• No results found

OVER DINGEN DIE VOORBIJ GAAN EN VAAK HETZELFDE BLEVEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVER DINGEN DIE VOORBIJ GAAN EN VAAK HETZELFDE BLEVEN"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De jaren ’90

Toen ik in 1990 op het secretariaat van de voormalige Europese Commissie voor de Rechten van de Mens kwam werken was het een nogal overzichtelijk geheel. 23 Staten hadden het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens geratificeerd met Finland als laatste nieuweling per 10 mei 1990. In datzelfde jaar, ontving de Commissie 4.942 nieuwe dossiers en werden 1.657 zaken geregistreerd als ‘klaar voor behandeling’. De Commissie nam verder 1.116 ontvankelijkheidbeslissingen, hield 32 hoorzittingen en bracht 77 rapporten uit in ontvankelijk verklaarde zaken. Het secretariaat van de Commissie was onderverdeeld in twee Divisies en werd deskundig geleid door Chris Krüger en de adjunct-secretaris Jean Raymond. Er werkten 29 juristen op het secretariaat (van wie 25 zaakbehandelaar) en 19 administratieve medewerkers.

De griffie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens – aangevoerd door griffier Marc-André Eissen en zijn adjunct-griffier Herbert Petzold – bestond uit 9 juristen/zaakbehan- delaars en 11 administratieve medewerkers. In 1990 werden 61 zaken naar het Hof verwezen.

Het Hof hield 28 hoorzittingen en wees 30 arresten.

Omdat beide organen en hun stafleden waren gehuisvest in het voormalige mensenrechten- gebouw1kwamen de stafleden van het secretariaat en de griffie elkaar dus dagelijks tegen, maar daar bleef het eigenlijk ook vaak wel een beetje bij. In mijn ervaring bleven de zakelijke contacten tussen de juristen van beide Conventiepijlers door de band genomen nogal oppervlak- kig. De fundamentele verschillen in werkzaamheden zullen hierbij zeker een rol hebben gespeeld. De Commissie vervulde in de eerste plaats een filterfunctie door te bepalen of een klacht aan alle ontvankelijkheideisen voldeed. Slechts in ontvankelijk verklaarde zaken en wanneer er geen minnelijke schikking tot stand kwam2sprak de Commissie zich in een Artikel 31 rapport uit over de vraag of er wel of geen schending van het Verdrag had plaatsgevonden.

Wanneer een dergelijke zaak vervolgens naar het Hof werd verwezen,3beoordeelde het Hof die hoofdzaak nogmaals in de vorm van een definitief arrest. In de praktijk werd een zaak verwezen wanneer deze belangrijke rechtsvragen opwierp. Omdat zittingen van het Hof en van de Commissie in principe nooit samenvielen,4kwamen de leden van beide organen elkaar dan ook in Straatsburg zelden tegen.

Divisiehoofd en jurist op de griffie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ingenomen standpunten betreffen persoonlijke meningen die op geen enkele manier de griffie of het Hof binden.

1 Ook wel de ‘bunker’ genoemd.

2 Waarbij overigens de Commissie via haar secretariaat een actieve rol vervulde.

3 Tot 1 oktober 1994, toen Protocol No. 9 bij het Verdrag in werking trad, konden uitsluitend de Commissie en de betroffen Verdragsstaat een zaak naar het Hof verwijzen. Daarna was het ook mogelijk voor klagers zelf om een verzoek tot verwijzing bij het Hof in te dienen indien de betroffen Staat Protocol No. 9 had geratificeerd.

In zaken die niet naar het Hof werden verwezen werd de hoofdzaak in laatste instantie door het Comité van Ministers van de Raad van Europa beslist. Het Comité van Minister heeft deze in wezen rechterlijke taak verloren op 1 november 1998 bij de inwerkingtreding van Protocol No. 11.

4 Dat had in feite slechts een praktische reden, want wegens het ook toen al bestaande ruimtegebrek en tot aan de verhuizing naar het huidige ‘Palais des Droits de l’Homme’ in de loop van 1994 deelden de leden van de Commissie en het Hof hun kantoor in de ‘de bunker’.

