Geachte heer, mevrouw,
De gemeente Groningen is volop in ontwikkeling en groeit flink. In de omgevingsvisie The Next City benoemen we leefkwaliteit tot het centrale en samenbindende thema. Bij zowel de forse woningbouwopgave als ook de groei van de werkgelegenheid is leefkwaliteit belangrijk. Deze opgaven krijgen voor een overgroot deel een plek in de bestaande stad. De schaarse ruimte zal daarom zo goed en integraal mogelijk benut moeten worden. Juist vanuit de compacte stadgedachte, bepaalt een goede relatie tussen ‘groen en stenen’ in hoge mate de leefkwaliteit. De regeling natuur inclusief bouwen zien we als een belangrijke bouwsteen in onze ambitie om een duurzame, groene en klimaat adaptieve gemeente te zijn en waarmee we de biodiversiteit behouden en versterken.
Initiatiefvoorstel
Aan het begin van dit jaar heeft uw raad het initiatiefvoorstel natuur inclusief bouwen van de fracties van Groen Links, Partij voor de Dieren en D66
aangenomen. In ons preadvies op dit initiatiefvoorstel hebben wij aangegeven ernaar te streven uiterlijk 1 juli een concept regeling met uw raad te delen.
Via deze brief informeren wij u op hoofdlijnen over de regeling, welke in september zal worden vastgesteld.
Uitgangspunten en hoofdlijnen van de regeling
Zoals we in het preadvies hebben aangegeven borduren we voort op instrumenten van andere gemeenten. Daarbij is het document van de gemeente Den Haag leidend. Uitgangspunt van de regeling is dat deze eenvoudig is toe te passen, ruimte biedt voor maatwerk en ook betaalbaar is.
te
GRONINGEN
Telefoon (050) 367 47 59 Bijlage(n) - Onskenmerk 304162-2021
Datum 7-7-2021 Uwbriefvan Uwkenmerk -
Gronings model
Ook in het Groningse model versterken we natuur inclusief bouwen door maatregelen toe te passen in het gebouw, op of aan het gebouw en in de directe omgeving van het gebouw. Welke maatregelen uiteindelijk toegepast gaan worden hangt af van de plek van de ontwikkeling en de grootte. Net als in Den Haag hanteren we een indeling van de gemeente in een aantal zones en is er onderscheid gemaakt in projectgrootte op basis van bebouwd
oppervlak en bouwhoogte. Een combinatie van beiden bepaalt hoeveel punten behaald moeten worden. Via een tabel kan gekozen worden uit de toe te passen maatregelen . Bij elke maatregel zijn de toepassingseis, de score en een kosteninschatting benoemd.
Omgevingsplannen
De regeling laten we landen in het omgevingsplan. De regeling is dus van toepassing op activiteiten die in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen vergunningplichtig zijn. Het gaat hier echter niet om inpandige activiteiten.
Generieke ontheffingen Wet natuurbescherming
Vanuit de Wet natuurbescherming bestaat de mogelijkheid voor het maken van een generieke ontheffing. De maatregelen die een initiatiefnemer treft in het kader van een generieke ontheffing tellen ook mee in de
puntensystematiek van de regeling. Daarmee ontstaat er geen extra last. In de gemeente zijn twee generieke ontheffingen van kracht, namelijk bij de
versterkingsopgave en renovatie, sloop en nieuwbouw door wooncorporaties.
Partijen moeten zich wel hebben aangesloten bij de generieke ontheffing.
Monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten
Het toepassen van natuur inclusieve maatregelen mogen monumenten niet aantasten in constructie en aanzien. Het behoud van historische panden is vaak in het belang van veel diersoorten. Het behoeft aandacht om de
eigenschappen bij historische panden te behouden zodat deze aantrekkelijke vestigingsplaatsen blijven.
Nieuwbouw en bestaande bouw
De regeling is toepasbaar op zowel nieuwbouw als renovatie van bestaande bouw. De verbouwingsactiviteit bepaalt welke natuur inclusieve maatregelen zijn toe te passen. Daarbij is het evenredigheidsbeginsel van belang. De regeling is er bijvoorbeeld niet op gericht om bij het vervangen van kozijnen een hele gevel te voorzien van beplanting.
Uitkomsten eerste toetsing
Om te ondervinden of de regeling ook voldoet aan onze uitgangspunten van eenvoudige toepasbaarheid, ruimte voor maatwerk en betaalbaarheid is een
eerste toets uitgevoerd aan de hand van een aantal recente projecten. Uit deze toets is gebleken dat het concept nog niet aan de uitgangspunten voldoet. De uitkomsten van de toetsing zijn grillig te noemen. Op de volgende onderdelen is een nadere uitwerking nodig:
• Om het benodigde puntenaantal te behalen moet in sommige gevallen een aanzienlijk aantal maatregelen uit de tabel worden toegepast. De mix van deze toe te passen maatregelen geeft het gevoel dat eenheid
ontbreekt. In een enkel geval lukte het niet om het beoogde aantal punten te behalen.
• De maatregelen waaruit gekozen kan worden zijn vooral op het aspect op/aan het gebouw beperkt.
