• No results found

VESPER IN DE 40 DAGEN TIJD. Door het duister naar het Licht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VESPER IN DE 40 DAGEN TIJD. Door het duister naar het Licht"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VESPER IN DE 40 DAGEN TIJD Door het duister naar het Licht

Zoek het Licht en geef het door, vermenigvuldig Licht met Licht.

Licht dat geneest, Licht dat draagt, Licht dat kracht geeft.

Geloof in het Licht

en al het duister zal verdwijnen.

-2-

Stilte Welkom

Zingen: lied 333 ( 4 keer )

Openingsgebed

God, Gij komt ons tegemoet en toont ons uw gezicht

in een geslagen en vernederde mens, een man van smarten

die ons aller dienstknecht is geworden;

onthul ons het geheim van zijn lijden en sterven, maak ons bereid Hem te volgen en zijn kruis te dragen

in deze veertig dagen en heel ons leven.

Amen

(2)

-3- Zingen: lied 266 : 1, 2 en 3

2 die ons zoekt in het duister, die ons de dag hebt toegezegd, spreek in de stilte tot uw knecht.

3 Die ons hoedt in uw schaduw, onder uw vleugels toegedekt, liefde, die ons tot leven wekt.

1ste zondag 40-d-tijd 6 maart 1ste Lezing: Psalm 77 : 1 - 14

Luid roep ik God, ik schreeuw het uit, luid roep ik God – dat hij mij hoort. Op de dag van mijn nood zoek ik de Heer,

bij nacht hef ik mijn handen, rusteloos, mijn ziel laat zich niet troosten. Ik denk aan God en moet zuchten, mijn gedachten vermoeien mijn geest. U laat me mijn ogen niet sluiten, van onrust vind ik geen woorden, ik zie terug op voorbije tijden, op de dagen en jaren van vroeger, bij nacht denk ik aan mijn spel op de snaren,

-4-

mijn hart zoekt, mijn geest vraagt: Zou de Heer voor eeuwig verstoten, zou hij niet langer liefhebben?

Is zijn trouw voorgoed verdwenen, zijn woord voor eens en altijd verstomd? Vergeet God genadig te zijn, verbergt zijn ontferming zich achter zijn toorn?

En ik zeg: ‘Ik weet wat mij kwelt, de hand van de

Allerhoogste is niet meer dezelfde.’ Ik denk terug aan de daden van de HEER – ja, ik denk aan uw wonderen van vroeger, overweeg elk van uw werken en houd in gedachten uw grote daden. Uw weg, God, is een heilige weg – welke god is zo groot als onze God?

Zingen: lied 941 : 1, 3 en 4

3 Want ik zie voor mij kruis na kruis mijn weg langs en geen enkel huis waar ik nog rust zou vinden.

Kom ik zo echt / bij U terecht, ben ik wel uw beminde?

4 Spreek Gij dan in mijn hart en zeg, dat het zo goed is, dat die weg ook door uw Zoon gegaan is, en dat uw land / naar alle kant niet ver bij mij vandaan is.

(3)

-5- 2de Lezing: Romeinen 5 : 15b - 21

Door de overtreding van één mens moesten alle mensen sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door die ene mens, Jezus Christus, is veel overvloediger.

Dit geschenk gaat het gevolg van de zonde van één mens verre te boven, want die ene overtreding heeft tot

veroordeling geleid, maar de genade die na talloze

overtredingen geschonken werd, heeft tot vrijspraak geleid.

Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus. Kortom, zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven. Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden. En later is de wet erbij gekomen, zodat de overtredingen toenamen; maar waar de zonde toenam, werd ook de genade steeds overvloediger.

Zoals de zonde heeft geheerst en tot de dood heeft geleid, zo moest door de vrijspraak de genade heersen en tot het eeuwige leven leiden, dankzij Jezus Christus, onze Heer.

Zingen: lied 632 : 1 en 2

-6-

2 Waren wij dood door de zonde, verminkt en verloren,

doven van harte,

verhard om zijn woord niet te horen, Hij is zo groot,

Hij overmande de dood.

Wij zijn in Jezus herboren.

2de zondag 40-d-tijd 13 maart 1ste Lezing: Psalm 80 : 1 – 8

Hoor ons, herder van Israël, die Jozef leidt als een kudde.

U die troont op de cherubs, verschijn in luister aan Efraïm, Benjamin en Manasse.

Laat uw kracht ontwaken, kom, en red ons. God, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.

