• No results found

NEDERLAND - ZUID-AFRIKA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NEDERLAND - ZUID-AFRIKA"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NEDERLAND - ZUID-AFRIKA

(2)
(3)

INHOUD

Inleiding seminarverslag ...

Inleiding Fons Geerlings ...

Inleiding Abdul Minty ...

Verslag werkgroep 1 ...

Verslag werkgroep 2 ...

Versalg werkgroep 3 ...

Verslag werkgroep 4 en 5 ...

Samenvatting ...

Verslag seminar Apartheid & Racisme á f5,- te bestellen bij:

Anti-Apartheids Beweging Nederland Lauriergracht 116

1016 RR Amsterdam tel 020 - 267525 Postgiro 580900

(4)

INLEIDING SEMINAR

VERSLAG

Het seminar "Apartheid en Racisme. Nederland en Zuid-Afrika" ligt al weer enige tijd achter ons. Gelukkig is het niet zo'dat er sinds die tijd niets meer is gebeurd. In diverse bladen is verslag gedaan van het seminar. Tijdens het seminar gelegde kontakten hebben geleid tot enkele besprekingen over vormen van samenwerking (bijv. in Amsterdam tussen Black People in Holland against apartheid, de Anti-Apartheids Beweging Nederland en de meldkamer van het AFFRA). Binnen de verschil lende bewegingen is de diskussie over het thema, over de mogelijkheden tot samenwerking verder gevoerd. Het zijn bescheiden, maar belangrijke stapjes in een proces dat door het seminar is versneld.

In de voorbereidingsgroep zijn de resultaten van het seminar beoor deeld. In deze beoordeling staat voorop dat het doel van het seminar ("een eerste kennismaking tussen anti-apartheidsbeweging, anti-racisme beweging en migrantenorganisaties") in grote lijnen is bereikt. Hoewel de deelname wel enigszins beperkt was - met name organisaties van Tur ken en Marokkanen in Nederland ontbraken - is het seminar een ontmoe tingspunt geweest voor mensen uit anti-apartheidsbeweging, anti-racisme beweging en vooral organisaties van Antillinanen en Surinamers in Ne derland. Er waren in totaal circa 200 bezoekers.

De diskussies in de werkgroepen (en in de wandelgangen) hebben geleid tot een verkenning van elkaars standpunten zonder dat dit direkt heeft geleid tot duidelijke konklusies. Maar dat laatste was ook niet de op zet. Gekonstateerd moet worden dat de inhoud van de diskussies soms een wat ander karakter had dan was voorzien. De meeste diskussies wa ren gericht op de mogelijkheden en de vormen van samenwerking (het belang van samenwerking stond nauwelijks meer ter diskussie). Veel minder is gesproken over de vraag waarom de anti-apartheidsbeweging

in Nederland tot op heden een voornamelijk 'witte' beweging is ge bleven en hoe dat te doorbreken. Dat betekent overigens niet dat er helemaal geen kritiek is geleverd op de huidige solidariteitsbeweging.

Met name in één der werkgroepen is de organisatie van het seminar en de inhoud van de reader gekritiseerd.

Konklusie van de voorbereidingsgroep (en het seminar): er moeten konkrete initiatieven tot samenwerking worden genomen waarbij we de kritiek op de anti-apartheidsbeweging nadrukkelijk ter harte moeten nemen. In deze samenwerking zullen we ongetwijfeld stuiten op problemen die samenhangen met onderhuids racisme in de bewegingen zelf. Wij hopen dat het seminar een basis heeft gelegd om dat soort problemen bespreekbaar te maken en te overwinnen.

Follow-up

In het kader van de follow-upzijn er momenteel twee duidelijke ideeën. Black People in Holland against apartheid zal op korte termijn het initiatief nemen om anti-apartheidsgroepen en migran ten organisaties bijeen te brengen in één platform met het doel een gezamenlijke aktiviteit te organiseren gericht op solidariteit met het verzet in Zuid-Afrika.

Het tweede idee betreft een gezamenlijke publikatie van Zuidelijk Afrika Nieuws, Amandla, Afdruk en migrantenbladen over de thematiek van het seminar later in dit jaar.

Uiteraard zal ook in het kader van de reeds op stapel staande campagnes van de solidariteitsbeweging de mogelijkheid van samen werking steeds moeten worden onderzocht.

(5)

Het verslag

Tot onze spijt heeft de produktie van dit verslag meer tijd gekost dan was voorzien. Daarvoor onze excuses.

in het verslag zijn de inleidingen van Fons Geerlings (AABN), Abdul Minty en Oscar Kembel (BPHAA) vrijwel onverkort opgenomen. Het verslag bevat tevens korte rapportages van de werkgroepen, waarbij - voorzover beschikbaar - ook de inleidingen in samengevatte vorm zijn opgenomen.

De verslagen komen uiteraard voor rekening van de rapporteurs zelf.

Achterin vindt U een samenvattend verslag van het gehele seminar.

Het verslag wordt gratis verzonden aan de deelnemers aan het seminar.

Extra exemplaren zijn te verkrijgen voor ’5,- + portokosten.

Voor mensen die het verslag krijgen toegestuurd Zonder het seminar te hebben bezocht sluiten we een rekening in.

Tot besluit

De voorbereidingsgroep wil alle mensen die zich hebben ingezet voor het seminar van harte bedanken. Dat geldt voor inleiders, voorzitters, rapporteurs, maar ook voor de mensen die praktisch, organisatorisch werk hebben verricht.

Wij hopen dat het seminar een begin is om samen verder te gaan.

Een bescheiden begin omdat (in de woorden van Abdul Minty) "voor we samen kunnen marcheren, we moeten leren met elkaar in de pas te lopen in plaats van elkaar te ondermijnen". Dat leerproces is begonnen.

Orsine Nicol (BPHAA) Bart Top (Afdruk)

Anita Ros (Geschiedeniswinkel Groningen) Henk te Velde (idem)

Gert de Boer (Komitee Zuidelijk Afrika) Kees de Pater (idem)

Peter Vroonhof (AABN) Rien Cardol (AABN)

Amsterdam, maart 1986.

(6)

FONS GEERLINGS

Fons Geerlings - secretaris Anti-Apartheids Beweging Nederland In amper twee jaar tijd is de situatie in Zuid-Afrika dramatisch ver anderd. In januari 1984 kon Botha zich nog aan de wereld presenteren als. een vredestichtende kracht na het afgedwongen en opgelegde akkoord met Mozambique. Rust aan de fronten en hij zou de zaak vervolgens wel klaren in eigen huis. Een paar hervormingen zouden de internationale publieke opinie kalmeren en de onderdrukte bevolking duidelijk maken, dat veranderingen op komst zijn. Dat is volstrekt anders uitgepakt.

De ontwikkelingen zijn verbluffend: de oppositie heeft zich gebundeld in het Verenigd Demokratisch Front, de arbeiders hebben zich gebundeld in een nieuwe vakbondsfederatie en met name de jongeren hebben het parool van de bevrijdingsbeweging het ANC opgevolgd, om de townships onbestuurbaar te maken en de apartheid onwerkbaar. Voor het eerst in de geschiedenis kwam het apartheidsbewind in een defensieve positie terecht. Het initiatief ligt nu bij de verzetskrachten. Een volstrekt nieuwe situatie, waarop het apartheidsbewind heeft gereageerd met agressie naar de frontlijnstaten en vooral een verscherping van de terreur tegen de zwarte bevolking. Leger en politie, waarin ook Neder 1anders zitten, hebben het land in staat van oorlog gebracht.

De rigide houding van het blanke minderheidsbewind in Zuid-Afrika heeft de kans op een vreedzame oplossing inmiddels tot een minimum teruggebracht. Na decennia van geweldloos verzet heeft de bevrijdings beweging noodzakelijkerwijs moeten kiezen voor gewapend verzet en zal dat, zoals ANC-president Oliver Tambo onlangs aankondigde, verder op voeren. "Every patriot a combattant, every combattant a patriot".

De mensen in Zuid-Afrika zijn onstuitbaar en gaan door tot de apart heid is afgebroken en heeft plaatsgemaakt voor een demokratische samenleving. Het apartheidsbewind bevindt zich in een crisis zonder precedent.

De reacties in het westen op deze ontwikkelingen zijn uiterst ambi valent en dubieus. Enerzijds is er sprake van een aanscherping van sankties tegen Zuid-Afrika en groeiende steun voor de bevrijdings beweging vanuit de kerken, politieke partijen, vakbonden en andere organisaties. De opkomst van de Free South Africa Movement in de Verenigde Staten, waarin vooral zwarte mensen en hun organisaties een rol spelen, is een enorme versterking van het solidariteitsfront.

Van kruciaal belang, juist omdat deze beweging in de Verenigde Staten is gevormd en stelling neemt tegen Reagan die zich als beschermer van Pretoria heeft opgesteld.

Het besef dat de situatie in Zuid-Afrika niet langer meer houdbaaris, wordt steeds algemener. De diskussie is niet langer "ben je tegen of voor apartheid". Praktisch iedereen veroordeelt de apartheid tot en met minister Van den Broek. Een universele kritiek waarachter veel kwaadaardige redeneringen zitten verscholen. Dat is de andere zijde.

