• No results found

HANDELEN IN EEN FAUTIEF REIM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HANDELEN IN EEN FAUTIEF REIM"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MARIE VAN STEENBERGEN

HANDELEN IN EEN ‘FAUTIEF REIM’

(2)
(3)
(4)

De wereld wordt pas menselijk wanneer zij voorwerp van gesprek is. Het vermen- selijkt zowel wat zich in de wereld als in onszelf afspeelt. - Hannah Arendt (1906-1975)

(5)

De maakbare mens wil ordening en schifting als begin van alle beheersing en te- gelijk wil hij ongedwongenheid. Men wil de apollinische driften, de lijntrekkers van het leven, bevredigen en tegelijk wil men ongedwongenheid. Men wil onontkoom- baarheid installeren en onwetendheid overwinnen en tegelijk wil men ongedwon- genheid. Is het geen tijd om de mens uit het primitieve stadium van doffe lijd- zaamheid te rukken en onder te dompelen in de fase van doelbewuste actie? We hebben ons een weg gebaand door hemel en hel eer we in het bezit waren van de eeuwige liberale vrijheid en gelijkheid. En toch hebben we een pact gesloten met de massa, de vervreemding, de ondernemingsloosheid. Zijn we heilzame dwazen die de ware wijsheid bezitten of slechts verwaande wijzen die louter dwaas zijn?

(6)
(7)

INLEIDING Een kort overzicht HET DROOMGEDICHT De opkomst van het Grote Verhaal

HET ‘FAUTIEF REIM’

De destructieve keerzijde van het Grote Verhaal HET VRIJE VERS

Een mogelijke uitweg

(8)

INLEIDING

Beste lezer,

In deze brief buig ik mij over de kwaal van de eenentwintigste eeuw, namelijk dat de openbare ruimte is opgevuld met en geïnfecteerd door het Grote Verhaal.

Hierdoor is de grens tussen de werkelijkheid en het Grote Verhaal vervlogen. De muren van deze openbare ruimte zijn onze overtuigingen, de waarheden waarvan we doordrongen zijn. Met deze brief wil ik deze muren doorbreken, de openbare ruimte ontruimen. Ik wil proberen begrijpen. ‘Begrijpen betekent dat men aan- dachtig, zonder vooringenomenheid, de confrontatie aangaat met en weerstand biedt aan de werkelijkheid - wat die ook moge zijn.’ 1

Wat is de werkelijkheid?

De mens deelde haar in met woorden, leiders en volgelingen, waarden en wetten, aantallen en afspraken. We creëerden betekenis opdat we niet verloren zouden lopen in het doolhof van de verbijstering. We construeerden het Grote Verhaal: het gekluisterde woekeren van betekenis in het ongedurige proces van herstel en ver- val, het toonbeeld van onze ambivalente werkelijkheid. We staan de tijd als het ware toe ons deze verhalen in te fluisteren. Dit betekent dat de tijd zich kan trans- formeren tot een soort wezen met inhoud, die wij vulling geven, indelen, belevenis verlenen en zo ook de tijd ons. ‘Wat is de tijd? Een geheim - irreëel en almachtig?

Een voorwaarde van de zintuigelijk waarneembare wereld, een beweging, gekop- peld aan en vermengd met aanwezigheid en beweging van de lichamen in de ruimte?’ Vanuit ons menselijke onvermogen de eindige tijd en de begrensde 2 ruimte voor te stellen hebben we dit getransponeerd naar concepten die we slechts kunnen denken als eeuwig en oneindig. Als onze ik dus gekoppeld is aan 3 tijd en ruimte zijn we als mens beangstigend boetseerbaar, vastgeschroefd aan de verhalen alsof deze een onderdeel zijn van onze ledematen, die we aldus niet meer begrijpen of autonoom kunnen bewegen.

Lange tijd domineerde in het Westen het christelijke vertoog. Het was een vertoog waarin een almachtige Ander de wereld voorzag van een algemene waarheid. Wie

Hannah Arendt, Totalitarisme, 1951 (Amsterdam: Boom, 2005) 41

1

Thomas Mann, De Toverberg, 1924, vert. Pé Hawinkels (Amsterdam: De Arbei

2 -

derspers,1992) 444

Thomas Mann, De Toverberg, 444 3

(9)

was de Ander? Hij had geen reële verschijningsvorm in de waarneembare wereld, geen lichaam, geen geur, geen stem. In onze honger naar materie, in ons gebrek aan bewijsmateriaal over zijn bestaan, schreven we Hem af.

Na de teloorgang van elk vertoog komt er een ander vertoog de kop opsteken dat de nieuwe kernidentiteit van de maatschappij belichaamt. Denkers als Karl Pop- per en Francis Fukuyama spreken echter over het einde van de ideologieën en de Grote Verhalen. Er geldt nog maar slechts één waarheid, die van de rede, de we- tenschap en de vrije markt. Maar misschien is ideologie soms juist hard aan het werk net wanneer men stellig beweert er vrij van te zijn, aangezien dit zo sterk gepredikte narratief uiteindelijk ook een Groot Verhaal is. Het is het Grote Verhaal van neoliberale economie: van de kortstondige behoeftes, van de eeuwige voor- uitgang, van het consumeren, van de massale materie. Via studies van historici als Hans Achterhuis over de geschiedenis van de economie wordt het duidelijk 4 dat de economie altijd verweven was met een geheel aan religieuze, ethische en maatschappelijke richtlijnen. In het tijdperk van het neoliberalisme is dit echter niet meer het geval. Religie, ethiek en maatschappij treden vandaag op als de dienstmaagden van het economische bestel. In het eerste deel van mijn brief be- spreek ik dan ook de opkomst van het Grote Verhaal en hoe de leiders en burgers van de huidige wereld hierdoor worden opgeslokt. 5

‘Mensen zijn competitieve wezens die vooral uit zijn op hun eigen profijt.

Op maatschappelijk vlak is dat in het voordeel van ons allemaal, want ie- dereen zal in die competitie zijn uiterste best doen om aan de top te gera- ken. Daardoor krijgen we betere en goedkopere producten in combinatie met een efficiëntere dienstverlening binnen een één gemaakte vrije markt, zonder inmenging van de overheid. Dit is ethisch correct, want het slagen of mislukken van een individu in die competitie hangt volledig af van diens eigen inspanningen. Iedereen is bijgevolg zelf verantwoordelijk voor het eigen succes of falen. Vandaar het belang van onderwijs, want onze wereld is een razendsnel evoluerende kenniseconomie die om hoogopgeleide mensen met flexibele competenties vraagt. Een hoger onderwijsdiploma is goed, twee is beter en levenslang leren een must. Iedereen moet blijven groeien. Immers, de competitie is bikkelhard. Vandaar ook de dwingende

Hans Achterhuis, De utopie van de vrije markt, (Rotterdam: Lemniscaat, 2010) In Paul Verhaeghe, 4

identiteit, 117

Paul Verhaeghe, Identiteit, 2012, (Amsterdam: De Bezige Bij, 2012) 117 5

(10)

noodzaak aan functioneringsgesprekken en constante evaluaties, dit alles geleid door de onzichtbare hand vanuit een centraal management.’ 6

Dit Grote Verhaal garandeerde oneindigheid door de continue wedergeboorte - in een geoptimaliseerde vorm - van materie. Deze continue vernieuwing en het stre- ven naar een meer en een beter verhoudt zich echter destructief tegenover de werkelijkheid die onderworpen wordt aan de orde en waarheid van het Grote Ver- haal. Deze destructiviteit beslaat het tweede deel van mijn brief. Het is destructief omdat het de afstand die heerst tussen het Grote Verhaal en de realiteit verwierp, waardoor de verbondenheid met dat wat is ontspoorde en de vervreemding ont- look.

‘We zijn er op dit moment getuige van hoe een hele planeet die vier miljard jaar nodig heeft gehad voor zijn ontwikkeling, wordt opgestookt in een we- reldwijde economische machinerie die massa’s goederen en tegelijk afval produceert, waanzinnige rijkdom en massale armoede, permanente over- spanning en onnutte kracht. En toch kent het een zekere rationaliteit. De harde kern van de rationaliteit bestaat uit de oneindige vermeerdering van het aantal nullen op de bankrekening van een relatief overzichtelijk aantal mensen.’ 7

In het derde deel van mijn brief bespreek ik een mogelijke uitweg uit de logica van het Grote Verhaal. Te midden van de mensheid die vastzit in de discongruentie van de reële wereld en zijn verhalen gedijt er een andere groep mensen. Het zijn mensen die zich niet verenigen op basis van klasse of klakkeloze onderdompelin- gen in een conformerende massa. Het zijn juist mensen die vanuit een zeer kriti- sche geest de verhalen bevragen en de rest van de wereld oproepen hetzelfde te doen. Deze groep mensen tracht de werkelijkheid terug te bezichtigen. Zij tracht af te kicken van de verhalen die we hebben geboetseerd ter verklaring van de werkelijkheid. Zij tracht zich te verzetten tegen de destructieve aard die inherent is aan het Grote Verhaal. Zij tracht in te zien dat het Grote Verhaal los te koppelen valt van de realiteit en maar een vormgeving is aan de wereld, een opvulling van de openbare ruimte, een structureel kader waardoor we worden gedwongen te kijken. Dit alles is een daad van bovenmenselijkheid. Het verlangt van de verzetter

Paul Verhaeghe, identiteit,116 6

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 2018, vert. Huub Stegeman (Rotterdam: Lem

7 -

niscaat, 2018) 11

(11)

uit de positie van toeschouwer te treden en het huidige vertoog te bevragen ter- wijl hij/zij er midden in zit.

