• No results found

Werkstuk Maatschappijleer Politie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Werkstuk Maatschappijleer Politie"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Werkstuk Maatschappijleer Politie

Werkstuk door een scholier 3e klas vmbo

1376 woorden 16 jaar geleden

6,1

182 keer beoordeeld

Vak Maatschappijleer

Ik hou mijn werkstuk over de politie, omdat ik het een interessant onderwerp vindt en ik mensen ken die bij de politie zitten.

Mijn hoofdvraag is: wat doet de politie allemaal.

Dit is een interview met een politieagent.

Wat is je naam?

Mijn naam is [naam].

Hoe oud ben je?

Ik ben 28 jaar.

Hoelang zit je al bij de politie?

Ik zit al 10 jaar bij de politie.

Wou je je hele leven al bij de politie?

Ja, ik wou al mijn hele leven bij de politie.

Hoe ben je bij de politie gekomen?

Ik ben bij de politie gekomen door te solliciteren

Wat is je rang?

Mijn rang is hoofdagent. Ik ben hoofdagent sinds 3 jaar.

Wat voor soort wapens heb je?

Ik heb een korte wapenstok, pepperspray en een Walter P5., Dat is een 9millimeter.

Heb je je wapens altijd op zak als je aan het werk bent?

Ja, ik heb altijd mijn wapens op zak als ik aan het werk ben.

(2)

Wanneer mag je je wapen trekken?

Ik mag mijn wapen trekken wanneer het geweld propensoneel is (gelijk aan elkaar).

Ter zelfverdediging of ter bescherming van andere.

Of als het wettelijk is toegestaan.

Trek je regelmatig je wapen?

Het vuurwapen heb ik nog nooit getrokken.

De Korte wapenstok en Pepperspray gebruik ik regelmatig. Ik gebruik de korte wapenstok en pepperspray vooral om mee te dreigen.

Wat moet je allemaal doen om bij de politie te komen?

Je moet schriftelijk solliciteren.

Ook moet je Solliciteren of je een goede conditie hebt.

En je moet een VMBO/mavo diploma hebben.

Wat zit er allemaal in en op een politieauto?

Een hoop troep hahaha, mobilofoon, grote doos met pionnetjes, verkeerveiligheidsvestjes, bezem, warmhouddeken, dräge (alcoholcontroleapparaat), tuitjes per stuk verpakt voor dräge, goodwillberen, routeplannes, telefoon, zwaailamp, sirene, stratenboek,

GPS-navigatiesysteen, stopborden, extra schijnwerpers aan de voorkant en zijkant van de auto, 50 meter reddingstouw, gordelsnijder, Brandblusser, EHBO-kist, extra kist met gereedschap, krijt, kogelwerende vesten, bandengroefmeter, hondenband (soms een hondenvangstok), doktershandschoenen, papieren en plastic zakken, veiligheidshelm, digitale camera en zaklamp.

Ben je wel eens bang geweest?

Nee, niet echt er zijn wel eens angstige momenten wanneer er veel risico is. Bijvoorbeeld wanneer er een bankoverval is gepleegd en de verdachte een vuurwapen op zak heeft.

Doe je wel eens iets waar je een ander een bekeuring voor geeft?

Jawel, ik rij wel eens zonder gordel, ik rij wel eens te hard, ook parkeer ik wel eens fout. Wij zijn ook mensen. Als ik een bekeuring krijg dan verdien ik hem ook, en betaal ik hem ook, het is niet zo dat ik dan ga zeggen ja maar ik ben een collega van je dus ik vind het niet eerlijk als je mij een bekeuring geeft.

Heb je wel eens wat ergs meegemaakt?

Jawel, ik heb wel eens wat ergs maakt. Als je een dood iemand vindt is dat niet leuk.

Waar werk je?

Ik werk in de binnenstad. En ik werk ook nog in het Flex team (dat is een team dat door de hele regio werkt. Ik zit de ene keer in Sneek en de andere keer zit ik in Heereveen of in Leeuwarden).

