Lotte: Kijk, hier liggen wat oude planken.
Imran: Zullen we daar een hut van maken?
Rens: Ja, ik haal spijkers!
Imran: Neem ook een hamer mee.
Lotte: Dit is een goede plek voor een boomhut.
Imran: Maar we hebben geen ladder.
Lotte: Jammer.
Een hut tussen de blaadjes is juist zo tof.
Rens: Kijk, ik heb ook een zaag en touw.
Ik kan aan de slag.
Imran: Mooi zo.
In een boomhut zit je wel veilig voor wilde dieren.
Lotte: Klets niet zo.
Er zijn hier geen wilde dieren.
Rens: Die planken timmer ik aan elkaar.
Imran: Ik zag net een grijze schim tussen de bomen.
Lotte: Dat was vast een duif, of zo.
Rens: En van die takken maak ik een dak.
Imran: Ik denk dat het een wild zwijn was.
Lotte: Je maakt me heus niet bang, hoor.
Rens: Ga eens een beetje opzij.
Je staat in de weg.
En jij ook.
Imran: Er leven echt wilde zwijnen in ons land.
Lotte: Ja, maar niet hier.
Rens: Blijf van dat touw af, Wolf!
Lotte: Een wolf?
Imran: Waar?
Rens: Wolf is de hond van mijn buurman.
Hij liep net met me mee.
Imran: Pfff, ik schrok even.
Rens: Kijk, onze hut is al klaar.
Lotte: Dat is snel!
Wauw, een hut tussen de blaadjes.
Imran: De hut is mooi verstopt tussen de laagste takken.
En lekker veilig, met een waakhond erbij!
Bang voor de wolf? (thema 11)
Rens Lotte Imran
Lijn 3 | Theaterlezen bij thema 11 – Een hut bouwen | © Malmberg, 's-Hertogenbosch