• No results found

Sociale psychiatrie in de wijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Sociale psychiatrie in de wijk"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Norbert Wijnhofen werd uitgeroepen tot Sociaal werker van het Jaar 2019-2020. Hij is gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met ernstige psychische aandoe- ningen die begeleid of zelfstandig wonen in de samenleving. Alie Weerman inter- viewde Norbert aan het eind van 2019 over zijn manier van werken en zijn visie op knelpunten en uitdagingen in het soci- aal domein bij het verwelkomen van deze mensen. Norbert werkte ook zelf mee aan de uitwerking van deze tekst.

Inleiding

Met de huidige transities vindt steeds meer zorg aan bewoners met psychische aandoe- ningen plaats in de eigen omgeving. Men moet ‘doorstromen’ vanuit beschermd wo- nen naar zelfstandig wonen en herstellen en ‘participeren’ in wijk of buurt. De psychi- sche aandoening dient hierbij niet voorop te staan. Tegelijkertijd is het van belang dat er passende zorg en aandacht is als de aan- doening zich (weer) manifesteert. De ggz en het sociaal domein zoeken naar een nieuwe afstemming. Het zijn nog altijd twee werel- den die een eigen taal hanteren, een andere

In de schijnwerper

Sociaal werker van het Jaar Norbert Wijnhofen

NORBERT WIJNHOFEN, ALIE WEERMAN

Foto: Gianne Thomas

(2)

manier van denken hebben en verschillende werkwijzen toepassen. Die onderlinge af- stemming gaat nog niet altijd even gemak- kelijk. Een in de ggz gespecialiseerde soci- aal werker zoals Norbert moet zich in beide werelden kunnen bewegen: de bewoner met een psychische aandoening doet dat immers ook. Norberts grootste drive ligt juist in de het zoeken van de verbinding tussen ggz en sociaal werk, omdat ze elkaar hard nodig hebben. Vanuit zijn rol als ambassadeur zet hij zich hiervoor in.

Is het sociale domein voldoende voorbereid voor het verwelkomen van bewoners met een ernstige psychische aandoening?

‘Onder het sociaal domein versta ik alle in- spanningen die de gemeente verricht rond werk, participatie en zelfredzaamheid, zorg en jeugd, op basis van de Wmo 2015, de Par- ticipatiewet, Jeugdwet en de Wet gemeen- telijke schuldhulpverlening. Die inspannin- gen van gemeenten voor bewoners met een ernstige psychische aandoening verschillend onderling sterk. Iedere gemeente maakt haar eigen beleid; ik mis daarin de samen- hang, ook voor deze doelgroep.

Het leren van elkaar, wat gaat er goed? Wat kan er anders, of beter? Het is een goede

ontwikkeling dat gemeenten meer dan voor- heen, directe contacten hebben met de be- woners in hun omgeving, in de leefwereld.

Zoek bewoners met een ernstige psychische aandoening op, praat met ze, luister naar ze.

En vertaal dat naar goed beleid.’

‘Ik vind dat gemeenten zich moeten laten voeden, ook door sociaal werkers. Laat hen toe aan bestuur- en beleidstafels. In de prak- tijk zoek ik deze bewoners thuis op en doe dat in de geest van iets wat we uit het oog verloren zijn: de sociale psychiatrie. Zoals ooit uitgevonden door Arie Querido (1901-1983).

De medische psychiatrie is doorgeslagen. Ik lijk nog het meest op een rijdende sociaal psychiatrisch werker. Wat is de hulpvraag, wat helpt mij bij mijn analyse, wat is een passend antwoord? Voor het individu en/of in groeps- verband. Zowel de successen als de knelpun- ten koppel ik terug naar de gemeente én bin- nen de eigen organisatie. Het verwelkomen van bewoners met ernstige psychische pro- blematiek behoeft overduidelijk nog meer aandacht.’

Verkiezing Sociaal Werker van het Jaar 2019

Deze verkiezing wordt georganiseerd door het Platform Arbeidsmarkt Sociaal Werk en in 2019 (10e editie) gaf de jury Norbert Wijnhofen het predicaat Sociaal Werker van het Jaar. Uit het juryrapport:

‘Uniek aan de nominatie van Norbert Wijnhofen is dat hij als ggz-specialist – anders dan de klassieke sociaal werker – bewoners met een ernstige psychische aandoening onder- steunt in de wijk. Vanuit het sociaal wijkteam zet hij zich ervoor in dat zij blijven meetel- len in de wijk en daar ook de zorg en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.’

