Datum stuk: 27 januari 2022
Bijlagen: Voorstel VOG VZV Njord en MNC Dordrecht en schriftelijke reactie bestuur
Onderwerp: Voorstel VOG VZV Njord en MNC Dordrecht
Te behandelen tijdens ALV op:
3 februari 2022
Omschrijving
• Graag willen Cas Buit namens VZV Njord en Johan Hol namens MNC Dordrecht een addendum indienen op het Q-reglement, art. 2 t/m 4; aangenomen op het
Dossiernummer 2020-04-03, tijdens de ALV van 2020.
Dit addendum wordt ondersteund door Arethusa, De Brabantse Dolfijnen: DBD, Aegir, ZVL-1886, SBC2000, Warande, AZC, De Bevel, GZC Donk, Waterpolo Den Haag, SvH, De Vennen, Z&PC Rotterdam en Polar Bears.
Dit document is als bijlage aan deze voorlegger toegevoegd.
• De schriftelijke reactie op dit amendement is eveneens als bijlage aan deze voorlegger toegevoegd.
• Het ingediende amendement wordt tijdens de ALV van 3 februari in stemming gebracht.
Verwachtingen t.a.v. ALV - ter besluitvorming
Graag willen Cas Buit namens VZV Njord en Johan Hol namens MNC Dordrecht een addendum indienen op het Q-reglement, art. 2 t/m 4; aangenomen op het Dossiernummer 2020-04-03, tijdens de ALV van 2020. Dit addendum wordt ondersteund door Arethusa, De Brabantse Dolfijnen: DBD, Aegir, ZVL-1886, SBC2000, Warande, AZC, De Bevel, GZC Donk, Waterpolo Den Haag, SvH, De Vennen, Z&PC Rotterdam en Polar Bears.
Voorstel addendum
Ons addendum luidt als volgt:
“De BsR-cursus bestaat uit een theoretisch deel (een e-learning inclusief theorie-examen) en een praktijkexamen. Personen die het theorie-examen hebben gehaald hebben enkel de bevoegdheid de functies van tijdopnemer, 30 seconden tijdopnemer en wedstijdsecretaris. Personen met enkel een succesvol theorie-examen zijn uitgezonderd van het vereiste van een VOG. Personen die ook het
praktijkexamen halen kunnen de taak van scheidsrechter bekleden. Zij dienen dan wel te beschikken over een VOG. Deze scheiding is technisch mogelijk in sportlink/ de KNZB Waterpolo software. Zodoende wordt het:
Jurytafel, enkel theorie-examen, uitgezonderd van het vereiste van een VOG
Scheidsrechter, theorie- en praktijkexamen in combinatie met het vereiste van een VOG.”
Wij zullen dit hierna toelichten.
Besluit ALV 2020
Tijdens de ALV in 2020 hebben de leden ingestemd met het VOG-beleid inclusief een geldigheid van 3 jaar. Sinds 1 september 2020 is een VOG daarom verplicht voor alle functionarissen (bestuur, official, trainer/coach, commissielid) van de vereniging. Ook juryleden tijdens waterpolo-wedstrijden fungeren als onafhankelijk official. Zij vormen samen met de scheidsrechters het official team dat de wedstrijd
begeleidt. De jury wordt bemenst door leden van waterpoloteams en ouders van jeugdspelers. Door de huidige regeling geldt in de praktijk dat voor alle leden van de teams en ouders van jeugdteams een VOG verplicht is.
Toelichting addendum
Ons voorstel is met name gericht op een scheiding van rollen, namelijk die van juryleden en
scheidsrechters, in relatie tot de noodzaak van een geregistreerd VOG. Bij de rol van scheidsrechter zien ook wij het belang van de VOG. Echter, de drie functionarissen tijdwaarnemer, schotklokwaarnemer en wedstijdsecretaris komen niet in contact met zwemmende leden. Verreweg de meeste van deze
functionarissen oefenen bovendien nimmer de functie van scheidsrechter uit. Die functionarissen hebben
‘slechts’ administratieve functies achter de jurytafel. Een VOG-verklaring voor deze functionarissen heeft daarom geen enkele toegevoegde waarde. Zij behoren immers niet tot de risicogroep waarvoor je in dit verband graag een VOG zou willen hebben.
Daarentegen wordt in de huidige regeling als strenge eis gesteld dat via een VOG wordt bevestigd dat het justitiële verleden van een persoon geen bezwaar vormt voor de betreffende functie, die in de praktijk dus voor velen slechts een administratieve functie is achter de jurytafel. Daarmee wordt de VOG niet proportioneel ingezet; zowel richting betrokkenen, die zich onnodig moeten laten ‘screenen’ als richting verenigingen die hun vrijwilligers moeten belasten met de aanvraag van VOG`s die feitelijk niet nodig zijn.
