• No results found

Excel. Module 8: Populaire formules en functies

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Excel. Module 8: Populaire formules en functies"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Excel

Module 8: Populaire formules en 

functies

(2)

Inhoud 

1  LOGISCHE FUNCTIES  4 

1.1  Inleiding  4 

1.2  ALS (IF)  4 

1.2.1  Bespreking van het functievenster  4 

1.2.2  Case 1  5 

1.2.2.1  Werkwijze  5 

1.2.3  Case 2  6 

1.2.3.1  Werkwijze  6 

1.3  OF (OR)  7 

1.3.1  Bespreking van het functievenster  7 

1.3.2  Case  8 

1.3.2.1  Werkwijze  8 

1.4  EN (AND)  8 

1.4.1  Bespreking van het functievenster  9 

1.4.2  Case  9 

1.4.2.1  Werkwijze  10 

1.5  Logische functies nesten  10 

1.5.1  Case  10 

1.5.2  Werkwijze  11 

1.6  ALS.FOUT (IFERROR)  14 

1.6.1  Bespreking van het functievenster  14 

1.6.2  Case  14 

1.6.2.1  Werkwijze  15 

2  ZOEKFUNCTIES  16 

2.1  VERT.ZOEKEN (VLOOKUP)  16 

2.1.1  Bespreking van het functievenster  16 

2.1.2  Case 1  17 

2.1.2.1  Werkwijze  17 

2.1.3  Case 2  18 

2.1.3.1  Werkwijze  19 

2.2  VERGELIJKEN (MATCH)  20 

2.2.1  Bespreking van het functievenster  20 

2.2.2  Case  21 

2.2.2.1  Werkwijze  21 

2.3  INDEX  22 

2.3.1  Case  22 

2.3.2  Bespreking van het functievenster  22 

2.3.2.1  Werkwijze  23 

3  WISKUNDIGE FUNCTIES  24 

(3)

3.1.1  Bespreking van het functievenster  24 

3.1.2  Case  25 

3.1.2.1  Werkwijze  25 

3.2  SOMMEN.ALS (SUMIFS)  26 

3.2.1  Bespreking van het functievenster  26 

3.3  Case  27 

3.3.1.1  Werkwijze  27 

4  STATISISCHE FUNCTIES  28 

4.1  GEMIDDELDE.ALS (AVERGAIF)  28 

4.1.1  Bespreking van het functievenster  28 

4.1.2  Case  29 

4.1.2.1  Werkwijze  29 

4.2  GEMIDDELDEN.ALS (AVERAGEIFS)  30 

4.2.1  Bespreking van het functievenster  30 

4.2.2  Case  31 

4.2.2.1  Werkwijze  31 

4.3  AANTAL.ALS (COUNTIF)  32 

4.3.1  Bespreking van het functievenster  32 

4.3.2  Case  32 

4.3.2.1  Werkwijze  33 

4.4  AANTALLEN.ALS (COUNTIFS)  34 

4.4.1  Bespreking van het functievenster  34 

4.4.2  Case  35 

4.4.2.1  Werkwijze  35 

5  OEFENINGEN  36 

5.1  Oefening 1  36 

5.2  Oefening 2  36 

5.3  Oefening 3  36 

5.4  Oefening 4  37 

5.5  Oefening 5  37 

 

(4)

1 Logische functies 

1.1 Inleiding 

Excel  beschikt  over  verschillende  logische  functies  om  de  geweste  cellen  in  uw  spreadsheets  te  controleren.    Afhankelijk  van  de  uitkomst  van  de  bewuste  controle(s)  kunt  u  Excel  andere  cellen  inhoudelijk laten aansturen.  Alles kan gecontroleerd worden: tekst, cijfers, datums, …  De inhoud die u  vervolgens elders laat verschijnen, kan een vast getal zijn, de uitkomst van een andere berekening of  functie, tekst, …   

1.2 ALS (IF) 

Dit is wellicht de populairste logische functie.  Via deze functie kunt u standaard één voorwaarde laten  controleren.  Afhankelijk hiervan bepaalt u wat Excel moet aanbieden in de resultaatcel. 

1.2.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Logische‐test 

(Logical_test)   In dit vak voert u de CONTROLE in die Excel moet uitvoeren. 

Waarde‐als‐waar  (Value_if_true) 

Via dit vak bepaalt u welke uitkomst u wil indien de VOORWAARDE in  het vak Logische‐test (Logical_test) OK is. 

Waarde‐als‐onwaar  (Value_if_false) 

Via dit vak bepaalt u welke uitkomst u wil indien de VOORWAARDE in  het vak Logische‐test (Logical_test) NIET OK is. 

(5)

1.2.2 Case 1 

Praktisch: We gebruiken het werkblad Speeding violation in voorbeeldbestand Speeding ticket. 

In deze lijst staan in kolom B een aantal gemeten snelheden opgesomd.  Zoals we allemaal weten, zijn  er op onze Belgische wegen ook bepaalde snelheidsbeperkingen van toepassing.  Deze staan vermeld in  kolom C.  We willen simpelweg het woord YES of NO in kolom D laten invullen afhankelijk van het feit of  we over een snelheidsovertreding spreken of net niet. 

1.2.2.1 Werkwijze 

 Selecteer de eerste cel waar u een resultaat wil.  In dit voorbeeld is dat cel D5. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Logisch (Logical). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor ALS (IF).  Het functievenster verschijnt nu. 

 Klik in het vak Logische‐test (Logical_test). 