De jury vond bijzonder dat ‘Norbert op innovatieve wijze de verbinding maakt tussen de ggz en de Wmo in de wijk, met oog voor juist die kwetsbare bewoners die daar het meest aan hebben’.

‘Ik vind dat gemeenten zich moeten

laten voeden, door bewoners met een

ernstige psychische aandoening, maar

ook door sociaal werkers.

(3)

Zijn sociale teams voldoende toegerust om bewoners met ernstige psychische proble- matiek te ondersteunen bij het wonen en participeren?

‘Nee, dat zijn ze (nog) niet. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Sociale teams werken echt kneiterhard, ook voor deze doelgroep.

Het ontbreekt hun echter aan voldoende kennis van psychische aandoeningen, en nog veel belangrijker, aan ervaring met “onbegre- pen gedrag”. Veel sociale teams zouden graag meer medewerkers met (sociaal)-psychiatri- sche expertise binnenhalen, maar die blijken moeilijk te vinden. Sociaal werkers worden vaak (te) generalistisch opgeleid. Een brede blik is echter wel noodzakelijk. Uitzondering hierop is de ggz-agoog, een in de ggz gespe- cialiseerde sociaal werker. Sociale teams be- schikken daarnaast structureel over te weinig capaciteit. Beide factoren zetten het onder- steunen van bewoners met een ernstige psy- chische aandoening onder hoge druk. Zowel bij het wonen, als bij het participeren.’

‘Wat helpt is dat sociaal werkers doorgaans verbindend en creatief te werk gaan, ze zijn doordrongen van een sociaal perspectief.

Denk aan samenwerkingsrelaties met onder andere: woningbouwvereniging, huurders- vereniging, huisartsen, ervaringsdeskun- digen, wijkagenten et cetera. Dat komt ten goede aan deze doelgroep en is één van de krachten van sociaal werk.’

‘Ik maak deel uit van een expertisegroep psychiatrie en in die rol werk ik mee aan het uitwisselen van kennis en ervaring in al onze sociale teams. Ik fungeer als een gespeciali- seerde sociaal-psychiatrisch werker, die door collega’s geconsulteerd kan worden.’

Wat is er volgens jou nodig om de ‘wereld’

van de ggz en die van het sociale domein goed op elkaar af te stemmen?

‘Vanuit het perspectief van de “oude” ggz hoop ik dat zij de intrinsieke motivatie vin- den die leidt tot verandering. Tot nu toe zie ik die veel te weinig, het blijft toch vooral een verandering vanuit een nogal individualis- tisch en medisch ggz-perspectief. Het echte sociale denken is nog onvoldoende ontwik- keld. Er is een verandering nodig die níet leidt tot meer ggz in de wijk, maar tot meer sociale psychiatrie. De ggz is geneigd om haar bestaande cultuur en werkwijze – de medische – te transponeren naar het sociale domein. Maar dit vraagt volgens mij om een andere benadering. Zoals die van de vroe- gere sociale psychiatrie, met de nadruk op

‘sociaal’. Dat het lastig is voor de ggz daaraan te voldoen snap ik, mede door de marktwer- king in de zorg. Die staat ontschotting en samen optrekken met de sociale teams in de weg. Onmogelijk is het echter niet, bewijzen enkele kleine, lokale initiatieven. Waar een wil is... Zoals bij Libertas Leiden, waar GGZ Rivierduinen, sociale teams, ervaringsdes- kundigen, mantelzorgers en vrijwilligers, succesvol samenwerken. Met steun van de gemeente en met subsidie van ZonMw. Ik vraag mij dan af waarom lokale successen niet landelijk uitvergroot worden? De nood- zaak om samen op te trekken lijkt groter dan ooit, gezien de ambulantisering, de Wet op de verplichte ggz en de Wet zorg en dwang).

We moeten daarbij, net als in Leiden, meer mikken op preventie en herstel.’

‘Dit kan echt anders en vooral...beter,

een pleidooi voor de terugkeer van

de “sociale psychiatrie”.’

(4)

Ontschotting en flexibiliteit inbouwen

‘De gemeenten zouden meer kunnen inzet- ten samen met de ggz op “ontschotting”.

