• No results found

Oorzaken en Gevolgen in de Kaapse Geschiedenis ten Tijde van de Compagnie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Oorzaken en Gevolgen in de Kaapse Geschiedenis ten Tijde van de Compagnie."

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

156

Oorzaken en G evolgen in de Kaapse G eschiedenis ten Tijde van de Compagnie.

Deur Prof. dr. H. SMITSKAMP.

'J ’EGEN wil en dank, tegen alle b ew u ste op zet in, als ongew ild resultaat van een beleid, w aaraan geheel andere m otieven ten gron d slag lagen, is uit de geringe volksplanting een zelfstan d ige, leven s- krachtige natie gegroeid.

„S tichter tegen wil en d a n k ” : zo is J a n van Riebeeck d o o r zijn b io g ra a f g e ty p e e rd . Uit zijn w erk aan de K aap is iets v o lk o m e n a n d e rs v oortg ek o m en , dan hij, in o v ereenstem m ing m et zijn la s tg e v e rs , met de vestiging van de nederzettin g had bedoeld. De kolonie w e rd een v a d e r- land, de h erb erg een tehuis.

W a n n e e r we, bij de herdenking van de m an die a a n het begin s t a a t van deze ontw ikkeling, o ns opnieuw verdiepen in de lo tg ev allen v a n de N ed erlan d se stam in Zuid-Afrika, blijkt dezelfde k a r a k te ris tie k , die van de stichter w erd gegeven, ook voor de stichting b r u ik b a a r . T e g e n wil en dank, tegen alle b e w u s te opzet in, als ongew ild r e s u lta a t v a n een beleid, w a a r a a n geheel a n d e re motieven ten g r o n d s la g lagen, is uit de geringe v o lk sp lan tin g een zelfstandige, levenskrachtige natie g e g ro e id .

Hoe weining s to o rt de g a n g der geschiedenis zich v a a k a a n m ense- lijke bedoelingen! T u s s e n hun oognierk en de d a a d w e r k e lijk e uitkom st kan de discrep an tie zo g ro o t zijn, d a t zelfs a c h te ra f een s lu iten d e c a u sale v erklaring onm ogelijk is. Men spreekt dan van kleine o o r z a k e n en g ro te gevolgen, van toevallige o m stan d ig h ed en , of, op H e g e lia a n se tra n t, v a n de

„List der V ern u n ft” , die d w a rs d o o r de d aden van k o rtz ic h tig e mensen heen de loop van het g eb eu ren bepaalt. Laten w e o n s liever houden a an de oude Hollandse sinspreuk, d oor de Bijbel in g eg ev en , d a t de m ens wikt, m a a r G od beschikt.

W el zeer duidelijk blijkt d a t uit de geschiedenis v a n de n e d e rz e ttin g tijdens de eerste an d e rh a lv e eeuw van h a a r b e s ta a n . De M ist heeft het

provided by Koers (E-Journal)

(2)

terstond na afloop van die periode, in zijn memorie van 1802, reeds voortreffelijk onder w oorden g e b ra c h t: „Den C aab sch en Uithoek, dan oorspronkelijk alleen tot eene v erverschingsplaats bestemd, is, bij toeval, ongevoelig en misschien tegen den wensch, m a a r zeker tegen de g e d a c h - ten der eerste oprichters, in eene aanzienlijke lan d b o u w en d e Colonie veranderd.” 1)

Bij enkele bekende, maar altijd w eer g e d e n k w a a rd ig e m om enten van dit ongedacht verloop willen wij een ogenblik stilstaan.

Opmerkelijk is al terstond, d a t het in de eeuw, die de Nederlanders zag uitzwermen n aar drie werelddelen, nergens to t een blijvende volks- planting is gekomen dan aan de Z uidpunt van Afrika. De o orzaken van dit falen zijn bekend genoeg. De Com pagnie w a s nu eenmaal een han- delslichaam, dat zijn politiek regelde n a a r het doel, w a arto e het w as opgericht: het behalen van zo hoog mogelijke dividenden op korte ter- mijn. Daarom w as aan Coen’s kolonisatieplannen voor Indië geen uitvoering gegeven, w an t het monopoliestelsel had voor vrijburgers geen ruimte. Om de kosten had ook de W estindische C om pagnie de ontlui- kende nederzetting in Noord-Am erika laten verkommeren, zodat zij aan de Engelsen ten prooi viel, en Brazilië na een halfhartige poging opge- geven.