(12)

(13)

HET DROOMGEDICHT

Als mens hebben we een enorme drang tot het hersenloos geloven in iets, bevrijd van meervoudigheid, complexiteit en kritieken. Als mens hebben we een eeuwig innerlijk motief als navigatiemiddel waaronder we voortkronkelen in een liefst be- trouwbare richting, naar het eiland der gelukzaligen. Maar wat moeten we doen wanneer onze eeuwige verhalen de werkelijkheid verorberen?

In de moderne tijd hebben kapitaal en arbeid de handen in elkaar geslagen om als een verenigende factor de mens vooruitgang te bieden. Het was het verhaal van de hoogontwikkelde technologie, de onuitputtelijke energiebronnen, de aard- olie en de kernsplitsing die de hemel deden stranden op aarde. Tegelijk was dit het begin van een wereldlijke destructiviteit. Wouden werden door de moordma- chine, de kettingzaag, met de grond gelijk gemaakt. Graafmachines scheurden onze aarde open en maakten landstreken tot woestijnen. Chemische fabrieken vergiftigden rivieren. Industriële landbouw onttoverde de schoonheid van natuur- landschappen en vulde deze met van pesticiden doordrenkte monoculturen. Het was het begin van de massale uitstoot van broeikasgassen die onze atmosfeer fundamenteel aantastten. Het was het begin van een enorme versnelling in het uitsterven van soorten en tegelijk de opeenstapeling van koeien, kippen en var- kens in slachthuizen. 8

De tweede wereld oorlog was nog maar net gepasseerd en de mens werd al over- laden door een nieuwe vorm van destructie. Mensen verlangden naar een auto, een televisie en een koelkast. De megamachine creëerde het verhaal van de ein9 - deloze productie en het consumptieproces. Dit werd mogelijk door de opzettelijke verkorting van de levensduur van producten. Het product werd omgedoopt tot een onontbeerlijke kwantitatieve god. Het belichaamde de god van een nieuw verhaal: de economische groei. Het was een verhaal gericht op eeuwige vooruit- gang, winst en meervoudigheid: ontwikkeling. Deze ontwikkeling ontleende haar invulling aan Harry Truman, de president van de VS van 1945 tot 1953, die de aarde verdeelde in twee helften: de “ontwikkelde” landen van de Global North en de “onderontwikkelde” landen van het zuiden, die door het Noorden met zijn su- perieure beschaving uit hun lijden verlost moesten worden. De hele wereld onder- ging een wedloop richting de industriële westerse samenleving, die haar succes reeds ontwaard had in de Verenigde Staten. Iedereen die niet dezelfde koers af-

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 268- 270 8

Deze term wordt gebruikt door Fabian Scheidler in zijn boek Het einde van de megamachine en 9

duidt op een maatschappelijke organisatievorm die als een machine lijkt te functioneren.

(14)

legde liep volgens Truman regelrecht af op de achteruitgang, de “onderontwikke- ling”. Dit idee van “ontwikkeling” construeerde het denkkader van generaties poli- tici, economen en ontwikkelaars of ze nu socialistisch of kapitalistisch geïnspi- reerd waren. 10

In het midden van de jaren zeventig zagen de politieke en economische elites zich genoodzaakt om op minstens twee fronten tegelijk te vechten om dit neoliberale verhaal staande te houden. Enerzijds waren in de jaren zestig de burgerrechten en studentenbewegingen wereldwijd sterk gegroeid. Deze bewegingen werden ge- dragen door een culturele beweging, een tegencultuur. Deze bewegingen daag- den ‘vier tirannieën tegelijk uit: de tirannie van de markt; het fysieke geweld van de staat; de ideologische macht van de media, scholen en universiteiten en de tirannie van het lineaire denken, de technocratie, het idee van de totale heer- schappij over de natuur.’ Anderzijds tekende er zich een wereldwijde economi11 - sche crisis af. In 1973 begon er een periode van stagnatie en krimp, ingeluid door een sterke stijging van de olieprijzen, een zware recessie en het uiteenvallen van het wereldvaluta stelsel, het systeem van Bretton Woods (een financieel-econo- misch akkoord dat in 1944 tussen vierenveertig landen werd gesloten om een vaste wisselkoers te installeren tussen goud en de dollar). Om het voortbestaan van het neoliberale verhaal te garanderen deed de kapitalistisch gezinde wereld beroep op het principe van de neoliberale rollback. Die uitte zich in drie strategie- ën. Als eerste deden de politieke en economische elites hun uiterste best om de kosten van de input zoveel mogelijk te beperken: de lonen, de belastingen en de kosten van grondstoffen. Ten tweede werd deze inperking vergezeld door een toename van speculatieve activiteiten. Kapitaalbezitters zetten steeds vaker in op financiële zaken die op korte tijd winst konden garanderen. Bij een uitzettingsfase van een speculatieve zeepbel komen deze winsten terecht in private handen.

Wanneer deze zeepbel knapt komen de verliezen terecht bij de overheid als op- vangsysteem. Als laatste installeerden deze elites een soort binnen-systemisch kannibalisme. Zaken als de gezondheidszorg, het onderwijs en het pensioenstel- sel, de verkeersinfrastructuur of de watervoorziening werden geprivatiseerd. Om op korte termijn winsten te genereren tastten investeerders de substantie van dergelijke infrastructuren aan: spoorwegnetten werden beperkt, waterleidingstel- sels werden nauwelijks nog onderhouden, personeel werd ontslagen. Dit drieledig

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 272- 282 10

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 283 11

(15)

antwoord genereerde de macht van de rijkste één procent en veroorzaakte een grote maatschappelijke kost. 12

‘Terwijl we in de jaren zestig uitkeken naar een technocratisch Utopia waar- in cybernetisch geoptimaliseerde mensen zich in zachtjes voortzoemende ruimteglijders ontspanden, hebben ze nu eerder uitzicht op een dystopi- sche woestenij: een planeet die verscheurd tussen extreme rijkdom en ar- moede, met een reusachtig arsenaal aan atoomwapens, vastlopende me- gasteden en een dolgedraaid financieel systeem, op een ecologische cata- strofe afraast.’ 13

Het Grote Verhaal was slechts een droomgedicht van de economische en politie- ke elite dat niet rijmde met de werkelijkheid.

Vandaag lijkt het Grote Verhaal zich opnieuw te moeten bewijzen en deze keer aan de politieke elite zelf. Het ziet er volgens Yuval Noah Harari, Israëlisch histori- cus en futuroloog, naar uit dat een groot deel van de wereld wil herscheppen wat ooit was. Trump wil Amerika weer groot maken alsof het in de jaren vijftig of tach- tig een ideale samenleving was die hij moet herintroduceren. De brexiteers dro- men van een herboren onafhankelijk Groot-Brittannië alsof ze nog in de tijd van queen Victoria leven, alsof ‘splendid isolation’ nog een haalbaar beleid is in een tijdperk doordrongen van het internet en een mondiale opwarming. De Chinese elite heeft hun oude imperiale en confucianistische erfenissen herontdekt als sup- plement voor de marxistische ideologie die ze vanuit het Westen hebben overge- nomen. Poetin is er op gesteld om het Rusland van nu te verenigen met het oude Tsarenrijk als de enige uitweg naar ware leefbaarheid, alsof hij terug kan naar het rijk van Tsaar Nicolaas II, met een autocratische regering die, omarmd door het Russisch nationalisme en de orthodoxe vroomheid, de armen van haar macht kan uitstrekken van de Oostzee tot de Kaukasus. In het Midden-Oosten willen islamis- ten het systeem dat de profeet Mohammed 1400 jaar geleden implementeerde in de stad Medina kopiëren. Om de Bijbelse tijden te doen herleven willen de Joden in Israël 2500 jaar terug de tijd in. Ze willen de grenzen van Israël uitbreiden zodat deze samenvallen met de Bijbelse grenzen. De regimes van landen als India, Po- len, Turkije klampen zich vast aan gelijkaardige nostalgische dromen waarin ze

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 266-295 12

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 305 13

(16)

verwikkeld zijn in een web van nationalistische vaderlandsliefde en religieuze tra- dities. 14