(2)

S : 10 ‘ ’

Net zoals bij de griffie van het toenmalige Hof, werd het werkritme van het secretariaat van de Commissie volledig beheerst door het zittingsschema. In 1990 kwam de Commissie tien keer bij elkaar in Straatsburg voor een zittingsperiode van elk twee weken. Een zitting bestond uit 10½ werkdagen want de Commissie vergaderde ook op zaterdagochtend.5Op de eerste maandag van de zitting waren alle juristen aanwezig in de Commissie vergaderzaal op de eerste verdieping van het voormalige mensenrechtengebouw bij de formele opening van de sessie. Na de opening werden dan in de loop van de zittingsperiode alle zaken behan- deld die door het secretariaat waren voorbereid en op de agenda waren geplaatst. In principe werden alle geagendeerde zaken behandeld en, hoewel dat ongetwijfeld best een keer zal zijn gebeurd, kan ik mij persoonlijk niet herinneren dat de behandeling van een voorbereide zaak ooit wegens tijdgebrek is uitgesteld ‘tot de volgende zitting’.

Voor het secretariaat was de werkdruk gedurende zittingen tweeledig. In de eerste plaats moest er tijdens de hele zittingsperiode stevig en naarmate het einde van de zitting in zicht kwam steeds steviger worden doorgewerkt, want alle wijzigingen in behandelde ontwerpteksten moesten worden verwerkt en alle formele stukken worden ondertekend vóórdat de Commissie weer naar huis ging. Ten tweede moest er tijdens de zittingsbedrijven door ook tijd worden gevonden om de aanpak in nieuwe zaken te bespreken tussen de zaaksjurist en het Commissie- lid aan wie de zaak als rapporteur was toegewezen.

De contacten tussen de individuele leden van de Commissie en het secretariaat waren intensief en vriendschappelijk. Er bestond een groot wederzijds respect. Het was dan ook meer regel dan uitzondering dat tijdens de koffie- en lunchpauzes zaken en ontwerpteksten uitgebreid en informeel werden besproken tussen leden van de Commissie en het secretariaat. Er was een groot saamhorigheidsgevoel en buiten het formele zittingskader werd er veelal op voet van gelijkheid met elkaar gediscussieerd. Het zal ook zeker van invloed zijn geweest dat er voor leden van de Commissie en het secretariaat tijdens zittingen elke middag een gezamenlijke theepauze werd gehouden en dat veel individuele Commissieleden – immers voor twee weken weg van huis, haard en familie – vaak door secretariaatmedewerkers thuis werden uitgenodigd voor een lunch, een diner of ‘iets gezelligs op zondag’. Daaruit zijn hechte vriendschapsbanden tussen individuele Commissieleden en secretariaatsmedewerkers geboren waarvan sommige in 2008 nog steeds bestaan. Daaraan doet niet af dat, wanneer de Commissie na twee weken Straatsburg weer naar huis ging, er een grote zucht van verlichting door het secretariaat ging.

Het betekende weer voor even het einde van een periode van rennen, hollen, vliegen om alles op tijd af, goedgekeurd en getekend te krijgen.

In de veel rustigere periodes van gemiddeld zes weken tussen elke Commissiezitting probeerde een jurist/zaakbehandelaar – naast het bijhouden van de correspondentie, het afhandelen van eventuele urgente ‘Rule 36’ verzoeken om een voorlopige maatregel,6 het persoonlijk ontvangen van bezoekende klagers en het geven van lezingen – in zoveel mogelijk zaken een ontwerptekst voor een ontvankelijkheidbeslissing of Commissie-rapport te schrijven.

Het concept werd dan tijdens de eerstvolgende Commissiezitting aan de rapporteur ter

5 Hoewel de impliciete ‘dress code’ tijdens zittingen ‘formeel’ was, kwam op zaterdag vrijwel iedereen bewust

‘casually’ gekleed met als topper: moonboots, spijkerbroek en schipperstrui.

6 Artikel 36 van het Huishoudelijk Reglement van de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens en vergelijkbaar met het huidige Artikel 39 van het Reglement van het Hof.

(3)

goedkeuring voorgelegd en kon daarna voor de daaropvolgende zitting worden geagendeerd voor bespreking in de Commissie.

