• No results found

c Br 201014 AKD Breda: zienswijze bestemmingsplan Florapark

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "c Br 201014 AKD Breda: zienswijze bestemmingsplan Florapark"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

£0-OK:T-2014 15:42 FromiflKD 0882535934 To:00493671213 Paae: 1''?

GEMEENTE ASTEN

ingekomen

2 O OKT 20U

AANGETEKEND

AAN Gemeenteraad van de gemeente Asten Postbus 290

5720 AG Asten

Tevens per fax: 0493 671 213

VAN mr.Cirs. T.N. Sanders advocaat

TELEFOON +31 88 2535919 FAX +31 38 2S35934 E-MAIL tsanders@akd.nl

BEZOEKADRES Bijster 1 4817 riX BREDA POETADRES PostboS 4714

4803 ES BREDA Nederland INTERNET WWW,akd.nl

DATUM 20 oktober 2014

ONOERWERP Zienswijze bestemmingsplan Florapark 2013

UWKENI^lERK H . H . b .

ONSKENMERK 2 5 8 7 0 8 . 2 2 4 9 5 t s a / j m o

Geachte leden van de gemeenteraad,

Namens F. van der Loo Beheer B.V., Beheer Maatschappij Van der Loo B.V., Vast Goed Maatschappij Van der Loo B.V., allen gevestigd aan de Markt 10, 5721 GE, te Asten (hierna gezamenlijk en in enkelvoud te noemen: "Van der Loo"), woonplaats kiezende te mijnen kantore aan de Bijster 1, 4817 HX, te Breda, breng ik hierbij een zienswijze naar voren in- zake het ontwerpbestemmingsplan 'Asten Bedrijventerrein Florapark 2013' (hierna; "het plan").

Het plan ligt vanaf 12 september 2014 zes weken ter inlage, gedurende welke termijn zienswijzen kunnen worden ingediend. Gelet hierop treft u deze zienswijze tijdig aan.

Van der Loo keert zich tegen het plan omdat het onzorgvuldig is voorbereid, een onjuiste (ruimtelijke) belangenafweging bevat en omdat het plan onvoldoende deugdelijk is gemoti- veerd Het kan, gelet op de artikeien 3:2, 3:4 en 3:46 van de Awb, niet worden vastgesteld.

Meer specifiek voert Van der Loo het volgende aan.

Beleid en keuze locatie

1. Van der Loo meent dat onvoldoende is gemotiveerd waarom voor deze locatie is ge- kozen. In dat verband wijst zij erop dat het aangrenzende perceel dat in haar eigen- dom is niet wordt ontwikkeld, terwijl dit perceel juist veel betere mogelijkheden biedt. In het bijzonder wijst Van der Loo erop dat het regionaal beleid op basis waarvan gekozen is voor de Florapark als locatie niet deugt-

2. In de Verordening Ruimte 2014 van de Provincie Noord-Brabant (hierna: de Veror- dening Ruimte'), zijn meer gebieden aangewezen als 'zoekgebied', waaronder het

AKD N V. ia statutair gevestigd in Rotterdam. DerdÊdrekening: NL28INGB067e001677. Voor algemene voorwaarden

en beperking van de aansprakelijkheid 2ie achterzijde. AKD;«7j6a-39vi

(2)

20-OKT-2014 15:43 Frofn:PKD 0882535934 To:00493671213 Pa9e:2-'7

DATUM 20 oktober 2014 ONSKENMERK 258708.22495 tsa/jmo

PAGINA 2 van 7

perceel van Van der Loo. In het plan wordt echter de keuze waarom juist dit perceel wordt ontwikkeld niet gemotiveerd. Het bevreemdt Van der Loo dat de gemeente Asten ervoor kiest om gronden op te kopen en te ontwikkelen terwijl er voldoende gronden beschikbaar zijn bij private partijen die graag over zouden gaan tot een dergelijke ontwikkeling.

Plangrens

Zou deze ontwikkeling er al moeten komen, dan meent Van der Loo dat er onvol- doende is onderzocht of het gebied tussen het Nobis-terrein en het Florapark 2013 terrein mee kan worden genomen in de ontwikkeling. Thans ontstaat er namelijk na

realisering van Florapark 2013 een vreemde 'hap' uit het verstedelijkte gebied, waardoor het voor de hand ligt om ook het tussenliggende gebied mee te nemen in de ontwikkeling (zie onderstaande afbeelding - in rood het perceel van Van der Loo),

/

r i

'>ker iksei

^000

4. In dat verband wijst Van der Loo erop dat zij reeds eerder heeft aangedrongen op ontwikkeling van dit gebied en dat de gemeente Asten niet voldoende heeft gemotl-

AKO:«7268739vl

(3)

2 0 - 0 0 - 2 0 1 4 15:43 From:ftKD 0882535934 To: 00493671213 Pa9e:3'-T

DATUM 20 oktober 2014 ONSKENMERK 258708.22495 tsa/jmo

PAGïNA 3 v a n 7

veerd waarom dit perceel niet zou kunnen worden ontwikkeld. In het plan is niet gemotiveerd waarom de ontwikkeling niet ook het perceel van Van der Loo mee- neemt.