 Voer deze voorwaarde in: 

B5>C5 

 Klik nu in het vak Waarde‐als‐waar (Value_if_true). 

 Typ hier “YES”. 

 Klik tot slot in het vak Waarde‐als‐onwaar (Value_if_false). 

 Typ hier “NO”.  Het functievenster ziet er nu als volgt uit: 

(6)

 Klik op OK om het resultaat in cel D5 op te nemen. 

 Gebruik de vulgreep om deze functie ook op de onderliggende cellen toe te passen. 

1.2.3 Case 2 

Praktisch: We gebruiken het werkblad Matrix in voorbeeldbestand Speeding ticket. 

In  dit  werkblad  bekijken  we  verschillende  scenario’s.    We  berekenen  in  het  bereik  D9:F20  de  boete  afhankelijk  van  de  gemeten  snelheid  die  in kolom  C  getoond wordt en de  toegelaten  snelheid  die  is  opgenomen in rij 8. 

Een eventuele boete bestaat uit 2 componenten: 

o Het vaste bedrag dat in cel F4 is opgenomen. 

o Plus € 1 extra per kilometer/uur die boven de snelheidsbeperking ligt. 

1.2.3.1 Werkwijze 

 Selecteer de eerste cel waar u een resultaat wil.  In dit voorbeeld is dat cel D9. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 

 Selecteer de knop Logisch (Logical). 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor ALS (IF).  Het functievenster verschijnt nu. 

 Klik in het vak Logische‐test (Logical_test). 

 Voer deze voorwaarde in: 

$C9>D$8 

 Klik nu in het vak Waarde‐als‐waar (Value_if_true). 

 Typ hier $F$4+($C9‐D$8)*$F$5. 

 Klik tot slot in het vak Waarde‐als‐onwaar (Value_if_false). 

 Typ hier 0.  Het functievenster ziet er nu als volgt uit: 

(7)

 Klik op OK om het resultaat in cel D9 op te nemen. 

 Kopieer vervolgens de formule naar alle cellen van het bereik D9:F20. 

1.3 OF (OR) 

Met deze functie kunt u tot maar liefst 255 controles laten uitvoeren!  Indien één van deze controles als  OK kan beschouwd worden, dan geeft deze functie de uitkomst WAAR (TRUE).  Indien geen enkele van  alle mogelijke controles OK is, dan geeft deze functie de uitkomst ONWAAR (FALSE).  In vele gevallen  wordt de functie OF (OR) als ondersteunende functie gebruikt in andere functies zoals de functie ALS  (IF). 

1.3.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Logisch1 

(Logical1)  In dit vak voert u de EERSTE CONTROLE in die Excel moet uitvoeren. 

Logisch2 

(Logical2)  In dit vak voert u de TWEEDE CONTROLE in die Excel moet uitvoeren.

 

Telkens u in het volgende vak klikt, krijgt u een extra vak aangeboden om een bijkomende controle in te  bouwen.  Deze methode kan u blijven herhalen met een maximum van 255 controles! 

(8)

1.3.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het werkblad LastYear in voorbeeldbestand Managers. 

We laten in dit werkblad twee controles uitvoeren: 

o Is het resultaat in kolom D groter dan de target in kolom C? 

o Komt de naam van de manager in kolom B overeen met de naam in referentiecel C2? 

Indien één van deze voorwaarden OK is, willen we het woord WAAR (TRUE) in kolom E tonen.  Indien  aan geen enkele van de opgesomde voorwaarden voldaan wordt, dan tonen we het woord ONWAAR  (FALSE) in kolom E. 

1.3.2.1 Werkwijze 

 Selecteer de eerste cel waar u een resultaat wil.  In dit voorbeeld is dat cel E6. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Logisch (Logical). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor OF (OR).  Het functievenster verschijnt nu. 

 Klik in het vak Logisch1 (Logical1). 

 Voeg deze eerste controle in: 

D6>C6 

 Klik nu in het vak Logisch2 (Logical2). 

 Voeg hier deze controle in: 

B6=$C$2 

 Klik op OK om het resultaat in cel E6 op te nemen. 

 Gebruik de vulgreep om deze functie ook op de onderliggende cellen toe te passen. 

1.4 EN (AND) 

Ook met deze functie kunt u tot maar liefst 255 controles laten uitvoeren!  Enkel indien alle controles  die in deze functie worden opgegeven als OK kunnen beschouwd worden, dan geeft deze functie de  uitkomst WAAR (TRUE).  In alle andere gevallen geeft deze functie de uitkomst ONWAAR (FALSE).  Net  zoals de functie OF (OR) wordt deze functie als een ondersteunende functie gebruikt in andere functies  zoals de functie ALS (IF). 

(9)

1.4.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Logisch1 

(Logical1)  In dit vak voert u de EERSTE CONTROLE in die Excel moet uitvoeren. 

Logisch2 

(Logical2)  In dit vak voert u de TWEEDE CONTROLE in die Excel moet uitvoeren.

 

Telkens u in het volgende vak klikt, krijgt u een extra vak aangeboden om een bijkomende controle in te  bouwen.  Deze methode kan u blijven herhalen met een maximum van 255 controles! 

1.4.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het werkblad 2018 in voorbeeldbestand Managers. 

We laten in dit werkblad twee controles uitvoeren: 

o Is het resultaat in kolom D groter dan de target in kolom C? 

o Komt de naam van de manager in kolom B overeen met de naam in referentiecel C2? 

Indien al deze voorwaarden OK zijn, willen we het woord WAAR (TRUE) in kolom E tonen.  Indien slechts  één of geen enkele van de opgesomde voorwaarden voldaan wordt, dan tonen we het woord ONWAAR  (FALSE) in kolom E. 