Zo zijn kansen gemist, die nim mer terugkeerden. Wij kunnen het achteraf betreuren, m a a r een billijk oordeel moet o o k de keerzij van de medaille in acht nemen. Dat E ngeland in Noord-Am erika wél succes heeft g eh ad met de volksplanting, had ten dele een minder fraaie oor- z aak: een kerkelijk régime, dat dissenters tot em igratie dreef, kende de Republiek der Verenigde Nederlanden niet.

Een „verzuim d Zuid-Afrika” is het niet gew orden, m aar ook d a t is w a a rlijk niet te danken gew eest a a n het inzicht, d a t er voor Nederlandse v olkskracht een toekom st lag a a n de Kaap. Al w a t tot dit welslagen heeft m eegew erkt, is uit geheel an d ere motieven verricht.

Van Riebeeck zelf heeft al spoedig ingezien, dat het verversing- station om economisch rendabel te zijn kolonisten nodig had. Zo weinig dacht hij daarbij a a n „sta m b e la n g e n ,”— m ag men d a t trouwens van een 17de-eeuwer v e rw a c h te n ? — , dat hij de oplossing aanvankelijk zocht in de invoer van „eene menigte Chinezen of andere laboreuse menschen of huisgezinnen.” 2) T o e n Heren XVII zijn denkbeeld overnanien, en be-

1) Zie J. P. van der Merwe. D ie K aap onder die B a ta a fse Republiek. 1803­

1806 (1926), bis. 78v.

2) D agboek 29 April 1652.

(3)

sloten w a s tot kolo nisatie op zeer bescheiden schaal, niet d o o r uitheemse, m a a r d oor H ollandse v rijb u rg e rs, heeft van Riebeeck zeer ju ist bezeft, op welke v o o r w a a r d e er alleen k a n s van slag en b e s to n d : men m o e st de mensen v o o r ja re n lan g bin d en a a n de g ro n d , w a n t slechts d a n zouden zij wellicht „in ettertijd heel v a n Hollant afw e n n e n ende enem ael van dese plaetse h a a r v a d e r la n t m ogen m a eck en .” 3) Een met het o o g op de to ek o m stig e on tw ik k elin g g e z o n d e g edachte, m a a r die w einig stro o k te met de bedoeling van de H oge Regering, welke eigenlijk nooit is a f g e s ta p t van de eerste opzet, „een b e k n o p te residentie aen de C a a p te h o u d e n .” 4) W a t ech ter Van Riebeeck deze ra a d ingaf, w a s w e d e ro m in de v o o rn a a m s te p la a ts de z o rg v o o r de continui'teit in de v o e d s e lv o o rz ie n in g ten b a te vail de p a s s e re n d e In d ië-v aard ers, en niet de b eg eerte, a a n de K aap een nieuw N ederland te doen verrijzen. Zijn eigen verblijf a l d a a r b etekende voor hemzelf tro u w e n s ook niet m eer dan een liefst zo kort mogelijke s tag e, om in Indië to t h o g e r a m b te n op te kliminen. Hij heeft zijn w erk p lic h tsg e tro u w en g o e d g ed a a n , h a d er o o k h a r t voor, m a a r hij w a s nu e en m aal een m an van de tw eede of d e rd e g e n e ra tie van kolonisators. Noch hij, noch zijn superieuren leefden m eer m et dezelfde bew u sth eid uit de innige s a m e n g a n g van h a n d e lsg e e st, v a d e rla n d slie fd e en religie, die de besten van het eerste geslacht, een de M o ucheron, een J. P. Coen g e k e n m e rk t had, kooplui van g r o o t fo rm a a t, m a a r wier diepste a a n d rift gelegen h a d in de begeerte, de m a c h t van het G em en e- best te v e rgroten, o m d a t zij dit b e sc h o u w d e n als een v e rk o re n in stru m en t to t de strijd v oor G ods eer. Geheel afw ezig is die g e z in d h e id o o k bij de lateren niet, m a a r men o n tk o m t niet aan de indruk, d a t zij dan m eer een za a k van traditie dan van bezieling is g e w o rd e n , n o g wel op de a c h te r- g ro n d w e rk z a a m , m a a r niet meer de prim aire b e w e e g k r a c h t. W a n n e e r van Riebeeck in zijn „ N a d e r C o n sid e ra tie ” van 1651 s p re e k t van „de v o o rtp la n tin g e on zer g ereform eerde Christelijcke relig ie” 5) als een der te v erw ach ten v ruchten van een vestiging aan de K aap, heeft hij d a t ongetw ijfeld o p re c h t gem eend, m a a r de v r a a g is g e w e ttig d , of w e hier alleen te m ak en hebben met een a r g u m e n t te m eer, d a n wel met het overheersend inotief. Het materieel b e la n g is g a a n o v e r w e g e n als prik- kel van de o n d e rn e m in g slu st, en de geestelijke w inst, de g o d s d ie n s tig e zo goed als de nationale, krijg t het k a r a k te r van een to ev allig e b ate, op de ,,koop” toe v erw orven.