Zodat zorg- en begeleidingstrajecten niet onnodig onderbroken worden, vanwege ver- schillende geldstromen en wet- en regelge- ving. Er is flexibiliteit nodig op financieel ge- bied en wat betreft de invalshoek van waaruit men werkt: die moet bio-psycho-sociaal zijn, waarbij de lichamelijke, psychische en soci- ale aspecten altijd in interactie worden be- keken, maar waarbij de specifieke focus kan verschillen afhankelijk van de situatie waarin de desbetreffende bewoner zich bevindt.

Er is ook flexibiliteit nodig in het hanteren van regels en richtlijnen. De sociale teams zouden zich bijvoorbeeld minder krampach- tig kunnen verhouden tot de wachtlijsten.

Hierin is men soms té rechtvaardig en wordt strak vastgehouden aan ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Maar je kunt hierbij wellicht minder naar de aanmelddatum kijken en meer naar de mate van urgentie.’

Groepswerk

‘Naast kortdurende individuele hulpverle- ningstrajecten kan groepswerk uitkomst bie- den. Door de extreem hoge werkdruk heeft er een verschuiving van buurt- en groepswerk (hulpverlening) naar het stellen van indivi- duele indicaties (dienstverlening) plaatsge- vonden. Er ligt een uitdaging voor de sociale teams om in de toekomst meer te investeren in groepswerk en “community building”.’

‘Verder roep ik alle betrokkenen op zich te blijven “verwonderen”. Wat zie ik? Niet al het waarneembare gedrag is per definitie ernstig of psychiatrisch. Probeer te onderscheiden wat er aan de hand is. Het blijft echter ba- lanceren. Etiketteren werkt stigmatiserend en betuttelen werkt averechts. Het betreft meestal niet zozeer “verward” maar “onbe- grepen” gedrag. Tegelijk is het van belang

dat psychische aandoeningen wél (op tijd) gezien worden.’

Nieuwe initiatieven

‘Soms moet je een nieuw initiatief nemen.

Als sociaal werker heb ik een groep samenge- steld, die voorziet in een behoefte waaraan niet tegemoet werd gekomen. De behoefte van het individu aan een groepssituatie, ge- richt op preventie én herstel. Voor bewoners met een ernstige psychische aandoening die deze benadering en werkwijze in de “oude”

ggz en in de buurt en wijk, misten. Ik kan dit verder toelichten, een initiatief groepsdag- besteding.’

Samen leren in een eigen groep – ‘In dit geza- menlijk initiatief van gemeente, bewoners met een ernstige psychische aandoening en begeleiding is de gemeente opdrachtgever, ik ben zowel bedenker als uitvoerder en alles gebeurt in overleg met bewoners en begelei- ding. Tien bewoners leveren ieder twee uur thuisbegeleiding in om in groepsverband in zichzelf te investeren. Deze groepsactiviteit vindt plaats in een buurtcentrum. De groep wordt begeleid door twee deskundigen, maar de betrokken bewoners zijn mede-ei- genaar van de invulling van het programma.

Niet het bezig zijn staat centraal, maar juist het leren van elkaar, onder begeleiding van deskundigen, een ggz-agoog en een psy- choloog. Klassieke groepsdynamica in een fris jasje! Samen selecteren de ggz-agoog en ik de deelnemende bewoners, op basis van onze psychiatrische expertise. Alle deel- nemers hebben een ernstige psychische aandoening en/of lichamelijke klachten.

De meesten zijn teleurgesteld in zichzelf en

hebben letterlijk ervaren dat hun sociale net-

werk ook teleurgesteld raakte in hen. Van-

wege hun psychische aandoening hebben zij

ook een gevoel van schaamte en vaak last van

een terugval. Zelfstandig kunnen zij niet de

(5)

regie over hun leven herpakken. De oorzaken van terugval die meespelen zijn onder meer angststoornissen, depressies, psychoses, ver- slaving, extreme stress, schulden, armoede, gebrek aan sociaal contact, vereenzaming, uitsluiting en het niet over een eigen woon- ruimte beschikken. Deze oorzaken vragen om expliciete psychiatrische kennis en er- varing, die ik toevoeg aan het sociaal werk.

Bewoners voelen zich over het algemeen ver- vreemd, niet passend binnen de normen van de huidige maatschappij. Door dat gevoel, in combinatie met een psychische aandoening, sluiten zij zich af voor de buitenwereld.