(10)

1.4.2.1 Werkwijze 

 Selecteer de eerste cel waar u een resultaat wil.  In dit voorbeeld is dat cel E6. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Logisch (Logical). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor EN (AND).  Het functievenster verschijnt nu. 

 Klik in het vak Logisch1 (Logical1). 

 Voeg deze eerste controle in: 

D6>C6 

 Klik nu in het vak Logisch2 (Logical2). 

 Voeg hier deze controle in: 

B6=$C$2 

 Klik op OK om het resultaat in cel E6 op te nemen. 

 Gebruik de vulgreep om deze functie ook op de onderliggende cellen toe te passen. 

1.5 Logische functies nesten 

In de vorige hoofdstukken hebben we de populaire functies ALS (IF), OF (OR), EN (AND) apart besproken.  

Vaak worden deze functies gecombineerd.  Deze techniek noemen we ook “nesten”.  De ALS (IF) functie  wordt hierbij aangestuurd één of een combinaties van de functies OF (OR) en EN (AND). 

1.5.1 Case  

Praktisch: We gebruiken het werkblad Results in voorbeeldbestand Selling. 

We laten in dit werkblad twee controles uitvoeren: 

o Is de waarde van het veld Net sales groter dan deze in het veld Target? 

o Is de waarde van het veld Sold units groter 100? 

Indien al deze voorwaarden OK zijn, willen we in het veld Bonus (dat we nog moeten toevoegen) de  waarde 500 opnemen in elke record.  Is de combinatie van de voorwaarden niet mogelijk, dan zal de  waarde in het veld Bonus helaas 0 zijn. 

(11)

1.5.2 Werkwijze 

 Selecteer een willekeurige cel in de lijst. 

 Gebruik de toetsencombinatie CTRL + L. 

 Wijzig de tabelnaam in Sales. 

 

 Selecteer cel G1. 

 Typ hier de veldnaam Bonus in en druk op ENTER. 

 Pas eventueel de kolombreedte van kolom G aan. 

 Klik in cel G2. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Logisch (Logical). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor ALS (IF).  Het functievenster verschijnt nu. 

 Klik in het vak Logische‐test (Logical_test). 

(12)

Omdat we meerdere condities wil controleren, schakelen we nu meteen over naar de functie EN (AND).   

 Klik hiertoe op het keuzepijltje van het naamvak.  

 

 Indien u  in  deze  lijst de  functie EN  (AND)  niet meteen vindt, kiest  u voor  Meer functions (More  Functions).  Via het venster dat u vervolgens krijgt, kunt u de logische EN (AND) functie selecteren. 

 Selecteer de eerste waarde in het veld Net Sales. 

 Typ de operator >. 

 Selecteer de eerste waarde van het veld Target. 

 Klik in het vak Logisch2 (Logical2). 

 Selecteer de eerste waarde van het veld Sold Units en vul aan met >100.  Het functievenster ziet er  nu als volgt uit: 

 

(13)

 Klik zeker niet op OK maar, selecteer de functienaam ALS (IF) in de formulebalk. 

 

 U keert nu terug naar het venster van de begeleidende functie ALS (IF).  Dit is de huidige situatie: 

 

 Klik nu in het vak Waarde‐als‐waar (Value_if_true). 

 Typ hier 500. 

 Klik tot slot in het vak Waarde‐als‐onwaar (Value_if_false). 

 Typ hier 0.   

 Bevestig tot slot via de knop OK. 

 

(14)

1.6 ALS.FOUT (IFERROR) 

Soms geeft een formule een foutmelding in plaats van het verwachte resultaat.  Dit kan voorkomen als  bepaalde broncellen niet of verkeerd ingevuld werden.  Om dergelijke foutmelding te vermijden, kunt u  gebruik maken van de functie ALS.FOUT.  Deze functie vervangt nl. de foutmelding door een waarde of  een andere bereking die u zelf kunt kiezen. 

1.6.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Waarde  (Value) 

In dit vak verwijst u naar de cel of plaatst u de formule dewelke een  fout genereert. 

Waarde_indien_fout  (Value_if_error) 

In dit vak voert u de waarde in die u in plaats van de foutmelding wil  laten weergeven. 

1.6.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Discount. 

In dit voorbeeld laten we in kolom D het percentage van de korting opzoeken.  Het verkochte aantal (zie  kolom C) wordt gecontroleerd in de tabel aan de rechterzijde.  Afhankelijk van het aantal verkochte stuks  wordt het percentage opgepikt.  We gebruikten hiervoor de functie VERT.ZOEKEN (VLOOKUP).  Zoals u  merkt bevat cel D9 een probleem omdat de referentietabel de schaal tussen 0 en 20 niet aanbiedt.  We  lossen dit op. 

(15)

1.6.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel D5. 

 Klik in de formulebalk en selecteer de volledige formule ZONDER het =‐teken. 

 

 Gebruik de toetsencombinatie CTRL + X. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Logisch (Logical). 

 

 Kies voor ALS.FOUT (IFERROR).  Het functievenster verschijnt nu. 

 Klik in het vak Waarde (Value). 

 Gebruik de toetsencombinatie CTRL + V. 

 Selecteer vervolgens het vak Waarde_indien_fout (Value_if_error). 

 Typ in dit vak het cijfer 0. 

 Klik tot slot op OK. 

 Kopieer de formule in cel D5 naar de cellen D6:D10. 

