagmes
spatel
schietlood
conische nadenrol
emmers
instrijkborstel
aanstrijkborstel/ kunststof spatel
Voordat je gaat behangen dien je het behang te controleren op de onderstaande punten;
Zijn er voldoende rollen aanwezig?
Zijn de aanmaaknummers gelijk?
Zijn de kleurnummers gelijk?
Zitten er drukfouten in het behang?
ORIENTATIE HANDELINGEN GEREEDSCHAPPEN MATERIALEN AFBEELDINGEN
1.Behangrijp Bij het behangrijp maken maak je de wanden gereed voor het
aanbrengen van behang.
Om goed te kunnen behangen moeten de wanden:
‐Schoon zijn
‐Glad en vlak
‐Niet sterk zuigen
‐Niet afpoederen
Gaten vullen Oneffenheden vlakschuren Schoonmaken
Testen op sterkte zuiging ondergrond. Hiervoor kun je een spons en water voor gebruiken.
Deppen op de muur en zien of het water er snel intrekt of niet.
Controleren van de hechting
Plak een stuk plakband op de ondergrond.
Druk dit plakband stevig vast.
Trek het plakband in een ruk los van de
ondergrond.
Controleer dit op meerdere plaatsen van de wand.
Voordat men gaat behangen de ruimte schoonmaken met een stoffer en blik en/ een stofzuiger.
Plamuurmes Schuurpapier Spons
Veger/ blik en een emmer
Vulmiddel voor
wandreparatie Water
Tape
Voordat je het behang gaat klaarzetten, zet je een loodlijn op de wand.
Dit doe je omdat de meeste wanden niet zuiver recht zijn Dit kun je doen met een schietlood of een waterpas
Schietlood of waterpas
ORIENTATIE HANDELINGEN GEREEDSCHAPPEN MATERIALEN AFBEELDINGEN
Behanglijmen
Om behangselpapier op een wand aan te brengen moet je gebruik maken van een
behangplakmiddel Er zijn verschillende behanglijmen verkrijgbaar zoals zetmeelplaksel en celluloseplaksel.
De grondstof voor zetmeelplaksel is aardappelen en tarwe.
Voor cellulose is dat hout.
In deze opdracht ga je werken met
zetmeelplaksel
Maak de verpakking open door een klein hoekje uit de doos te snijden. Zo ontstaat een soort schenktuitje Op deze manier kun je zelf bepalen hoeveel poeder je gaat gebruiken.
Giet vooraf een hoeveelheid water in een schone emmer
De hoeveelheid die je kunt gaan gebruiken staat op de verpakking vermeld
Roer tijdens het verstrooien van de lijmpoeder met een roerspatel door de emmer
Doe dit een aantal minuten
Op deze wijze ontstaat er een mooie homogene massa
Dit bemerk je doordat je de roerspatel uit de lijmmassa haalt. Is de massa licht stroperig dan heeft het een prima dikte.
Sluit de verpakking af met tape als je denkt genoeg te hebben
Zet de aangemaakte lijm weg en concentreer je op het klaarleggen van het behang
Emmer Roerspatel
Behangplaksel Tape
Water
ORIENTATIE HANDELINGEN SYMBOLEN
Controleren behang Behang ga je voor gebruik eerst controleren.
Zorg dat je het behang tijdens het controleren niet vuil maakt.
Bewaar de bijsluiter van het behang. Hierop staan belangrijke aanwijzingen voor het plakken.
Het controleren van behang doe je op de volgende manier;
Controleer de hoeveelheid rollen
Controleer de aanmaaknummers
Controleer de kleurnummers
Controleer het
kantverschil. Dit doe je door verschillende rollen 1 á 2 meter uit te rollen en de zijkanten tegen elkaar aan te houden. Op deze manier wordt het kantverschil zichtbaar.
ORIENTATIE HANDELINGEN GEREEDSCHAPPEN MATERIALEN AFBEELDINGEN
Aanbrengen behang Nadat de ondergrond behangrijp is en de lijm is aangemaakt kan het behang worden aangebracht.
Bij het aanbrengen van het behang komen de volgende stappen aan de orde
Kiezen van materialen en gereedschappen
Opmeten van het behang
Opmaat maken van behang
Instrijken van behangselpapier
Plakken van behangselpapier
Afstrijken van de wand en opmaat snijden van de overlengte
Zet de
behangtafel op Leg het
gereedschap klaar Meet de hoogte van de te behangen ondergrond op Snij een aantal banen behang op lengte af. (± 4 banen) Dit doe je met een roestvast slagmes
Vouw het behang haaks om en maak een scherpe vouw
duimstok of rolmaat potlood plaktafel (behangtafel) snijlineaal stanleymes/
breekmes
slagband/ oprolbaar schaar
schietlood slagmes spatel trapje
behang lijm
Doe dit met overlengte en houd rekening met een eventueel patroon!! Zie hieronder.
Op de behang‐
verpakking staat wat de wijdte (rapport) is van het gebruikte patroon.
Bijvoorbeeld rapport 6,5 cm Dit betekent dat er minimaal een overlengte moet zijn van 6,5 cm.
Liefst een paar cm meer.
in met de
aangemaakte lijm en vouw het behang haaks in lijn in elkaar.