De centrale vraag is nu opeens geworden, of de veranderingen die gaan komen wel beIheersbaar/kontroleerbaar blijven en of ze niet haaks komen te staan op de westerse belangen in Zuid-Afrika. Er worden nu opeens

kwaliteitseisen aan de veranderingen gesteld. Twee jaar geleden brachten Marga Klompé, Karel Roskam en ik een bezoek aan ioinister Van den Broek. We overhandigden hem een boek over de Zuid-Afrikaanse

(7)

agressie. De minister stak dzç loftrompet over zijn beleid. Wij waren daar niet van onder de indruk en bekritiseerden het beleid. We benadrukten het apartheidsgeweld en vroegen, of de minister bij zijn EEG-kollega's wel opkwam voor een "one man - one vote" stelsel. Zijn reactie was:

de blanken in Zuid-Afrika hebben de macht in handen, zij moeten die af staan en veranderen. Dat kost tijd, dat kan nog wel dertig jaar duren.

Kortom, vrij vertaald kwam zijn redenering erop neer, dat het tempo en de richting van de verandering in Zuid-Afrika in handen liggen en moeten blijven van de blanke minderheid. De eisen en verlangens van de zwarte oppositie tellen in die visie amper mee.

De politieke stellingname van opeenvolgende kabinetten, ook die waarin de PvdA deelnam, was er een van dialoog of kritische dialoog met het minderheidsbewind. Een dialoog met of een fundamentele erkenning van de rechten van de zwarte meerderheid en haar beVrijdingsbeweging be stond amper. Ook minister Van de Broek voert een dialoogpolitiek door hem een tweesporenbeleid genoemd. In gesprek blijven met Pretoria, wel wat druk uitoefenen en verzet afschepen met wat humanitaire projekten.

Als het over sankties gaat, zegt hij neen. Maar de redenering die hij volgt is nog erger. Voor het eerst in zeker 15 jaar stelt een minister, dat investeringen juist goed zijn, omdat ze leiden tot een versterking van de emancipatie van de zwarte arbeiders. Tegelijkertijd is er een sterke fixatie in het nieuws en in de reakties van westerse regeringen op het toenemende geweld in Zuid-Afrika. Opnieuw keert de minister, maar niet alleen hij, de werkelijkheid op zijn kop. Nu heet het, dat ontwikkelingen vreedzaam dienen te verlopen. De suggestie wordt gewekt, dat het geweld vanuit de onderdrukten plaatsvindt, waarbij achteloos de geweldstruktuur van het apartheidsbewind wordt genegeerd. Nog één stap verder in die redenering is dan, dat het ANC het geweld genereert en dus niet gesteund mag worden. Daarmee wordt een beeld opgeroepen van een horde zwarten die op hun kans wachten, om en masse de blanken af te slachten en de zee in te drijven.

In de. diskussie over de toekomst van Zuid-Afrika deed minister Van den Broek begin september het elementaire demokratische principe van "one man - one vote" af als niet realistisch. Men kan dan ook slechts de opmerking van UDF-leider Zac Yacoob beamen, toen hij in diezelfde periode in Nederland was en de uitspraken hoorde van

Van den Broek: "In Zuid-Afrika zeggen wij, dat zo'n man er racistische ideeën op nahoudt."

De bovengenoemde manier van reageren van een minister is allerminst beperkt tot de rechterkant van Nederland. Ook uit andere hoek wordt de Zuid-Afrikaanse oppositie overspoeld met adviezen, zogenaamde redelijk heid. Een paar voorbeelden: in de Volkskrant wees Janny Groen op

"de irrationele factor in het verzet" en voorspelde Bob Groen bij een machtsovername van de zwarte meerderheid "een bloedige chaos, waarvan de huidige onlusten al zo een afschuwelijk voorspel vormen." Brugsma trachtte het in de Haagse Post nog beeldender te zeggen: "Als de dam breekt, zal tenminste een deel van de blanke bevolking zich opmaken voor de laatste beet van de stervende rat. Of het daaruit resulterende bloedbad, waarschijnlijker hog de bloedbaden, in iemands belang zijn blank of zwart - lijkt mij sterk de vraag... Niet uit sympathie voor de blanken, maar voor de zwarten moet men zich niet lancer buigen over

(8)

de rechten van de zwarte meerderheid, maar over een nieuw vraagstuk:

de resterende rechten van de blanke minderheid."

Wat een kronkelwegen, paternalisme, kortzichtigheid en onjuistheden.

Is het kolonialisme teruggekeerd? In Nederland is men trots op het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook gewapend verzet bestond en werd geroemd. Een film over het leven van het meisje met het rode haar werd populair. Als het verzet in Zuid-Afrika besluit om zich ook te

bewapenen, heet het chaos en geweld en wordt het niet toegestaan.

Als dominee Huting het in voorzichtige bewoordingen opneemt voor het gewapende verzet, rolt half Nederland over hem heen en wordt er zelfs over gepraat, hem uit zijn hoge kerkelijke funktie te zetten.

We kennen die opmerkingen uit de tijd dat het om Indonesië ging.

Dat was nog niet toe aan de bevrijding en onafhankelijkheid. Daar mocht het volk zich niet gewapend bevrijden. Wel uiteraard mocht Nederland, pal na de Tweede Wereldoorlog, militair ingrijpen. En nu moet het verzet in Zuid-Afrika zich gedeisd houden. Maar zo ligt de situatie niet. In een interview zei ANC-president Tambo hierover: "De witte mensen zijn heel erg geTndoctrineerd. Het idee dat zwarten minder zijn,

heeft zich-ir hun hoofden vastgezet. Daarom is het nu zo moeilijk voor leiders als Botha. Ze staan voor het enorme probleem, hoe ze die hersenspoeling van hun eigen mensen ongedaan moeten maken. Nu pas ont dekken ze, dat de apartheid een tragische blunder is. Hoe kunnen we

al die mensen die in die blunder geloven, ooit weer normale menselijke wezens worden? Want dat zijn ze natuurlijk niet. Normale menselijke wezens kunnen zich met dit systeem nooit inlaten. Dat is niet makkelijk

voor ze. Daarom zijn ze gedwongen, om zich te verzetten tegen de grote veranderingen die naar hun zeggen nodig zijn, vanwege de enorme druk die de mensen die nog in apartheid geloven, op hen uitoefenen.

Maar de slachtoffers van apartheid zullen niet zeggen: 0, we begrijpen het, we zullen het kalm aan doen. Die mensen hebben nu eenmaal geleerd ons als minderwaardige wezens te zien, dus moeten we maar geduld met ze hebben. De slachtoffers van het systeem willen niet langer wachten, hun geduld is op."

Met de verscherping van de situatie in Zuid-Afrika zal het onder huidse racisme dat een rol speelt in sommige reacties in het westen steeds meer aan de oppervlakte komen en worden uitgesponnen.

Het gevaar is overduidelijk aanwezig, dat dat zal bijdragen aan racistische denkbeelden in Nederland. De noodzaak om in deze situatie te komen tot een hechte samenwerking tussen zwarte en witte mensen in de strijd tegen apartheid en racisme dringt zich steeds meer op.

Binnen de Anti-Apartheids Beweging drong het besef dat het racisme in eigen land niet langer buiten beschouwing kon blijven slechts lang zaam door. Het feit dat men in het solidariteitswerk steeds vaker werd geconfronteerd met racisme, via de pro-apartheidslobby, maar ook bij' het voorlichtingswerk op scholen, leidde in eerste instantie niet tot de konklusie dat racisme hier en steun aan de apartheid daar onlos makelijk verbonden zijn. De opstelling was eigenlijk pragmatisch.

De diskussie over racisme hier kwam automatisch in de praktijk ter sprake. Leerlingen stelden meteen de vraag: en hoe staan wij er hier voor; Welke zijn de verschillen tussen apartheid, het in de wet vast-

(9)

gelegde racisme met geweld gehandhaafd, en het racisme hier. Waar zijn er overeenkomsten? Wat is de rol van koloniale tradities en beeld

vorming; hoe werkt dat nog steeds door in Nederland? Waarom is er racisme in Nederland? Pragmatisch was ook de verhouding met de migrantenorgani saties en de anti-racisme groeperingen. Meer een kwestie van elkaar adhesie geven, af en toe een spreker op elkaars manifestatie of de aan wezigheid tonen met een informatie-standje. Tegelijkertijd begon de witte anti-racisme beweging zich echter wel in toenemende mate met akties tegen Zuid-Afrika bezig te houden.