Na een rondvraag bij veel verenigingen blijkt dat zij niet negatief staan tegenover het idee van de
‘basisscheidsrechter’. Wel leert de praktijk dat een aantal belangrijke argumenten te benoemen is tegen de regeling waartoe de ALV in 2020 heeft besloten, inhoudende dat ook voor de tijdwaarnemer, de schotklokwaarnemer en wedstrijdsecretaris een VOG-verklaring vereist is. In het bijzonder gaat het om de volgende argumenten:
1. Nihil interesse in de BsR-cursus vanuit de ouders van leden 2. Veranderende kijk op vrijwilligerswerk
3. Tijdsinspanning die het vraagt van besturen van verenigingen
Deze argumenten worden hierna toegelicht.
1. Nihil interesse in de BsR-cursus van de ouders en leden
De BsR is inmiddels enige tijd in werking. Wat verenigingen ondervinden is dat ouders steeds moeilijker over te halen zijn om de cursus te starten. Ouders willen graag iets doen voor de vereniging van hun kind, zoals de stand bijhouden of de wedstrijd notuleren. Echter, de functie van scheidsrechter (als onderdeel van BsR) op een sport die men vaak niet naar behoren kent doet veel ouders afhaken. De praktijk leert bovendien dat het slinkende aantal ouders die de cursus wel hebben doorlopen, enkel ingezet worden als jury-official, maar nadrukkelijk niet als scheidsrechter. Het huidige proces wordt als teveel gedoe ervaren, voor een taak die ouders een aantal keer per jaar doen waardoor steeds meer ouders/leden steeds minder aansluiting vinden bij het vrijwilligersleven van de vereniging. Een gemiste kans om ouders bij een vereniging te betrekken. Zo strijdt de huidige invulling van reglement, art. 2 t/m 4 met de werving en het behoud van vrijwilligers.
De BsR zijn voornamelijk spelende leden van 16 jaar of ouder, deze hebben kennis van het spel en kunnen daardoor hun functie bekleden. De KNZB schrijft zelf over de nieuwe opzet van de cursus dat het “mede bedoeld is om de jeugd kennis te laten maken met de BsR functie. Door hun ook te laten fungeren worden leden ook meer betrokken met het vervullen van vrijwilligers taken voor de vereniging”.
Ook wij vinden deze betrokkenheid van de jeugd belangrijk. Instemming met ons voorstel sluit dit uitgangspunt ook niet uit. Door ons voorstel wordt het juist makkelijker voor verenigingen om ouders vrijwilligers taken voor de vereniging te laten doen. Het biedt flexibiliteit aan verenigingen om voldoende vrijwilligers te werven.
2. Veranderende kijk op het vrijwilligerswerk
Trendrapporten over het vrijwilligerswerk laten al afzienbare tijd zien dat mensen vrijwilligerswerk willen ondernemen maar in kleinere taken1. Daarbij was er in 2021 een opleving in het animo voor
vrijwilligerswerk. Dit valt alleen niet terug te zien in de ervaringen van verenigingen. Juist de huidige implementatie van de BsR werpt meer drempels op en heeft daardoor een afremmend effect op deelname aan het vrijwilligersleven.
Het addendum heeft daarentegen ten doel onnodige barrières weg te nemen voor potentiële vrijwilligers.
Hierdoor ontstaat een grotere groep van juryleden, waardoor het vrijwilligerswerk aantrekkelijker wordt en meer betrokkenen actief blijven. Wanneer verenigingen ouders achter de jurytafel krijgen, kunnen de verenigingen ze ook gaan verleiden om andere, meer grotere, taken te gaan uitoefenen. Als ouders het naar hun zin hebben bij de vereniging zullen vaak hun kinderen ook vaker langer blijven hangen.
3. Tijdsinspanning die het vraagt van besturen van verenigingen
Veel verenigingen hebben grote groepen nieuwe mensen die ze aanschrijven om de BsR te gaan volgen. In de praktijk blijkt dat hoe groter de groep hoe meer tijdinspanning het van verenigingen vraagt. Het proces beslaat een keten van handelingen door verschillende actoren: de persoon die de ouders benadert, de persoon zelf, de VOG-aanvrager, de sportlink beheerder, de praktijkbegeleider, de beoordelaar en de persoon die het proces overziet. Er zijn diverse momenten waarop de procesbewaker moet controleren hoe ver iedereen is. Om dit voor 50 tot 80 personen per nieuwe groep te doen (bij veel verenigingen is dit de praktijk) is een zeer tijdsinspannende zaak. Daarbij komt dat voor groepen van honderd(en) juryleden de VOG om de drie jaar moet worden vernieuwd. Ook dit vraagt een disproportionele tijdsinspanning.