HEER, God van de hemelse machten, hoe lang nog blijft u vertoornd op uw biddende volk? U liet ons brood van tranen eten en een stroom van tranen drinken. U hebt andere volken tegen ons opgezet,

onze vijanden drijven de spot met ons.

God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.

Zingen: lied 463 : 1, 2 en 3

(4)

-7-

2 Als der mensen trooster roepen wij U aan:

noem de namelozen met een nieuwe naam!

3 Herder, wil behoeden, wie in ’t duister valt.

Keer hun lot ten goede, licht dat stralen zal!

2de Lezing: Filippenzen 3 : 7 – 14

Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen en één met hem zijn – niet door mijn eigen rechtvaardigheid omdat ik de wet naleef, maar door die van God, de rechtvaardigheid die er is door het geloof in

Christus. Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk worden in zijn dood, in de hoop misschien ook zelf uit de dood op te staan. Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik houd vol in de hoop eens dat te

kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft.

Broeders en zusters, ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept.

-8- Zingen: lied 528 : 1, 3 en 5

3 God van God en licht van licht, aller dingen hoeder,

heeft een menselijk gezicht, aller mensen broeder.

Midden onder u staat Hij die gij niet kent.

Midden onder u staat Hij die gij niet kent.

5 Wees verheugd, van zorgen vrij:

God die wij aanbidden is ons rakelings nabij, wonend in ons midden.

Midden onder u staat Hij die gij niet kent.

Midden onder u staat Hij die gij niet kent.

(5)

3de zondag 40-d-tijd 20 maart 1ste Lezing: Psalm 103 : 1 – 7

Prijs de HEER, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam.

Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden. Hij vergeeft u alle schuld, hij geneest al uw kwalen, hij redt uw leven van het graf, hij kroont u met trouw en liefde, hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.

De HEER doet wat rechtvaardig is, hij verschaft recht aan de verdrukten. Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend, aan het volk van Israël zijn grootse daden.

Zingen: lied 868 : 1

2de Lezing: 1 Korintiërs 10: 1-13

Broeders en zusters, ik wil graag dat u weet dat onze voorouders allemaal door de wolk werden beschermd en

-10-

allemaal door de zee trokken, dat ze zich allemaal in de naam van Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee.

En ze aten allemaal hetzelfde geestelijke voedsel en

dronken allemaal dezelfde geestelijke drank. Ze dronken uit de geestelijke rots die hen volgde – en die rots was

Christus. Toch wees God de meesten van hen af, want hij liet hen bezwijken in de woestijn. Dit alles strekt ons tot voorbeeld: wij moeten niet uit zijn op het kwade, zoals zij.

Dien geen afgoden, zoals een deel van hen, over wie geschreven staat: ‘Het volk ging zitten om te eten en te drinken en het stond op om te dansen.’ Laten we geen ontucht plegen, zoals een aantal van hen, want daardoor stierven er op één dag drieëntwintigduizend. En laten we Christus niet tarten, zoals anderen deden, want daardoor werden ze door slangen doodgebeten. En kom niet in opstand, zoals weer anderen deden, want daardoor werden ze door de doodsengel vernietigd. Wat hun overkomen is, moet ons tot voorbeeld strekken; het is geschreven om ons, voor wie de tijd ten einde loopt, te waarschuwen. Laat daarom iedereen die denkt dat hij stevig overeind staat oppassen dat hij niet valt. U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt

beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.

Zingen: lied 650 : 1, 2 en 6

(6)

-11-

2 Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen, zij gaat in alle nood door heel het leven heen.

6 Het zaad der goedheid Gods, het hoge woord, de Heer, valt in de voor des doods, valt in de aarde neer.

4de zondag 40-d-tijd 27 maart 1ste Lezing: Psalm 105 : 23 – 45

Israël trok weg naar Egypte, Jakob verbleef als vreemde in het land van Cham. God maakte zijn volk zeer vruchtbaar, machtiger dan wie het belaagden. Hij veranderde hun hart:

ze gingen zijn volk haten en spanden samen tegen zijn dienaren. Hij stuurde Mozes, zijn dienaar, en Aäron, de man van zijn keuze. Zij kondigden zijn wondertekenen aan, machtige daden in het land van Cham. Hij stuurde duisternis en het werd duister – waren ze niet doof voor zijn woorden? Hij veranderde hun waterstromen in bloed en liet al hun vissen sterven. Hun land krioelde van kikkers, tot in de kamers van hun koningen. Hij sprak en er kwamen steekvliegen en muggen in heel hun gebied. In plaats van regen gaf hij hagel, hevige branden ontstak hij in hun land, hij trof hun wijnstok en vijgenboom en verwoestte de bomen in hun gebied. Hij sprak en de sprinkhaan kwam met zijn larven, niet te tellen, die vrat al het groen van de velden, die vrat het gewas van hun akkers. Hij trof de eerstgeborenen in hun land, hun sterke oudste zonen.