Toen de Anti-Apartheids Beweging nu ongeveer een jaar geleden het plan opvatte om een seminar te beleggen over de samenhang tussen apartheid en racisme was de invalshoek nog erg academisch. Als was het een studie objekt. Zoals bijvoorbeeld het onderzoeken van dé overeenkomsten tussen de apartheidsideologie en het racisme van extreem rechts. Met name door de aanwezigheid van zwarte organisaties in de voorbereidingsgroep middels

"Black People in Holland against Apartheid (BPHAA)" verschoof de vraag stelling naar minder academische terreinen. In de voorbereidingsgroep moesten veel wederzijds wantrouwen en verschillen van inzicht over

wonnen worden. Veel opmerkingen kwamen op tafel als: je kunt het racisme niet beperken tot extreem rechts. Het verschil in ervaringen en beleving van bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog en de verzetstraditie waarnaar de Zuid-Afrika groepen vaak teruggrijpen en de ervaringen van mensen die uit een koloniale periode stammen. Witten kijken al jaren op eenzelfde manier naar de samenleving en het luisteren naar nieuwe zwarte gezichts punten valt ze daarom moeilijk. Huiver bij organisaties; ja, we kunnen wel samenwerken, maar welke zijn de konsekwenties voor onze werkzaam heden. Zijn de anti-apartheidsorganisaties niet erg ontoegankelijk voor de zwarten. Kortom, veel diskussies, vaak moeizaam en langdurig. Veel verschillen in optiek blijven bestaan. Veel van de vragen, van de ver schillen ook komen ongetwijfeld vandaag terug in de centrale inleidingen en de werkgroepen. Daarom hebben we voor een bescheiden doelstelling gekozen, namelijk kennismaking van anti-apartheidsgroepen, anti-racisme komitees en migrantenorganisaties, met als inzet de coalitie voor be strijding van racisme en apartheid te versterken.

Van belang is, welke waren de ervaringen tot nu toe, waarbij het op merkelijk is dat juist op plaatselijk nivo de samenwerking vaak het verst is. Bescheidenheid in doelstellingen betekent niet, dat het om onbelangrijke bedoelingen gaat. Het is voor het eerst, dat we met een dergelijk samengesteld gezelschap onderling praten en dat we vandaag de eerste stap kunnen zetten naar een brede coalitie, waarin witte en zwarte mensen gelijkelijk kunnen participeren.. We proberen vandaag een basis te leggen, niet via resoluties, maar via een intensieve kennismaking.

9

(10)

INLEIDING

ABDUL MINTY

TOESPRAAK VAN ABDUL MINTY OP HET SEMINAR 25-1-1986 APARTHEID EN RACISME IN NEDERLAND EN ZUID-AFRIKA

IK dank jullie dat jullie mij voor deze konferentie hebben uitge nodigd, en ik hoop dat jullie mij vergeven dat ik spreek in de

taal van de belangrijkste koloniale mogendheid, en niet in die van de eerste koloniale overheerser van Zuid-Afrika. Het is niet eenvoudig om slachtoffer van multi-kolonialisme te zijn.

Enkele punten om het inhoudelijke gedeelte van deze diskussie te beginnen. Allereerst dit: het onderlinge verband tussen het

probleem van de Zuidafrikaanse Apartheid en het heersende en zelfs toenemende racisme in de Westeuropese landen is onderwerp van ge weldig belang. Het verwekt heftige emoties, konflikten en span ningen tussen mensen die anders juist dezelfde doelstellingen hebben. En o.a. doordat het onderwerp zo emotioneel beladen is, wordt de diskussie door veel mensen aan weerszijden van de kleurgrens maar vermeden.

Het V.N.-seminar van vorig jaar heeft nagegaan in hoeverre de strijd tegen de Apartheiid bemoeilijkt wordt door het racisme in het Westen. Ik begrijp dat jullie seminar hier nog verder gaat:

het probeert niet alleen het verband te zoeken tussen Apartheid in Zuid-Afrika en het racisme in het Westen, maar het onderzoekt ook op welke manier we de krachten kunnen bundelen om één en het zelfde kwaad op twee fronten te bestrijden..En in de ogen van sommige blanken moet de vraag misschien niet luiden hoe, maar óf dit wel kan. Anders gezegd: het eerste probleem is hoTde mens die het racisme in Europa bestrijden (en helaas zijn dat voor namelijk de slachtoffers van dat racisme, de zwarten) tegelijker tijd de Apartheid kunnen bestrijden. En de keerzijde: hoe kunnen die mensen in het Westen die de Apartheid bestrijden (en dat zijn helaas voornamelijk blanken) tegelijkertijd iets bestrijden dat ver weg is en zich bezig houden met binnenlands racisme. Alleen al de realiteit dat het bestrijden van racisme in de Westerse landen grotendeels neerkomt op zwarten in die landen, terwijl grote groepen blanken 'verweg' lijken te bestrijden, maakt het probleem duidelijk.

Hoe bereiken we zo'n gemeenschappelijk engagement? Sommigen menen zelfs dat de betrekkelijk grote Anti-Apartheidsbewegingen zich rechtstreeks met het racisme in eigen land bezig moeten houden, en niet alleen met .de Apartheid, die ver weg is en daardoor ge makkelijk te bestrijden.

Dit vooropgesteld: de stelling dat je eerst in eigen huis orde op zaken moet stellen voordat je je met Apartheid in het buitenland

bemoeit is moreel sterk en bijna onweerlegbaar. En die mensen die dat zo stellen, dus dat we eerst ons eigen racisme aan moet en pakken voordat we anderen bestrijden, ontdekken soms met een schok dat het Apartheidsregiem in Pretoria dezelfde stelling verkondigt. Zij het natuurlijk om andere redenen.En dat illus-

(11)

treert het gevaar van deze redenering, want de konsekwentie zou zijn dat we alle kampanjes tegen de Apartheid maar moeten laten varen, en ons konsentreren op het racisme in eigen land.

Om dan in die strijd tegen het racisme in eigen land w.s. geen geweldige resultaten te behalen.En de vraag moet ook nog gesteld worden of de mensen die ervaring opgedaan hebben in het Anti

Apartheidswerk wel de aangewezen mensen zijn om de Anti-racistische striid in eigen land te leiden. Want daarbij is een ander soort deskundigheid en ervaring vereist, en als we die twee zaken kom bineren lopen we het risico dat we de binnenlandse problemen nog

ingewikkelder maken, of zelfs de kwesties door elkaar halen.

Mijn standpunt is misschien niet geliefd, maar zoals jullie nerken ben ik er geen voorstander van dat Anti-Apartheidsbewe gingen hun huidige rol wijzigen en de strijd tegen het racisme in eigen land tot hun hoofdverantwoordelijkheid gaan maken. De mensen aan de zwarte zijde voelen zich daar misschien niet prettig bij, maar tegelijkertijd moeten de mensen aan de blanke zijde wel heel goed begrijpen dat de Anti-Apartheidsbewegingen wel degelijk meer gevoel voor dit vraagstuk moeten ontwikkelen. En hun solida riteit met Zuid-Afrika moet hen niet tot arrogante veronderstelling brengen dat ze op het thuisfront geen bijdrage hoeven te leveren.

En misschien nog ernstiger: zij moeten zorgvuldig nagaan of ze bewust of onbewust misschien ook een beetje medeverantwoordelijk

zijn voor het in stand houden van het Nederlandse racisme.

Ik praat openhartig over dingen die zeer, zeer gevoelig liggen omdat het zo belangrijk is dat we elkaar begrijpen. Maar tegelijker tijd moeten deze ernstiger problemen ons er niet toe brangen dat we over de kleurgrens heen met elkaar gaan ruziën op een gepolari

seerde manier die voor geen van beide partijen konkrete resultaten oplevert.

Ik wil heel duidelijk maken dat mijn ervaring vooral die is van een Zuidafrikaan die Zuid-Afrika in 1958 verlaten heeft, en die al van af 1959, toen velen van jullie nog niet geboren waren, bij de Britse Anti Apartheidsbeweging heeft gewerkt. Dus mijn ervaring bestaat uit

in het Westen aan de Zuidafrikaanse kwestie Werken, vooral in Groot Brittannië, maar ook in andere westerse landen. En uiteraard heb ik daarbij ook persoonlijke racistische ervaringen in het Westen opge daan. Ik ben niet hierheen gekomen om jullie te vertellen wat jullie moeten doen, maar net als op de vliegvelden in heel Europa ben ik

ook op jullie vliegveld mede op grond van mijn huidskleur aange houden. Het lijdt geen twijfel dat je in westerse landen op vlieg velden een probleem vormt als je een donkere huid hebt. Dan heb je visa of papieren enz. nodig om te bewijzen dat je normaal bent.Er wordt uitgegaan van de veronderstelling dat je er niet thuishoort.

' 1Een

voorbeeld is ook dat ik in mijn functie van sekretaris van de Anti-Apartheidsbeweging gekozen ben door een ledenbestand van

3000 tot 5000 Britse mensen. Ik word dus verondersteld een van hun woordvoerders tezijn. En toch gebeurt het van tijd tot tijd, als

ik een verklaring moet afleggen, dat progressieve Britse pers mensen die oprecht tegen de Apartheid gekant zijn me vertellen:

(12)

"Maar, Abdul we kunnen jou niet citeren, dat staat niet goed.

kuhnen we geen Engelse naam vermelden? Want als we zeggen Abdul Minty, dan zeggen ze die praat voor zijn eigen straatje".

En dan moet je dus schizofreen worden. Treed je op voor de Britse Anti-Apartheidsbeweging of treed je op als zwarte Zuidafrikaan, wat is je identiteit, wat is je rol?

En dan krabbel je terug, je neemt een blanke naam, je geeft de citaten, want je vindt het belangrijker om dat voordeel te behalen dan om met je hoofd tegen de muur te bonken en daarbij dat voordeel voor je mensen te verspelen.

Een ander voorbeeld. In de jaren zestig werden in Zimbabwe mensen terechtgesteld en we voerden in Engeland een kampanje.