• De zwaarte van de verschillende maatregelen lijkt niet altijd in verhouding tot elkaar te staan in relatie tot de score.
• Vanuit de nu geformuleerde minimumeis leidt het toepassen van enkele maatregelen tot een zeer hoog aantal voorzieningen. Daarmee lijkt de uitkomst niet in balans met wat de regeling beoogt.
• Voor enkele maatregelen geldt dat ze onvoldoende helder zijn geformuleerd.
• Het hanteren van een zonering lijkt weinig toe te voegen binnen de huidige systematiek.
• Het van Den Haag overgenomen onderscheid in projectgroottes blijkt in de praktijk te grofmazig.
Nog te maken afwegingen
Bij het opstellen van de regeling is op een aantal onderwerpen nog een afweging te maken.
Kleine particuliere ontwikkelingen
De regeling gaat gelden voor alle woningbouwontwikkelingen, ook voor kleine particuliere initiatieven. Het gaat hier veelal om een verbouw of renovatie van een bestaande woning of het bouwen van een nieuwe woning.
Binnen de huidige indeling van projectgrootte is de bandbreedte van de categorie “kleine projecten” groot. Het is daarom is het wenselijk deze categorie strakker af te bakenen. Bij relatief kleine activiteiten zoals het vernieuwen van een dak of het plaatsen van een dakkapel is veel natuurwinst te behalen. De vraag is of een regeling hiervoor het juiste instrument is. Dit zou ook kunnen via bijvoorbeeld het informeren over en stimuleren van natuur inclusief bouwen bij dergelijke kleine particuliere initiatieven.
Flexibiliteit in puntenscore
Mogelijk zijn situaties voorhanden waarbij het niet mogelijk is om op alle onderdelen de benodigde punten te behalen. Bijvoorbeeld als een
ontwikkeling het gehele kavel benut om een woningbouwproject te realiseren.
Op het onderdeel “direct om het gebouw” kan een ontwikkeling niet aan de vereisten te voldoen. We overwegen daarom een getrapte werkwijze op te nemen waarmee we maatwerk van de regeling vergroten.
Relatie met openbare ruimte
We streven een groene en klimaat adaptieve openbare ruimte na waarin het gebruik van voetgangers en fietsers voorop staat. Dat betekent dat we verhoudingsgewijs meer groen in de openbare ruimte gaan toepassen. Voor andere functies is minder ruimte beschikbaar en deze moeten dan een plek krijgen in de te ontwikkelen bouwvlakken. Het programma van deze
bouwblokken wordt daarmee fors. We onderzoeken of het mogelijk is om het onderdeel “maatregelen direct om het gebouw” vrij te stellen als bij een gebiedsontwikkeling aanwijsbaar is aan te tonen dat het areaal groen en de invulling ervan bovengemiddeld is en daarmee een grote bijdrage levert aan een natuur inclusieve wijk.
Tegenstrijdigheidsbeginsel
We hebben een aantal bijzondere situaties in kaart gebracht die
mogelijkerwijs conflicteren met de regeling. Er moet ruimte zijn voor een integrale afstemming en afweging van alle beleidsambities. Dat maakt dat we nog moeten gaan bepalen in welke situaties de regeling niet van toepassing is.
Wat gebeurt er al
Natuur inclusief bouwen is geen vanzelfsprekendheid, maar we zien dat steeds meer woningbouwprojecten inzetten op biodiversiteitsversterkende maatregelen. We sturen hier al op door natuur inclusief bouwen op te nemen in bijvoorbeeld beeldkwaliteitsplannen en vuistregels Gronings bouwen.
Zowel wooncorporaties, ontwikkelaars als particulieren treffen maatregelen in, op/aan of rondom het gebouw die passen binnen de opzet van de beoogde regeling. Een paar voorbeelden van projecten waar natuur inclusieve
maatregelen zijn gerealiseerd zijn:
- sociale huurwoningen aan Het Verlaat in Meerstad;
- de onlangs opgeleverde woningen aan het Engelse Park;
- wooncomplex Lampisterie in de Grunobuurt;
- de woontorens Atlas en Pleione bij winkelcentrum Paddepoel.
Via de regeling kunnen we de reeds ingezette sturing optimaliseren.
Het vervolg
Voordat wij overgaan tot vaststelling vinden we het noodzakelijk de concept regeling op hiervoor genoemde onderdelen aan te scherpen. We koersen nu op vaststelling van het concept in september. Daarmee zijn we op tijd om de concept regeling onderdeel te laten zijn van de Woonmanifestatie. De uitkomsten van de Woonmanifestatie verwerken we in de definitieve
regeling. In opmaat naar de definitief regeling werken we ook een aantal onderzoeksvragen verder uit. Ook staan we dan uitgebreider stil bij de
inbedding van de regeling in het omgevingsplan. De geplande eindoplevering van de definitieve regeling blijft ongewijzigd. Begin 2022 bieden wij u de definitieve regeling ter vaststelling aan.
Wij vertrouwen erop u voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
burgemeester en wethouders van Groningen,
burgemeester, secretaris,
Koen Schuiling Christien Bronda
Deze brief is elektronisch aangemaakt en daarom niet ondertekend.