In 1990 was al sprake van een kleine maar wel gestaag groter wordende achterstand in de zin dat er 1.657 nieuwe ‘klaar voor behandeling’ zaken bij de Commissie binnenkwamen terwijl er in niet meer dan 1.142 zaken definitief werden afgedaan in de vorm van een Commis- siebesluit of –rapport. Ook met het oog op de inmiddels gevallen Berlijnse muur en daarmee gepaard gaande wijzigingen in de Europese geopolitieke verhoudingen,7begon het besef steeds meer door te dringen dat er ‘iets’ moest gaan gebeuren met het controlemechanisme onder het Verdrag. De jaren negentig werden gekenmerkt door een bijna verdubbeling van het aantal Verdragsstaten. De hiermee gepaard gaande exponentiële groei qua werklast, voornamelijk afkomstig uit de nieuwere Verdragstaten, vergrootte dit achterstandsprobleem. De noodzaak om een oplossing te vinden werd dus steeds dringender.

Terwijl elders binnen de Raad van Europa door regeringsafgevaardigden werd vergaderd om een structurele oplossing in de vorm van een systeemhervorming te vinden, werd in afwachting van deze oplossing, en om een verergering van de situatie te voorkomen, binnen het secretariaat meer personeel aangesteld en werden de werkmethodes aangepast. Zo werd de Commissie in Twee Kamers opgesplitst en werd het mogelijk om zaken in een Comité van drie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit resulteerde in een zekere verlichting, maar bleef onvol- doende. Ondanks een kwantitatieve stijging in het aantal beslissingen, bleef er eenvoudigweg meer binnenkomen dan kon worden afgehandeld.

De uiteindelijk gekozen oplossing werd vastgelegd in Protocol No. 11 bij het Verdrag en bestond uit de fusie van de Commissie en het Hof in de vorm van één permanent in Straatsburg zittend Hof in de hoop dat dit een efficiëntere besluitvorming zou gaan opleveren. Dit idee was zeker niet nieuw. De mogelijkheden van een fusie tussen beide organen vormde al het onderwerp van een studie uitgevoerd tussen december 1985 en december 1987 door DH-PR.8 Protocol No. 11 werd op 11 mei 1994 voor ondertekening en ratificatie opengesteld en is op 1 november 1998 in werking getreden. Natuurlijk vond men dit allemaal op de werkvloer heel spannend en werden de mogelijke hoe’s, wat’s, waar’s en wie’s vanaf mei 1994 alvast voorzich- tig en informeel afgetast.

In 1998 was het aantal Verdragsstaten gegroeid tot 40 (inclusief Rusland vanaf 5 mei 1998) en werkten er 52 juristen (waarvan 43 zaakbehandelaars), 39 administratief medewerkers en 46 tijdelijke medewerkers (zowel juridisch als administratief) bij het secretariaat van de Commis- sie. Bovendien waren op dat moment zes vacatures voor een jurist/zaakbehandelaar nog niet gevuld. Op de griffie van het Hof waren op dat moment 19 juristen (van wie 17 als zaakbehan- delaar) en 21 administratief medewerkers werkzaam.

En de werkdruk? In 1997 ontving de Commissie 12.469 nieuwe klachten en werden 4.750 zaken geregistreerd als ‘klaar voor behandeling’. De Commissie nam 3.791 ontvankelijkheid- beslissingen en bracht 523 rapporten uit in ontvankelijk verklaarde zaken. In datzelfde jaar werden er 119 zaken naar het Hof verwezen en wees het Hof 100 arresten.

7 In 1990 dienden Hongarije en Polen een verzoek tot toetreding tot de Raad van Europa in.

8 Committee of Experts for the Improvement of Procedures for the Protection of Human Rights; een sub-Comité van het Steering Committee on Human Rights (CD-DH) binnen het kader van het Comité van Ministers van de Raad van Europa.

(4)

S : 10 ‘ ’

Het nieuwe Hof

Op 1 november 1998 ging het nieuwe permanent Hof van start. Dit hield ook in de fusie van de stafleden van het secretariaat van de Commissie en de griffie van het Hof. Wat betreft de basis van de werkvloer werd de globale organisatiestructuur van het secretariaat overgenomen.