Hij liet zijn volk vertrekken met zilver en goud, niemand in hun stammen ging strompelend weg. Egypte was vervuld van angst en zag hen met vreugde gaan. Hij hing een wolk op als gordijn en ontstak vuur om de nacht te verlichten.

Op hun vraag liet hij kwartels komen, met brood uit de hemel stilde hij hun honger, hij sloeg de rots open en er vloeide water, een rivier stromend in uitgedroogd land.

Hij dacht aan zijn heilig woord, gegeven aan Abraham, zijn dienaar, hij liet zijn volk in vreugde vertrekken, zijn

uitverkoren volk jubelend gaan. Hij gaf hun het land van andere volken, het bezit van vreemde naties viel hun ten deel. Zij moesten daar zijn geboden naleven

en zich houden aan zijn wet. Halleluja!

-12- Zingen: psalm 105 : 1 en 18

18 Die gunst heeft God zijn volk bewezen, opdat het altoos Hem zou vrezen,

zijn wet betrachten en voortaan volstandig op zijn wegen gaan.

Prijs God om al zijn majesteit.

Hij leidt ons tot in eeuwigheid.

2de Lezing: Efeziërs 5 : 8-14

Want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. Onderzoek wat de wil van de Heer is. Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. Maar alles wat door het licht ontmaskerd wordt, wordt openbaar, en alles wat openbaar wordt, is zelf licht. Daarom staat er:

‘Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood,

en Christus zal over u stralen.’

(7)

Zingen: lied 600 : 1 en 4

4 Licht, verschenen uit den hoge, licht, gedompeld in de dood.

licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood!

5de zondag 40-d-tijd 3 april 1ste Lezing: Psalm 46

God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde en storten de bergen in het diepst van de zee.

Laat de watervloed maar kolken en koken, de hoge golven de bergen doen beven. Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God, de heilige woning van de Allerhoogste.

Met God in haar midden stort zij niet in, vroeg in de morgen komt God haar te hulp. Volken roeren zich, rijken storten ineen, zijn donderstem klinkt – de aarde siddert.

De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob. Kom en zie wat de HEER heeft

gedaan, verbijsterend is wat hij op aarde verricht:

wereldwijd bant hij oorlogen uit, bogen breekt hij, lansen verbrijzelt hij, wagens verbrandt hij in het vuur.

‘Staak de strijd, en erken dat ik God ben, verheven boven

de volken, verheven boven de aarde.’

De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob.

Zingen: lied 139d ( 4 keer )

2de Lezing: Romeinen 8 : 8 – 11

Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen. Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe. Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen.

Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft.

Zingen: lied 686 : 1 en 3

(8)

-15-

3 De Geest die ons bewoont verzucht en smeekt naar God dat Hij ons in de Zoon

doet opstaan uit de dood.

Opdat ons leven nooit in weer en wind bezwijkt, kom Schepper Geest, voltooi wat Gij begonnen zijt.

-16- 6de zondag 40-d-tijd 10 april 1ste Lezing: Psalm 135

Halleluja!

Loof de naam van de HEER, loof hem, dienaren van de HEER, u die staat in het huis van de HEER, in de voorhoven van het huis van onze God. Loof de HEER, want hij is goed, bezing zijn naam, zo lieflijk van klank. De HEER heeft Jakob uitgekozen, Israël als zijn kostbaar bezit. Ik weet het: groot is de HEER, onze Heer overtreft alle goden. De HEER maakt alles wat hij wil in de hemel en op de aarde en in de diepten van de oceanen. Wolken wekt hij aan de einder der aarde, bliksems maakt hij en de regen valt, de wind laat hij los uit zijn schatkamers. Hij trof de eerstgeborenen van Egypte, van mens en van dier, en deed wonderen en tekenen – in je midden, Egypte – voor de farao en al zijn dienaren. 0Hij trof vele volken en doodde machtige koningen: Sichon, koning van de Amorieten, en Og, koning van Basan, en alle koningen van Kanaän. Hun land gaf hij in bezit, in bezit aan Israël, zijn volk. Uw naam, HEER, blijft in eeuwigheid, van u, HEER, zal men spreken, van geslacht op geslacht. Want de HEER doet recht aan zijn volk en ontfermt zich over zijn dienaren. Goden van andere volken zijn van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden. Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken, ze hebben ogen, maar kunnen niet zien, ze hebben oren, maar kunnen niet horen; er komt geen adem uit hun mond. Zoals zij, zo worden ook hun makers, en ieder die op hen vertrouwt. Huis van Israël, prijs de HEER, huis van Aäron, prijs de HEER, huis van Levi, prijs de HEER, wie de HEER vrezen, prijs de HEER.