 

(16)

2 Zoekfuncties 

Er zijn tal van manieren in Excel om informatie op te zoeken.  Excel biedt u filters, slicers, enz…  Hiernaast  kunt u ook gebruik maken van de wereldberoemde functie VERT.ZOEKEN (VLOOKUP).   

In tegenstelling tot een filter of slicer waarmee u één of enkele gegevensrijen opzoekt in een lijst of  tabel, zal deze functie één waarde als uitkomst geven.  We bespreken in dit hoofdstuk zowel vertikaal  zoeken alsook enkele andere populaire zoekfuncties.   

2.1 VERT.ZOEKEN (VLOOKUP) 

Met  deze  functie  kunt  u  een  bepaalde  parameter  in  de  eerste  kolom  van  een  lijst  of  tabel  laten  controleren.  Indien Excel deze parameter in de kolom vindt, wordt een bijhorende waarde uit diezelfde  rij als uitkomst aangeboden. 

2.1.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Zoekwaarde  (Lookup_value) 

In dit vak verwijst u naar de cel dewelke de parameter bevat die u in  een tabel of lijst wil laten controleren. 

Tabelmatrix  (Table_array) 

In  dit  vak  verwijst  u  naar  de  tabel  of  lijst  waar  de  zoekactie  moet  uitgevoerd worden.  Deze tabel of lijst bevat ook het resultaat dat u  zoekt. 

(17)

Kolomindex_getal  (Col_index_num) 

In  dit  vak  verwijst  u  naar  de  kolompositie  van  de  kolom  die  het  resultaat  bevat.    Dit  moet  altijd  een  cijfer  zijn.    De  kolom  met  de  zoekwaarde is kolom 1, de volgende kolom 2 enz… 

Benaderen  (Range_lookup) 

In dit vak bepaalt u of deze functie exact moet zoeken of eerder bij  benadering.    Voor  een  exacte  opzoeking  voert  u  hier  een  0  in.    De  zoektactie bij benadering specifieert u met het cijfer 1. 

2.1.2 Case 1 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Training. 

De werkmap Training beschikt over twee werkbladen.  Het werkblad Planning toont een tabel met alle  opleidingen die gepland werden.  Via het werkblad Search willen we een zoeksysteem opzetten.  Als we  nl. in het werkblad Search via cel C2 een code invoeren die aan een training werd toegewezen, dan dient  alle gelinkte info van de bewuste opleiding in de onderliggende cellen getoond te worden. 

In dit voorbeeld passen we de zoekmethode EXACTE MATCH toe. 

Vooraleer we aan de slag gaan, bespreken we nog even de voorwaarden om vertikaal zoeken correct te  kunnen gebruiken. 

o De  parameter  die  u  wil  laten  controleren  (cel  C2  van  het  werkblad  Search)  moet  dezelfde  opmaak hebben als de referentiewaarde in de tabel. 

o Vertikaal zoeken zal de parameter (cel C2 van het werkblad Search) altijd zoeken in de eerste  kolom van de door u aangeduide tabel of lijst (veld ID in de tabel Source).  Plaats de zoekkolom  daarom uiterst links in de tabel of lijst. 

o De zoekkolom mag geen dubbele waarden bevatten.  Waak er over dat deze kolom (veld ID in  de tabel Source) altijd is opgevuld met unieke waarden. 

o U past ook best een oplopende sortering toe in de zoekkolom. 

2.1.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel C5 van het werkblad Search. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Zoeken en verwijzen (Lookup & Reference). 

 

 In  de  lijst  die  nu  getoond  wordt,  kiest  u  voor  VERT.ZOEKEN  (VLOOKUP).    Het  functievenster  verschijnt nu. 

 Klik in het vak Zoekwaarde (Lookup_value) en voer hier het celadres C2 in. 

(18)

 Plaats hier de verwijzing naar alle gegevensrijen van de brontabel Source: 

Source[#gegevens] 

OF 

Source[#data] 

 Klik in het vak Kolomindex_getal (Col_index_num) en voer hier het cijfer 2 in. 

 Selecteer vervolgens het vak Benaderen (Range_lookup). 

 Plaats in dit vak de waarde 0.  Hiermee laat u Excel de exacte match uitvoeren.  Het functievenster  ziet er nu als volgt uit: 

 

 Klik tot slot op OK. 

 U  kunt  in  de  cellen  C7,  C9,  C11,  C13,  C15  en  C17  van  het  werkblad  Search  dezelfde  werkwijze  toepassen.  U hoeft enkel een ander Kolomindex_getal (Col_index_num) in te voeren. 

 Bewaar deze werkmap met de bestandsnaam Training solution 1. 

2.1.3 Case 2 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Bonus. 

In de tabel aan de linkerzijde (tabel SalesResults) zijn alle verkoopsresultaten opgesomd.  Afhankelijk  van het resultaat dat elke sales rep boekte, zal hij of zij recht hebben op een bonus.  Hiertoe gebruiken  we de referentie tabel aan de rechterzijde (tabel Bonus).  Een sales rep die een sales resultaat € 10.471  boekte, zal dus recht hebben op een bonus van € 1.500. 

In dit voorbeeld passen we de zoekmethode BIJ BENADERING toe. 

(19)

2.1.3.1 Werkwijze 

 Selecteer cel G2. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Zoeken en verwijzen (Lookup & Reference). 

 

 In  de  lijst  die  nu  getoond  wordt,  kiest  u  voor  VERT.ZOEKEN  (VLOOKUP).    Het  functievenster  verschijnt nu. 