Dat wil zeggen dat de zaakbehandelaars en administratieve staf werden ondergebracht in kleine units9 onder de leiding van een senior jurist. Het nieuwe element was dat elke unit werd verbonden aan één van de vier Secties van het Hof.10Alle units binnen een Sectie stonden daardoor onder leiding van de Sectiegriffier, die op zijn/haar beurt weer verantwoording moest afleggen aan de Griffier van het Hof. Op alle niveaus werd getracht om een evenwichtige toedeling van plaatsen en posten te realiseren tussen personeelsleden afkomstig van het Commissie secretariaat en griffie van het ‘oude’ Hof om op die manier de aanwezige expertise zo optimaal mogelijk te verdelen. Het doorhakken van de ‘Griffier’ knoop resulteerde in de benoeming van Michele de Salvia (voordien werkzaam bij de Commissie) tot Griffier. Paul Mahoney (afkomstig van de ‘oude’ griffie) werd tot Adjunct-Griffier benoemd.

Het was in het begin vanzelfsprekend even wennen en ook qua procedures waren er nog wat kleine hobbeltjes en bobbeltjes maar niets echt dramatisch. In feite veranderde er qua dagelijks werk weinig. Ten minste niet voor diegenen die van de Commissie kwamen. Naar de vraag of dat voor collega’s van de griffie van het ‘oude’ Hof ook zo was kan ik alleen maar gissen, maar van een aantal heb ik begrepen dat zij de confrontatie met een ongefilterde dosis mensenrechtenleed nogal overweldigend vonden. De samenwerking op de werkvloer was zeker in de beginfase niet overal gemakkelijk: erg veel goede wil van alle kanten maar gewoon twee heel verschillende werktradities. Allemaal heel logisch. Iedereen die ooit een fusie heeft meegemaakt kan hierover meepraten. Wat natuurlijk ook nieuw was waren de permanent aanwezige rechters. Ook dat was in het begin voor iedereen even zoeken naar een nieuw evenwicht. Gelukkig hebben deze aanloopperikelen al met al niet lang geduurd.

Behalve het permanente karakter van het Hof bracht Protocol No. 11 eigenlijk geen revolu- tionaire verandering teweeg. Op de keper beschouwd komt het er grotendeels op neer dat de filter en andere taken van de oude Commissie worden uitgevoerd op het niveau van de Secties en dat met name de Grote Kamer van het permanente Hof de taak van het oude Hof vervult.

Evaluatie

Maar wat heeft het nu allemaal opgeleverd na tien jaar?

Een beter te hanteren werkdruk? Nee, niet echt. Het aantal nieuw binnenkomende zaken blijft gestaag stijgen en blijft groter dan het aantal beslissingen en arresten. Volgens de meest recente cijfers, zijn er in 2007 in totaal ongeveer 41.700 nieuwe ‘beslissingsrijpe’ klachten

9 De units heten nu ‘Divisies’. Terwijl de toenmalige units elk uit drie tot vijf juristen en twee of drie administratieve assistenten bestonden, werken er nu gemiddeld 9 juristen en 6 administratieve assistenten in elke Divisie.

10 Op 1 april 2006 is het aantal Secties van het Hof uitgebreid naar vijf.

(5)

geregistreerd wat een stijging van 5% inhield. In datzelfde jaar heeft het Hof 28.792 zaken definitief afgedaan en daarnaast nog 4.448 niet-definitieve beslissingen11genomen. Volgens de laatste berichten schommelt het totaal aantal zaken wat op dit moment op een eerste behandeling wacht zo rond de 85.000. Hoewel er op dit moment meer dan 600 personen (inclusief 244 juristen/zaakbehandelaars) op de griffie werkzaam zijn, blijkt het in de praktijk onmogelijk om dat cijfer beduidend naar beneden te krijgen. Hierbij is het overigens wel van belang om voor ogen te houden dat 55% van alle op dit moment aanhangige zaken uit slechts vier12van de in totaal 47 Verdragsstaten13komen.

Een efficiëntere besluitvorming? Ja. Zonder Protocol No. 11 was het schip allang gestrand.

Het is overduidelijk dat een permanent in Straatsburg aanwezig Hof dat bestaat uit 47 rechters, dat kan zitten in een Grote Kamer van 17 rechters, in kamers van 7 rechters en in Comités van drie rechters, beduidend sneller werkt dan twee parttime zittende organen. Maar toch blijft het in de praktijk gewoon dweilen met de kraan open. En hoe komt dat nu?