Bekeuringen

(3)

Zodra de politie een overtreding ziet zoals bijvoorbeeld: te hard rijden, door rood licht rijden enz. enz. Ze hoeven niet een bekeuring uit te delen. Ze mogen zelf beslissen of ze een bekeuring ‘schrijven’ ze hoeven ze niet uit te schrijven.

Ik heb ook een boekje over de Wet Mulder. Daar staat ook veel informatie in over verkeersovertredingen, zoals zonder gordel rijden of het zonder licht rijden in het donker.

De rangen:

Aspirant: Een aspirant zit nog in opleiding. Alleen tijdens stages heeft een aspirant dezelfde bevoegdheden als een agent.

Surveillant: Een surveillant heeft dezelfde bevoegdheden als een (hoofd)agent. Surveillanten dragen geen vuurwapens. Hij of zij bekeurt meestal kleine overtredingen.

Agent: Een agent heeft alle bevoegdheden die de wet de politie biedt. Een agent draagt een vuurwapen, handboeien, een wapenstok en peperspray bij zich.

Hoofdagent: Een hoofdagent is hetzelfde als een gewone agent. Na drie jaar goed presteren wordt een agent een hoofdagent.

Brigadier: Een brigadier heeft bijna altijd een coördinerende taak over een onderdeel van het politiewerk.

Op ieder politiebureau zijn brigadiers met coördinerende taken. De brigadier maakt plannen die worden uitgevoerd door de (hoofd)agenten. De brigadier doet daarnaast ook werkzaamheden die een politieagent ook doet.

Inspecteur: De inspecteur heeft de leiding over een politiebureau. Hij regelt dat alles binnen het bureau goed verloopt. Ook zorgt hij ervoor dat het bureau goed is voorzien van materiaal.

Hoofdinspecteur: Een hoofdinspecteur kan twee functie hebben. Hij of zij heeft de leiding over een groot bureau of is beleidsmedewerker op het districtsbureau (een district bestaat uit meerdere politiebureaus (teams) )

Commissaris: Een commissaris is de leider van een district. Hij of zij doet in feite het zelfde werk als de inspecteur, maar dan op districtsniveau. Een commissaris kan ook een beleidsmedewerker zijn, maar dan op regioniveau (een regio is een verzameling van meerdere districten bij elkaar).

Hoofdcommissaris: Een Hoofdcommissaris heeft de leiding over een regio, zij zijn regiochef. De regiochef is de baas van de regio en zorgt ervoor dat alle zaken binnen de regio goed verlopen.

Geschiedenis

In de Middeleeuwen begon Nederland al met het oprichten van een soort politie, maar Napoleon maakte een beter begin met een politiemacht. Na het vertrek van Napoleon, besloot Nederland de politie écht op te richten. Steden konden geld vrijmaken voor een schout. Gemeenten voor een veldwachter. De kwaliteit van deze veldwachters liet vaak te wensen over. Ze konden niet lezen of schrijven. Een groot lichaam in een uniform moest voldoende zijn om ervoor te zorgen dat mensen niets verkeerds deden.

Vijf politiekorpsen

In 1814 werd een Korps Marechaussee opgericht. Dit korps zou zorgen voor het noodzakelijke

(4)

politietoezicht in het land. Het korps was militair en het personeel zat in de kazerne. Het duurde nog lang voordat het hele land was voorzien van politie.

In 1858 was het op het platteland nog slecht gesteld en daarom werd het Korps Rijksveldwacht opgericht.

Dit bestond uit de gerechtsdienaren en de opzieners van jacht en visserij. Deze personen kregen meer bevoegdheden en mochten toezien op het platteland.

In de grotere gemeenten werden gemeentepolitiekorpsen opgericht.

Zo bestonden er rond het jaar 1900 vijf politiemachten in Nederland:

 het Korps Marechaussee onder de minister van Defensie en Justitie (1200 man).

 het Korps Rijksveldwacht onder de minister van Justitie (1400 man).

 de gemeentepolitie onder de minister van Binnenlandse zaken (11000 man).

 de politietroepen onder de minister van Defensie (1600 man).

 de gemeenteveldwacht onder de Burgemeester.

Ze deden allemaal hetzelfde, maar hadden verschillende bazen.