 Klik in het vak Zoekwaarde (Lookup_value) en selecteer de eerste waarde in het veld Sales. 

 Selecteer vervolgens het vak Tabelmatrix (Table array). 

 Plaats hier de verwijzing naar alle gegevensrijen van de brontabel Bonus: 

Bonus[#gegevens] 

OF 

Bonus[#data] 

 Klik in het vak Kolomindex_getal (Col_index_num) en voer hier het cijfer 2 in. 

 Selecteer vervolgens het vak Benaderen (Range_lookup). 

 Plaats in dit vak de waarde 1.  Hiermee laat u Excel schaalgewijs zoeken.  Het functievenster ziet er  nu als volgt uit: 

 

(20)

2.2 VERGELIJKEN (MATCH) 

Met de functie vergelijken kunt u de positie van een waarde in een kolom of rij laten weergeven.  Het  resultaat is altijd een cijfer!  Deze functie wordt daarom vaak als een “supporterende” functie gebruikt  om andere zoekfuncties efficiënter toe te passen.  

2.2.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Zoekwaarde 

(Lookup_value)  In dit vak verwijst u naar de waarde die u wil laten controleren. 

Zoeken‐matrix  (Lookup_array) 

In dit vak bepaalt u in welke rij of kolom Excel de zoekwaarde moet  controleren. 

Criteriumtype_getal  (Match_type) 

In dit vak plaatst u een 0, een 1 of de waarde ‐1. 

0: de zoekkolom of ‐rij mag willekeurig gesorteerd zijn.  Er wordt naar  een exacte overeenkomst gezocht 

1: de zoekkolom of ‐rij moet oplopend gesorteerd zijn.  Er wordt naar  een waarde gezocht die kleiner of gelijk is. 

‐1: de zoekkolom of ‐rij moet aflopend gesorteerd zijn.  Er wordt naar  een waarde gezocht die groter of gelijk is. 

 

(21)

2.2.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Test. 

De  getoonde  tabel  (tabelnaam  Selling)  bevat  een  aantal  facturen  die  werden  ingeboekt.    We  beschouwen cel F1 als parametercel.  In deze cel voeren we steeds het factuurnummer in van hetwelke  we het rijnummer in deze tabel willen acherhalen.  Dit resultaat tonen we in cel E2. 

2.2.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel E2. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Zoeken en verwijzen (Lookup & Reference). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor VERGELIJKEN (MATCH).  Het functievenster verschijnt  nu. 

 Klik in het vak Zoekwaarde (Lookup_value) en selecteer de cel F1

 Selecteer vervolgens het vak Zoeken‐matrix (Lookup_array). 

 Plaats hier de verwijzing naar het veld Invoice N° in de tabel Selling: 

Selling[Invoice N°] 

Klik in het vak Criteriumtype_getal (Match_type) en voer hier het cijfer 0 in.  Het functievenster  ziet er nu als volgt uit: 

(22)

2.3 INDEX 

Soms  komt  het  voor  dat  lijsten  of  tabellen  niet  altijd  georganiseerd  zijn  om  bijvoorbeeld  de  functie  vertikaal zoeken toe te passen. In dergelijke situaties kunt u gebruik maken van de functie index.  Deze  functie is heel gebruiksvriendelijk.  U duidt nl. aan in welke rij en kolom u een resultaat zoekt.  De waarde  die zich in de cel bevindt op het snijpunt van deze rij en kolom zal als resultaat aangeboden worden. 

2.3.1 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand InvoiceList. 

Het factuurnummer dat in cel F1 ingevoerd wordt, gebruiken we als contole in het veld Invoice N°.  Op  basis hiervan willen we het bijhorende factuurbedrag in het veld Invoice amount opzoeken.  We bieden  het resultaat aan in cel F3.  Dit zou bijvoorbeeld nooit lukken met de functie VERT.ZOEKEN (VLOOKUP). 

2.3.2 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Matrix 

(Array)  In dit vak voert u het bereik in waar u de zoekactie wil laten uitvoeren.

Rij_getal  (Row_num) 

In  dit  vak  verwijst  u  naar  het  rijnummer  (binnen  het  aangeduide  bereik) waar Excel moet zoeken.  De eerste rij van uw selectie is dus  1, de volgende 2, enz. 

Kolom_getal  (Column_num) 

In dit vak verwijst u naar het kolomnummer (binnen het aangeduide  bereik) waar Excel moet zoeken.  De eerste kolom van uw selectie is  dus 1, de volgende 2, enz. 

(23)

2.3.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel F3. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Zoeken en verwijzen (Lookup & Reference). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor INDEX.  In het venster dat nu verschijnt, klikt u op OK. 

 Klik in het vak Matrix (Array) en voer deze verwijzing in: 

Selling[#gegevens] 

OF 

Selling[#data] 

 Selecteer vervolgens het vak Kolom_getal (Column_num). 

 Voer hier de waarde 2 in. 

 Klik nu in het vak Rij_getal (Row_num). 

 Selecteer dan het keuzepijltje in het naamvak: 

 

 Selecteer via deze keuzelijst de functie VERGELIJKEN (MATCH). 

 Klik in het vak Zoekwaarde (Lookup_value) en selecteer de cel F1

 Selecteer vervolgens het vak Zoeken‐matrix (Lookup_array). 

 Plaats hier de verwijzing naar het veld Invoice N° in de tabel Selling: 

Selling[Invoice N°] 

 Selecteer het vak Criteriumtype_getal (Match_type) en voer hier het cijfer 0 in. 

 Klik tot slot op OK. 