Deze politieke leiders zijn zich bewust van het feit dat ze nationaal leiderschap nastreven in een tijd waarin de nationale soevereiniteit in een crisis verkeert. De mondiale economie ligt buiten het bereik van de huidige leiders. De economische soevereiniteit als een fundament voor de nationale soevereiniteit is volgens Arjun Appadurai, een hoogleraar media, cultuur en communicatie aan de New York Uni- versity, dan ook een ronduit dubieus principe. De huidige leiders hebben de fun- damenten van de nationale soevereiniteit dus herschikt door de economische soevereiniteit om te dopen tot de culturele soevereiniteit. 15

Vladimir Poetin ondertekende in 2014 een decreet voor het installeren van een cultureel staatsbeleid. Dit staatsbeleid ging uit van de stelregel: Rusland is geen Europa. Het was een afspiegeling van de culturele vijandigheid jegens het culture- le Westen en het Europese multiculturalisme. Poetin beschreef deze als ‘steriel en onvruchtbaar’ en deed beroep op de mannelijkheid als de brandstof voor zijn Russische politiek. Het was een retorische oproep om terug te keren naar de Russische kernwaarden. Het was een retorische oproep om het unieke en een- vormige karakter van de Russische cultuur in te zetten als essentieel bestrij- dingsmiddel tegen culturele minderheden in het eigen land en politieke vijanden in het buitenland. Recep Tayyip Erdoğan pleitte voor een terugkeer naar Ottomaan- se tradities, taalvormen en vorstelijke grandeur. Hij verzet zich tegen Russische inmenging in het Midden-Oosten en het streven van het land om lid te worden van de Europese Unie. Deze zaken belichamen een belangrijk onderdeel van Er- doğans poging om het seculiere nationalisme van Kemal Atatürk, de icoon van het moderne Turkije, te vervangen door een meer religieuze en vorstelijke manier van regeren. Kunst en cultuur worden gecensureerd en elke afwijkende politieke mening wordt verdoezeld. Narenda Modi is een openlijke pleitbezorger van hin- doetva (hindoenationalisme) als de ideologie achter de regie van zijn land. Hij combineert dit met een extreem cultureel nationalisme en een uitgesproken neoli- beraal beleid. ‘De beelden van de Indiase cultuur in het buitenland, die het accent leggen op de combinatie van digitale moderniteit en authentiek hindoeïsme, en de hindoe-overeenstemming in het eigen land zijn de hoekstenen van de Indiase

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 2018 vert. Inge Pieters ( Amsterdam:thomas 14

rap, 2018) 27-33

Arjun Appadurai, ‘democratiemoeheid’ in Heinrich Geiselberger (ea.), de grote regressie, vert. Jos 15

de Bekker (ea.), (Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contract, 2017)13-15

(17)

soevereiniteit.’ Donald Trump komt naar buiten met een extreme boodschap die 16 een combinatie is van vrouwenhaat, racisme, vreemdelingenhaat en megaloma- nie. Zijn expliciete boodschap is zijn doelstelling: “Make America Great Again.”

Dit uit zich in de uitbreiding van buitenlandse militaire opties voor de Verenigde Staten, in de onderhandelingen over diverse handelsovereenkomsten, in het be- vrijden van Amerikaanse ondernemingen van belastingen en inperkingen op ge- bied van milieu, en bovenal in zijn belofte om alle moslims in de Verenigde Staten te registreren, alle illegalen het land uit te zetten, de Amerikaanse grenzen stren- ger te bewaken en de controle op immigratie te vergroten. Zijn impliciete bood- schap is racistisch en raciaal en spreekt tot de verbeelding van blanke Amerika- nen die verwikkeld zijn in de verontwaardiging dat ze hun economie en politiek verloren zijn aan zwarten, latino’s en migranten.‘De boodschap over de redding van de Amerikaanse economie is veranderd in een boodschap over de redding van het blanke ras.’ 17 18

Al deze autoriteiten zijn zich er dus enorm van bewust dat ze de nationale eco- nomie niet kunnen beheersen omdat deze in handen ligt van buitenlandse inves- teerders, mondiale overeenkomsten, transnationale financieringen, mobiele ar- beidskrachten, en kapitaal in het algemeen. Als een antwoord op deze onmacht en hun optocht naar politieke macht beloven ze een nationaal-culturele zuivering.

Deze verrechtsing is ook alomtegenwoordig in Europa: in Boris Johnsons Enge- land, Viktor Orbáns Hongarije of Andrej Duda’s Polen. Deze trend wordt gevoed door de angst voor de recente migratiegolf, de woede en de schok vanwege ter- roristische aanvallen en de Brexit. De keuze voor de Brexit zijn volgens de ideeën van de politiek econoom en filosoof Albert O. Hirschman, voornamelijk een keuze voor een exit, een weggaan. Verkiezingen zijn een belangrijke manier waarop bur- gers hun stem kunnen laten horen. Het is een uiting van hun ontevredenheid of blijdschap jegens hun leiders. De verkiezingen van deze tijd worden een gelegen- heid voor een exit uit de democratie zelf in de plaats van een middel om de de- mocratie staande te houden. Dit gebeurde bij de verkiezingen van Trump, Modi, Erdoğan en de pseudo- verkiezingen ten gunste van Poetin. Er heerst een demo- cratiemoeheid die de basis vormt voor het succes van onze huidige leiders, die beloven de liberaliteit, overleg en solidariteit in hun nationale versie van de demo- cratie af te

Arjun Appadurai, ‘democratiemoeheid’, 17 16

Arjun Appadurai, ‘democratiemoeheid’,18 17

Arjun Appadurai, ‘democratiemoeheid’,15-18 18

(18)

schaffen. 19

Deze democratiemoeheid heeft volgens Appadurai een eigen kenmerkende logica en context. Ten eerste heeft de verspreiding van het internet en sociale media naar steeds meer sectoren van de bevolking en de op internet gebaseerde mobi- lisatie, propaganda, identiteitsvorming en benadering van eensgezinden, de illu- sie gecreëerd dat we overal gelijkgestemden, bondgenoten, vrienden, medewer- kers bekeerlingen en collega’s kunnen vinden. Ten tweede heeft elke afzonderlijke staat terrein verloren bij zijn gevecht om de economische soevereiniteit intact te houden. Ten derde heeft de mondiale verspreiding van mensenrechten vreemden, migranten en buitenlanders in eender welk land voorzien van een minimale hou- vast. Deze drie factoren hebben een enorme weerstand opgebouwd tegenover gedegen procedures, rationeel overleg en politiek geduld. Naast deze drie facto- ren spelen volgens Appadurai ook ‘de mondiale toename in economische onge- lijkheid, de wereldwijde erosie in de sociale zorg, en de verregaande penetratie van de financiële sector een grote rol.’ De overlapping tussen de ambities en 20 beloften van leiders en de geestestoestand van hun volgelingen verbindt hen dus tot een sterk homogeen geheel. In deze verbintenis haten leiders de democratie en distantiëren ze zich van de economie omdat het hun streven naar macht be- moeilijkt en zijn hun volgelingen het slachtoffer van de democratiemoeheid.

Zowel de opkomst van deze autoritaire leiders als de neoliberale wereldeconomie waar ze onderhevig aan zijn, maken de mens tot een gewillig onderdeel van de technologische rationaliteit, het bijproduct van het Grote Verhaal. De rede behoort vandaag toe aan de technologie die in dienst staat van het Grote Verhaal. De mens navigeert vanuit de impulsen die deze aanstuurt. Deze technologie is als een wereldbibliotheek, die alle informatie opslaat en verwerkt. Hoe meer informa- tie, hoe beter, want dit betekent meer data om te analyseren en dus beter ge- trainde algoritmen. De autoriteiten van een dergelijk regime kunnen niet enkel we- ten wat je voelt, maar dit ook omkeren tot een passief proces: laten voelen wat je voelt. We gaan de wereld volgens Harari steeds minder beschouwen als een thuisfront van autonome individuen die worstelen met het maken van de juiste keuzes. Het universum wordt een grote gegevensstroom waardoor we geloven

Arjun Appadurai, ‘democratiemoeheid’, 20 19

Arjun Appadurai, ‘democratiemoeheid’, 22 20

(19)

dat de kosmische roeping van de mensheid eruit bestaat een allesomvattend ge- gevenssysteem te scheppen en daar vervolgens blindelings in op te gaan. 21 In een dergelijke samenleving is de autonome burger volgens de Duits-Ameri- kaanse filosoof Herbert Marcuse uitgevaagd en opgeslokt door de heteronomie en afhankelijkheid van het Grote Verhaal. Ze is verdronken in en verorberd door haar materiële massaliteit, de eindeloze hebzucht, de ontspoorde consumptie om haar behoeften, als eeuwig menselijke verlangens, steeds opnieuw te bevredigen.