Het gelukte niet om op de televisie te komen met een zwarte Zimbabwaan, het gelukte niet met een woordvoerder van de Anti-Apartheidsbeweging zoals ik, maar het gelukte wel met Judy Todd. Judy Todd was aantrekke lijk, ze was een vrouw, haar vader was minister-president van Rhodesië geweest, en voor de Britse media was dat in orde. Wat moet je dan doen:

als je Judy Todd niet gebruikt worden mensen ter dood gebracht, als je haar wel gebruikt help je deze vorm van racisme in stand te houden We hadden geen twijfel wat we moesten doen, want we vonden dat we die persoonlijke vernedering moesten slikken terwille van het grotere belang. Zo wennen iíwensen zich aan om zoiets als normaal te aksepteren, en ze vergeten welke prijs zwarte mensen moeten betalen voor die werkelijkheid, de historische werkelijkheid waarin zij moeten leven.

Dan wil ik nu het probleem Zuid-Afrika aanroeren. Mijn eerste punt is, dat het van groot belang is dat Apartheid geen istelsel van rassenschei ding is. Het is in wezen een doktrine van blanke heerschappij en raciale overheersing. Toch blijft men in het Westen veelal over rassen scheiding spreken, of anders gebruikt men modewoorden als struktureel racisme, geinstitutionaliseerd racisme. De sociologen hebben ons nieuwe vokabulaire gegeven om de dingen niet bij de naam te noemen. Het beeld dat bestaatis,dat het allemaal een kwestie is van diskriminatie en van macht van blanken en van blanken die niet naast zwarten willen zitten heeft dit tot gevolg: zodra de blanken wél naast sommige zwarten gaan zitten, of ze zelfs toelaten in het bestuur van de Bantoestans e.d., zeggen de mensen:"Hee, er is een hervorming. Er zitten nu Indiërs en kleurlingen in het parlement. Er is een hervorming". En dan is het moeilijk voor de mensen in het Westen om niet te gaan geloven dat er misschien iets aan het gebeuren is. En al die problemen ontstaan door de manier waarop je het vraagstuk definieert. Dus is het van groot belang om tot de kern door te dringen en te zeggen: we hebben te maken met een uitgebreid systeem van blanke macht, dat in stand gehouden wordt om de meerderheid van Afrikanen, Indiërs, en kleur lingen uit te buiten en te onderdrukken. En dat is een systeem, een uitgebreid systeem.

Het is duidelijk, dat fascistische organisaties in het Westen hun belangrijkste inspiratie putten uit Zuid-Afrika, wat een soort Mekka voor ze is. Dus als ie Zuid-Afrika en het Apartheidssysteem verwoest, dan verliezen zij hun geestelijk tehuis. Daaruit blijkt, dat de strijd tegen racisme en fascisme één is.

(13)

13

Van veel groter belang voor het Anti-Apartheidswerk nu en in de toe komst is het om Je heersende benadering in veel landen te-onderkennen.

:ien vereenzelvigt zich namelijk meer met het blanke regime en de blanke Zuid-Afrikaanse gemeenschap dan met de onderdrukte Afrikanen.

In sommige situaties zullen zeker grote aantallen mensen zeggen:

"Wat verschrikkelijk wat ze met die zwarten doen." Maar als de gewapende strijd of de toekomst van Zuid-Afrika ter sprake komt, zeggen ze:

"Wat zal er met de blanken gebeuren?" Zulke reakties wortelen in de kultuur en het waardenstelsel van de westerse samenleving en komen na tuurlijk ook voor in Anti-Apartheidsbewegingen voorzover Anti-Apart heidsbewegingen de bevolking weerspiegelen.

buebestaande beelden en stereotypen zijn allemaal raciale beelden die per definitie tegenstrijdig zijn. Enerzijds bestaat er bijvoorbeeld een beeld, zowel in Zuid-Afrika als in het Westen, dat zwarten lui zijn.

Dat gevoel is wijdverbreid, al is het niet meer in de mode om het hard op te zeggen. Zwarten zijn lui, maar anderzijds hoort het in Engeland ook tot de normale kultuur, dat een man tegen zijn vrouw zegt: "Ik heb verdomme gewerkt als een zwarte!" Er bestaan dus twee beelden van zwarten, lui en toch harde werkers. Zo leven er belangrijke koncepties in de hoofden van de mensen, waar de media en de politieke machthebbers voortdurend op inspelen ter wille van hun eigen politieke belangen.

Deze onderliggende historisch gegroeide gevoelens moeten we onderzoeken.

En dat wordt door het werken aan Zuid-Afrika niet zozeer rechtstreeks bedreigd, maar vorige week bijvoorbeeld was ik op een driedaagse konfe rentie over Zuid-Afrika in Noorwegen, en in twee zinnen aan het eind heb ik daar gezegd: "Als de blanken gaan sterven, zullen jullie meer steun aan de blanken gaan geven in plaats van aan ons." En ik heb ook gezegd: "Hoe zit het met de manier waarop jullie in Noorwegen de Pakis tani's behandelen, daar hebben we het niet over gehad." Toen kwam er een prominente en zeer aktieve Anti-Apartheidsfiguur op me af en die zei:

"Je hebt te lang gesproken en er teveel bij gehaald, en dat punt van het racisme had je er buiten moeten laten." Nu was dat een waarneming die precies klopte, want die mensen die we daar bij elkaar hadden als een verenigd front tegen Noorse tankers die Zuid-Afrika aan olie helpen,

die eenheid houdt geen stand, als je over racisme in Noorwegen gaat praten, dat is waar. Die vaststelling klopt. En dat betekent dus, dat we soms de kwestie wel noemen, maar er niet echt de strijd over aanbinden, want we moeten nu eenmaal suksessen behalen en niet alleen maar gelijk hebben.

We kunnen dit probleem beter begrijpen, als we de bewering onderzoeken van het regime in Pretoria, dat het de christelijke westerse beschaving in Afrika vertegenwoordigt. Het lijdt geen twijfel, dat het minderheids regimè zichzelf beschouwt als een westerse christelijke voorpost.

En de blanken daar stammen inderdaad uit Europa. De Zuid-Afrikaanse Apartheid kan inderdaad beschouwd worden als van de westerse wereld.

Zuid-Afrika is aan de ene kant enorm afhankelijk van West-Europa en Noord Amerika. Aan de andere kant blijft de Apartheid een overblijfsel van de koloniale periode: in plaats dat de overheerste bevolking echte zelfbe schikking kreeg, werd ze geknecht, terwijl Groot-Brittannië een valse onafhankelijkheid schonk aan het blanke Zuid-Afrika in 1910.

Ik ben nu in Amsterdam, het stamland van de Zuid-Afrikaanse kolonialisten.

(14)

Dus ik zou verbaasd zijn, als ik hier door de straten zou lopen zonder enige uiting van racisme tegen te komen, dat zou een aangenaam historisch wonder zijn. Met andere woorden: we kunnen Zuid-Afrika als produkt van deze wereld niet isoleren. Op een ander nivo: wanneer je heel de wereld beziet, en je vraagt een schoolkind om een grens te trekken tussen de wereld van de armen en de wereld van de rijken, dan is er niet veel kennis en ervaring nodig om vast te stellen, dat die grens van de armoede samen valt met de grens van de rassen.

Nu, veertig jaar na de oorlog, moeten speciaal wij zwarten in de wereld ons realiseren, dat onze mensen ook in die oorlog betrokken zijn geweest.

Zoals president Kaoenda bijvoorbeeld in herinnering bracht op de Gemene best konferentie in Singapore in 1970: er zijn Zambianen gesneuveld en begraven in Singapore nog voordat zij Zambianen werden: ze waren Noord Rhodesiërs toen. Of de Karibiërs die in Europa gevochten hebben, in de Britse strijdkrachten en elders. Die hebben gevochten om het racisme de

kop in te drukken dat door de wrekers in Neurenberg bestempeld is als

"een misdaad tegen de mensheid". Zeer weinig woorden, maar voor ons zeer belangrijk. Racisme is een misdaad tegen de mensheid!

In zekere zin mag Indië dan vrij zijn, mag Azië vrij zijn, mag het grootste deel van Afrika vrij zijn, maar geestelijk zijn we allemaal nog geknecht zolang we een donkere huid hebben, en dat is de vernede ring die in Zuid-Afrika bij voortduring plaatsvindt. Daarom is het ook volkomen reëel, dat zwarten in westerse landen trots zijn op hun eigen nationale leiders, maar ook op het leiderschap van Nelson Mandela of anderen, want ook wij willen de rug recht en het hoofd hoog kunnen houden.

Wat we hier ook in moeten betrekken, is dat er in het Anti-Apartheids

werk miljoenen situaties zijn waarin wij, en nu praat ik als Zuid-Afrikaan, waarin wij zwarte Zuid-Afrikanen worden voorgesteld als zielige slacht offers. Wij zijn een soort lijdelijke instrumenten. De ene keer is dat bijvoorbeeld het idee van: "Wij hebben hulp en steun nodig" (en natuurlijk hebben we dat nodig), maar er bestaat ook het idee, bijvoorbeeld in de benadering van veel westerse organisaties, zelfs vorige week in Noorwegen na de konferentie op de radio: "Als wij, de westerse landen, hen niet steunen, dan zal het Oosten het doen." Dus wij zijn objekten. En dat zijn mensen die daar goed kirk mee denken te doen. Omdat ze geloven, dat dat in goede aard zal vallen bij hun eigen volk. Dus de toon van de diskussie wordt bepaald door die sfeer, of door die werkelijkheid, en de mensen die er op inspelen, helpen dat in stand houden. En, afhankelijk van de situatie, zeggen we dan: "Maar kijk eens, wij zijn toch geen robots!