Het zou te simpel zijn om te zeggen dat het alleen een kwestie is van te weinig geld en te weinig griffiestaf. Afgezien van het feit dat een verdubbeling van het huidige personeel – wat statistisch gezien een oplossing zou kunnen zijn – op grote praktische bezwaren stuit wegens de nu al krappe behuizing van het Hof14 en een te krap budget,15mist het één van de belangrijkste wortels van het probleem.

Ervan uitgaand dat het individueel klachtrecht behouden moet blijven, want dit is nu eenmaal de steunpilaar van het hele beschermingssysteem onder het Verdrag, zal een grote en niet te controleren instroom van klachten als een simpel gegeven moeten worden beschouwd.

Het is hierbij van belang om duidelijk voor ogen te houden dat de totale bevolking van alle Verdragsstaten samen zo rond de 811 miljoen ligt. Die grote instroom van klachten kunnen globaal beschouwd in vier categorieën worden onderverdeeld.

11 3.440 Beslissingen om een zaak voor commentaar aan een Verdragsstaat voor te leggen, 181 separate ontvankelijk- heidbeslissingen en 827 verzoeken om een voorlopige maatregel onder Artikel 39 van het Reglement van het Hof.

12 26% van alle zaken zijn tegen Rusland gericht, 12% tegen Turkije, 10% tegen Roemenië en 7% tegen Oekraïne.

Voor Polen, de Tsjechische Republiek en Italië bedraagt dit 4% voor elk van deze Verdragsstaten en voor Nederland iets meer dan 1%.

13 Na Rusland in 1998, zijn Georgië (1999), Armenië (2002), Azerbeidjaan (2002), Bosnië en Herzegovina (2002), Servië (2004), Monaco (2005) en Montenegro (2006) partij geworden bij het Verdrag.

14 Toen met de bouw werd begonnen in 1991 waren er 23 Verdragstaten. Toen het werd opgeleverd en in gebruik genomen werd in 1994 waren dat er al 30 geworden – vandaar de ‘last minute’ extra verdieping – en het was duidelijk dat het daar zeker niet bij zou blijven. Omdat de meeste muren van de kantoren verplaatsbaar zijn, was het relatief eenvoudig om de sinds 2000 naar beneden bijgestelde normen qua kantoorgrootte te realiseren.

Het gebouw was oorspronkelijk voorzien voor 600 personen (werkzaam bij de Commissie, het toenmalige Hof, en nog wat andere departementen van de Raad van Europa). Het aantal stafleden van alleen het Hof heeft dit cijfer nu bereikt. Sinds kort huisvest het mensenrechtengebouw alleen nog maar het Hof.

15 53 miljoen euro per jaar (25% van het hele budget van de Raad van Europa); om dit bedrag even in een ruimer kader neer te zetten, het is ongeveer 25% van de jaarlijkse kosten die het Europees Parlement van de Europese Unie maakt voor de maandelijkse verhuizingen naar Straatsburg en verder ca. 5% van het vertaalbudget van de Europese Unie.

(6)

S : 10 ‘ ’

De eerste zijn klachten die niet worden voortgezet nadat een klager – in reactie op een eerste contact – uit de verstrekte informatiematerialen16heeft begrepen dat zijn of haar klacht geen kans van slagen heeft of anderszins besluit de zaak niet voort te zetten. Die klachten worden administratief afgehandeld, wat in de praktijk wil zeggen dat wanneer er binnen een gesteld tijdslimiet geen ingevuld formeel verzoekschriftformulier met documentaire onderbou- wing wordt ingediend, het aangelegde Hofdossier wordt vernietigd.17Deze categorie zaken brengt vrijwel alleen administratief werk (aanleggen van een fysiek dossier en correspondentie) met zich mee, en neemt relatief weinig tijd in beslag van de jurist/zaakbehandelaar (het lezen van de ontvangen brief en bijlagen, het controleren welke documenten nog ontbreken, en het kiezen of opstellen van de juiste antwoordbrief).

De tweede categorie wordt gevormd door klachten die in een Comité van drie rechters als niet-ontvankelijk kunnen worden afgedaan. In 2007 zijn iets meer dan 25.800 zaken in een Comité niet-ontvankelijk verklaard wat neerkomt op bijna 90% van alle zaken die in dat jaar door het Hof definitief zijn afgedaan.