Strijd met ladder voor duurzame verstedelijking

5. Zou het plan in de huidige vorm worden vastgesteld, dan wordt daarmee in strijd met artikel 3.1.6, Bro gehandeld. In het plan wordt namelijk niet, althans onvol- doende, aangetoond dat sprake is van een concrete actuele regionale behoefte aan de ontwikkeling van het plangebied. Zo bevat het marktonderzoek onjuiste uit- gangspunten. Onder meer wordt een onjuist onderzoeksgebied gehanteerd, worden bedrijventerreinen buiten beschouwing gelaten en is de behoefte aan bedrijventer- rein onjuist geraamd. De onderzoeksgegevens zijn bovendien niet actueel.

6. Bovendien kan de behoefte aan een bedrijventerrein, voor zover deze al zou be- staan, binnen bestaand stedelijk gebied worden opgevangen. Er is onvoldoende be- zien of herstructurering, inbreiding, transformatie of andere kwalitatieve maatrege- len niet al in de beweerde behoefte zouden kunnen voorzien, In het bijzonder is in het plan geen enkele aandacht voor bestaande leegstand in de regio Asten. Er staan diverse panden leeg in de regio die de behoefte waarin het plan voorziet zouden kunnen vervullen. Hier is echter geen onderzoek naar gedaan waardoor niet aan de verplichting op grond van artikel 3.1.6 Bro wordt voldaan.

7. Hieruit volgt bovendien dat het onzeker is of de voorgenomen ontwikkeling kan wor- den gerealiseerd binnen de planperiode van tien jaar - er is immers onvoldoende onderzoek verricht naar of er wel voldoende vraag is naar deze ontwikkeling.

Onaanvaardbaar woon- en leefklimaat

8. Als het plan in de huidige vorm wordt verwezenlijkt, leidt dit tot overcapaciteit van bedrijventerrein in het gebied, dan wel de regio. Hierdoor zal een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat ontstaan. £r is daarom ook strijd met het vereiste van een goede ruimtelijke ordening.

Strijd met de Verordening Ruimte

9. Het plan is in strijd met de Verordening Ruimte 2014 omdat het de hiermee te be- schermen waarden schendt. Het plan houdt niet voldoende rekening met de be- staande groen- en waterstructuur en met de nabijgelegen Ecologische Hoofdstruc- tuur. Een ontheffing van de Verordening Ruimte is noodzakelijk terwijl deze niet is verleend. Bovendien zal een dergelijke ontheffing niet kunnen worden verleend om- dat in het onderhavige geval geen sprake is van een bijzondere omstandigheid.

AkD:#725S73Svl

(4)

20-Ok:T-2014 15:44 From:ftKD 0882535934 To: 00493671213 Pa9e:4-'7

DATUM 20 Oktober 2014 ONSKENMERK 258708.22495 tsa/jmo

PAGINA 4 v a n 7

Staatssteun

10. De financiële uitvoerbaarheid van het plan is niet gewaarborgd omdat zeer waar- schijnlijk sprake is of zal zijn van ongeoorloofde staatssteun door de gemeente (of een andere overheid) aan de ontwikkelaar(s) van het plangebied. Bij de uitgifte van de gronden zal de gemeente Asten immers naar eigen zeggen geen geld verdienen.

Daarmee worden de te vestigen bedrijven bevoordeeld en is er sprake van staats- steun. Het is voorts onwaarschijnlijk dat de ontwikkelaar in staat zal zijn om deze staatssteun terug te betalen waardoor het plan niet binnen de planperiode kan wor- den verwezenlijkt. De haalbaarheid van de voorziene ontwikkelingen kan dan ook niet worden gewaarborgd.

Grondexploitatie

11. Er is geen exploitatieplan vastgesteld terwijl ook anderszins het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden niet is verzekerd. In het bijzonder wijst Van der Loo erop dat er planschade zal ontstaan door de voorge- nomen ontwikkeling. Niet is onderzocht wat de omvang van deze planschade zal zijn en ook iS niet inzichtelijk gemaakt hoe deze planschadekosten zullen worden ge- de kt-

Verkeer

12. Het plan bevat voorts onvoldoende waarborgen voor een goede verkeersontsluiting.

Vanwege de toename aan verkeersdrukte zal verwezenlijking van het plan leiden tot verkeershinder en een onvoldoende ontsluiting. Ook de breedte van de te verwezen- lijken wegen is onvoldoende om, onder meer, vrachtwagens voldoende toegang te verschaffen tot het plangebied.