En als wij bereid zijn ons leven te geven voor de vrijheid, zou het dan misschien niet mogelijk zijn dat we die vrijheid ook niet zo gemakkelijk prijsgeven?"

Zo komen we op andere problemen, en ik wil iets zeggen ter illustratie.

In de jaren zeventig ben ik dikwijls bij vergaderingen van de Wereldraad van Kerken gehaald, misschien omwille van mijn zonden. Dat was heel moeilijk, praten over investeringen terugtrekken gold daar als een vies woord. Investeringen gold als een mooi woord, want die leverden deviezen op, en hogere lonen, en deden prachtige dingen voor zwarten. In zo'n sfeer zetten ze je, en dan denk je: "In wat voor wereld ben ik terecht-

(15)

gekomen, is dit echt, of is dit een Alice-in-Wonderland-situatie?"

En zo heb ik in Genève uren doorgebracht met eminente theologen. Als een geboren moslim, die door deze vergaderingen meer over het christendom te weten kwam. Het onderwerp van de diskussie, en wie het niet gelooft, die kan het in de notulen nakijken, was "de theologie van het anti

racisme". Met andere woorden: er was een fase in de Wereldraad van Kerken dat ze wilden bespreken, of er -en theologische basis was om het racisme te bestrijden. Dat was een legitiem onderwerp, en de Zuid-Afrikaanse kerkleider Buthelezi (niet de Bantoestan-leider) moest met dokumenten komen. De linkerzijde in Europa werd enigszins gefascineerd door de zwar te theologie, net als door de bevrijdings-theologie, die ook in de mode is. Blanken in Europa die niet rechtstreeks voor dingen willen vechten, en het dan nodig hebben om ergens anders te vechten, om dan thuis te kunnen komen met de mededeling dat er een basis is. Met andere woorden:

over de hoofden heen van de arme slachtoffers, die de zwaksten in de machtsstruktuur zijn.

Ik kon die blanke theologische diskussies niet begrijpen, en ik herinner me, dat ik op het eind heel deemoedig mijn hand opstak: "Mag ik miscchien

iets zeggen? Ik ben geen christen, maar..." "0 ja, ja, ja!" Want dat verschijnsel bestaat, dat je een zwarte nooit het spreken moet beletten, al dat schuldgevoel...! En ik zei: "Kijkt u eens, mag ik iets zeggen, u bespreekt al die blanke theologie en zo, maar weet u, ik kan me vr gissen, maar ik denk dat als Jesus Christus hier liep, u hem niet zou herkennen." En of er een bom gevallen was, alles werd stil, en ik wilde me onder de tafel verstoppen, want ik voelde... En toen kwam er een tachtigjarige bisschop, tenminste hij zag er oud uit, en die zei:

"Wat onze moslim-vriend gezegd heeft" (nu was ik moslim geworden),

"is verschrikkelijk, en hij heeft gelijk. En christenen deze waarheid voorhouden, is een verschrikkelijke zaak voor ons!"

Dus dat was één krisis. Maar nog zo'n krisis: ik heb veel van die verga deiringen bijgewoond waar het over desinvestering ging, en daar zijn dan mensen bij uit Duitsland, Italië, België, zelfs Thailand, christenen uit Indië, uit Latijns-Amerika, allemaal bijeen op de vergadering van de Wereldraad van Kerken, om te praten over het terugtrekken van inves teringen. En ik was daar waarnemer, dus ik moest iets aan mijn verslag doen, terwijl ik naar de diskussie luisterde en ineens maakte ik een

lijstje: welke christenen op theologische gronden tegen het terugtrekken van investeringen waren en welke er vóór waren. En plotseling zie ik:

de Indische christenen, de Sri Lankese christenen, de Thaise christenen, de Filippijnse christenen, de Venezolaanse christenen, de Zambiaanse christenen - geen theologische problemen. Maar de Britse christenen, de Duitse christenen, zelfs de Nederlandse christenen hadden problemen.

Sommigen zeiden: "Wij hebben die niet, maar onze gelovigen hebben ze.

U begrijpt, het ligt niet aan ons." Dus toen zei ik: "Dat is merkwaardig, lezen die dan andere bijbels?" Want het was tenslotte bedoeld als een theologische diskussie. En toen werd tot mijn vreugde het probleem opge

lost, doordat de zwarte christenen uit de Verenigde Staten zeiden:

"Hee, mensen, jlllie hebben ons lange tijd geknecht, en in het christen dom bestaat er zoiets als schadevergoeding." (Dat is niet het christe

lijke woord, het christelijke woord is vergelding.) "Maar, hoe zit het met al die slavernij, wanneer betalen jullie ons; De kerk plus jullie

(16)

gemeente, wij willen dat jullie nu over de brug komen!" En die krisis liep erop uit, dat de Wereldraad van Kerken het Zuid-Afrika-programma aannam. Het was een heel moeilijk probleem. En toen begrepen we, hoe merkwaardig het is dat christelijke theologische problemen zo rechtstreeks verband houden met het pond, de dollar, de mark, enzovoort.

We moeten ons realiseren wat voor vormen dat aanneemt, ook in de diskussie over sankties. Als de geschiedenis geschreven wordt, zal er geen duide lijker voorbeeld te vinden zijn van dit steevast arrogante racisme in het Westen dan die herhaalde beweringen van westerse profiteurs en westerse regeringen, dat zij beter dan de Afrikanen zelf weten wat in hun belang is. En nog belangrijker: dat zij er aanspraak op maken, het welzijn van de Afrikanen meer ter harte te nemen dan de Afrikanen zelf. Ik bedoel die voortdurende beweringen, dat sankties de zwarten het hardtst zouden tref fen, zo niet de zwarten in Zuid-Afrika dan wel de zwarten in de front lijnstaten. En ze zorgen er zelfs voor, dat ze de frontlijnstaten tref fen, want dat versterkt hun betoog. Wat gebeurt er op het ogenblik met Lesotho, en die passiviteit van de westerse landen? Zelfs die goede Noordeuropese en Nederlandse regeringen, toen we dat zagen gebeuren, heeft niet een ervan iets ondernomen in de Verenigde Naties, om zelfs maar een luchtbrug op te zetten voor'Lesotho. Want wat ze eigenlijk zeg gen, is: "Jullie moeten leren leven met de werkelijkheid in de regio, en geen konfrontatie met Zuid-Afrika aangaan." Of, zoals mevrouw

Thatcher het tegen Moegabe gezegd moet hebben: "Als jullie je in je keel snijden', kom mij dan niet om verband vragen." Met andere woorden:

"Als jullie zeggen dat jullie sankties willen, en Zuid-Afrika slaat jullie hard, verwacht dan geen steun van ons," Dus heeft Zuid-Afrika de laatste weken meer zelfvertrouwe»n gekregen, en is het een soort Israël in zijn regio geworden. Het gelooft, dat het dat allemaal kan doen.

En kijk eens wat er gebeurt, alleen al tussen Kerstmis en nu, Botswana binnengevallen, door Swaziland heen, nu Lesotho.

Dat is één probleem. Een tweede probleem is, dat de gewapende strijd een groot probleem vormt voor de blanken. En ook voor de Anti-Apartheid Bewegingen, want je moet de mensen op je hand houden. Want, zoals ik elders ook gezegd heb, en ook toen stortte de hemel bijna in toen ik het zei, de westerse wereld is eraan gewend dat in Zuid-Afrika al het moorden gebeurt door de blanken, om blanke belangen te dienen, en bijna al het sterven door zwarten. Dat is normaal. Als je op de radio hoort, dat er

in Zuid-Afrika twintig mensen vermoord zijn, dan neemt iedereen aan, dat dat zwarten waren. Alleen als er een blanke om het leven komt, is dat nieuws van een andere soort, want het andere is de normale situatie.

Even normaal als een liefdadigheidsinzameling voor arme Afrikaanse slacht offers die eten moeten hebben. En natúirlijk zijn we arm in Afrika, en ,e hèbben hongersnood, mensen hèbben inderdaad eten nodig, dus er is een soort werkelijkheid, maar dat houdt zulke situaties in stand.