 

(24)

3 Wiskundige functies 

In dit hoofdstuk bespreken we twee varianten op de populaire functie SOM (SUM).  We bekijken nl. hoe  we een totaal voorwaardelijk kunnen berekenen. 

3.1 SOM.ALS (SUMIF) 

Met  deze  functie  kunt  u  de  cijfers  uit  een  bepaalde  kolom  of  veld  laten  optellen  op  basis  van  één  voorwaarde die u in een andere kolom of veld binnen dezelfde tabel of lijst laat controleren. 

3.1.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Bereik  (Range) 

In dit vak verwijst u naar de kolom of het veld waar u een controle wil  laten uitvoeren. 

Criterium 

(Criteria)  In dit vak voert u de paramter(cel) in die u wil laten controleren. 

Optelbereik  (Sum_range) 

In dit vak verwijst u naar de kolom of het veld waarvan Excel de cijfers  dient op te pikken om het totaal te berekenen. 

(25)

3.1.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Budget. 

Op het eerste werkblad hebben we de tabel Budget geplaatst.  Op basis van deze ruwe data willen we  een resultaat krijgen in cel C4 van het werkblad 1 condition.  Telkens we de plaatsnaam in cel B4 wijzigen,  dient Excel het gebudgeteerde cijfer voor deze regio te berekenen. 

3.1.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel C4 van het werkblad 1 condition. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Wiskunde en trigonometrie (Math & Trig). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor SOM.ALS (SUMIF). 

 Klik in het vak Bereik (Range) en voer deze verwijzing in: 

Budget[City] 

 Selecteer vervolgens het vak Criterium (Criteria). 

 Plaats hier het celadres B4. 

 Klik nu in het vak Rij_getal (Row_num). 

 Klik in het vak Optelbereik (Sum_range) en voer deze verwijzing in: 

Budget[Budget value]. 

(26)

3.2 SOMMEN.ALS (SUMIFS) 

Met deze functie kunt u de cijfers uit een bepaalde kolom of veld laten optellen op basis van meerdere  voorwaarden die u in andere kolommen of velden binnen dezelfde tabel of lijst laat controleren. 

3.2.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Optelbereik  (Sum_range) 

In dit vak verwijst u naar de kolom of het veld waarvan Excel de cijfers  dient op te pikken om het totaal te berekenen. 

Criteriumbereik1  (Criteria_range1) 

In dit vak verwijst u naar de eerste kolom of het eerste veld waar u  een controle wil laten uitvoeren. 

Criteria1  In dit vak voert u de paramter(cel)  in  die u  in het  eerste bereik wil  laten controleren. 

 

Telkens u in het laaste vak van dit venster klikt, biedt Excel u een extra criteriumbereik en criteriumvak  aan. 

(27)

3.3 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Budget. 

We werken verder met het bestand Budget.  Op basis van deze ruwe data willen we een resultaat krijgen  in cel E4 van het werkblad # conditions.  Telkens we de parameters in de cellen B4, C4 en D4 wijzigen,  dient Excel het gebudgeteerde cijfer voor deze setting te berekenen. 

3.3.1.1 Werkwijze 

 Selecteer cel E4 van het werkblad # conditions. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Wiskunde en trigonometrie (Math & Trig). 

 

 In de lijst die nu getoond wordt, kiest u voor SOMMEN.ALS (SUMIFS). 

 Selecteer het vak Optelbereik (Sum_range) en voer deze verwijzing in: 

Budget[Budget value] 

 Klik in het vak Criteriumbereik1 (Criteria_range1) en voer deze verwijzing in: 

Budget[City] 

 Selecteer vervolgens het vak Criteria1. 

 Plaats hier het celadres B4. 

 Klik in het vak Criteriumbereik2 (Criteria_range2) en voer deze verwijzing in: 

Budget[Ledger] 

 Selecteer nu het vak Criteria2. 

 Verwijs in dit vak naar het celadres C4. 

 Klik in het vak Criteriumbereik3 (Criteria_range3) en voer deze verwijzing in: 

Budget[Quarter] 

 Plaats hier het celadres D4. 

 Klik tot slot op OK. 

(28)

4 Statisische functies 

In het vorige hoofdstuk hebben we de voorwaardelijke som besproken.  In dit hoofdstuk bespreken we  dezelfde  technieken  om  het  gemiddelde  of  een  aantal  te  berekenen  op  basis  van  één  of  meerdere  voorwaarden. 

4.1 GEMIDDELDE.ALS (AVERGAIF) 

Met  deze  functie  kunt  u  het  gemiddelde  van  de  cijfers  uit  een  bepaalde  kolom  of  veld  laten  laten  berekenen op basis van één voorwaarde die u in een andere kolom of veld binnen dezelfde tabel of lijst  laat controleren. 

4.1.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Bereik  (Range) 

In dit vak verwijst u naar de kolom of het veld waar u een controle wil  laten uitvoeren. 

Criteria  In dit vak voert u de paramter(cel) in die u wil laten controleren. 

Gemiddelde_bereik  (Average_range) 

In dit vak verwijst u naar de kolom of het veld waarvan Excel de cijfers  dient op te pikken om het gemiddelde te berekenen. 

(29)

4.1.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Worldwide results. 

Het werkblad Results bevat de tabel Selling.  Op basis van deze gegevens willen we op werkblad 1 de  gemiddelde omzet berekenen voor de regio die in cel B6 wordt opgegeven. 

4.1.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel C6 van het werkblad 1. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Meer functies (More Functions). 