De auto, de televisie, de koelkast zijn haar nieuwe identiteit geworden, een upda- tebare identiteit, een massa-identiteit. Ze bepalen haar weelde, haar opstandige bevliegingen die de autonome burger in bizarre regionen doet belanden: in een droomgedicht. Deze klakkeloze onderdompeling is een antwoord op de discon- gruentie tussen het Grote Verhaal en de werkelijkheid. Het creëert de gelukkige burgers van de schijnbaar onuitputtelijke eendimensionale samenleving. Boven- dien maakt het volgens Marcuskomaf met verzet, omdat het kritische bewustzijn vervliegt onder de bevrediging van de behoeftes. 22

Dit is een appel aan de juristen, politici, wetenschappers, filosofen en dichters aller landen om zich te verenigen, om hun brein in te zetten en te versmelten tot een collectief instrument, om niet onbeweeglijk in een explosie van vervreemding terecht te komen, om niet roekeloos af te stormen op de verheerlijking van het bezit wat mensen eens tot heersers en slaven maakte, nu tot verdoemde doelloze wezens ontnomen van hun kritische geest, nutteloos rondzwervend zonder zin.

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 68-96 21

Herbert Marcuse, ‘Ecology and the critique of modern society’, Capitalism Nature Socialism A 22

Journey Of Socialist Ecology (1982), 29-38

(20)
(21)

HET ‘FAUTIEF REIM’

Wij als mensen hebben allen een individueel zijn, navigerend vanuit een bepaalde telos. Wij als mensen existeren als een innerlijk wezen elk op ons eigen eiland der dingen. We zijn wezens die leven tussen het punt waarop de oorsprong zichzelf aanwakkert en het punt waarop alles zich plots samenvoegt en de brug overstapt naar ons menselijk onontkoombaar eindpunt: het onvatbare niets wat wij de dood noemen. Tegelijk zijn wij onderdeel van een groter zijn: de mensensoort als een geheel bestaande uit al deze individuele veranderlijken. Tussen deze twee punten is de mens onderhevig aan de waarheid van het Grote Verhaal, zo ook aan haar ongerijmdheid met de werkelijkheid. Ze is het slachtoffer van haar foutief rijm.

De technologische rationaliteit, het bijproduct van het Grote Verhaal, heeft de mensheid verbonden. Het is door middel van de technologie makkelijker dan ooit om onze stem te doen weerklinken tot aan aan de andere kant van de wereld.

Communicatieplatformen als Facebook geven ons de tools om onze ervaringen te delen via een vastgelegd beeld op een gecreëerde alternatieve werkelijkheid, die verder toestaat het Grote Verhaal te declameren. Wanneer er iets gebeurt grijpen mensen naar hun smartphone en wordt de waarde van deze herinnering, aldus het verhaal, bepaald door het aantal likes dat dit beeld verkrijgt. Facebook en an- dere internetgiganten hebben de neiging de mens te beschouwen als audiovisue- le dieren, iets wat slechts een mengeling is van oren, ogen en vingers, waar een scherm en een creditcard onlosmakelijk aan verbonden zijn. Het elimineert onze verschillen en overbrugt onmogelijke afstanden.

We belichamen allemaal hetzelfde tandwiel uit een groot mondiaal netwerk. Ge- leerden delen wereldwijd dezelfde mening over materie, energie, tijd en ruimte.

Mensen hebben nog steeds verschillende religies, een eigen nationale identiteit, maar wanneer het op praktische zaken aankomt behoren we allemaal tot dezelfde beschaving, omdat deze overkoepelende grensoverschrijdende beschaving een universele taal spreekt. Misschien heeft de echo van de taal ons geleid naar de dag die de filosoof Walter Benjamin beschouwde als de verlossing: Judgment Day, dan zou er een eind moeten zijn aan de chaos, aan de subjectiviteit van het verleden, aan de onverstaanbaarheid van de medemens. 23

Tegelijk heeft de technologische rationaliteit het moeilijker dan ooit gemaakt om te communiceren met onze medemens die zich vlak naast ons begeeft. Mensen hebben een lichaam. In de loop van de eeuw heeft het Grote verhaal door de in- name van de openbare ruimte het contact met deze voorheen tastbare capsule

les Latijn schooljaar 2018-2019, Elke Huybrechts 23

(22)

vernauwd, omdat we zijn doordrongen van haar straten, haar huizen, haar tech- nologie. We zijn onze reuk - en proefzin, onze eigenheid verloren, juist omdat we onze realiteit versleept hebben naar een virtuele sfeer, naar een cyberspace. 24 Wat betekent het begrip Europa nog? ‘Is Europa een project van het Westerse christendom? Is het een kind van het Romeinse recht en het Romeinse Rijk? Of van de Griekse rationaliteit en democratische waarden? Of van het humanisme en secularisme van de Renaissance? Of van het universalisme en het kosmopolitis- me van de Verlichting?’ Wat betekent het nog om Europeaan te zijn? Betekent 25 het dat je je moet begeven midden in het strijdvuur van de discussies over immi- gratie, de EU, de beperkingen van het kapitalisme? Betekent het dat je je afvraagt wat je identiteit bepaalt, dat je vol zorgen de vergrijzing ziet toenemen, het onge- breideld consumentisme, de rijzende klimaatcrisis? Of is in onze hang naar ver- vreemding zingeving ons ook ontglipt? Zijn we globaal onderdeel van één rumoe- rige wereldbeschaving waarvan we de betekenis compleet verloren zijn? Wat is de rol van religie nog? Is deze nog maar slechts een kleurrijke decoratie op een modern economisch bouwwerk? En toch bepaalt deze kleurrijke decoratie mede onze menselijke identiteit. Het verbindt en onderscheidt. Het is de knecht van het moderne nationalisme. 26

Als angstige vervreemde wezens wenden we ons vandaag dus tot het nationalis- tisch isolationisme. We verbinden ons moeiteloos met een grijze wolk massamen- sen. In deze liefdevolle verbintenis worden compleet vreemden onze naasten, vanuit een wederzijdse overtuiging dat het land waarop onze beide voeten staan uniek is. Vandaag krijgt deze liefdevolle verbintenis echter te kampen met een chauvinistisch ultranationalisme. We zijn ervan overtuigd dat onze grond de beste is. ‘Burgers die zich gemarginaliseerd voelen door de onpersoonlijke krachten van het wereldkapitalisme en vrezen voor het lot van nationale systemen voor ge- zondheidszorg, onderwijs en sociale zorg zoeken overal ter wereld geruststelling en betekenis aan de boezem van de natie. Redden Donald Trump, Boris Johnson, Vladimir Poetin, Narendra Modi en hun collega’s de wereld door onze nationalisti- sche sentimenten aan te wakkeren of zijn de huidige uitbarstingen van nationa- lisme een vorm van escapisme en vluchten we weg van de onhandelbare mondia-

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 122-142 24

Arjun Appadurai, ‘democratiemoeheid’, 24 25

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 170-175 26

(23)

le problemen waarmee we ons geconfronteerd zien?’ Deze problemen en te27 - vens het destructieve karakter van het Grote Verhaal verkeren op het snijpunt van ecologische rampen, migratiecrisissen, terroristische aanvallen, technologische en nucleaire ontwrichtingen. De vraag luidt echter of we als vervreemde en volg- zame mensen nog in staat zijn onze tactiliteit aan te wakkeren voor de vijf grote wereldproblemen die, verder bouwend op Harari, aan de keerzijde van het Grote Verhaal blijken te verkeren. 28

Het eerste probleem beslaat het nucleaire vraagstuk. Het draagt de potentiële ca- tastrofale destructie in zich. We zijn deze aanwezigheid echter zorgeloos en lief- devol gaan beschouwen. We zijn deze aanwezigheid zelfs bijna gaan vergeten omdat destructie een gewoonte is geworden. We schrijven op papier, we dragen kleren, we eten vlees, maar de prangende vraag welke factoren hieronder geleden hebben blijft achterwege. ‘Deze samenleving is zo rationeel dat ze de kritiek ver- lamt, maar tegelijk zo irrationeel dat ze de ontplooiing van de individuele mens belemmert, de vrede in stand houdt door de constante aanwezigheid van nucleai- re energie en de pacificatie van het bestaan, individueel, nationaal en internatio- naal, bijna onmogelijk maakt.’ We hebben de destructiviteit geïnternaliseerd en 29 hanteren deze in ons dagelijks bestaan. Het product dat haar oorspong ontleent aan de destructie is onze vriend, want het bezitten van massale materie is ons streefdoel. Deze materie dient zelfs ter compensatie van onze overgave aan een dergelijke samenleving. 30

De tweede existentiële bedreiging is de wereldwijde milieuramp. Onze massale uitstoot van broeikasgassen zoals koolstofdioxide heeft het klimaat in een buiten- gewoon tempo veranderd. Mits we deze uitstoot niet drastisch inperken zal de temperatuur op aarde overal meer dan twee procent stijgen met onder andere als gevolg: groeiende woestijnen, smeltende ijskappen, stijgende oceanen en een dalende biodiversiteit. Deze gevolgen zullen op hun beurt onze aarde op vele plekken onleefbaar maken, wat tevens ook de migratie verder zal stimuleren. We zitten heel dicht tegen enkele keerpunten waarna een inperking van de broeikas- gassen niet meer zal volstaan om het tij te keren. ‘Als bijvoorbeeld het poolijs

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 146 27

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 142-146 28

Josine W.L. Meyer, ‘De eendimensionale filosofie van Herbert Marcuse’, Tirade. Jaargang 15 (nrs.