Dus, hoe nu verder? Ik meen, dat Fons al het probleem genoemd heeft van het racisme in andere uitingsvormen. Bijvoorbeeld dat uw minister van Buitenlandse Zaken na een bezoek aan Zuid-Afrika ik geloof voor het eerst in twintig jaar in het parlement met dit wonderlijke idee komt, dat er in Zuid-Afrika om een of andere reden geen algemeen kiesrecht mogelijk

is. Dan vragen wij: "Wat heeft dit nog te betekenen? Geen demokratie, - m

(17)

terwijl Europa zegt, dat dat zoiets geweldigs is, enzovoort? Het heeft zelfs de NAVO, en dat allemaal om die demokratie te beschermen, heel wat bewapening om die demokratie te beschermen, en in Zuid-Afrika mogen wij dat niet hebben? Vertelt hij ons werkelijk, in 1985 (want 100 jaar geleden kon hij dat wèl doen), jij, bruine Indiër, of jij, gemengbloedige kleur ling, of jij, zwarte, jij krijgt maar gedeeltelijke mensenrechten, want jij bent niet geschikt?" Want dat is in wezen wat hij zegt, en hij zegt het niet, omdat hij een racist is, hij zegt het omdat we op het ogenblik in Zuid-Afrika aan de grens staan van de overdracht van de macht. Kijk naar de luchtverbindingen, de zakenmensen nemen de route naar Loesaka, en niet naar Pretoria. Zij bezoeken het ANC, daar ligt de toekomst, en niet meer in Pretoria. Dus we hebben het nu over de machtssituatie in Zuid-Afrika, en daarom bekennen ze nu kleur: je moet de blanken bescher men en een overgang hebben.

Als wat ik nu gezegd heb, opgaat voor de algemene situatie, en dat hoef ik niet uit te leggen, dan is het ook waar dat het racisme in Zuid Afrika versterkt wordt door banden met het Westen op het gebied van ekonomie, sport, kultuur. Als je investeringen in Zuid-Afrika hebt, dan bescherm je de Apartheid en weerspiegel je hun propaganda, als je poli tieke solidariteit met ze hebt, dan bevorder je dat ook.

Ten slotte dan, mijn niet zo vrolijke voorspelling is, dat naarmate de strijd in Zuid-Afrika zich ontwikkelt - en we hebben het nu over de gevestigde belangen die tot uitdrukking komen in raciale uitbuiting naarmate die strijd zich ontwikkelt en er meer blanken omkomen, zullen zich in het Westen zeer machtige belangen gaan roeren die om te beginnen gaan roepen: we kunnen ons dat geweld niet veroorloven. Zuid-Afrika heeft.

niet alleen veel wapens, het heeft een atoommacht, vecht niet met Zuid Afrika, Zuid-Afrika is gevaarlijk wild, en het zal overal Beiroets schep pen. En veel mensen in Europa zullen dan zeggen: "Ach ja, we moeten niet zoveel doden maken." Ik bedoel: nobele gevoelens, geen geweld veroorzaken.

Daar zullen ze op spelen.

Ze zullen er ook op spelen, dat als in Zuid-Afrika het geweld toeneemt als gevolg van de gewapende strijd, het overloop-effekt erg groot zal zijn. Met andere woorden: het kan een konflikt worden tussen de wereld mogendheden, en zeker een regionaal konflikt, als Zuid-Afrika andere staten aanvalt.

Dan zul je ook merken, bij demonstraties en dergelijke in de westerse landen, dat het racisme dikwijls in zoverre een wisselwerking heeft, dat de zwarten die demonstreren sneller slachtoffers van de politie worden.

Voor een deel verklaart dat het groeiende racisme. En als dat racisme toeneemt en het konflikt in Zuid-Afrika wordt ook heftiger, dan kun je doen wat je wilt om het racisme in eigen land te bestrijden, maar dan zul je die polarisatie niet kunnen voorkomen. Waar ik naar toe wil, is dat je een boel geld en energie kunt steken in de bestrijding van het racisme

in eigen land, maar als er in Zuid-Afrika bloedbaden zijn, zullen de zwarten zich emotioneel identificeren, en zo schep je uitbarstingen in de steden in het Westen. Dus als het om geen andere reden was, dan moesten we alleen al terwille van de goede relatie tussen de bevolkingsgroepen

in het Westen vaststellen, dat het geen goede verzekeringspolis is om

17

(18)

banden met de Apartheid te hebben. En als dat binnenlands als waar is, dan zeker internationaal. In een wereld waar, en misschien is dat jammer, veel meer mensen met donkere huid wonen dan blanken. Ik weet niet. of ze blank zijn, misschien bleek, maar in elk geval, die mensen die zichzelf graag Tank noemen, daarv-a-nzjn er maar heel weinig op de wereld.

En in een wereld die zó gevuld is met donkerhuidige mensen is het buiten gewoon gevaarlijk, om een beeld op te roepen van racistische solidariteit met de machthebbers van de wereld van gisteren.

En dan het grootste probleem. We moeten inventariseren waar we zijn.

We moeten beseffen, dat elk standpunt dat we innemen en elke daad die we stellen gevolgen hebben. We moeten beseffen, dat we werken in een werke lijkheid die we niet zelf gebouwd hebben, ze behoort tot de historische werkelijkheid die we erven. En dus moeten wij, zowel in de Anti-Apartheid

fronten als in de anti-racistische fronten die werkelijkheid onderkennen en beslissen hoe we onze tijd en energie inzetten, om die gemeenschappe

lijke strijd te winnen. Dat is niet eenvoudig, maar als je meent dat dat moeilijk is, stel je dan eens de moeilijkheden voor die organisaties als

het ANC hebben in het hartland van het racisme, en toch komen ze er door heen met een volkomen zuivere niet-racistische staat van dienst.

Het gemakkelijkste om morgen in Zuid-Afrika te zeggen - en stel je eens voor, dat elke dag je kinderen in koelen bloede worden afgemaakt - het gemakkelijkste om te zeggen is: 'Maak hun kinderen ook af!" En in elk blank hùis zijn er zwarten, het zou heel gemakkelijk zijn. En toch, met enorme discipline en zelfopoffering wordt dat vermeden. En als dat geen indruk maakt, denk dan aan onafhankelijk Afrika en Azië, in niet één land bestaat er enig aspekt van racisme. Een van de tragedies is zelfs, dat in derde-wereldlanden blanken nog steeds rondlopen alsof ze machtiger zijn, want z- dragen die macht in de kleur van hun huid. Die is ngg steeds het

uniform van de macht in de wereld. In Zimbabwe wordt de Hitler van Zimbabwe, lan Smith, niet alleen voor de rechter gebleept, hij mag nog steeds in het parlement zijn racistische propaganda van gisteren ver spreiden. Stel je voor wat voor prijs de bevolking van Zimbabwe betaalt, waar enkele honderdduizenden mensen zijn omgekomen.

En dat niet, omdat we willen vergeten en vergeven. Maar omdat we niet kunnen vergeten, maar wel ons best doen om te vergeven. Want de andere weg zou niet in ons gemeenschappelijk belang zijn. Dus de problemen lig

gen heel gevoelig; ze vereisen zorgvuldigheid, rijpheid, alle zelf

beheersing en takt die we op beide terreinen op kunnen brengen. Het moe, ons niet zo vergaan, dat we de juiste dingen proberen te doen, de logische dingen proberen te doen, en dan intussen de domme dingen doen, want dat

zou een bijdrage zijn aan een gemeenschappelijke ramp.

Als konklusie wil ik deze gedachte bij jullie achterlaten, en ik hoop dat jullie me begrijpen, speciaal de blanken, dat op dezelfde manier als

in Zimbabwe en in andere Zimbabwes in Afrika het de Afrikanen zijn die op hebben moeten treden als de bewakers van de blanken. Met andere woor den: de zwarten hebben de blanken geholpen tegen zichzelf. In Zuid-Afrika

hebben de blanken zichzelf gevangengezet door onze mensen gevangen te zetten en tralies om ons heen te bouwen en door landela gevangen te zetten Het bevrijdingsproces houdt niet alleen je bevrijding als Afrikaan in.

Het is ook: de blanke bevrijden van zichzelf. Zo moeten we de uitdaging

(19)

voor de zwarte bevolking in Europa meten, en dat is een heel moeilijke veel voudige verantwoordelijkheid om in Europa op je te nemen. Want ze zijn zwak, ze hebben geen hulpmiddelen, ze staan geîsoleerd, ze worden zelf aangepakt, ze zijn onzeker. En dan van hen verwachten, dat ze ook de voor hoede nemen in de strijd tegen de Apartheid is wel veel gevraagd, als deze

groepen zich nog geen eigen positie verworven hebben in sommige Europese landen.

Dus laten we als Anti-Apartheid Bewegingen niet met de vinger gaan wijzen naar Afrikanen en andere zwarten in Europa, en dan zeggen: "Zij hebben hetzelfde probleem, maar ze doen niet mee aan Anti-Apartheid betogingen!"

Zij lopen veel meer het risiko, dat ze zich isoleren, en de mate waarin zij mee kunnen doen aan Anti-Apartheid aktiviteiten hangt ook af van de mate van zelfvertrouwen die ze in onze maatschappij kunnen hebben.

Maar het omgekeerde is ook waar. In Engeland gingen er in de jaren zestig en zeventig duizenden mensen de straat op uit protest tegen de rugby toernees. In Wales kwamen er 10.000 mijnwerkers de straat op en werden door de politie afgeranseld, die demonstraties in Engeland verhinderde.