3) E. C. Godée M olsbergen. D e stich ter van H ollan d s Z uid-A frika, Jan van R ieb eeck (1912), biz. 109.

4) t.a.p.. biz. 159.

5) t.a.p., biz. 220.

(4)

159

Ik denk in dit verband in het bijzonder aan een v ra a g stu k , d a t voor de toekomst van Zuid-Afrika, met het o o g op de w a a rb o rg in g van het Nederlands karakter der samenleving, van het allergrootste gew icht is geweest, nl. de zorg voor de moedertaal. Het zou een miskenning van het onderscheid der tijden zijn, indien men in dit opzicht de C om pagnie een verwijt maakte van het ontbreken van een d o elb ew u st op nationale overwegingen gebaseerd beleid. Zelfs al hadden deze Iaatsten h aar politiek in het algemeen bepaald,— hetgeen niet het geval is— , dan nog zou zij uit dien hoofde aan de taalkw estie vermoedelijk weinig a a n d a c h t hebben geschonken. In de 17de eeuw vorm de taalgem eenschap ten hoogste een secundair kenmerk van nationaliteit; p as in de 19de, de eeuw van het nationalisme, is zij g a a n gelden als een natie-scheppende factor bij uitstek. Over het geheel w e rd trouw ens in vroeger tijd aan het n a tio ­ nale op zichzelf nog niet de absolute w a a r d e toegekend, die het la ter heeft verkregen. Als het er op aa n k w a m , trokken andere banden sterker dan die van het behoren tot één volk.

M aar ook hier kunnen we weer het m e rk w a a rd ig e verschijnsel con- stateren dat m aatregelen, om andere redenen genomen, onbedoeld het gevolg hebben g eh ad van de b e w a rin g van de Nederlandse cultuur aan de Kaap. W aaro m kreeg van Riebeeck van de G ouverneur-G eneraal van Goens de instructie, in het verkeer met de uit de Oost geïm porteerde slaven geen P o rtu g ees te spreken, m a a r uitsluitend de moedertaal te gebruiken? 6) D a a ra a n lag toch wel vóór alles de w ens ten grondslag, om adm inistratie en handel de inoeilijkheid te besparen, die men in Indie niet had kunnen vermijden, nl. dat in de o m g a n g met de inheemsen veelal het vreemde P o rtu g ees to t voertaal diende. Uit practische overwegingen w as een linguistisch hom ogene bevolking wenselijk. Terwijl men tegen bloedmenging, in de vorm van huwelijken tussen Com pagnies-dienaren met vrije, gekerstende Indische vrouw en geen b e z w a a r m aakte, w a s men voor taalm en g in g op zijn hoede.