 

 Kies in dit menu voor Statistisch (Statistical).  Er wordt nu een submenu getoond. 

 Selecteer de functie GEMIDDELDE.ALS (AVERAGEIF). 

 Klik in het vak Bereik (Range) en voer deze verwijzing in: 

Selling[City] 

 Verwijs vanuit het vak Criteria naar cel B6. 

 Selecteer vervolgens het vak Gemiddelde_bereik (Average_range). 

 Voer deze verwijzing in: 

Selling[Turnover] 

 

(30)

4.2 GEMIDDELDEN.ALS (AVERAGEIFS) 

Met  deze  functie  kunt  u  het  gemiddelde  van  de  cijfers  uit  een  bepaalde  kolom  of  veld  laten  laten  berekenen op basis van meedere voorwaarden die u in andere kolommen of velden binnen dezelfde  tabel of lijst laat controleren. 

4.2.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Gemiddelde_bereik  (Average_range) 

In dit vak verwijst u naar de kolom of het veld waarvan Excel de cijfers  dient op te pikken om het totaal te berekenen. 

Criteriumbereik1  (Criteria_range1) 

In dit vak verwijst u naar de eerste kolom of het eerste veld waar u  een controle wil laten uitvoeren. 

Criteria1  In  voert  u  de  paramter(cel)  in  die  u  in  het  eerste  bereik  wil  laten  controleren. 

 

Telkens u in het laaste vak van dit venster klikt, biedt Excel u een extra criteriumbereik en criteriumvak  aan. 

   

(31)

4.2.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Worldwide results. 

Het werkblad Results bevat de tabel Selling.  Op basis van deze gegevens willen we op werkblad 2 de  gemiddelde omzet berekenen voor de parameters die in de cellen B6, C6 en D6 worden opgegeven.  Een  aandachtspunt is de omvang van de omzet.  We willen nl. steeds een gemiddelde berekenen met een  omzet die groter is dan de parameter Turnover ref.   

4.2.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel E6 van het werkblad 2. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Meer functies (More Functions). 

 

 Kies in dit menu voor Statistisch (Statistical).  Er wordt nu een submenu getoond. 

 Selecteer de functie GEMIDDELDEN.ALS (AVERAGEIFS). 

 Klik in het vak Gemiddelde_bereik (Average_range) en voer deze verwijzing in: 

Selling[Turnover] 

 Verwijs vanuit het vak Criteriumbereik1 (Criteria_range1) naar het veld City: 

Selling[City] 

 Selecteer vervolgens het vak Criteria1. 

 Verwijs naar cel B6. 

 Klik in het vak Criteriumbereik2 (Criteria_range2) en verwijs naar het veld Product: 

Selling[Product] 

 Selecteer vervolgens het vak Criteria2. 

 Verwijs naar cel C6. 

 Selecteer het vak Criteriumbereik3 (Criteria_range3) en verwijs naar het veld Turnover: 

Selling[Turnover] 

 Typ deze verwijzing in het vak Criteria3: 

">"&D6 

 Klik tot slot op OK. 

(32)

4.3 AANTAL.ALS (COUNTIF) 

Met  deze  functie  kunt  u  op  basis  van  één  voorwaarde  berekenen  hoe  vaak  een  bepaalde  waarde  voorkomt in een kolom of veld van een tabel of lijst. 

4.3.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Bereik  (Range) 

In dit vak verwijst u naar de kolom of het veld waar u een controle wil  laten uitvoeren. 

Criterium 

(Criteria)  In dit vak voert u de paramter(cel) in die u wil laten controleren. 

4.3.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Worldwide results. 

Het  werkblad  Results  bevat  de  tabel  Selling.    Op  basis  van  deze  gegevens  willen  we  op  werkblad  3  berekenen hoe vaak een stad voorkomt in het veld City. 

 

(33)

4.3.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel C6 van het werkblad 3. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Meer functies (More Functions). 

 

 Kies in dit menu voor Statistisch (Statistical).  Er wordt nu een submenu getoond. 

 Selecteer de functie AANTAL.ALS (COUNTIF). 

 Klik in het vak Bereik (Range) en voer deze verwijzing in: 

Selling[City] 

 Verwijs vanuit het vak Criterium (Criteria) naar cel B6. 

 

 Klik tot slot op OK. 

 

(34)

4.4 AANTALLEN.ALS (COUNTIFS) 

Met deze functie kunt u berekenen hoe vaak een bepaalde waarde voorkomt in een kolom of veld van  een tabel of lijst rekening houdend met meerdere voorwaarden die u in andere kolommen of velden  laat controleren. 

4.4.1 Bespreking van het functievenster 

   

Argument  Interpretatie 

Criteriumbereik1  (Criteria_range1) 

In dit vak verwijst u naar de eerste kolom of het eerste veld waar u  een controle wil laten uitvoeren. 

Criteria1  In  voert  u  de  paramter(cel)  in  die  u  in  het  eerste  bereik  wil  laten  controleren. 

 

Telkens u in het laaste vak van dit venster klikt, biedt Excel u een extra criteriumbereik en criteriumvak  aan. 

(35)

4.4.2 Case 

Praktisch: We gebruiken het voorbeeldbestand Worldwide results. 

Het  werkblad  Results  bevat  de  tabel  Selling.    Op  basis  van  deze  gegevens  willen  we  op  werkblad  4  berekenen  hoeveel  omzetten  >  €  10.000  gerealiseerd  werden  voor  het  opgegeven  product  in  de  aangeduide regio. 

4.4.2.1 Werkwijze 

 Selecteer cel E6 van het werkblad 4. 