Toen nam het Britse parlement als die racistische wetten aan, en toen kwamen er Indiërs, Pakistani, West-Indiërs naar me toe en die zeiden tegen me: "Jullie Anti-Apartheid werk is heel belangrijk, want als we dat op de televisie zien, geeft het ons het gevoel dat er ook nog blanken zijn

die aan onze kant staan. Want die blanke mensen steunen onze strijd niet.' Dus als zwarten proberen we eigenlijk zoveel mogelijk blanken naar ons toe te halen in deze strijd, omdat we ook aan zwarten duidelijk moeten maken, dat er blanken zijn die opstaan en vechten. Maar laten we die

blanken dan niet voor onmogelijke keuzen gaan stellen, die zij in hun konkrete situatie niet kunnen aanvaarden. Want anders is het enige dat wc bereiken , dat ze verloren gaan voor de strijd tegen Apartheid, zonder dat ze voor de strijd op het binnenlands front gewonnen worden.

Ik denk, dat ik nu het probleem wel belicht heb, en ook de enorme moei lijkheden die hier rijzen, maar tegelijkertijd ben ik verheugd, dat jullie dit initiatief genomen hebben. Bij mijn weten is dit het eerste

seminar van dit soort, waar dan ook in de Anti-Apartheidsbewegingen, dat dit probleem rechtstreeks aanpakt. Velen proberen het op andere manieren in de hand te houden. Maar ook wil ik een beroep op iedereen doen, om zelfbeheersing te tonen. Ik bedoel niet, dat we niet openhartig moeten zijn, want als we tegen elkaar liegen, komen we nergens; dus laat de dingen duidelijk worden. Maar wel moeten we ervoor zorgen, dat dit hier een realistische en bescheiden eerste stap tot gevolg heeft.

Voordat we samen kunnen oprukken, moeten we leren in de maat met elkaar te lppen en elkaar niet te hinderen, want de vijand is vèrenigd en machtig, en wij moeten met die eerste stappen beginnen.

19

(20)

VERSLAG

WERKGROEP 1

"De geschiedenis van de beeldvorming in Nederland over Zuid-Afrika"

inleider: Henk te Velde (Geschiedeniswinkel Groningen) voorzitter: Gino Huiskes

notulist: Klaas Gert Lugtenborg

INLEIDING HENK TE VELDE

Zuid-Afrika had nooit erg in de Nederlandse belangstelling gestaan.

Nadat de Britten in 1806 de Nederlandse Kaapkolonie in bezit genomen hadden, was Nederland nauwelijks meer geTnteresseerd in dat ver weg ge legen gebied. Zelfs toen mensen van Nederlandse afkomst, de 'Afrika ners" of 'Boeren', het Zuidafrikaanse binnenland introkken en de on afhankelijke staten Transvaal en Oranje Vrijstaat stichttem, kwam er in Nederland nauwelijks reactie.

Pas toen in 1881 de Transvalers met succes in opstand kwamen tegen een aanvankelijk gelukte Britse annexatiepoging, werd Nederland enthou siast. De eensgezindheid van de Nederlanders was verbluffend. De pro testanten roerden zich misschien het meest (Kuyper!), maar ook veel liberalen en zelfs katholieken en socialisten namen het voor de Boeren op. De nu nog bestaande Nederlands Zuidafrikaanse Vereniging (NVAV) werd opgericht. Het Nederlands nationalisme biedt de verklaring voor deze geestdrift. De Nederlanders projecteerden al hun onvervulde en onvervulbare wensdromen op de jongste loot van de 'Nederlandse Stam', de negentiende-eeuwse Geuzen en oudtestamentische helden in Zuid-Afri ka. De houding van de Boeren tegenover de zwarte Zuidafrikaanse bevol king, die vóór 1880 vooral in zendingskringen nog wel eens werd be kritiseerd, werd nu geslikt, goedgepraat of zelfs als heilzaam voor gesteld.

De sympathie voor de Boeren bereikte z'n hoogtepunt in de Boerenoor log (1899-1902), de oorlog waarin de Britten de Boerenrepublieken de finitief onderwierpen. Werkelijk heel Nederland tekende petities, hield meetings en zong strijdliederen; er werden zelfd plannen be raamd om Britse schepen te boycotten. Zelfs de socialisten verklaar den zich pro-Boer; ze hadden weinig aandacht voor het extreme racisme van de Boeren. De jaren na de Boerenoorlog tot ongeveer 1930 werden gekenmerkt door een dramatische afname van de belangstelling en door nostalgie over de verloren oorlog. Zuid-Afrika hield echter een zeke re bekoring, getuige onder meer de tot op de dag van vandaag voortdu rende populariteit van de boeken van L. Penning (1854-1927), die ove rigens volstaan met ongelooflijke vooroordelen over zwarte mensen.

Onder het vaandel 'stamverwantschap' bleven bepaalde groepen sterk in Zuid-Afrika geïnteresseerd. Vooral literatoren en academici hielden het contact tot ver na de tweede wereldoorlog warm, onder andere via het in 1951 gesloten Culturele Verdrag.

Ondertussen had de tweede wereldoorlog wel verwijdering gebracht. De sympathie van de nationalistische Afrikaners voor de nazi's schoot

zelfs de Zuid-Afrika-fans in het verkeerde keelgat. Bovendien had de

20

(21)

21

idee van stamverwantschap niet meer zo'n aantrekkingskracht in een tijd, dat Nederland meer dacht over Atlantisch Bondgenootschap en IJzeren Gordijn dan over Tromp en De Ruyter. Nadat in 1948 de Apart heid werd ingevoerd kwam er in Nederland dan ook meer en meer kri tiek. De verdedigers van de Boeren voerden als verzachtehde omstan digheid aan, dat Zuid-Afrika voorpost van blanke beschaving in donker Afrika was en dachten aan de positie van Zuid-Afrika als anticommu nistisch bolwerk. De critici stelden zich echter, vooral vanaf de jaren zestig, steeds krachtiger teweer tegen de Apartheid. Ook zij waren, zeker aanvankelijk, niet vrij van racisme. In hun commentaren klonk vaak door, dat de zwarte bevolking nog niet rijp was voor poli tieke invloed, maar eerst opgevoed diende te worden. De Nederlandse strijd tegen Apartheid ondervindt nog steeds veel hinder van verhuld of onverhuld racisme. Het racisme in Nederland is ongetwijfeld één van de factoren, die de passieve houding van de Nederlandse regering tegenover Zuid-Afrika verklaren.

VERSLAG DISKUSSIE

Dit verslag is zeker geen chronologische weergave van het verloop van de bijeenkomst. Getracht is, de belangrijkste thema's samen te vatten en te ordenen. De inleiding van Henk te Velde wierp weliswaar een aanzienlijk aantal informatieve vragen en aanvullende opmerkin gen op, de discussie concentreerde zich evenwel voornamelijk op de actualiteit: hoe zit het met die beeldvorming op dit moment. Daar binnen stond met name de anti-apartheidsbeweging zélf ter discussie.

Draagt de anti-apartheidsbeweging bij aan een verandering van de beeldvorming, of verstrerkt ze die op sommige momenten juist?

Uit de inleiding werd duielijk hoezeer de mening van het nederland se publiek over Zuid-Afrika is ingegeven door de historische banden met het land. Een reeks van even veelzeggende als stuitende voorbeel den van witte superioriteit passeerde de revue. Lag aan die beeld vorming vóór de Tweede Wereldoorlog met name de op een nationalisti sche leest geschoeide Boerensympathie ten grondslag, nadien zijn met name economische belangen en anti-communisme een sterke rol gaan spe len. Dat wil echter niet zeggen, dat het witte superioriteitsgevoel op zichzelf is veranderd of afgenomen. Integendeel. Geconcludeerd werd dat Nederland zeker geen uitgezonderde positie inneemt binnen de westerse wereld. Weliswaar kan gesteld worden, dat de afkeuring van het apartheidssysteem groeiende is, maar dat betekent niet, dat daarmee het racisme ook afneemt. De witte superioriteit wordt hoog stens in wat 'fatsoenlijker' termen gegoten.

In de reproductie van het beeld dat de witte Nederlander van dezwarte Zuid-Afrikaan heeft, spelen de media een grote rol. Zo zie je op het NOS-journaal een toename van beelden die conflicten tussen zwarten tonen. Eén en ander wordt gebracht als waren het bloedige stammen twisten. De werkelijke oorzaken van het geweld - de verdeeldheid die door de apartheid gezaaid wordt - blijven buiten beschouwing. De vraag of dit niet de enige beelden zijn die door de zuidafrikaanse perscensuur vrijgegeven worden, werd met een cruciale opmerking ge pareerd: natuurlijk zijn er wel andere beelden te verkrijgen, maar

(22)

het hangt er maar van af waarnaar je op zoek bent.

Het gaat erom de juiste informatie te zoeken en te geven. Daartoe zou door de anti-apartheidsbeweging een beter media-beleid ontwikkeld moe ten worden. Daartoe moeten echter niet alleen het NOS-journaal of de Telegraaf bekritiseerd worden, evengoed dient nagegaan te worden in hoeverre de eigen beweging op de goede manier haar ideeën uiteenzet.

Als Nederland dan zo vergeven is van racistische noties moet de vraag ook gesteld worden of binnen de anti-apartheidsbeweging - aab is een

hoofdzakelijk witte organisatie - invloeden daarvan doorwerken.

Op een tweetal punten werd het seminar bekritiseerd: de organisatie en de reader.