29

163-172) (1971), 550-551

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 146-149 30

(24)

smelt doordat de aarde opwarmt, reflecteert de aarde minder zonlicht terug de ruimte in. Dat wil zeggen dat onze planeet nog meer warmte opneemt, de tempe- raturen nog verder stijgen en het ijs nog sneller smelt. Zodra deze vicieuze cirkel een kritieke drempel bereikt, is er sprake van een onhoudbaar proces en zal het poolijs smelten, zelfs als de mens ophoudt met het verbranden van steenkool, olie en gas.’ De klimaatproblematiek is tevens een mondiaal probleem waarin 31 dus elk land, elke stad, elk individu een fundamenteel onderdeel belichaamt van de megamachine, waarin de optelsom van al onze individuele keuzes een globale uitkomst heeft. Nu vandaag het nationaal isolationisme de kop op steekt, komt het internationalisme dus onder druk te staan. Uitstel en ontkenning zijn de reac- ties op het klimaatvraagstuk bij nationaal gezinden aangezien ‘er geen nationaal antwoord is op het vraagstuk van een mondiale opwarming.’ Deze staan zich32 - zelf toe zich te vervreemden van de realiteit. Ze leven als gekroonde hoofden in een transcendente werkelijkheid, gefixeerd op hun materiële omvang vanuit een onuitputtelijke hebzucht. Ze kiezen ervoor onverschillig blind te zijn, verstikt in de netten van hun misplaatste luxe. Ze kiezen ervoor zichzelf te besmetten met een soort eenentwintigste-eeuws oblomowisme: het verzuimen in het eeuwige niets doen.

De derde existentiële uitdaging van de eenentwintigste eeuw betreft de technolo- gische ontwrichting. De fusie van infotech en biotech heeft een hele reeks aan doemscenario’s geopend, die het idee van het tijdperk van de digitale dictaturen en de nuttelozen heeft ontketend. De menselijke vervreemding en weerzin tot verbintenis brengt dit probleem nog tot een hoger stadium. Daarnaast is in onze huidige neoliberale kapitalistische samenleving de concurrentie ons eeuwig navi- gatiemiddel. Wanneer één land kiest voor een risicovol technologisch beleid dat mogelijk grote voordelen kan opleveren, zullen andere landen zich geneigd voelen hetzelfde te doen. Terwijl de nucleaire uitdaging en klimaatverandering existentië- le problemen zijn die de fysiek van het menselijk voortbestaan bedreigen, veran- dert de technologische ontwrichting de gehele aard van het menselijke wezen.

Een combinatie van biotechnologie en artificiële intelligentie zouden fysieke en mentale eigenschappen kunnen scheppen die het menselijke bouwpatroon com- pleet overstijgen. Vervreemding, concurrentie, goddelijke mogelijkheden en een gebrek aan wereldwijde ethische richtlijnen maken het probleem dus een baan- brekend vraagstuk. Nationalisten denken over dit vraagstuk vaak in termen van territoriale conflicten terwijl de technologische revolutie eerder een mondiaal of

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 150 31

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 148-154 32

(25)

zelfs kosmopolitisch fenomeen is. Om deze toekomst te verbeelden zullen we onze eeuwige nationalistische terugkoppeling achterwege moeten laten en onze tactiele zin met de realiteit moeten herscheppen om ons te kunnen vereenzelvi- gen met een mondiaal of zelfs kosmopolitisch perspectief. Dit is noodzakelijk om een kader te creëren waarbinnen de technologie haar tentakels kan uitslaan. 33 De mensheid vormt dus één grote wereldbeschaving die overrompeld wordt door kernoorlogen, milieurampen en een technologische ontwrichting die slechts mon- diaal kunnen worden opgelost. Tegelijk verdelen nationalisme, religie en het verlo- ren besef in het bezit te zijn van een lichaam de menselijke beschaving in ver- schillende kampen. Deze botsing tussen mondiale problemen en regionale identi- teiten komt tot uiting in de vierde bedreiging: de migratiecrisis. 34

‘Een toenemende schaarste aan banen, dalende inkomsten waardoor de kansen in het leven voor ons zelf en onze kinderen afnemen, de steeds grotere kwets- baarheid van onze maatschappelijke positie en de tijdelijkheid van de prestaties in ons leven, de almaar groter wordende kloof tussen gereedschappen, middelen en vaardigheden waarover we beschikken en de ernst van de uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden’ , drijft mensen wanhopig uit hun vertrouwde omge35 - ving elders de wereld in op zoek naar werk, veiligheid en een betere toekomst. De opvang op de plek waar migranten stranden is echter vaak afwezig vanuit onze menselijke vervreemding, vanuit een xenofobische angst die de huidige wereld lijkt te overspoelen. Nergens is dat probleem zo urgent als in Europa. De Europe- se Unie is gebouwd vanuit de fundamentele belofte om de culturele verscheiden- heid tussen Fransen, Duitsers, Spanjaarden en Grieken te overstijgen. Deze fun- damentele overeenkomst lijkt echter niet in staat te zijn om de grenzen van haar belofte te verleggen. Zij lijkt niet in staat te zijn culturele verschillen met migranten uit het Midden-Oosten en Afrika te accomoderen. De ene Europeaan staat op en eist dat de Europese grenzen worden dichtgegooid. Anderen zijn van mening dat Europa haar grenzen juist nog meer moet opengooien. De discussie omtrent mi- gratie kan worden opgedeeld in de toestroom van nieuwkomers en de integratie van migranten.

Zijn we als mens verplicht een medemens toe te laten in ons land omdat wij over de middelen beschikken hen potentieel te kunnen voorzien van een betere toe- komst? Of is dit een gunst die gekoppeld is aan een wedergift? Is de toelating

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 154-156 33

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 175-176 34

Zygmunt Bauman, ‘symptomen op zoek naar een object en een naam’ in Heinrich Geiselberger 35

(ea.), de grote regressie, vert. Jos de Bekker (ea.), (Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contract, 2017), 29

(26)

van onze medemens slechts gebaseerd op wat zij kunnen opleveren? Mag de mens slechts existeren wanneer dit voordelig is? Is iemand toelaten in een land dat we beschouwen als onze eigendom zelfs een keuze? Velen staan open voor een solidaire opstelling met vluchtelingen. De meesten vrezen echter voor de draagkracht van het solidariteitsmodel. Hierdoor worden migranten vaak gezien als een bedreiging, als de oorzaak van de maatschappelijke problemen en de profiteurs van het sociale bestel, wat tevens betrekking heeft op een tweede dis- cussie. Hierbij gaat het niet alleen over de “onrechtmatige” benutting van onze welvaartsstaten, maar ook om de mogelijke bedreiging die migranten zouden kunnen vormen voor onze normen en waarden en de onkunde zich compleet aan te passen. De vraag is echter in welke mate deze assimilatie zich moet voltrekken.

Moeten gelovigen ongelovig worden? Moeten ongeleerden geleerd worden?

Moeten vrouwen hun hoofddoek afdoen, kinderen Kuifje lezen en mannen be- chamelsaus maken? Er is een bezorgdheid voor de mate waarin de “ander” inte- greert en bijdraagt aan de maatschappelijke welstand. Moeten we Europese waarden en normen, die de Europeaan zelf nauwelijks kent, opdringen aan de mi- grant? Wat is de kernwaarde van Europa? Het liberalisme waarvan we ontspoord zijn? Het liberalisme belichaamt de waarden tolerantie en vrijheid, waaruit volgt dat de Europeaan een ontvankelijke en tolerante houding zou moeten aannemen tegenover de migrant, dat de Europeaan de migrant onze Europese geliefde vrij- heid moet verlenen zijn eigen tradities te volgen zolang deze geen inbreuk maken op de vrijheden en rechten van anderen. Tegenstanders van immigratie binden zich ook aan deze waarden, maar zijn ervan overtuigd dat deze waarden defacto afwezig zijn in de persoonlijkheid van de vreemde, van de migrant. Het is dus vanuit ons Europeaan zijn ontoelaatbaar migranten toe te laten die van intolerante aard zijn. Een kleine groep illiberalen is draagbaar, maar de aantallen waarin mi- granten vandaag toestromen zouden de structuur en waarden van onze samenle- ving volgens tegenstanders dusdanig kunnen veranderen, dat we een nieuw Mid- den-Oosten creëren.