Milieuzonering

13. In het plan wordt onvoldoende rekening gehouden met bedrijven en andere functies in en om het plangebied. De richtafstanden en milieucategorieën uit de VNG- brochure 'Bedrijven en milieuzonering' worden onjuist, althans onvoldoende, toege- past. Voor afwijking van de in de VNG-brochure opgenomen afstanden is het nood- zakelijk dat de afwijking zorgvuldig wordt voorbereid en dat afwijking deugdelijk wordt gemotiveerd. Hiervan is geen sprake.

Parkeren

14. De gevolgen van het plan voor de parkeersituatie in het plangebied en de aangren-

AKD:#726e739Vl

(5)

20-ÜKT-2014 15:45 From:flKD 0882535934 To:00493671213 Pa9e:5''7

DATUM 20 oktober 2014 ONSKENMERK 258708.22495 tsa/jmo

PAGINA 5 v a n 7

zende, dan wel omliggende, gebieden zijn onvoldoende onderzocht. Onderzoek is vereist omdat het plan zal leiden tot zeer veel verkeerbewegingen. Zeker gezien de toename van het vrachtvervoer in het gebied dient de parkeersituatie voldoende te zijn gewaarborgd.

Geluid

15. Het plan is in strijd met de Wet geluidhinder. Het plan leidt mogelijk tot geluidsover- last waarmee geen rekening wordt gehouden terwijl hiernaar bovendien onvoldoen- de onderzoek is gedaan. In dit verband wijst Van der Loo in het bijzonder op de be- perkte afstand tussen de voorgenomen ontwikkeling en de aangrenzende woonwijk.

Trillingen

16. Het plan zal leiden tot trillinghinder. Gelet op, onder meer, de laad- en losactiviteiten van vrachtwagens die in het plangebied zullen plaatsvinden, valt niet uit te sluiten dat trillingen zullen optreden waarvan omwonenden en omliggende bedrijven hinder zullen ondervinden.

Waterhuishouding

17. Het plan bevat onvoldoende waarborgen voor een goede waterberging. Het plan leidt mogelijk tot wateroverlast op eigen grond en op de gronden van aangrenzende, dan wel omliggende, gebieden. Hiermee is onvoldoende rekening gehouden. In het bij- zonder wijst Van der Loo op het feit dat het terrein dat in haar eigendom is aan het plangebied grenst en dat hier geen waarborgen voor zijn getroffen.

18. De beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevol- gen voor de waterhuishouding is onvoldoende. Gezien de activiteiten die vanwege het plan mogelijk worden gemaakt, zou een grotere waterberging voor de hand lig- gen. De noodzakelijke maatregelen die genomen moeten worden teneinde de wa- terberging te realiseren, zijn onvoldoende in de planregels vastgelegd.

Bodem

19. Het plan zal nadelige gevolgen hebben voor de bodemkwaliteit van het plangebied.

Hierdoor kan bovendien mogelijk schade worden toegebracht aan de daarin aanwe- zige archeologische waarden. Het plan houdt hier onvoldoende rekening mee.

Flora en fauna

20. Het onderzoek naar de flora en fauna binnen het plangebied en de gevolgen van de

A K D : » 7 2 6 3 7 3 9 v l

(6)

2 0 - O K T - 2 0 1 4 1 5 : 4 5 F r o m : f l K D 0 8 8 2 5 3 5 9 3 4 T o : 0 0 4 9 3 6 7 1 2 1 3 P a 9 e : 6 ' ' 7

DATUM 20 oktober 2014 ONSKENMERK 258708.22495 tsa/jmo

PAGINA 6 v a n 7

voorgenomen ontwikkelingen zijn onvoldoende in kaart gebracht. Het plan is derhal- ve niet voorbereid met de vereiste zorgvuldigheid. In dat verband wijst Van der Loo erop dat het onderzoek gebaseerd is op verouderde data. Het plan moet worden ge- baseerd op actuele gegevens. Het onderzoek is voorts te beperkt. Er zijn slechts een gering aantal locaties onderzocht binnen het plangebied terwijl, mede gezien de lig- ging, een uitgebreid onderzoek in de rede ligt.

21. De aanwezigheid van dier- en plantsoorten is onvoldoende in kaart gebracht. Er zijn reeds eerder beschermde diersoorten in het plangebied aangetroffen. Ontheffing of vrijstelling voor de uitvoering van het plan vanwege de aanwezigheid van deze soor- ten lijkt niet mogelijk te zijn waardoor de Flora- en faunawet aan de uitvoering van het plan in de weg staat. De uitvoerbaarheid van het plan is derhalve onzeker.

Luchtkwaliteit

22. De gevolgen van het plan voor de luchtkwaliteit zijn onvoldoende in kaart gebracht.

Het onderzoek voldoet niet aan de eisen die de wet daaraan stelt.

Externe veiligheid

23. Het plan sluit niet uit dat bedrijven die in het plangebied actief zullen zijn, nadelige gevolgen voor de externe veiligheid met zich meebrengen. Naar de te verwachten gevaren en de gevolgen voor de externe veiligheid is onvoldoende onderzoek ge- daan.

M.e.r.

24. Gelet op de activiteiten die het plan zal toestaan, is een volledige m.e.r.-procedure noodzakelijk. Een dergelijke procedure is niet gevolgd. Het plan is vanwege het ont- breken van een deugdelijk m.e.r, in strijd met de wet vastgesteld.

Natura 2000

25. Het plan zal mogelijk leiden tot stikstofdepositie op, al dan niet reeds overbelaste, Natura 2000-gebieden. Het plan bevindt zich immers op geringe afstand van derge- lijke gebieden. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de gevolgen hiervan voor deze gebieden. Bovendien is het niet uitgesloten dat het plan zal leiden tot signifi- cante negatieve effecten op voornoemde gebieden. Het plan is in strijd met de Na- tuurbeschermingswet 1998.

AKD:*'7265739vl

(7)

20-OKT-2014 15:46 Froin:Rk;D 0882535934 To: 00493671213 Pa9e:7''7

DATUM 20 oktober 2014 ONSKENMERK 258708.22495 tsa/jmo

PAGINA 7 van 7

Planregels

26. De planregels zijn ondeugdelijk, onvolledig, bevatten onjuiste verwijzingen en leiden niet tot een goede ruimtelijke ordening.

27. In het bijzonder wijst Van der Loo er nog op dat in de planregels voor wat betreft de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Bedrijventerreinen' de ter plaatse toegestane ontwikke- lingen onvoldoende maximeert. In dat kader wijst Van der Loo er nog op dat planre- gel 4.1, onder e, lijkt te impliceren dat de maximering van het toegestane aantal vierkante meter Bvo niet geldt voor de detailhandel in voedings- en genotsmiddelen.

Motivering en onderbouwing

28. Gelet op het voorgaande bevat het plan geen, althans geen voldoende, verantwoor- ding van de in het plan gemaakte keuze van bestemmingen-

Van der Loo zich gelet op het vorenstaande niet verenigen met de wijze waarop het ont- werpbestemmingsplan is voorbereid en de wijze waarop het plan voorziet in nieuwe ontwik- kelingen. Van der Loo verzoekt uw gemeenteraad daarom het plan niet vast te stellen. Te- vens behoudt Van der Loo zich nadrukkelijk het recht voor deze zienswijze nader te onder- bouwen.

Met vriendelijke groet.

s en J.A. Mohuddy n

A K C i : » 7 J 6 5 r 3 9 v l

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat kan komen door een hoog risico situatie (emotie, verveling, gezelligheid, zien van eten) of een hoog risico voeding (dát waar jij niet langs kan lopen zonder er van te eten)..

Sinds 2004 worden op het KNSF-terrein inventarisaties naar (beschermde) flora en fauna uitgevoerd. Op basis van deze inventarisaties zijn de effecten van voorgenomen

Is, voor de uitvoering van plannen of werkzaamheden, vrijstelling mogelijk of ontheffing (artikel 75 van de Flora- en faunawet) van de verbodsbepalingen vereist betreffende planten

 Is, voor de uitvoering van plannen of werkzaamheden, vrijstelling mogelijk of ontheffing (artikel 75 van de Flora- en faunawet) van de verbodsbepalingen vereist betreffende

Regeling tarieven Flora-en faunawet, artikel 2, is bepaald dat een ontheffing ex artikel 75 Flora- enfaunawet niet eerder wordt verstrekt dan nadat hiervoor voldoening van de

Tevens heeft dit protocol betrekking op die handelingen die direct voorafgaand (vanaf circa 4 weken voor aanvang van de ingreep) en tijdens de ingreep uitgevoerd en in acht

De bomen kunnen alleen gekapt worden als is uitgesloten dat er verblijfplaatsen van vleermuizen in de boom aanwezig zijn!. Naast het onderzoek aan de bomen is gevraagd het gebouw

Namens cliënten verzoek ik uw raad met deze brief om van de gelegenheid gebruik te maken door alsnog een verduidelijking in het be- stemmingsplan op te nemen, waardoor het duidelijk