• No results found

Zondagslezing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lezingen door de week | Maandag 16 januari: Eerste Boek Samuël 15, 16-23 en Marcus 2, 18-22 • Dinsdag 17 januari: Eerste Boek Samuël 16, 1-13 en Marcus 2, 23-28 • Woensdag 18 januari:

Eerste Boek Samuël 17, 32-33.37.40-51 en Marcus 3, 1-6 • Donder- dag 19 januari: Eerste Boek Samuël 18, 6-9; 19, 1-7 en Marcus 3, 7-12 • Vrijdag 20 januari: Eerste Boek Samuël 24, 3-21 en Marcus 3,

13-19 • Zaterdag 21 januari: Tweede Boek Samuël 1, 1-4.11-12.19.23- 27 en Marcus 3, 20-21 • Zondag 22 januari (Derde zondag door het jaar) Jona 3, 1-5.10 – Eerste Brief aan de Korintiërs 7, 29-31 – Mar- cus 1, 14-20.

eucharistie op radio | 15 januari, 10 uur, VRT Radio 1: van- uit de abdij Keizersberg in Leuven.

eucharistie op tv | 15 januari, 10 uur, VRT één: vanuit de pa- rochie Sint-Martinus in Moorsel bij Aalst naar aanleiding van 1.300 jaar verering van de heilige Goedele in de streek. Voorgan- ger is mgr. Luc Van Looy, de bisschop van Gent. Het gemengd koor Canticorum Jubilo staat onder leiding van Jaak De Bie en wordt aan het orgel begeleid door Kristiaan Van Ingelghem.

commentaar bij de zondagslezingen

— Jean Bastiaens—

god was hier en ik wist het niet

DE LEzInGEn uIT HET OuDE TESTAMEnT en uit het evangelie cirkelen rond het geheim van een roeping, van geroepen worden tot een nieuw soort leven. Daar tussenin staat de tekst uit de Korintiërsbrief, ogenschijnlijk geïsoleerd, maar toch niet helemaal.

Want wat zegt Paulus? „Gij zijt niet van uzelf.” Wie geroepen werd door Jezus en daar- door tot de gemeenschap van geroepenen (ekklesia, Kerk) is gaan behoren, behoort zich- zelf niet meer toe. Daarom spreekt Paulus de leden van de geloofsgemeenschappen ook aan met „heiligen”. zij maken immers voortaan deel uit van het lichaam van Christus en als zodanig zijn zij van god, kinderen van god.

De eerste lezing uit het boek Samuël biedt ons een mooi tafereel. Probeer het eens driedimensionaal te bekijken en de roeping van Samuël in het heiligdom van Silo le- vendig voor ogen te krijgen. De tekst begint met de mededeling dat de godslamp nog niet was uitgedoofd en dit roept de belangrijke constatering uit het voorafgaande vers op, namelijk dat er „in die tijd zelden woorden van jhwh klonken en er geen visioenen doorbraken” (vers 1, niet in de tekst van het lectionarium). Een tijd zonder visioenen! En juist dan, in die woestijntijd, wordt Samuël geroepen. We zijn getuige van een echt roe- pingsproces. Want jhwh god roept wel, maar Samuël is zich daar eerst niet van bewust.

Hij denkt dat het Eli is, de priester in het heiligdom. Hij treedt op Eli toe en zegt het veelbetekenende zinnetje: „Hier ben ik.” In het verhaal komt dat zinnetje vier keer voor.

En het woord ‘roepen’ komt tienmaal voor. En dan nog tweemaal het belangwekkend zinnetje: „Spreek (heer), uw dienaar luistert.” Wat is de zin van al die herhalingen? ze maken duidelijk dat geroepen worden een proces is. En er zijn altijd anderen nodig die me helpen om mijn roeping te vinden en uit te zuiveren. De priester Eli helpt de jonge Samuël om zijn roeping te vinden en te begrijpen. Het is pas in de vierde fase dat Samuël ronduit kan antwoorden ten overstaan van jhwh god: „Hier ben ik.”