Deze tijdsinspanning kan na onze zienswijze veel beter besteed worden. Momenteel zorgt de huidige uitwerking van Q-reglement, art. 2 t/m 4 dat verenigen speciale bestuurders aan moeten stellen specifiek op het verlengen van VOG’s van voornamelijk juryleden. Tegelijkertijd gaan betrokkenen steeds vaker in discussie met het bestuur over de vraag waarom juist zij een VOG moeten aanvragen, nu zij alleen maar achter de jurytafel hoeven te zitten, en niet mee te werken aan proces. Kortom, door het besluit van de ALV in 2020 inzake de VOG hebben de verenigingen er een enorme belasting erbij gekregen, die disproportioneel is.
Een persoon achter de jurytafel heeft na onze zienswijze niet meer invloed op het sportklimaat dan een toeschouwer. Een jurytafel vrijwilliger is 3-6 keer per jaar actief en meestal 20 keer per jaar toeschouwer.
Het addendum heeft ten doel, deze tijd vrij te maken om doelmatigere de sport te verbeteren. Er kan zo bijvoorbeeld meer tijd worden besteed aan het promoten van de opleiding van de scheidsrechter en het schrijven van beleid ten aanzien van grensoverschrijdend gedrag. De focus kan meer gaan liggen om de bewaking en begeleiding van vrijwilligers die in dagelijks contact staan met onze leden.
Bijkomend voordeel van dit voorstel is dat personen na het positief afronden van het theoretische examen, direct de jurytafel kunnen bemensen; iets waar verenigingen enorme behoefte aan hebben.
1 NL Voor Elkaar, Trendrapport vrijwillige inzet 2021 -
https://mcusercontent.com/ce1035b883c872d6f06e4808b/files/5f6b3bbd-1779-4131-bf20- 36afb0eaddee/Trendrapport_vrijwillige_inzet_2021.pdf?mc_cid=f60f979844&mc_eid=c7825ac848
Vervolgens heeft men de mogelijkheid het praktijkexamen te doen voor het scheidsrechters-onderdeel.
Verenigingen hebben de mogelijkheid om dit voor bepaalde groepen verplicht te stellen, zodat het belang van het investeren in voldoende scheidsrechters eveneens wordt ondervangen. Lopende het
praktijkonderdeel kunnen zij toch al jurydiensten meedraaien en kunnen zij na een positief resultaat van het praktijkexamen ingezet worden als scheidsrechter.
Voorstel Algemene Ledenvergadering 3 februari 2022
1. In te stemmen met het addendum op het Q-reglement, art. 2 t/m 4; aangenomen op het Dossiernummer 2020-04-03, tijdens de ALV van 2020, luidend als volgt:
“De BsR-cursus bestaat uit een theoretisch deel (een e-learning inclusief theorie-examen) en een praktijkexamen. Personen die het theorie-examen hebben gehaald hebben enkel de bevoegdheid de functies van tijdwaarnemer, schotklokwaarnemer en wedstijdsecretaris. Personen met enkel een succesvol theorie-examen zijn uitgezonderd van het vereiste van een VOG. Personen die ook het praktijkexamen halen kunnen de taak van scheidsrechter bekleden. Zij dienen dan wel te beschikken over een VOG. Deze scheiding is technisch mogelijk in sportlink/ de KNZB Waterpolo software, (zie al bijgeleverde mail van sportlink). Zodoende wordt het:
Jurytafel, enkel theorie-examen, uitgezonderd van het vereiste van een VOG
Scheidsrechter, theorie- en praktijkexamen in combinatie met het vereiste van een VOG.”
2. In het geval voorstel 1 niet wordt aangenomen, dan wordt voorgesteld in te stemmen met het volgende:
“De KNZB gaat met één op te richten werkgroep van diverse verenigen om tafel om tot een nieuwe uitwerking te komen van het Q-reglement, art. 2 t/m 4. Tot die tijd wordt de noodzaak voor het aanvragen van een VOG van al bestaande juryleden opgeschort tot er een nieuwe stemming van de leden plaatst vindt en er passend beleid gevormd kan worden dat door de leden, scheidsrechters en de KNZB ondersteund wordt. MNC Dordrecht en VZV Njord stellen zich hiervoor kandidaat. Om zo samen de zwemsport vitaler en mooier te maken”
X
Cas Buit
VZV Njord, Jeugd Coördinator
X
Johan Hol
MNC Dordrecht, Voorzitter
T E
IBAN NL40INGB0687528704 KvK 40477530
BIC INGBNL2A BTW NL002609988B01
Betreft: Reactie bestuur op ingediend amendement
Geachte heer Hol en heer Buit,
Hartelijk dank voor uw schrijven van 25 januari jl.
