• No results found

Brief minister over brandveiligheid juli 2013

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Brief minister over brandveiligheid juli 2013"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directie Bouwen Turfmarkt 147 Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Datum 2 juli 2013

Betreft Vragen van het lid Knops (CDA) bij VAO van 4 juni 2013 over brandveiligheid in de zorg

Pagina 1 van 2

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal

Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Bij het Voortgezet Algemeen Overleg van 4 juni 2013 heeft de heer Knops (CDA) gevraagd wat ik zal doen om het bewustzijn van brandveiligheid in de zorg te stimuleren. Het gaat daarbij niet specifiek om het onderbrengen van

brandveiligheid in regelgeving, maar vooral om bewustwording van mensen in de bebouwde omgeving.

De primaire verantwoordelijkheid voor het op orde hebben en houden van brandveiligheid in zorginstellingen is een taak van de bestuurders van die instellingen. Het zoeken naar en onderling uitwisselen van goede voorbeelden hoort daarbij. Het bevoegd gezag ziet er vervolgens op toe dat er voldoende invulling wordt gegeven aan die verantwoordelijkheid. Dit is tevens tot uitdrukking gekomen in de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 april 2013 (kamerstuk 32 757, nr. 62) en de behandeling van die brief bij het Algemeen Overleg op 17 juni 2013.

In haar circulaire van 10 juli 2012 aan de voorzitters van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van de zorginstellingen heeft de minister van

Volksgezondheid, Welzijn en Sport hen opgeroepen de verantwoordelijkheid voor brandveiligheid te nemen en alles in het werk te stellen dit op orde te brengen en te houden. Voor hulp bij het invullen van die verantwoordelijkheid is geadviseerd contact op te nemen met de betreffende toezichthouder en/of de koepels. Volgens contacten uit het veld is er sindsdien meer aandacht voor brandveiligheid en zijn er steeds meer instellingen die tot actie overgaan om de brandveiligheid (op lokaal niveau samen met de brandweer) te verhogen.

Hoewel het realiseren van een gedragsverandering niet eenvoudig is, reikt de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport diverse instrumenten aan die de bestuurder in staat stelt de risico's in de instelling in kaart te brengen (onder meer Firefish, risicobenadering en cliëntenprofiel) en daar bewust maatregelen op te nemen. Een goed voorbeeld voor de wijze waarop de branche invulling geeft aan de verantwoordelijkheid voor brandveiligheid is het initiatief “Geen nood bij brand” (GNBB). Hierbij werken ActiZ (organisatie van zorgondernemers) en Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) samen met Brandweer Nederland aan het verbeteren van brandveiligheid en de bewustwording daarvan binnen alle lagen van een zorginstelling. Dit initiatief - gestart in de veiligheidsregio

Gelderland-Midden - is tot stand gekomen met steun van het ministerie van Veiligheid en Justitie en wordt dit jaar verder landelijk uitgerold.

(2)

FOUT!ONBEKENDE NAAM VOOR DOCUMENTEIGENSCHAP. Pagina 2 van 2

pagina’s (inclusief voorblad) Datum

2 juli 2013

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft aangegeven € 800.000,- beschikbaar te hebben voor activiteiten die zijn gericht op het verbeteren van preventie door het verhogen van brandveiligheidsbewustzijn bij de

zorginstellingen. Het kabinet ondersteunt op deze wijze een programma dat onder meer is gericht op het verspreiden van goede voorbeelden om een

gedragsverandering en de bewustwording van brandveiligheid te verbeteren.

De minister voor Wonen en Rijksdienst,

drs. S.A. Blok

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze kaders leggen de regels vast voor de vergoedingen die de industrie betaalt aan het EMA, alsook de compensatie voor de nationale medicijnautoriteiten, waaronder het College

SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN Ongebruikte diergeneesmiddelen en of restanten hiervan

SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN Ongebruikte diergeneesmiddelen en of restanten hiervan

SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in

Het gewijzigde etiket en, in voorkomend geval, de gewijzigde bijsluiter behorende bij het diergeneesmiddel KETALIN 100 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en

Het gewijzigde etiket en, in voorkomend geval, de gewijzigde bijsluiter behorende bij het diergeneesmiddel KETALIN 100 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en

SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET- GEBRUIKTE DIERGENEESMIDDELEN OF EVENTUELE RESTANTEN HIERVAN Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in

- Geïnfecteerde wonden, abcessen, infecties van de mondholte en paradontale infecties: 2 maal daags 5,5 mg clindamycine per kg lichaamsgewicht gedurende minimaal 7-10 dagen en