D at daarbij ook andere dan alleen adm inistratieve redenen in het spel kwamen, bleek bij de inkomst van Hugenoten en W aldensen op het einde van de eeuw. Toen dreigde het gevaar, niet van verdwijning of verbastering van het Hollands, m a a r van tweetaligheid. De nieuwe nederzetters vormden immers een belangrijk percentage van de blanke bevolking. Met hun taal zouden zij allicht ook hun nationale eigen- aardigheid hebben gehandhaafd. En hoe groot de zuigkracht van de Franse beschaving, juist in die tijd, op de Nederlandse gew eest is, is be-

6) t.a.p., biz. 103.

(5)

160

kend gen o eg . O pnieuw w e rd toen van h o g e r h a n d in g e g re p e n , m a a r ook nu w eer zo'nder d a t er sp ra k e w a s van b e w u s te b e s c h e rm in g der v a d e r - landse cultuur, al k w am het r e s u lta a t d a a r wel op neer.

C o m p a g n ie en kerk hebben beide, en met volledig succes, de assim i- latie van de vreem delingen te r h an d genom en. De eerste, d o o r hen o n d e r de oude in gezetenen versp reid te doen w o n en , en d o o r de s c h o o lm e e ste rs op te d rag en , „die kinderen van fransche o u d e rs g e b o o r e n v o o r alle de N ederduijtsche tale te doen leeren lezen en v e rsta e n , om d o o r d a t middel onze natie te ineer te w erden ingelijft.” 7) De m a a tre g e l en de m oti- vering doen m odern aan. M a a r w a t z a t er a c h te r? W e weten het van G oev ern eu r van der Stel, die met de uitvoering van deze politiek b elast w as. Ook hij w enste de vluchtelingen „m et onzen la n d a a r d te verm en - g e n ,” doch met het doel, ,,dat d ’een van den a n d e re n t g u n t v a n ieders ken m s is m a g leeren— en soo d o e n d e den la n d b o u w b e te r v o o rt setten. 8) Als altijd g a a t ’t econom isch motief voorop! En onm iddellijk volgt d a a r o p het s ta a tk u n d ig : van der Stel w a s im m ers b e d u c h t, d a t deze Zuiderlingen, w a n n e e r men ze bijeen liet, een ro erig elem ent in de bevol- k ing zouden vormen, en b ovendien v reesd e hij, in deze tijd van de N e g e n - ja rig e oorlog, d a t bij een eventuele F ra n se aa n v a l het bloed zou g a a n spreken en op de tro u w van de v o o rm alig e o n d e rd a n e n van L odew ijk XIV niet o n v o o rw a a rd e lijk kon w o rd e n s t a a t g em aak t.

De kerk d a a r e n te g e n w e rd gedreven d oor de b e la n g e n van zielszorg en rechtzinnigheid. De k e r k r a a d van D rakesteijn zou, v e r tr o u w d e de classis A m sterdam w a a r o n d e r hij ressorteerde, „de m enschen van die natie in den o in m e g a n g lokken; der N ederduijtsche tale en schriftuurlijke wijse van de G o d g ele e rth e y t te behandelen a lle n g s k e n s meer g e w o o n m aken, en dus de t r a a g h e id en ijverloosheid van velen o m tr e n t den o p e n - b a a r e n G o d sd ie n st o v e rw in n e n .” 9) Z o d ra het m a a r e n ig sz in s doenlijk w a s, heeft zij ook a a n het prek en in het F ra n s om dezelfde reden een eind g e m a a k t, n i e tte g e n s ta a n d e in het m o ed erlan d zelf de F r a n s e diensten in de W a a l s e kerken ste e d s in z w a n g w a re n gebleven.

M a a r w a t, zuiver n atio n a a l-c u ltu ree l bezien, v o o ral op de credietzijde van de kerk m oet w o rd e n g eboekt, is dit: m eer dan enige a n d e r e binding, hetzij die van t a a l- of van v o lk sg em een sch ap , v o rm d e de b a n d a a n h a a r het stevigste f u n d a m e n t van eenheid, zow el tussen de n e d e rz e tte rs

7) B rief van de K am er van A m sterdam , 17 D ec. 1690, bij C. G raham B oth a.

D ie K aap se H u gen ote (1939), biz. 169.

8) t.a.p., biz. 170.