Op woensdag 26 januari heeft het bestuur dit document uitgebreid besproken. Middels dit schrijven deelt het bestuur haar standpunt aan u mee. Deze schriftelijke reactie zal tezamen met het door u ingediende document ter stemming aan de leden van de KNZB worden voorgelegd tijdens de Algemene Ledenvergadering op 3 februari 2022.
Het voorstel is gericht op het scheiden van verschillende rollen, namelijk die van juryleden en scheidsrechters bij waterpolo wedstrijden, in relatie tot de noodzaak van een geregistreerd VOG.
In november 2021 is vanuit verschillende verenigingen een soortgelijke vraag gesteld.
De afgelopen weken/maanden hebben ons extra bewust gemaakt van de noodzaak tot stimuleren van goed en passend gedrag in onze samenleving èn in onze sport. Het bestuur benadrukt dat een VOG één van de middelen is die binnen de KNZB worden ingezet om een veilige cultuur te creëren en in stand te houden.
Een Verklaring omtrent Gedrag (VOG) is een verklaring waaruit blijkt dat een (justitieel) verleden van de aanvrager geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie. Simpel gezegd een bewijs van goed gedrag.
Tijdens de ALV in 2020 hebben de leden ingestemd met het vigerende VOG beleid inclusief een geldigheid van 3 jaar. Sinds 1 september 2020 is een VOG daarom verplicht voor alle functionarissen (bestuur, official,
trainer/coach, commissielid) van de vereniging. Bij de beoordeling van een VOG-aanvraag wordt gekeken of er strafbare feiten bekend zijn die een risico vormen voor de functie waarvoor de VOG wordt aangevraagd.
Wanneer dit niet het geval is en er geen strafblad is, wordt een VOG
Datum 27-01-2022
Contactpersoon bestuur KNZB E bestuur@knzb.nl
Cas Buit (VZV Njord) en Johan Hol (MNC Dordrecht).
Verstuurd per email aan: voorzitter@mncdordrecht.nl + cas.buit@vzvnjord.nl
Datum 10-07-2020 Pagina 2 van 2
verstrekt. Dit is geen oplossing voor misstanden, maar wel een bijdrage aan het voorkomen ervan.
Het bestuur realiseert zich dat het aanvragen van een VOG voor onze verenigingen een administratieve last is. Het bestuur is echter ook van mening dat het onwenselijk is dat kaderleden, waaronder scheidsrechters en juryleden, zonder VOG hun functie uitoefenen. Het bestuur realiseert zich dat we er met de registratie van VOG’s niet zijn. Maar zoals de ALV ook heeft besloten; het is een bijdrage aan een veilig sportklimaat en wellicht een van de weinige concrete zaken die we kunnen doen om onze
zwemsporten in een zo veilige mogelijke omgeving te kunnen faciliteren.
Het overleggen van een VOG vormt in sommige gevallen een drempel voor vrijwilligers om een official opleiding of een trainingscursus te volgen.
Volgens het besluit van de leden in 2020 is dit minder zwaar gewogen dan belang van een veilig sportklimaat en het voorkomen van misstanden.
In het ingediende amendement wordt specifiek gerefereerd aan de bSR- cursus, de kwalificatie om als official in het waterpolo te fungeren. Enkele jaren geleden is de weg ingezet om meer en meer waterpolo wedstrijden te laten leiden door verenigingsscheidsrechters. Het opleidingskader is hierop aangepast en de waterpolo-officials worden in de eerste stap van dit stelsel opgeleid tot basis-scheidsrechter. Met deze kwalificatie kan men niet alleen fungeren als wedstrijdtafelofficial, maar ook als scheidsrechter bij (jeugd-) wedstrijden. In beide rollen vervullen de officials een neutrale rol namens de KNZB als geheel. Officials zijn volgens het bestuur een belangrijke schakel in het creëren en in stand houden van een veilig sportklimaat.
Het bestuur adviseert aan de leden, inzake dit voorstel vanuit VZV Njord en MNC Dordrecht, niet in te stemmen met dit voorstel vanwege het belang van een veilige sportomgeving voor alle zwemsporters.
Vanzelfsprekend is het van belang dat de leden van de KNZB kunnen
besluiten het voorstel vanuit VZV Njord en MNC Dordrecht al dan niet aan te nemen. Om die reden zal dit voorstel tijdens de Algemene
Ledenvergadering van 3 februari 2022 in stemming worden gebracht.
Wij kijken uit naar een constructieve Algemene Ledenvergadering.
Nogmaals hartelijk dank voor uw voorstel en uitgebreide toelichting.
Met hartelijke groet,
Bestuur KNZB