Tweede wereldoorlog

Aan het begin van de oorlog kwam er een \'Reichskommissar für die Niederlande\'. De politietroepen werden verdeeld over de Marechaussee, de Rijksveldwacht en de gemeentepolitie. De volledige politiemacht bestond eind 1943 uit ongeveer 20.000 personen.

Rijks- en gemeentepolitie

In 1945, na de oorlog, bestond de politie eigenlijk niet meer, want in de ogen van de bevolking waren bijna alle politiemensen fout geweest. Er moest een nieuwe dienst komen. Op 8 november 1945 werd het

Staatsbesluit genomen voor deze nieuwe politiedienst. De gemeentepolitie ging werken in aangewezen gemeenten met meer dan 25.000 inwoners. In de rest van het land werkte het Corps Rijkspolitie. De minister van Justitie had de leiding over het Corps Rijkspolitie. De leiding van de gemeentepolitie lag bij de minister van Binnenlandse Zaken. Een baan bij het Corps Rijkspolitie was in trek. Na de oorlog had

iedereen wel zin in vast werk. Daarmee kwamen ook de problemen, want mensen moesten natuurlijk aangekleed worden met een uniform en wapenuitrusting. Aan alles was tekort. Rond de jaren zeventig ontstond een groot tekort aan politiemensen. Dat kwam doordat alle mensen die direct na de oorlog waren aangenomen, met pensioen gingen.

Reorganisatie

In 1993 vindt een grote reorganisatie plaats bij de politie. Rijks- en gemeentepolitie verdwijnen. Nederland wordt ingedeeld in 25 regio\'s. Elke regio krijgt zijn eigen korpschef en werkt zelfstandig. Elke regio is weer verdeeld in districten met elk een districtschef. Naast de 25 regio\'s komt er nog een 26e korps: het Korps landelijke politiediensten (KLPD). Nu is dat nog steeds zo.

(5)

Het politie Werk

De politie werkt in vaste ploegendiensten. Je hebt verschillende ploegen.

Dit zijn de werktijden die bij de politie zijn.

21.00/05.00 8.30/17.00

Ochtend 07.00/15.00 Middag 15.00/23.00 Avond 23.00/07.00

Bij de politie in Leeuwarden heb je 1 noodhulp auto. De noodhulp auto krijgt alle 112 oproepen. De noodhulp auto wordt ook wel de burgerdienst genoemd.

Als de politie een 112 oproep krijgt, moet de politie er binnen 15 minuten zijn.

De politie heeft vier hoofdtaken: hulpverlenen, preventie (om te voorkomen dat er wat misgaat),

handhaven van orde en rust, en het oplossen van misdrijven en het opsporen van daders (boeven vangen).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als je hulp nodig hebt, kun je het noodnummer van de politie kiezen, 0900- 8844!. Let op: Kies dit nummer nooit zon-

• Bij de door de Algemene Rekenkamer aanbevolen actualisering van het Bestek is het noodzakelijk dat de minister nieuwe afspraken maakt over doel, tijdpad en middelen voor

Gelet op de grote hoeveelheid applicaties die bij de politie in gebruik zijn en in lijn met het verzoek van de Tweede Kamer, heeft de Algemene Rekenkamer zich met name gericht op

Dit heeft geleid tot een methode met drie verschillende perspectieven, die door middel van een referentiemodel een beeld opleveren van de mate van beheersing van de

Zoals hierboven aangegeven ligt een belangrijke politieke zorg over de inrichting van de poli- tie bij de vraag of de minister van Veiligheid en Justitie met de dubbele petten

Daarnaast kan de politie je identiteit ook contro- leren wanneer zij goede redenen heeft om dat te doen (bv. omdat je verdacht wordt van een misdrijf of tijdens een alcohol-

Ingevolge artikel 30 RVV90 en artikel 6, eerste lid onder a van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 moet het gele zwaai-, flits- of knipperlicht worden gebruikt als de

Zoals vastgesteld, concludeert de ombudsman dat de politie niet in overeenstemming met haar eigen werkinstructie Vervoer Stoffelijk Overschot handelde door de nabestaanden niet