Deze doelgroep vereenzaamt. Door deze vereenzaming vinden zij dan geen zinvolle dagbesteding en ze zijn vaak moeilijk te ac- tiveren om mee te doen. Vanwege mijn psy- chiatrische expertise ontwikkelen zij vertrou-

wen in wat ik aanreik. Zij kiezen zelf voor deze vorm van dagbesteding, en investeren er ook in, omdat dit wél aansluit bij hun behoeften.

Leren van elkaar! Binnen dit initiatief wordt er thematisch gewerkt, onder andere aan traumaverwerking en terugvalpreventie. Er wordt herstelgericht gewerkt aan preventie van psychose en medicatiegebruik door het leren benutten van een signaleringsplan en betrekken van het sociaal netwerk bij hun persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast ko- men ook praktische vaardigheden aan bod.

Klassieke groepsdynamica in een fris jasje!

Belangrijk zijn veiligheid in de groep,

eigen motivatie en de wil om te leren

van elkaar. Daar selecteren we op,

nooit op diagnoses.

(6)

Bijvoorbeeld leren budgetteren en koken.

Dit zijn vaardigheden die belangrijk zijn op de weg terug naar zelfstandig wonen.’

‘Tegelijkertijd is er ook aandacht voor indi- viduele input, zoals: “Help mij vandaag, ik snak naar een joint, maar dat is niet goed voor mij...” Of: “Mijn zus in Aleppo is gisteren overleden, voel me zo eenzaam.” Er wordt ge- huild, maar ook veel gelachen...

Belangrijk zijn veiligheid in de groep, eigen motivatie en de wil om te leren van elkaar.

Daar selecteren we op, nooit op diagnoses.

De begeleiding spreekt Nederlands, Turks en Arabisch. De samenstelling van de groep is dan ook zeer divers: jong, oud, man, vrouw, Nederlands, Turks, Syrisch en ‘ech nimwèègs’

(echt Nijmeegs, red.). Een perfecte afspiege- ling van bewoners uit die Nijmeegse buurt en wijk.’

Evalueren – ‘Zo’n nieuwe vorm van dagbe- steding vraagt om een evaluatie. Onlangs ontmoetten de gemeente, bewoners, bege- leiding en ik elkaar opnieuw in dat buurt- huis. De bewoners geven daar aan dat zij voorheen op de reguliere dagbesteding niet konden aarden, daardoor afhaakten, ver- eenzaamden en vaak onnodig weer werden opgenomen. Menselijk leed, frustrerend én heel duur voor de samenleving. In deze groep kunnen bewoners met een ernstige psychi- sche aandoening op een veilige manier met elkaar dilemma’s en succeservaringen delen, ervan leren en er eigenwaarde aan ontlenen.

Daardoor raken ze “de schaamte voorbij”. Alle tien bewoners kwamen aanvankelijk binnen, via de wachtlijst op mijn individuele case- load. Kennis van “individuele” psychiatrische problematiek, zette ik om in “collectiviteit”.

Deze bewoners ervaren nu stabiliteit en

groei, op allerlei leefgebieden. Zelfstandig leren wonen, studeren en toeleiden naar werk, behoren weer tot de mogelijkheden.

Zij investeren gezamenlijk in zichzelf en stromen langzaam uit, terwijl nieuwe deel- nemers hun plaats innemen de groep. Als sociaal werker ga ik nu actief op zoek naar nieuwe deelnemers. Tevredenheid alom.

En ík? Ik zeg: “Dit komt vooral door sociaal- psychiatrische expertise te integreren in de buurt en in de wijk”.’

Vind je dat de beweging van ‘De Nieuwe GGZ’ voldoende gebruik maakt van de ken- nis en kunde van sociaal werkers? Wat zou hierin kunnen verbeteren?

‘Bij De Nieuwe GGZ staat de bewoner onmis-

kenbaar centraal. Bij mij ook. En er ligt bij

hen een focus op preventie en herstelgericht

werken, mooi! Opvallend is dat de Nieuwe

GGZ maar liefst 75% van de beschikbare mid-

delen wil “kantelen” naar de wijk. Er valt dus

voor sociaal werkers wat te halen. Maar wat

mogen wij...brengen? Ik mis hierin, net als

bij de “oude” ggz, nog wat meer wederkerig-

heid. Wat meer kruisbestuiving. De Nieuwe

GGZ is voor mij een welkome aanvulling en

ontwikkeling, maar zou zich nog meer mogen

richten op wat sociaal werk in de wijk precies

inhoudt. Zodat dat samen optrekken, wat in

de “oude” ggz veelal zo node gemist wordt,

nog meer van de grond komt. De afstemming

tussen de ggz en het sociaal domein zit hem

niet in meer van wat er al is, maar in het ge-

zamenlijk de ondersteuning voor bewoners

beter en vooral anders organiseren. Meer we-

derkerigheid lijkt mij daarbij helpend. En nog

intensiever samen optrekken.’