Volgens de auteurs Jean-Michel Lafleur en Abdeslam Marfouk van het boek Mi- gratie in België in 21 vragen en antwoorden zijn deze xenofobische reflexen je- gens de migrant voornamelijk een weerspiegeling van onze eigen bezorgdheden.

We zijn onzeker over de werking van ons solidariteitsmodel en de mate waarin we in staat zullen blijven om onze levensstijl te behouden in tijden waarin ecologi- sche, technologische en nucleaire ontwrichting de kop op steken. Daarnaast zijn we ook bang voor de sociale verandering die we als maatschappij ondergaan:

globalisering, nieuwe communicatietechnologie, veroudering en veranderende gezinsstructuren. Deze angsten laten ons nog krampachtiger vasthouden aan onze culturele “zekerheden” en “eigenheden”die verwikkeld zijn in het Grote Ver- haal. Daarbovenop worden we ook nog eens blootgesteld aan een intimidatiepoli-

(27)

tiek die onze angst voor de vreemde verder aanwakkert en onze innerlijke onze- kerheden bevestigt. 36

Het vijfde existentiële vraagstuk beslaat terrorisme. Wie is de terrorist? Een prag- maticus? Een vrijheidsstrijder? Iemand die het contact met zijn/haar lichaam ver- loren heeft? Iemand die zijn lichaam nog maar slechts ziet als een middel, een destructief instrument? Het is het plegen van of dreigen met geweld gericht op de mensheid met als doel maatschappelijke veranderingen te doen ontkiemen en politieke besluitvormingen te beïnvloeden. Het is als een woeste golf die het land overspoelt met buitensporige angst. Bij de aanslagen van Parijs in november 2015 werden er honderddertig mensen om het leven gebracht. Bij de aanslagen in Brussel in maart 2016 tweeëndertig. Bij de bomaanslag in de Manchester Are- na van mei 2017 tweeëntwintig. Het aantal doden is relatief klein, maar de portie angst, het wederwoord, de militaire en politieke storm zijn buiten proportie. Deze angst triggert de menselijke paniek. Het haalt het besef dat we tijdelijk zijn weer uit de onderste lade en geeft het een nieuwe bestemming, een nieuw gezicht. Dit geweld heeft de neiging zich te vereenzelvigen met de onvoorspelbaarheid. Dit maakt terrorisme een moeilijk te bestrijden fenomeen. Toch is het de taak van 37 de moderne staat en van haar inwoners om dit geweld te verwerpen en zich niet te verliezen in het creëren van nieuwe semantische velden rondom het woord ter- rorisme. Toch is het de taak van de moderne staat en van haar inwoners om niet klakkeloos te stranden in een wereldlijke verdeeldheid, om niet roekeloos af te stevenen op de ontkoppeling van ons lichaam en de afwijzing van ons verstand als de uitkomst van het Grote Verhaal.

Het voortbestaan van onze wereldbeschaving is dus afhankelijk van onze nationa- listische ingesteldheid, van ons vermogen om terug in contact te komen met een liefde die over de grenzen heen rijkt, met een liefde die verder rijkt dan het eind- product en die de weg van dit product in vraag stelt. We moeten teruggrijpen naar

‘een cultuur die de voorkeur geeft aan de dialoog als ontmoeting’ en inzet op de internationale ‘consensus en overeenstemming zonder dit te scheiden van de zorg voor een rechtvaardige maatschappij die in staat is tot herinnering en die zonder uitsluiting is.’ Enkel dan zijn we capabel om het voorkomen van kernoor38 -

Jean-Michel Lafleur en Abdeslam Marfouk, Migratie in België in 21 vragen en antwoorden, vert.

36

Antoine Pennewaert,(Leuven: Universitaire Pers, 2018), 9-13 Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 196-200 37

Zygmunt Bauman, ‘symptomen op zoek naar een object en een naam’, 42 38

(28)

logen, milieurampen, de migratieproblematiek en terrorisme boven de belangen van één land te laten uitstijgen. 39

Racisme wordt bovendien vandaag gezien als iets immoreel en onwetenschappe- lijk. Er zijn geen noemenswaardige biologische verschillen tussen Europeanen, Afrikanen, Chinezen of Amerikaanse indianen. Antropologen, sociologen, historici, gedragseconomen, hersenwetenschappers zijn het er echter wel over eens dat er significante culturele verschillen gedijen tussen deze onderlinge naties. Door een gebrek aan gegrondheid heeft racisme plaatsgemaakt voor een soort culturalis- me. Bij de aankondiging van Trump zijn kandidatuur haalde hij stevig uit naar de Mexicaanse immigranten: “Mexico stuurt ons niet zijn beste mensen, ze sturen ons de probleemelementen. Ze hebben drugs bij zich, ze verhogen de criminali- teit, het zijn verkrachters.” Aldus de woorden van Trump. Dit voorbeeld toont aan dat het racisme haar nieuwe grondstoffen haalt uit de culturele sector, die het soevereine wapen belichaamt van het populistische autoritaire gezag. Trump haalt niet uit naar biologische verschillen, want die zijn er in wezen niet, maar eerder naar de culturele gewoontes die ze volgens Trump met zich mee dragen. Deze verschuiving van jargon is een verschuiving met sterke praktische consequenties.

Cultuur is veel plooibaarder dan biologie. Het is een vloeibaar gegeven, opge40 - bouwd uit verschillende lagen. Het is de buurvrouw, de kassierster, de oude man, de straat, het torenhoge huis, de gele auto. 41

Leidt dit culturele vraagstuk tot nieuwe samenkomsten, tot nieuwe culturen die over elkaars grenzen heen smelten, in optocht tegen de vervreemding? Leidt dit tot een samenklontering van één groep mensen die zich buiten onze verhalen durven te plaatsen om zich te wapenen tegen de kernoorlogen, grote milieuram- pen en technologische ontwrichting die om ons heen woekeren? Of leidt dit tot culturele conflicten en een juist verdere onderdompeling in de keerzijde van het Grote Verhaal?

Dit is een appel aan juristen, politici, wetenschappers, filosofen en dichters aller landen om zich te verenigen, om hun brein in te zetten en te versmelten tot een collectief instrument, om niet onbeweeglijk in een explosie van wereldwijde pro- blemen terecht te komen, om niet roekeloos af te stormen op de vervreemding

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 147-148 39

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 177-196 40

Yuval Noah Harari, 21 lessen voor de 21ste eeuw, 186-196 41

(29)

die ons eens maakte tot ontdekkers, nu tot xenofobe wezens ontnomen van hun lichamelijk contact, doelloos rondzwervend zonder zin.

(30)
(31)

HET VRIJE VERS

De menselijke activiteit kan volgens de Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt worden opgedeeld in drie fundamentele activiteiten: arbeid, werk en handelen.

Het Grote Verhaal legt de focus op de eerste twee activiteiten. Arbeid is het dage- lijks voorzien in levensonderhoud. Het is een hernemend proces van telkens het- zelfde. Het verschaft de mensheid consumptiegoederen en beschermt haar tegen de natuurprocessen van het verval. Werk is het kunstmatig produceren van goe- deren. Het heeft een begin en een einde. Door dit werk plaatst de mens zich vol- gens Arendt buiten de natuur in een wereld die geschapen is door de mensen- hand. Dit werk kent een soort eenzaamheid aangezien de waarde van de produc- ten die het schept enkel gebonden zijn aan het praktische nut ervan. De schep- per richt zich dus louter tot het product an sich, niet tot zijn medemens. Handelen is het publieke spreken. Het is de enige activiteit die zich “tussen” mensen af- speelt. 42

Te midden van de mensheid die vastzit in de discongruentie van de reële wereld en het Grote Verhaal, gedijt er een andere groep mensen, die de voorkeur geeft aan de dialoog als ontmoeting. Het zijn mensen die zich niet verenigen op basis van klasse of klakkeloze onderdompelingen in een conformerende massa maar die juist vanuit een zeer kritische geest de verhalen bevragen en de rest van de wereld oproepen hetzelfde te doen om een mentaliteitsverandering te installeren die ons allen in staat stelt de vijf grote wereldproblemen aan te pakken. Dit komt tot uiting in hun poging de werkelijkheid terug te bezichtigen door de focus te ver- leggen naar het handelen. Zij trachten af te kicken van de verhalen die we hebben geboetseerd als een verklaring voor onze wereld. Zij trachten zich te verzetten tegen de destructieve aard die inherent is aan het Grote Verhaal. Hun uitstap uit de logica van het Grote Verhaal geeft vorm aan verscheidene gevechten tegen mijnbouwprojecten, olieboringen, fracking, pijpleidingen, megastuwdammen, snelwegen, kerncentrales, chemische fabrieken, landroof, privatisering, verdrij- ving, militarisering, en de macht van de banken. Deze bewegingen geloven niet in één oplossing, maar in een organisch groeiende verscheidenheid aan manieren. 43 Het terugkerend patroon in dit huidige verzet valt volgens Fabian Scheidler, histo- ricus, filosoof, theaterregisseur en veelgevraagd publicist, te vinden bij vier ge-

http://franswulffele.nl/2017/11/12/hannah-arendt-alleen-in-de-handeling-is-de-mens-vrij/ Ge

42 -

raadpleegd op 22.03.’2020

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 316-317 43

(32)

meenschappelijke reacties: de uitstap uit de logica van de kapitaal accumulatie, de inperking van het metallurgisch-fossiele complex, de zoektocht naar een echte democratie en het loslaten van het idee dat de natuur beheersbaar is. 44

Als eerste reactie vinden er overal ter wereld opstanden plaats tegen de verschil- lende vormen van accumulatie door onteigening. In tientallen landen, van Peru tot Madagascar, komen mensen in opstand tegen het opkopen van grote landerijen door multinationals. Ook in steden rijst de vraag of het de burgers zelf of private investeerders zijn die de openbare levensruimten bezitten. Een voorbeeld hiervan zijn de stijgende huurprijzen in veel grote steden. Onroerend goed-concerns zoals Cerberus bezitten honderduizenden woningen. Veel mensen worden door de hoge huurprijzen verplicht de helft van hun loon af te staan voor hun woningen.