Boven zijde eerst, daarna
terughalen van de baan en
onderzijde inlijmen.
Let op! Alles goed inlijmen
Vouwen en wegleggen van de gesneden rol Doe dit in de lengte met een verhouding van 1/3 en 2/3. Zie voor
verduidelijking afbeelding rechts.
Na de grote vouw gemaakt te hebben vouw je de uiteinden naar
de naden. Op deze manier verkrijg je kleine, handzame pakketjes. Zie afbeelding rechts.
Leg het opgevouwen behang minimaal 10 minuten weg.
Dit noem je besterven of inweektijd Leg het ingestreken behang gestapeld weg. Zo weet je welke je het eerst hebt ingestreken.
Dit doe je omdat het behang echt de inweektijd van minimaal 10 minuten nodig heeft.
de kans groot dat er luchtbellen achter je behang ontstaan. Ook zal het effect
ontstaan dat het behang niet hecht aan de
ondergrond.
Om te weten welke banen ondersteboven geplakt moeten worden schrijf je dit af met een potlood alvorens het behang in de strijken. Ook houd je dus het 2/3 deel naar beneden.
Het stotend plakken bestaat uit de
onderstaande stappen
Pak de eerste ingestreken rol onderaan de stapel. (deze heeft het langste ingeweekt)
Leg de
ingeweekte baan op je arm
Ga op het trapje staan
Pak de baan 5 cm onder de
bovenste
hoekpunten vast
Laat de baan uitzakken. (2/3e deel naar beneden)
Verplaats de baan naar de
afgeschreven loodlijn en naar het plafond
Breng de kant van de baan over de gehele lengte op de loodlijn aan
Houd de andere kant vrij van de muur
Controleer de aansluiting op de loodlijn
Trek de baan weer los als je naast de loodlijn zit
Strijk de baan weer lichtjes verticaal aan op de wand met de aanstrijkborstel of kunststof spatel.
Houd de spatel plat op het behang. Zo voorkom je
ernstige
beschadigingen aan het behang en strijk je de luchtbellen achter het behang weg.
Behang mag je maximaal 2 cm door de
uitwendige hoek heen plakken. Pas je meer cm toe dan gaat het behang in de hoek scheuren.
Loop de behang en plinten na met een spons en/ of doekje om overtollige lijmresten te verwijderen
Opmaat snijden met een afbreekmes en spatel
druk het behang vast tot in de hoek
zet de spatel in de linker hoek van de baan
let wel dat de hoek strak is, oneffenheden
wegstrijken
snij met het afbreekmes langs de spatel. Houd de afbreekmes zo vlak mogelijk, anders gaat het behang rafelen
stop met snijden, maar houd het mes in de snede
verschuif de spatel en ga verder met snijden tot het einde van de baan
verwijder de gesneden strookjes
afbreekmesje spatel
ORIENTATIE HANDELINGEN GEREEDSCHAPPEN AFBEELDINGEN Opmaat knippen van
behang met een schaar Soms is het beter om behang te knippen i.p.v. van te snijden
strijk met de spatel de baan aan. Doe dit goed in de hoek van het plafond en in de hoek van de plint
haal het einde van de baan los
knip het behang precies langs de vouw
druk de baan weer in de hoek met de
aanstrijkborstel of spatel
schaar
ORIENTATIE
Werkplek schoon en opruimen
Maak het gebruikte gereedschap schoon met veelvuldig water en laat het drogen alvorens het in een kistje te doen.
Verdun de overgebleven lijm met veel water en spoel het weg in een put
Vouw overgebleven stukken ingelijmd behang samen.
Doe de behangresten, overgebleven stroken in de papierbak of vuilnisbak
Controleer of alle lijmresten op kozijnen, deuren, plinten en het plafond zijn verwijderd
Verwijder eventuele lijmresten met een vochtige doek of spons
Monteer afdekplaatjes of kapjes terug op de wandcontactdozen en schakelaars
Resultaat; een strak behangen wanden zonder luchtbellen en scherp aangesneden hoeken en lijsten.
Reflectie:
Wat ging goed?
……….
Wat moet ik nog leren?
……….
Beoordelingsformulier; O= ontwikkelpunt V= voldoende G=goed Wanneer
is het goed?
De leerling;
schrappen föhnen Branden afbijt
O V G O V G O V G O V G
toont actief en gemotiveerd leergedrag
houdt zich aan de gemaakte afspraken
stelt zich collegiaal op en werkt op een goede manier samen
toont initiatief en doorzettingsvermogen
toont inzicht in het vakgebied. (opdracht doorlezen
en weet welke methodes van ontlakken er zijn.
Werkt veilig en gebruikt de vereiste PBM Gaat zorgvuldig en vaardig om met gereedschap,
machines en materieel.
bereid planmatig het werk voor
richt de werkplek in volgens instructies en
richtlijnen. (veilig, efficiënt en werkbaar)
is vakvaardig in het bewerken en verwerken van
materialen
levert de gevraagde hoeveelheid werk van de juiste kwaliteit. (werktempo)
ruimt op juiste wijze de werkplek op
Werkt milieubewust
GEZIEN DOOR DOCENT:
DATUM: PARAAF:
GEZIEN DOOR LEERLING:
DATUM: PARAAF: