• No results found

Locatiekeuzenotitie MEROS concept reactie raad aan Stuurgroep

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Locatiekeuzenotitie MEROS concept reactie raad aan Stuurgroep"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Behandeld door: Dhr. H.J.J. Manders

Stuurgroep Meros Doorkiesnr.: (0493) 671341

t.a.v. de heer R. Miessen, secretaris van de stuurgroep Uw brief: --

Postbus 950 Uw kenmerk: --

5700 AZ Helmond Ons kenmerk: Bwm/RO

Bijlage(n):

Datum:

Onderwerp: MER-rapport en Locatiekeuzenotitie MEROS

Geachte Stuurgroep,

De gemeenteraad van Asten heeft in de vergadering van 15 december 2009 kennis genomen van het concept MER-rapport inzake de verstedelijkingsopgave voor het Oostelijk deel van de Stedelijke Regio Eindhoven-Helmond (MEROS) en van de Locatiekeuzenotitie MEROS en met instemming geconstateerd dat het BZOB-bos is opgenomen in VKA 1. Verder heeft de raad de volgende opvattingen over het MER en de locatiekeuzenotitie kenbaar gemaakt.

1. Fasering ontwikkeling locaties bedrijventerrein

a. In zowel VKA 1 als VKA 2 is Bemmer IV opgenomen als locatie voor het ontwikkelen van bedrijventerrein. Volgens de locatiekeuzenotitie wordt deze locatie ten opzichte van de andere ocaties binnen de VKA’s als laatste ontwikkeld.

De motivering is dat Bemmer IV buiten de stedelijke regio ligt.

b. Verder geeft de locatiekeuzenotitie aan dat het met betrekking tot Diesdonk (95 ha) vanuit planeconomisch oogpunt niet wenselijk is om tot een gefaseerde ontwikkeling over te gaan. In het geval van het lage scenario (140 ha) wordt de 2e en 3e fase Varenschut en Bemmer IV dan niet meer (in ieder geval niet voor 2030) uitgegeven.

Ad a. De argumentatie dat Bemmer IV als laatse ontwikkeld zou moeten worden, omdat deze buiten de stedelijke regio ligt, lijkt gezocht. Bemmer IV is in beeld gekomen, omdat

andere locaties binnen de stedelijke regio minder geschikt zijn. Het is daarom dan ook niet meer relevant of Bemmer IV nu wel of niet binnen stedelijke regio ligt. Bovendien ligt Bemmer IV bijzonder gunstig met betrekking tot bestaande en toekomstige infra- structuur. Verder zou het vanuit de gedachte van zuinig ruimtegebruik voor de hand lig- gen een kleine locatie eerder in ontwikkeling te brengen dan een grote, omdat op dit moment met geen enkele zekerheid kan worden gesteld dat de noodzaak van een grote locatie in de toekomst ook daadwerkelijk aanwezig is.

Ad b. Uitgangspunt moet zijn dat nieuwe verstedelijkingslocaties dienen aan te sluiten bij de bestaande stedelijke en infrastructuren (compacte stad, zuinig ruimtegebruik, SER- ladder). In dat geval dienen de fases 1, 2 en 3 van Varenschut opeenvolgend te worden ontwikkeld en daarop volgend Bemmer IV. Uitgaande van het lage scenario kan (een deel van) de resterende opgave van 45 ha mogelijk worden gerealiseerd door middel van her- structurering/revitalisering van bestaande bedrijventerreinen. Hierbij verwijst de ge-

(2)

-2-

2

meenteraad naar hetgeen steeds nadrukkelijker op provinciaal en regionaal niveau naar voren is gebracht:

• trek het breed (dus betrek SER-ladder, herstructuringstrend, relatie met MIRT, versterking middengebied);

• ga voor een gefaseerde aanpak: start met wat je nu al hebt;

• actualiseer de behoeftecijfers.

Als Varenschut meteen in zijn geheel wordt ontwikkeld en Bemmer IV daarop volgt, of omgekeerd, kan op basis van de alsdan bestaande behoefte het BZOB-bos gedeeltelijk c.q. gefaseerd worden ingericht.

Het ontwikkelen van een deel van Diesdonk is planeconomisch gezien niet realistisch vanwege de relatief dure ontsluiting van het gebied.

2. Tijdstip definitieve keuze tussen BZOB-bos en Diesdonk

Voor de ontwikkeling van het BZOB-bos zijn criteria opgenomen in de locatiekeuzenotitie.

Er wordt gesteld dat vanuit een voorkeur voor het BZOB-bos ingezet wordt op het vol- doen aan deze criteria. Indien uiterlijk medio 2010 niet aan deze criteria kan worden vol- daan, dan dient het BZOB-bos als ongeschikt te worden aangemerkt en dient Diesdonk als bedrijventerrein te worden ontwikkeld.

Een van de criteria is dat voldoende zekerheid dient te bestaan dat de GHS/EHS-status van de locatie BZOB-bos volgens de daartoe vereiste procedures kan worden aangepast.

De procedure die in ieder geval moet worden doorlopen is de “EHS-procedure (EHS- saldobenadering en opstellen gebiedsvisie). De gemeenteraad van Asten gaat er vanuit dat het opstellen van de gebiedsvisie voortvarend wordt aangepakt en medio 2010 dui- delijk is of voldoende zekerheid bestaat over het aanpassen van GHS/EHS-status van het bos. Indien dit tijdstip onverhoopt niet kan worden gehaald dienen niettemin de uitkom- sten en resultaten van de gebiedsvisie te worden afgewacht, voordat een besluit wordt genomen over een definitieve keuze tussen BZOB-bos en Diesdonk.

3. Verschil aspect Verkeer en vervoer tussen Diesdonk en BZOB-bos

In de vergelijking tussen Diesdonk en BZOB-bos in het MER (blz. 10 en 11) ten aanzien van aspect Verkeer en vervoer scoort Diesdonk negatief en BZOB-bos neutraal. Op blz.

97 zijn de totaal scores in de VKA’s weergegeven. Het valt op dat in VKA 1 de locatie BZOB-bos m.b.t. het aspect Verkeer en vervoer negatief is beoordeeld terwijl dat op ba- sis van de effectvergelijking neutraal moet zijn. De gemeenteraad van Asten vraagt het MER door middel van een erratum hierop aan te passen.

4. Verschil aspect Recreatie tussen Diesdonk versus Deense Hoek en Scheepstal In het MER is een verschil aangebracht tussen Diesdonk versus Deense Hoek en

Scheepstal als het gaat om stedelijk uitloopgebied. De ontwikkeling van Diesdonk als be- drijventerrein zal evenals bij Deense Hoek en Scheepstal afbreuk doen aan recreatie en recreatieve ontwikkelingen in de stedelijke regio.

5. SER-ladder

In de locatiekeuzenotitie is beschreven hoe de SER-ladder is gehanteerd. Er wordt echter op geen enkele manier onderbouwd of zorgvuldig volgens de principes van de SER-ladder en volgens de Beleidsregels Intensief Ruimtegebruik van het Streekplan 2002 is gewerkt.

Er wordt ook niet ingegaan op mogelijk behaalde resultaten tot nu toe van de intenties en voornemens om te komen tot intensief ruimtegebruik zoals geformuleerd op blz 73 t/m 75 van het RSP. Er wordt verder geen inzicht verschaft in de monitoring van het pro- ces, zoals nakoming en evalueren van de resultaten van de afspraken uit de beleidsre- gels.

In verband met het vorenstaande acht de gemeenteraad het relevant om de behoefte- ramingen te heroverwegen.

(3)

-3-

3 De raad verzoekt de Stuurgroep zijn opvattingen kenbaar te maken aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant als het bevoegde gezag.

Hoogachtend,

de gemeenteraad van Asten,

de griffier, de voorzitter, ir. C.J.W.B. Verborg ir. J. Beenakker

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1) Het tarief voor de inwoners van de stad Herentals wordt alleen toegestaan indien de bezoeker, op spontaan vertoon van een identiteitsbewijs, kan aantonen dat hij/zij

De raad, in besloten vergadering bijeen op 15 december om 22.45 uur in de raadzaal van het gemeentehuis, heeft het volgende besloten. Onderwerp

Maar ook de grotere projecten, zoals de recreatieve poorten en de projectlocaties voor recreatie en toerisme, beginnen vorm te krijgen en zullen in de huidige planperiode voor

Mensen die door ziekte of beperkingen moeite hebben om op eigen kracht mee te blijven doen aan de samenleving moeten daarin gesteund worden. Daarvoor dient eerst in de

Beleid inkomensondersteuning gemeente Asten 2018 (adviserend) (PH. Huijsmans, info: j.vandenbogaart@asten.nl)..

Ook stelt u dat de schuld twaalf jaar geleden nihil was en dat de gemeente ten gevolge van haar schuld jaarlijks minimaal 2 miljoen euro rente betaalt.. Uw bewering dat onze

• Voor het realiseren van de behoefte aan grootschalig en gemengd bedrijventerrein in het oostelijk deel van de stedelijke regio Eindhoven Helmond, komen in principe de

vastgoedtransacties door de raad moeten worden goedgekeurd te laten vervallen voor transacties waarvoor een grondexploitatie is vastgesteld. Het college opdracht te