Aanvankelijk lag het in de bedoeling een seminar te organiseren dat zich meer toespitste op het maken van een vergelijking tussen extreem rechts in Nederland en apartheid in Zuid-Afrika. Door zwarte mensen

(die daarnaast nauwelijks bij betrokken werden) en de Geschiedeniswin kel werd hierop kritiek geleverd: het thema zou op deze wijze verhul

lend werken ten aanzien van het racisme, dat veel structureler in de samenleving, dus ook binnen links, aanwezig is. Juist het witte karak ter van de aab zou op het seminar ter discussie moeten staan.

Typerend voor het gebrek aan samenwerking met zwarte mensen en organi saties en het impliciete racisme in de beweging zelf is, dat de in de reader gemaakte fouten niet waargenomen zijn. De voorbeelden die tij dens de bijeenkomst gegeven werden liegen er niet op. Zo heeft de af beelding op pag.6 van de reader onbedoeld een tegengesteld effect: de zwartë wordt weer als 'slachtoffer' uitgebeeld, hetgeen in zekere zin een bijdrage levert aan juist een negatieve beeldvorming over zwarten.

ANC-scholen in de frontlijnstaten benadrukken daarentegen bijvoor beeld juist de strijdbaarheid van de zwarte bevolking en hun eigen cultuur in hun materiaal. Gesteld werd dat dergelijke illustraties (en de bijbehorende artikelen) niet per definitie ondersteunend wer ken in de strijd tegen apartheid. Met name om'die reden zou een eer der in dit verslag voorgesteld mediabeleid van de a.a.b. ook moeten neerkomen op een betete screening van de eigen producties: zeker bij

het schrijven en het controleren van artikelen zouden meer zwarte men sen betrokken moeten worden. Tegelijkertijd zou een dergelijk mediabe leid samen met zwarte- en migrantenorganisaties vorm moeten krijgen.

De constatering dat ook witte anti-apartheidsactivisten(s) beTnvloed zijn door een dominante racistische ideologie mag echter niet beteke nen, dat strijd vervangen wordt door bezinning. Dat laatste is zeer belangrijk, maar het mag de ondersteuning van het ANC niet in de weq

staan. En ook ten aanzien van de eigen beweging kunnen concrete stap pen ondernomen worden. Niet in de laatste plaats door de contacten met zwarte organisaties en die van migranten te verbeteren. Daarnaast

dient men zich bewust te zijn van het gevaar dat seminars als deze niet gelegimiteerd worden door alleen maar zwarte mensen uit te nodi gen.

22

(23)

VERSLAG

WERKGROEP 2

INLEIDING ODA DE GRAAF

Hoewel er veel gebeurt in het onderwijs op het terrein van anti-racisme, ontbreekt meestal een systematische en strukturele aanpak. Waar het om gaat, is dat anti-racisme tot een zaak van de hele school wordt gemaakt:

de school moet stelling nemen en een standpunt uitdragen waaraan ook konsekwenties worden verbonden. De school als instelling heeft een eigen verantwoordelijkheid. Anti-racisme en anti-apartheidsprojekten komen onvoldoende tot hun recht, als deze geen gevolgen hebben voor de dage lijkse schoolpraktijk. De school zal op z'n minst antwoord moeten geven op de vraag hoe ze denkt te reageren op openlijke, bedoelde vormen van racisme. Maar ook moet ze laten zien, welke antwoorden ze heeft op de meer verborgen of misschien onbedoelde vormen daarvan.

Onder een anti-racistisch schoolbeleid wordt verstaan: de wijze waar op een bepaalde school haar invloed en mogelijkheden aanwendt om ethische vooroordelen en diskriminatie te onderkennen, te bestrijden en te voorkomen, ook waar het gaat om haar eigen funktioneren. Dat betekent niet alleen aandacht voor racisme hier, maar ook voor wat er buiten Nederland gebeurt. Vanuit deze definitie zijn er drie ter reinen te onderscheiden bij het bestrijden van racisme op school, te weten: het terrein van de leerplannen, het terrein van de opstelling van leerkrachten, schoolleiding en ondersteunend personeel en het terrein van te nemen beleidsmaatregelen. Op elk der terreinen worden enkele voorbeelden genoemd.

1. Het terrein van de leerplannen

Een anti-racistisch leerplan doet recht aan het gelijkwaardigheids beginsel en geeft alle leerlingen de kans om goed gebruik te maken van het onderwijs dat de school biedt. Naast het opzetten van anti racisme-projekten kunnen het doorlichten van gebruikt lesmateriaal, het ontwikkelen van multi-kulturele leermiddelen, het lesgeven in verschillende moedertalen enz. stappen in de goede richting zijn.

2. De opstelling van leerkrachten en andere betrokkenen

Het hele schoolteam moet zich bewust zijn van het bestaan en de effekten van racisme in de school. Een aantal voorbeelden hiervan:

hoe reageert men op racistische incidenten in en buiten de klas, ondersteuning docenten van de ervaringen van leerlingen uit et nische groepen, stilstaan bij eigen vooronderstellingen of vooringe nomenheid, de samenstelling van het team enz.

3. Het beleidsniveau

Een belangrijke eerste stap op dit terrein kan zijn het aannemen van een intentie-verklaring waarin bijvoorbeeld staat, dat de school zich veroordelend uitspreekt tegen racisme en diskriminatie. Zo'n verklaring kan de basis vormen voor een verder te ontwikkelen beleid

(24)

en het is mogelijk er een beroep op te doen in voorkomende gevallen (bijv. bij aanname van personeel, konflikten met leerlingen enz.).

Een volgende stap die de school dan kan nemen, is het opstellen van leefregels (schoolreglement).

VERSLAG DISKUSSIE

'Onderwijs'

inleider : Oda de Graaf (Anne Frank Stichting) voorzitter: Dirk de Hoog

notulist : Marianne Boogaard

Er blijken verschillende benaderingen mogelijk om op school iets te doen aan anti-racisme:

1. Racistische opmerkingen/gedragingen moeten altijd worden afge straft; bovendien moet er een gesprek over zulk gedrag plaatsvin den.

2. Een positieve/persoonlijke benadering gaat ervan uit dat het be langrijk is om plezier aan elkaars kulturen te beleven.

3. Het onderwijs moet ingaan op de strukturele kanten van racisme:

a. Het onderwijs moet zo worden ingericht, dat er echt sprake is van gelijke kansen voor iedereen.

b. De machtsverhoudingen in de (Nederlandse) maatschappij moeten ter diskussie staan.

Natuurlijk zal er bijna altijd sprake zijn van een wisselwerking/com binatie van de drie genoemde benaderingen. Niet iedereen ziet overi

ens iets in: (1) "Praten met racisten helpt toch niet." of in 2) Je hebt niets aan een projekt pottenkijken. Als mensen geTnteres seerd waren in elkaars kultuur dan zou er geen racisme bestaan in Nederland."

Een tweede punt van diskussie is: het lijkt eenvoudiger om in de klas een projekt te organiseren over apartheid (in Zuid-Afrika), dan om anti-racistisch onderwijs te geven. Bij een projekt over apartheid

kan de leerkracht zich verschuilen achter informatie-overdracht, en ligt de scheiding tussen goed ,en kwaad duidelijk. Anti-racisme kan niet alleen in de vorm van een projekt plaatsvinden, maar moet een integraal onderdeel van het hele onderwijs zijn/worden. Daarbij speelt de situatie in Nederland en je eigen positie daarin een veel belangrijker rol. De uiteindelijke konklusie van de diskussie hier over luidt: wil je een goed anti-apartheidsprojekt organiseren, dan is het ook nodig, om aan te sluiten bij de ervaringen van je leerlin gen. Dat betekent dat je dus tegelijkertijd het racisme in Nederland aan de kaak moet stellen. Zo ben je bezig met zowel overdracht van informatie/kennis, als met de eigen houding van de leerlingen (en je zelf). Er kwamen twee voorbeelden van projekten naar voren.

Het projekt dat werd uitgevoerd op en basisschool in Leiderdorp had

24

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door fiscale maatregelen en een over- zichtelijke basisverzekering (zie hieronder) zou ik de 'pijn' voor deze groepen nave- nant willen verzachten. Toch ontkomt de

Als woordvoerder van Afrika is Zuid-Afrika’s positie allerminst vanzelfsprekend, maar als bruggenhoofd voor het Afrikaanse continent heeft het land onmis- kenbaar

Electoraal onderzoek heeft de laatste jaren een vaste plek veroverd in de Nederland- se politiek. Niet alleen de grote politieke partijen doen onderzoek, ook GroenLinks

Er zijn ongetwijfeld mensen die soberder kunnen eten, er zou ook veel gewonnen worden als geen voedsel meer bederft (nu circa 1 0-30%) of niet meer gedumpt

In het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid wordt gesteld: 'De banden met de Antillen en Aruba worden voortgezet, maar in overleg met hen op een

De Vaste Kamercommissie heeft haar wens voor handhaving van het eerder genomen besluit neergelegd in een zogenoemde „Commissie-motie", die uiteraard met algemene stemmen

70 Zo lwidt de uit de argumenten van beide partijen in het conflict getrokken conclusie van Robert F. Lamberg, 'Redaktionelle Notizen', Ostprobleme, 15 nov. In het

Het lijkt reeel om daarmee niet te wachten tot het allerlaatste woord gezegd is, de goedkeuring van de nieuwe grond- wet door de huidige racistische parlementen