Dat betekent overigens niet dat dit dus ook 90% van de tijd van de rechters en griffiemede- werkers in beslag neemt. Er is hierover geen exact cijfermateriaal beschikbaar, maar dankzij de ontwikkeling van een uiterst efficiënt systeem voor het afhandelen van deze klachten kost het behandelen van dit soort zaken relatief weinig tijd voor de rechters. Voor de griffie, waar deze dossiers worden geadministreerd en de zaak voor verdere juridische afhandeling wordt voorbereid, is met het afhandelen van Comité zaken natuurlijk veel meer tijd gemoeid. Het juridisch afhandelen van dit soort zaken houdt in voor de jurist/zaakbehandelaar het lezen van het dossier, het analyseren van de zaak en het schrijven van een interne notitie waarin de zaak in het licht van vaste en onbetwiste jurisprudentie wordt geplaatst.18 Nadat een dergelijke notitie een interne kwaliteit-controle systeem is gepasseerd, wordt de zaak op de agenda van een Comité van drie rechters geplaatst die in bijna alle gevallen in een definitief besluit de zaak als niet-ontvankelijk afwijst. Heeft één van de drie rechters twijfels, dan wordt de zaak automatisch naar een Kamer van zeven rechters verwezen. Het is duidelijk dat de gemiddelde levensduur van een Comité zaak naar verhouding met zaken die door een Kamer van zeven rechters worden behandeld beduidend korter is.19

De twee overblijvende categorieën worden in eerste instantie door een Kamer van zeven rechters behandeld. In 2007 werd in iets meer dan 4% van alle definitief afgedane zaken uiteindelijk – al dan niet na communicatie van de zaak20– door een Kamer van zeven een

‘niet-ontvankelijk’ beslissing genomen.21

16 Hoewel Engels en Frans de twee officiële talen zijn van de Raad van Europa en ook het Hof, zijn deze algemene informatiematerialen beschikbaar in dertig talen.

17 In 2007 betrof dit 13.413 dossiers; dat is ongeveer 25% van alle nieuw ontvangen zaken.

18 Zelfs de meest eenvoudige en onzinnige Comité zaak houdt voor de griffiejurist is het maken van een Engels- of Franstalige samenvatting van de feiten, klachten en redenen voor niet-ontvankelijkheid. Zelfs dat vergt al gauw een paar uur.

19 55% van alle Comité-zaken wordt afgehandeld binnen 12 maanden, 32% binnen 12-24 maanden en 12% heeft een levensduur van meer dan 24 maanden.

20 De zaak voor commentaar voorleggen aan de Verdragsluitende Staat waartegen de klacht gericht is.

21 Dit waren er 1.254 in 2007.

(7)

De resterende 6% van de in 2007 definitief afgedane zaken bestaan uit arresten. Het meeste werk en de meeste tijd van de griffie juristen en de rechters zit in deze groep ‘Kamer zaken’. Deze zijn in twee categorieën te verdelen; de zogenaamde ‘kloon’ of ‘repetitieve’ zaken en de rest, dat wil zeggen zaken die niet als ‘kloon’ of ‘repetitief’ kunnen worden beschouwd.

‘Kloon’ of ‘repetitieve’ zaken zijn klachten over een situatie waarover het Hof zich al heeft uitgesproken in de zin dat er een schending van het Verdrag is vastgesteld maar waarvoor de betroffen Staat nog geen oplossing heeft gevonden.23Kortom, de toegevoegde jurisprudentie waarde van deze categorie zaken is, op zijn minst gezegd, minimaal. En deze situatie kan soms heel lang voortduren omdat het helemaal van de betreffende Verdragstaat afhangt of er überhaupt en, zo ja wanneer en in welke vorm, een oplossing komt op nationaal niveau. Hoewel dit niet uit de statistische materialen te halen valt, ben ik er persoonlijk van overtuigd dat een meer dan ruime meerderheid van alle door het Hof in de meest recente jaren gewezen Kamer- arresten zogenaamde ‘kloon’ of ‘repetitieve’ zaken betreft. Omdat er qua procedurele afhande- ling door de griffie en het Hof in feite geen verschil zit tussen een ‘kloon /repetitieve’ zaak of een ander soort Kamerzaak, neemt de categorie ‘kloon / repetitief’ naar verhouding te veel tijd en moeite van de griffie en het Hof in beslag. Natuurlijk wordt geprobeerd door het werken met standaard teksten in zowel de correspondentie als de concept documenten om het afhande- len van ‘kloon’ en ‘repetitieve’ zaken zo efficiënt mogelijk te maken, maar in feite is dit werk wat vermijdbaar en eigenlijk onnodig is of in ieder geval zou moeten zijn.