9) C. Spoelstra. B o u w sto ffen voor de g esch ied en is der N ed erd u itsch e-G ere- form esrd e K erken in Z uid-A frika, dl. II (1907), biz. 15.

(6)

onderling als tussen hen en het moederland. Lange tijd is immers de be- volking kerkelijk één geweest. In patria werd d a a r bij de uitzending van

„Coloniers” rekening mee gehouden. Zij konden alleen vertrekken met het getuigenis, dat zij w aren van de Gereformeerde religie, en m.n.

„papisten” werden zonder meer gew eerd. 10) De betekenis d a a rv a n kan niet licht overschat worden. Zo bleef immers het v erband g eh a n d h a a fd met de vaderlandse kerk, van welke men advies, leiding en predikanten ontving. Sterker nog dan in de aan dissenters rijke Republiek kon d a a r- door de Gereformeerde Kerk in de Kaapse m aatschappij het openbare leven onder haar beslag leggen. Meer wellicht dan enige andere instantie heeft zij er voor gezorgd, d a t Nederlandse zeden en gebruiken d a a r be- w aard bleven. M aar bovendien w as in die tijd, toen geloofsverw antschap nog vaak boven nationale verscheidenheid prevaleerd e, deze Hollands- georiënteerde kerkelijke gem eenschap in staat, een krachtig saam bindende factor te vormen voor de Z uidafrikaanse n atie-in-w ording, met h aar inkomelingen van verschillende volksaard. P a s toen de confessionele eenheid niet langer b e w a a rd kon blijven, w erd het nodig er op toe te zien, dat de nu opkomende kerkelijke tegenstellingen niet verscherpt zouden worden door onderscheid in nationaliteit. V a n d a a r de w ens van de gecombineerde kerkvergadering aan de Kaap, d a t uit het vaderland, indien onverhoopt de Luthersen toestem m ing mochten verkrijgen tot stichting van een eigen kerk, hun dan „geen Deen ofte buytenlandts praedikant, m aar een goed N ederlander gezonden w erdt, o p d a t dus de vreede tusschen ons ende de Broederen des te beeter m ag stan d t grijpen.” 11)

M aar opnieuw moet w orden v astg esteld : deze invloed van de kerk ter bevordering van het culturele en nationale leven w a s niet meer dan een onopzettelijk uitvloeisel van de vervulling van h a a r eigenlijke taak.

Van Riebeeck en zijn m annen zijn n a a r Zuid-Afrika g e g a a n om han- delsvoordeel te behalen, een overigens allerminst o n w a a r d ig motief. Zij hebben er, al kwamen ze d a a r niet voor, het Christendom en de Christe- lijke Nederlandse beschaving gebracht. De beoogde materiële w inst is van tijdelike a a rd geweest. Het geestelijk gewin heeft de eeuwen verduurd.

W onderlijk zijn inderdaad de w egen der Voorzienigheid!

10) P ieter van Dam. B eschrijvinge van de O ostindische Com pagnie, uitg. door Dr. F. W. Stapel, 2e Boek, dl. I l l (1939), biz. 502.

11) Spoelstra, a.w., dl. I, biz. 271 (18 April 1757).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 & M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

Parallel to the last project, we envisioned such a biaryl- functionalized core to be a promising candidate for developing the first bis-phosphine ligand based on

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden

ouders verklaren dit maar voor een deel. Ruim een kwart van de grond wordt van anderen dan de ouders gepacht. Landelijk is dit 40% evenals voor de 3 noordelijke provincies.

Die siening van die respondente betreffende die bourekenaar- standaard van die determinante wat die kommunikasie- volwassenheidsmodel van die bourekenaar vorm, het

Using the health outcome index, this study investigated the impacts of income inequality, levels of ethnic diversity and information and communication technology (ICT) development

Obesity-induced metabolic abnormalities have been associated with increased oxidative stress which may play an important role in the increased susceptibility to myocardial

Dit onderzoek heeft opgeleverd dat Oriëntals heel goed een warmwaterbehandeling bij 41°C kunnen verdragen mits de bollen gedurende 4 dagen bij 20°C worden bewaard voor en na de