 Activeer het tabblad Formules (Formulas). 

 Selecteer de knop Meer functies (More Functions). 

 

 Kies in dit menu voor Statistisch (Statistical).  Er wordt nu een submenu getoond. 

 Selecteer de functie AANTALLEN.ALS (COUNTIFS). 

 Verwijs vanuit het vak Criteriumbereik1 (Criteria_range1) naar het veld City: 

Selling[City] 

 Selecteer vervolgens het vak Criteria1. 

 Verwijs naar cel B6. 

 Klik in het vak Criteriumbereik2 (Criteria_range2) en verwijs naar het veld Product: 

Selling[Product] 

 Selecteer vervolgens het vak Criteria2. 

 Verwijs naar cel C6. 

 Selecteer het vak Criteriumbereik3 (Criteria_range3) en verwijs naar het veld Turnover: 

Selling[Turnover] 

 Typ deze verwijzing in het vak Criteria3: 

">"&D6 

 Klik tot slot op OK. 

  Opmerking 

Om  de  vermelde  functies  toe  te  passen,  hebben  we  in  alle  voorgaande  cases  steeds  dynamische  verwijzingen  gebruikt  zoals  bv.  Selling[Turnover].    U  mag  natuurlijk  ook  altijd 

 

(36)

5 Oefeningen 

5.1 Oefening 1 

Open  het  bestand  Fee  calculator.    Bereken  in  het  veld  Fee  het  extra  loon  dat  elke  medewerker  kan  ontvangen.  Dit zijn de voorwaarden: enkel medewerkers afkomstig uit “DENMARK” of “NORWAY” die  de functie “MANAGER” of ”ADMINISTRATIVE” bekleden krijgen € 1.000 extra.  Alle andere medewerkers  krijgen helaas niets.  Bereken dit op een dynamische manier. 

 

5.2 Oefening 2 

Open het bestand Car expenses.  Plaats op het werkblad Search in cel E9 één formule die u naar rechts  kunt kopiëren.  Deze formule dient alle kosten weer te geven die aan één auto gelinkt zijn.  Dit dient te  gebeuren op basis van de geselecteerde nummerplaat in cel C6.  Alle gegevens van het wagenpark zijn  terug te vinden op het werkblad General overview.  Maak in cel E6 van het werkblad Search ook een  formule aan die als resultaat steeds het merk van de wagen vermeld voorafgegaan door de tekst “This  is the cost of your”.  Dit is een voorbeeld: 

 

5.3 Oefening 3 

Open  het  bestand  Members.    Elke  persoon  die  in  dit  overzicht  is  opgenomen,  dient  een  bedrag  te  betalen voor de  aangekochte  outfit.   Deze  outfit  bestaat uit  de kost  voor de kledij  +  de  kost van de  schoenen.  De lijst vermeld zowel de kledij‐ als de schoemaat van elk individu.  Aan de rechterkant van  het werkblad staan de referentietabellen met de richtprijzen voor de kledij en de schoenen.  Maak in cel  G2 één formule aan die voor elke persoon het totaal te betalen bedrag berekent. 

 

(37)

5.4 Oefening 4 

Open het bestand Missing info.  Het werkblad Products toont de productlijst met alle noodzakelijke info.  

Plaats in cel B2 van het werkblad MissingInfo een formule die de productnaam van product 38 opzoekt  in het vorige werkblad.  Bouw deze formule zodanig op dat u deze formule zowel naar omlaag als naar  rechts kunt kopiëren.  Eén formule moet dus volstaan om alle info die op het tweede werkblad ontbreekt  aan te vullen volgens de brontabel op het eerste werkblad.  Indien een Product‐ID niet kan gevonden  worden, laat u de melding “not listed” verschijnen.  Dit is een voorbeeld: 

 

5.5 Oefening 5 

Open het bestand Customers.  Bereken in cel N7 van het werkblad Analysis de totale omzet.  Dit dient  te  gebeuren  volgens  de  parametercellen  E7,  E9,  J7  en  J9.    De  brontabel  kunt  u  terugvinden  op  het  werkblad SourceData.  Dit is een voorbeeld: 

 

(38)

 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De zorg om zijn moeder en zijn broers en zussen, de apos- tolische energie in zijn beroepsleven en zijn opofferings- gezinde toewijding aan de kleine groep leden van het Opus

Om jouw keuze te bevestigen, druk je op wanneer deze door de knipperende balk wordt onderstreept. Let op dat als er 30 seconden niets wordt

1f.2 De kandidaat kan de meest voorkomende informatiedocumenten voorconsumenten benoemen, zoals het Essentiele –informatiedocument (Eid), de verzekeringskaart en

Vanuit de cel E4 wordt een bereik van 2 rijen en 3 kolommen genomen, dus E4:G5 en daarvan wordt hier de som van de waarden gemaakt (gewoon theoretisch, want praktisch heeft dat in

Plaats de cijfers 1-9 precies één keer in elke rij, kolom en 3x3-blok...

De opmaak kan je op elk moment voor één of meer cellen aanpassen door die cellen te selecteren en de celeigenschappen aan te passen:.. Via het snelmenu,

Denk daarbij aan het vaststellen dat de governance van de organisatie adequaat is, dat het systeem van risicomanagement op orde is en goed werkt, dat beheersmaatregelen

Je loopt het risico dat het pand wordt gebruikt voor productie van drugs, opslag van illegale handelswaar, illegale onderhuur of illegale kamerverhuur?. JE KUNT MAAR ÉÉN KEER