(7)

Kun je nog een voorbeeld uit je eigen werk noemen, waaruit blijkt dat specifieke aan- dacht voor mensen met een ernstige psy- chische aandoening, in het sociaal domein tekortschiet?

‘Ik bezocht een bewoner met een ernstige psychische aandoening op de opnameafde- ling van de ggz. Het was zijn vierde opname op rij. Groot menselijk leed én erg duur! De ggz kent het aanbod in de wijk niet en stuurt deze jongeman iedere keer na ontslag, naar een voor hem niet passende vorm van dagbe- steding. Bij het sociale team kwam hij dan op een wachtlijst terecht. Het duurde gewoon té lang. Nazorg vanuit de ggz bleef uit en even- min werd na ontslag tijdige ondersteuning vanuit het sociale team geboden. En samen optrekken was er al helemaal niet bij. Ik heb

deze bewoner laten instromen in het initia- tief groepsdagbesteding dat ik al beschreef, wél gericht op preventie en herstel. Hij is één van die tien! En is nu al anderhalf jaar stabiel en benut zijn kwaliteiten. Zelfstandig wo- nen, studeren, werken, inkomen genereren en zijn netwerk (inclusief familie) opnieuw opbouwen, hij doet het! Maar wat een (on- nodige) ellende ging hieraan vooraf.

Norbert Wijnhofen is werkzaam bij Sterker so- ciaal werk in Nijmegen. Hij heeft zowel ruime ervaring als verpleegkundige in de psychiatrie en als sociaal werker.

Alie Weerman is lector GGZ & Samenleving hogeschool Windesheim en redactielid van het Tijdschrift Participatie en Herstel.

(ADVERTENTIE)

Dit boek kan je bevrijden van de emotionele en fysieke last van leven met angst. Of het nu gaat om vliegangst,sociale angst, paniekaanvallen, een andere angststoornis etc., in dit boek komen ze allemaal aan bod. En leer je de vaste denkpatronen en gewoonten van angst te doorbreken en te overwinnen.

Angst overwinnen

Geen zorgen meer,

versla stress & voel je weer gelukkig

Nik Speakman & Eva Speakman SBN 978 90 8850 949 0 | 240 PAGINA’S | € 25,00

WWW.SWPBOOK.COM/2215

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Routekaart voor het opzetten van regionale samenwerking tussen de ggz en het sociaal domein voor herstel burgerschap van mensen met. een ernstige psychische aandoening en

Waar mensen niet in staat zijn om de eigen kracht te benutten door hun achterstands- positie, zoals afkomst, opleiding, IQ, et cetera, of omdat zij geen netwerk hebben, blijft

De sociaal werker deelt in een samenwerkingsverband alleen vertrouwelijke informatie over een burger/cliënt, wanneer dit voldoet aan de normen over het delen van informatie, zoals

Het Manifest Sociaal Werker wordt 21 november aangeboden aan staatssecretaris van Rijn, tijdens het Congres Sociaal werk, Hart van het Sociaal Domein. Het Manifest is een

bij het versterken van het vakmanschap van sociaal ze (kwetsbare) mensen kunnen ondersteunen en naar vermogen kunnen toeleiden naar zelfstandig en actief werkers, hun autonomie

Waar mensen niet in staat zijn om de eigen kracht te benutten door hun achterstands- positie, zoals afkomst, opleiding, IQ, et cetera, of omdat zij geen netwerk hebben, blijft

Resultaat: Individuele hulp- en ondersteuning geboden zodanig dat mensen op basis van activering en eigen regie en waar noodzakelijk met aanvullende ondersteuning geholpen zijn met

Sociaal werkers dragen bij aan individuele ontwikkeling van mensen, ze stimuleren de inzet van hun sociaal netwerk en versterken collectieve verbanden in