Vele huurders komen in opstand tegen de privatisering van deze huizen die een absurde tredmolen installeert van loonarbeid en accumulatie. De motor van de megamachine draait dan ook op het principe dat geld geld moet maken.

Een van de meest schadelijke en absurde consequenties van de logica van de eindeloze kapitaalaccumulatie is de steeds toenemende productie van goederen die in steeds kortere cycli omgedoopt worden tot een eindeloos groeiend hoopje vuil. Een voorbeeld van verzet hiertegen is Cooperativa Integral in Catalonië. Het is een coöperatief geografisch netwerk waar inmiddels al meer dan vijfduizend mensen aan deelnemen, met als doel om een zo groot mogelijk deel van wat men nodig heeft op een zelfgekozen manier te produceren. Om de uitwisseling tussen deze individuen te vergemakkelijken heeft het coöperatief een eigen sociale munteenheid: de ‘eco’. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan netwerken voor ge- zondheidszorg, scholing, transport en wonen. Het focust zich hierbij dus niet op slechts één aspect van het leven, maar streeft naar een volledig economisch en sociaal systeem waaraan coöperatie ten gronde ligt. Deze onderneming wil zich niet isoleren van het bestaande model, maar deze juist met haar sociale innova- ties beïnvloeden. Cooperativa Integral is ervan overtuigd dat datgene wat abso- luut noodzakelijk is voor het leven bevrijd moet worden van de logica van de markt. 45

De tweede reactie van verzet betreft de inperking van het metallurgisch-fossiele complex. Metallurgie en fossiele energie hebben volgens Scheidler de materiële ruggengraat van de megamachine bepaald. Om deze ruggengraat te doorbreken verzetten mensen zich tegen de vernietiging van hun waterbronnen door de uit-

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 319 44

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 319-337 45

(33)

breiding van de dagbouw, olie- en aardgasboringen. In 2014 slaagden de burgers van Peru erin om de opening van de grootste koper - en goudmijn ter wereld voorlopig tegen te houden. Deze verzetsbeweging richtte zich tegen de financie- ring van het extractivisme, het proces waarbij natuurlijke hulpbronnen uit de aarde worden gewonnen om op de wereldmarkt te verkopen. Ze roept pensioenfond- sen, universiteiten, kerken, verzekeringsmaatschappijen en gemeenten op om hun investeringen in fossiele energiewinning op te zeggen. Daarnaast vindt het verzet tegen het metallurgisch-fossiele complex haar kracht in het bedenken van alternatieve energiebronnen en grondstoffen. Deze vormen van verzet worden ge- kenmerkt door het feit dat ze zand strooien in de accumulatiemachine. Ze beli- chamen een essentieel onderdeel ter voorbereiding op de systemische breuken die zich onherroepelijk zullen voordoen. Wanneer de enorme economische crises, reusachtige faillisementen met verlies van werkgelegenheid en politieke onrust zich ontketenen, komt het erop aan welke discussies de mensheid in de periode daarvoor gevoerd heeft en welke visies ze ontwikkeld heeft, wat tevens betrek- king heeft op de derde reactie van verzet: de zoektocht naar een echte democra- tie. 46

Enerzijds ontstaan er op verschillende plekken stromingen die zich tegen de de- mocratie richten en de voorkeur geven aan een autoritair alternatief. Dit is een uitweg die valt waar te nemen in de wereldwijde verrechtsing en de zegetocht van theocratische fundamentalisten. Ook de uitroep voor een eco-dictatuur of een technocratische wereldregering wint steeds aan klank. Anderzijds is men wereld- wijd op zoek naar nieuwe vormen van democratie die de filters van de vertegen- woordiging, het geld, de schulden en de gemanipuleerde publieke opinie zullen zuiveren. Voorbeelden van alternatieve democratieën gaan volgens Scheidler te- rug tot in de radendemocratieën uit de negentiende en twintigste eeuw: de Parijse Commune, het begin van de Russische Revolutie, de Duitse Revolutie van 1918-1919, de Spaanse Republiek, de Praagse Lente van 1968 en het Chili voor de coup in 1973. Al deze radendemocratieën berustten op het principe dat men- sen zich organiseerden in lokale eenheden om zo gezamenlijk beslissingen te maken. Wanneer er beslissingen moesten gemaakt worden voor een hoger ni- veau, bijvoorbeeld een hele stad, stuurden dergelijke raden gedelegeerden om mee te beslissen. Deze gedelegeerden hadden slecht één mandaat en konden op elk moment van hun functie ontheven worden. Deze voorbeelden treden vandaag de dag op als inspiratievormen voor talloze initiatieven. In 2013 hebben de over- wegend Koerdisch sprekende inwoners van de Noord-Syrische provincie Rojava autonome bestuursstructuren opgebouwd die gebaseerd zijn op dorps-, gemeen-

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 324-325 46

(34)

te- en regionale raden. Een fundamenteel onderdeel in de overgang naar deze autonome bestuursstructuren was de economische democratie. Alle economi- sche activiteiten werden in het gebied herschikt en verfijnd in de vorm van pro- ductiecoöperaties waarbinnen de arbeiders zelf konden beslissen over de inhoud en het type van hun bezigheden. De militaire machine van de ‘Islamitische Staat’

dreigde echter de stad Kobani en de hele provincie in te nemen. Volgens Scheid- ler illustreert dit voorbeeld hoe ambivalent het uiteenvallen van sociaal georgani- seerde staatsstructuren kan zijn. Doordat de Syrische regering haar greep heeft verloren op deze regio ontstond er een nieuwe ruimte voor een experiment als dit.

Tegelijk zette het ook de deur open naar krijgsheren en religieuze fanatici. Cen- traal geleide staten bemoeilijken vaak een echte democratie omdat ze hun autori- taire greep op hun bewoners en gebieden niet willen afstaan. Anderzijds zijn ze vaak ook onmisbaar in het voorkomen van chaotisch geweld. Voor Scheidler ligt de uitweg dus bij een combinatie van decentrale structuren van onderaf en cen- trale staatsstructuren die meer democratie toestaan. 47

De vierde reactie van verzet beslaat het loslaten van het idee dat de natuur be- heersbaar is. Het Grote Verhaal heeft het idee losgelaten op de mensheid dat zij heer en meester is over de natuur,

‘zoals een regent over zijn onderdanen beslist en een almachtige God over zijn schepselen, zo beschikt de moderne mens over de natuur en vormt die naar zijn eigen wensen. Gesterkt door de wondertechnologieën van het metallurgisch-fossiele complex heeft zich in de loop van de afgelopen eeuwen het waanidee gevestigd dat we de levende wereld op een verge- lijkbare manier zouden kunnen manipuleren en aan onze doelstellingen kunnen laten voldoen als metalen en koolwaterstoffen.’ 48

Deze vierde reactie komt tot uiting in de huidige klimaatbeweging. Herbert Mar- cuse stelde dat de kapitalistisch gezinde samenleving komaf maakt met verzet, omdat in een dergelijke samenleving het kritische bewustzijn vervliegt onder de bevrediging van de behoeftes. We lenen ons eigen lichaam en onze verlangens dus gewillig uit aan het destructieve karakter dat inherent is aan het Grote Ver- haal. Toch gedijt er ergens diep geworteld in ons zijn een tegenbeweging. Eens deze haar weg naar boven heeft gevonden en zich openbaart in één enkel indivi- du beschikt deze over de kracht om potentiële non conformisten mee aan boord te hijsen. Deze vormen samen een collectief platform van verzet. Een verzet