Ook in de evangelielezing uit Johannes gaat het over roepen en geroepen worden.

De aanleiding vormt het getuigenis van Johannes de Doper. Die wijst Jezus aan als het Lam gods. Als we de term Lam gods horen, komen er twee beelden uit de Schriften naar voren die voor de evangelist Johannes van belang zijn: het paaslam aan de ene kant en het lam dat naar de slachtbank geleid werd aan de andere (volgens de lezing uit Jesaja 53 op Goede Vrijdag). In dat ene beeld van het Lam gods komen veel betekenissen sa- men: uittocht, redding, verzoening, lasten dragen, schulden dragen, voorspraak zijn.

Met dit beeld (!) trekt de Doper een hele wereld open, zonder vast getimmerde defini- ties. En twee leerlingen van de Doper worden meteen door dit beeld van het Lam gods gefascineerd: ze gaan Jezus achterna, ze volgen Hem. Hierna ontstaat er een bijzondere dialoog. Jezus keert zich naar de twee leerlingen van de Doper toe en vraagt hen: „Wat verlangt ge?” ze volgen Jezus wel, maar het is nog ongericht. Met zijn vraag stoot Je- zus zonder omwegen door naar de diepte: „Waarom Mij volgen? Wat verlang je?” Die vraag moet beantwoord worden, anders kan er van een volgen en geroepen worden geen sprake zijn. Wat antwoorden de twee? ze hebben een heel kort zinnetje paraat, maar het bevat een sleutelterm uit het Johannesevangelie: „Waar is het dat u blijft?” Blijven.

We kennen het van de typische Johanneïsche wendingen: „Blijf in mij, zoals ik in u.”

Waar blijft Jezus dan? Het komt later nog veelvuldig ter sprake in het Johannesevange- lie, maar er kan natuurlijk maar één antwoord zijn: Jezus blijft bij de Vader. De leerlin- gen vragen heus niet naar Jezus’ logeeradres. ze vragen naar de leefwereld en de zijns- wereld van Jezus. Het antwoord van Jezus is kort en krachtig: „Kom en zie.” En dan: „ze zagen waar Hij verbleef, en ze bleven bij Hem, die dag.” De onthulling van de leefwereld van Jezus is zo overdonderend, dat het uur van de ontmoeting in het collectief geheu- gen is blijven staan. Het was ongeveer het tiende uur.

En wat zeggen de twee leerlingen later, na dat blijven bij Jezus? ze zeggen: „We heb- ben de Messias gevonden.” En degenen die geroepen waren, worden nu op hun beurt roepers: het blijkt te gaan om Andreas die nu zijn broer Simon roept en hem brengt tot bij Jezus. En op zijn beurt geeft Jezus aan Simon, de broer van Andreas, een roeping die een hele toekomst aankondigt: „Gij zult Kefas genoemd worden, Rots.”

EERSTE LEZING

eerste boek samuel 3, 3b-10.19

De lamp van God was nog niet gedoofd en Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer waar de ark van God stond. Toen riep de Heer: „Samuël!” Samuël antwoordde: „Hier ben ik.” Hij liep haastig naar Eli en zei: „Hier ben ik. u hebt mij toch geroepen?” Maar Eli antwoordde: „Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen.”

Toen riep de Heer opnieuw: „Samuël!” Samuël stond op, ging naar Eli en zei: „Hier ben ik. u hebt mij toch geroepen?” Eli antwoordde: „Ik heb niet ge- roepen, mijn jongen; ga maar weer slapen.” Samuël kende de Heer nog niet: een woord van de Heer was hem nog nooit geopenbaard.

En weer riep de Heer Samuël, nu voor de derde maal.

Samuël stond op, ging naar Eli en zei: „Hier ben ik.

u hebt mij toch geroepen?” Toen begreep Eli dat het de Heer was die de jongen riep. En hij zei tot Samuël:

„Ga slapen, en mocht Hij je roepen, dan moet je zeg- gen: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’.” Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen.