Hierdoor is er minder tijd beschikbaar voor het behandelen van de niet-kloon en de niet- repetitieve Kamerzaken waarin ‘echte’ mensenrechtenknopen moeten worden doorgehakt. En dat is niet wenselijk. Het is natuurlijk in principe best mogelijk om dit soort zaken voorrang te geven en de Comité en ‘kloon/repetitieve’ zaken maar even op de plank te laten liggen.

Maar dat stuit weer op grote praktische bezwaren omdat dat een enorme archiefcapaciteit zou vergen en die is er gewoon niet in het huidige gebouw.

Daarom wordt er in Straatsburg zo reikhalzend naar de inwerkingtreding van Protocol No. 14 uitgekeken die het o.a. mogelijk maakt om Comité zaken door een alleenzittende rechter af te laten doen en ‘kloon/repetitieve’ zaken door een Kamer van drie rechters en de rest van de zaken te laten behandelen door de Kamer van zeven rechters en de Grote Kamer van zeventien rechters. Hoewel het voor de griffie jurist weinig uitmaakt of er een Comité-notitie door één of door drie rechters wordt gelezen, en of een concept arrest nu door drie, zeven of zeventien rechters wordt gelezen, voor rechters zal er veel meer tijd kunnen worden besteed aan de belangrijkste categorie zaken, namelijk die van de niet-‘kloon of repetitieve’ Kamerzaken.

Omdat ook die categorie kwantitatief nog steeds groeit, is dat zeker geen luxe te noemen. De grote vraag blijft of Rusland die mening deelt.

22 In 2007 werden 1.735 zaken definitief afgedaan door een arrest; hiervan zijn er 15 gewezen door de Grote Kamer van het Hof.

23 Hierbij valt te denken aan o.a. de lengte-procedure problematiek in o.a. Italië, Polen, Portugal, Rusland, Slovenië en Turkije; het niet-uitvoeren van rechterlijke beslissingen in o.a. Oekraïne, Roemenië en Rusland; materiële condities van detentie en de duur van de voorlopige hechtenis in o.a. Polen, Rusland en Turkije; geen of onnodig vertraagde betaling van compensatie of teruggave van door de (voormalige) autoriteiten onteigend onroerend goed in o.a. Roemenië en Turkije; en onterechte belastingheffing door Roemeense autoriteiten op wettelijk belastingvrije militaire pensioenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat de kostprijs niet wijzigt wanneer er alleen rundvlees wordt verkocht (18 stuks op jaarbasis) is verklaarbaar, doordat de kosten per producteenheid voor de winkel twee keer zo

Schueller (2010) liet zien dat de aantrekkelijkheid van de interventie samenhangt met of mensen wel of niet blijven doorgaan met de interventie. Verder is het interessant om

• Hoe meer gecentraliseerd leidende organisatie en hoe minder contacten tussen perifere. organisaties, hoe meer effectiever

Daarin tegen betekent zondagopenstelling voor speciaalzaken, inzetten van duurdere vakmensen ondersteund door een enkele scholier?. Ik merk dat bij jonge mensen zonder

In the periodical table, Ag forms part of the copper triad in group 11, and is located two groups from Rh and Co, which are in group 9. Rh and Co are known hydroformylation

De p licht bestaat alleen in gevallen w aarin ap p èl en cassatie zijn u itgesloten, en in strafzaken w anneer het Oberland esgericht als hoogste rechter fu ngeert.. De rechter

organisatie en aansprakelijkheid voor de leden bestaat het gevaar dat ofwel de organi- satie al te vrijblijvend gaat optreden omdat het toch de lidstaten zijn die aansprakelijk zijn

Willy Weijdema (1944) neemt na dertien jaar afscheid als communitymanager van de digitale vakcom- munity Nederlands, een samenwerkingsverband van De Digitale School en Kennisnet..