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 338-341 47

Fabian Scheidler, Het einde van de megamachine, 344 48

(35)

vormgegeven door een nieuwe taal, een nieuw karakter en een nieuw doel die van psychosomatische oorsprong is. Volgens Marcuse openbaarde dit verzet zich in de ecologische bewegingen van de jaren zestig en zeventig. Vandaag wordt dit belichaamd door Greta Thunberg, wiens acties protesten ontketenden die gedra- gen worden door de geest en het lichaam van zowel het individu als het collectief van haar deelnemers, die van zowel intellectuele als instinctieve aard is. Het is een protest waarin een groep ‘uitdrukking geeft aan het menselijke vermogen nee te zeggen.’ Het is een protest waarin een groep mensen beslist zich niet te con49 - formeren. Het is een protest waarin een groep het idee heeft losgelaten dat we de natuur moeten beheersen. Deze klimaatbeweging heeft ervoor gezorgd dat brede bevolkingslagen de klimaatverandering niet meer louter zien als een zaak van in- dividuele gedragswijzigingen, maar vooral van collectieve keuzes. 50

Al deze vormen van verzet zijn op zoek naar een wereldlijke uitstap uit de logica van Grote Verhaal, door de voorkeur te geven aan het handelen. Dit handelen wordt volgens Arendt veroorzaakt door de verbeelding. We moeten dus inspelen op de verbeelding opdat deze ons hoofd, dat fungeert vanuit verhalen, zou ont- warren. We moeten hierop inspelen opdat deze onze tactiliteit met de dingen an sich terug zou aanwakkeren, want in het domein van het handelen verkrijgt de mens de kans een uniek en veranderlijk standpunt in te nemen via de dialoog. Dit is volgens Arendt de essentie van het mens zijn, omdat het de wereld betovert tot een passief proces van continue wedergeboorte. Het verleent het leven en de we- reld een oneindige vitaliteit. Dit wil niet zeggen dat deze mensen langs elkaar heen gaan spreken, aangezien er in deze verzetsbewegingen juist een gedeeld belang is om de gezamenlijke ontmoetingsruimte overeind te houden nu die be- dreigd wordt door de vijf grote wereldproblemen: ecologische rampen, migratie- crisissen, terroristische aanvallen, technologische en nucleaire ontwrichtingen.

Deze ontmoetingsruimte is volgens Arendt zoals een tafel waaraan we plaats nemen. We kunnen onze meningsverschillen op tafel leggen, maar tegelijk ver- bindt die tafel ook diegene die er aan plaatsnemen. Vandaag wordt deze ruimte gemonopoliseerd door het Grote Verhaal. Het is de openbare ruimte van de straat, de supermarkt, de lantaarnpaal die vandaag enkel gedefinieerd worden door arbeid en werk alsook door de destructieve keerzijde daarvan. Om een uit- stap uit dit destructieve karakter van het Grote Verhaal te verwezenlijken, moeten

Joke J. Hermsen, Het tij keren met Rosa Luxemburg en Hannah Arendt, (Prometheus Nieuw 49

Licht: Amsterdam, 2019)19

Herbert Marcuse, ‘Ecology and the critique of modern society’, Capitalism Nature Socialism A 50

Journey Of Socialist Ecology (1982), 29-38

(36)

we deze openbare ruimte dus bevrijden met onze handelingen. Zo behouden we de grens tussen het Grote Verhaal en de werkelijkheid. Zo beschermen we de mens tegen zijn eigen verloochening. Als we de verbeelding niet verzilveren, door de door de verbeelding ingegeven handelingen niet te tonen in de door het Grote Verhaal opgeslokte publieke ruimte, staan we als het ware toe dat niet alleen het droomgedicht maar ook het foutief rijm zich deze ruimte toe-eigenenen. 51

De verbeelding stelt ons in staat de wereld te herzien als een lichaam met koorts, de massaconsumptie als een verslaving. Het is ons enig menselijk wapen om de 52 patronen van het Grote Verhaal los te koppelen van de werkelijkheid en over te leveren aan het wederwoord. Het is de enige manier om in te zien dat we een fundamenteel onderdeel belichamen van een mondiaal raderwerk, waarin de op- telsom van al onze individuele keuzes een globale uitkomst heeft. Het is een noodzakelijke aanvulling op het rationele denken. Het is de ontketening van een nieuwe taal, losgekoppeld van de impulsen die afkomstig zijn van het Grote Ver- haal. Het is het ontkiemen van een nieuwe moraliteit, een nieuwe mentaliteit.

Hoogachtend, Marie

http://franswulffele.nl/2017/11/12/hannah-arendt-alleen-in-de-handeling-is-de-mens-vrij/ Ge

51 -

raadpleegd op 22.03.’2020

Leen Verheyen, ‘waarom ons denken fictie nodig heeft’, rekto verso, 2019 52

(37)
(38)

Lieve Marie,

Ik zou willen zeggen dat het lichaam met koorts als een wereld is. Ik zou willen zeggen dat het besmet is met haar verhaal en geïnfecteerd door haar betekenis.

Ik zou willen zeggen dat het lichaam met koorts verstrikt is.

Ge wilt zo graag begrijpen en ontleden. ‘Begrijpen betekent dat ge aandachtig, zonder vooringenomenheid de confrontatie aangaat met en weerstand biedt aan de werkelijkheid - wat die ook moge zijn.’ Ge wilt deze zo graag vastnemen, 53 springen voorbij de tendenzen, het oordeel en het vooroordeel, het oerdeel.

In het hevigst van de strijd zet ge uw kroon op en flaneert ge door het veld met de boom en de dorre bladeren. En ge kijkt vooruit. Altijd maar vooruit. En soms zit ge neer, omdat ge u overgeeft aan de besluiteloosheid. Kiest ge voor het droomge- dicht of het 'fautief reim'? Het achterlaten of het meenemen? Het klagen of het ondergaan?

Soms blijft ge dagen lang zitten opdat ge niet lukraak zijt.

Ge wilt zo graag bewust zijn en toch verliest ge u soms in de impulsen van de technologische rationaliteit. Ge durft de idee pizza te verheerlijken maar wanneer ge het werkelijke stuk verorbert, zet ge uw kroon af. Uw maag voelt zich besmet met het verhaal en geïnfecteerd door haar betekenis. Ge vindt het walgelijk. En ge vergeet het elke keer opnieuw.

Ge wilt zo graag een steen vinden, een geplukte bloem, een vlinder als het begin van een grote verzameling. Ge wilt de buit mee naar uw veld slepen, om die schoon te maken, een plaats te geven, te ontleden. Ge jaagt zo graag op geesten wier spook ge in de dingen ontwaart. Ge overvalt zo graag het normatieve op54 - dat ge de bomen op het veld naast u zou overstijgen.

Ge wilt zo graag uzelf kennen en tegelijk bent ge bang om naakt te zijn. En dus zet ge uw kroon op. Durft ge te zeggen wie ge echt zijt? Durft ge voorbij de boom en de dorre bladeren de berg te beklimmen en het te roepen? Het meer in te springen? De boom uit?

Hannah Arendt, Totalitarisme, 1951 (Amsterdam: Boom, 2005) 41 53

naar Walter Benjamin, Eenrichtingstraat, vert. Paul Koopman, (Groningen: Historische Uitgeverij, 54

1994)

(39)

Ik zou willen zeggen dat de muren zijn doorbroken en de openbare ruimte is ont- ruimd. Ik zou willen zeggen dat het besmet is met mijn verhaal en geïnfecteerd door mijn betekenis.

Als ik deze dingen zeggen mag.

Marie

(40)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het publiekrechtelijk be- drijfsgezag blijft hier toch gebonden aan een individueelen econo- mischen grondslag: kapitaalsverschaffing, (publiekrechtelijk gebonden)

Alleen de mat doet haar even struikelen, zodat alle aanwezigen haar vlak voor het beeld „Dedoemme, ik lag er bijkans” horen zeggen, wat – afge- zien van Maria – niemand als een

Door de Geest groeit de liefde voor elkaar steeds meer.. Daarom bidden we samen dat die eenheid

Zohra: Wanneer wij, en zeker wij nieuwe mensen, tot een werkelijke eenheid willen komen, die niet gespeeld is en niet alleen maar met de lippen wordt gezegd, dus

Het komt er nu niet alleen op aan om daar blijvende aandacht voor te hebben, maar ook om er nog meer de vruchten van te plukken en te onderscheiden hoe dat in dienst

Om compassie te onderwijzen en beoefenen ontwikkelde zij het model voor actieve compassie, waarin zij zes vaar- digheidsgebieden opneemt die ieder op zich geen compassie zijn,

mee, omdat ze anders nooit op een podium komen... kroon dragen die wel 50 meter in doorsnede kan worden. De schors van zowel de stam als de gewel- dige gesteltakken is grauwig

De boom blijft in alles wat kleiner dan de soort, maar heeft vooral veel voordelen, zoals een goede uniforme kroonvorm, goede groei en gezondheid, is weinig gevoelig voor