Geprezen zij de HEER op de Sion, hij die zijn woning heeft in Jeruzalem. Halleluja!

Zingen: psalm 136 : 1, 6 en 13

(9)

6 Die de grote Schelfzee spleet, Israël ontkomen deed.

Loof de Heer, Hij gaat ons voor, Hij is trouw de eeuwen door.

13 Aan de God des hemels zij eer en dank en heerschappij, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.

2de Lezing: Filippenzen 2: 5-11

Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.

Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de

gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.

Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden:

‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.

Zingen: lied 557 : 1, 2 en 3

2 Zoon van God en zoon van David, priester zonder waardigheid

die ten dienste van de slaven als een slaaf op aarde zijt, aan de mens gelijk geworden, ja gestorven

voor ons aller zaligheid.

3 Alle leven moet zich buigen, voor U buigen mettertijd, al wat stem heeft zal getuigen dat Gij heer en meester zijt, God heeft U een naam gegeven, hoog verheven

boven alle namen uit.

(10)

-19- Stilte - Muziek

Voorafgaand aan de gebeden zingen: lied 256 (4 keer)

Voorbeden - Stil Gebed - Onze Vader Onze Vader in de hemel,

laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen

en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.

Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.

Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was.

En breng ons niet in beproeving,

maar red ons uit de greep van het kwaad.

Amen

Zingen: lied 561 : 1, 2 en 4

-20-

2 Hoe achtloos in ons midden wordt het kostbaar mensenbloed gestort en in het onbarmhartig licht het kruis des Heren opgericht.

4 O liefde uit de eeuwigheid die met ons mens geworden zijt, wij bidden, laat ons niet alleen in al het duister om ons heen.

Wegzending

Wij mogen weten dat God bij ons is op onze weg door het leven, ook al aarzelen en zoeken wij soms.

Wij mogen weten dat wij worden omringt door zijn onvoorwaardelijke liefde.

Wij mogen weten dat Hij ons vanuit het duister naar het Licht brengt.

Wij mogen er op vertrouwen dat Hij met ons mee zal gaan in deze veertig dagen op weg naar Pasen.

Laten wij gaan…..

Zingend verlaten wij de kerk

Christus, Verlosser, Zoon van de Vader, geef ons vrede

Wilt u de orde in de kerk achterlaten!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

*Daar tegenover staat dat degenen die ambtshalve van deze geboorte op de hoogte hadden moeten zijn, zoals priesters en Schriftgeleerden, wel kennis hebben maar geen geloof, en

De zonen van Cheet kunnen verder zijn rug op en Efron mag in zijn vuistje lachen: Abraham heeft grond onder de voeten en een plek om zijn geliefde dode te begraven.. Inderdaad

Toen talloze mensen met Jezus meetrokken, keerde Hij zich om en zei tot hen: “Als iemand naar Mij toekomt,die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen, zijn broers en zusters,

En om het allemaal wat dichter bij onszelf te brengen, zeggen ze dan dat niet wij de eigenaars van de aarde zijn, maar dat we de aarde geleend hebben van onze kleinkinderen?.

21 Want zoals de zonde heeft geheerst en tot de dood heeft geleid, zo moest door de vrijspraak de genade heersen en tot het eeuwige leven leiden, dankzij Jezus Christus, onze

Om het kruis zie je vaak én de mensen die Jezus dit lijden aandoen én de mensen die om Jezus treuren.. Hier is

Want zoals het voor bloemen onmogelijk is om zichzelf te bekleden, En het voor vogels onmogelijk is om zelf hun voedsel te verbouwen Zo is het voor de mens onmogelijk om zijn leven

‘…en in Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon, onze Heer’o. voorganger: ds Marco Visser vleugel: David Rip voorlezer: Corry