Toen kwam de Heer bij hem staan en riep even- als de vorige malen: „Samuël, Samuël!” En Samuël antwoordde: „Spreek, uw dienaar luistert!” Samuël groeide op; de Heer was met hem en liet niet een van zijn woorden onvervuld.

TWEEDE LEZING

eerste brief aan de korintiers 6, 13c-15a.17-20

Broeders en zusters,

Het lichaam is er niet voor de ontucht maar voor de Heer, en de Heer voor het lichaam. God heeft niet al- leen de Heer opgewekt uit de dood, Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht.

Gij weet toch dat uw lichamen ledematen zijn van Christus? Maar wie zich met de Heer verenigt, is met Hem één geest. Elke andere zonde die een mens be- drijft, gaat buiten het lichaam om, maar de ontuch- tige zondigt tegen zijn eigen lichaam.

Gij weet het: uw lichaam is een tempel van de heili- ge Geest die in u woont, die gij van God hebt ontvan- gen. Gij zijt niet van uzelf. Gij zijt gekocht en de prijs is betaald. Eert dan God met uw lichaam.

EVANGELIE

johannes 1, 35-42

In die tijd stond Johannes daar, met twee van zijn leerlingen. Hij richtte het oog op Jezus die voorbij- ging en sprak: ”zie het Lam Gods.” De twee leerlin- gen hoorden hem dat zeggen en gingen Jezus ach- terna. Jezus keerde zich om en toen Hij zag dat zij Hem volgden, vroeg Hij hun: „Wat verlangt gij?” ze zeiden tot Hem: „Rabbi (vertaald betekent dit Mees- ter) waar houdt Gij u op?” Hij zei hun: „Gaat mee om het te zien.” Daarop gingen zij mee en zagen waar Hij zich ophield. Die dag bleven zij bij Hem. Het was on- geveer het tiende uur.

Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van die twee die het gezegde van Johannes hadden gehoord en Jezus achterna waren gegaan. De eerste die hij ont- moette, was zijn broer Simon tot wie hij zei: „Wij heb- ben de Messias (dat vertaald betekent de Gezalfde) ge- vonden.” En hij bracht hem bij Jezus. Jezus zag hem aan en zei: „Gij zijt Simon, de zoon van Johannes; gij zult Kefas genoemd worden, dat betekent: Rots.”

Schriftlezingen © Katholieke Bijbelstichting

’s Hertogenbosch, www.bijbel.net

15 ja n ua r i 2012 – tw e e d e zo n dag doo r h et jaa r

B lezingen & Commentaar

4 januari 2012

kerk & leven

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft; en wie Mij lief- heeft, zal door Mijn Vader bemind worden; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem

Caroll schreef ooit: ‘Ik vraag me af of de sneeuw houdt van de bomen en velden, die hij zo zachtjes kust en toedekt met een wit laken… En die misschien zegt: ‘Ga slapen, schatjes,

U hebt mij toch geroepen?' Maar Eli antwoordde: 'Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen.' Toen riep de Heer opnieuw: 'Samuël!' Samuël stond op, ging naar Eli en zei: 'Hier ben

U hebt mij toch geroepen?' Maar Eli antwoordde: 'Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen.' Toen riep de Heer opnieuw: 'Samuël!' Samuël stond op, ging naar Eli en zei:..

mij dragen zal over en door mijn kleine, grote angsten heen en thuis zal zijn en haven. Met wat mij rest aan kracht vertrouw

Onder armen zitten ook mensen die niet (meer) kunnen of willen werken, bijvoorbeeld omdat ze alleen staan voor de zorg voor en de opvoeding van de kinderen of omdat ze bejaard

Toen kwam de Heer bij hem staan en riep evenals de vorige malen: „Samuël, Samuël!” En Samuël antwoordde: „Spreek, uw dienaar luistert!” Samuël groeide op; de Heer was met

cynische is dat als we nu teruggaan naar diezelfde ziekenhuizen om het te hebben over euthanasie, ze ons weer de deur