Pagina 1
Uitvoeren van de beveiligingsproeven bij lokale productie installaties
Introductie
Tussen de voorlopig bemande teststatus tot aan de definitieve onbemande status van de productie-installatie dient er een eindoplevering van de productie-installatie te gebeuren door de distributienetbeheerder. Dit gebeurt kort na de eerste en positief bevonden indienstnames.
De door de netbeheerder gevalideerde en in het project toegepaste beveiligingsrelais worden getest op implementatie en failsafe bedrading. Met name zijn het de ontkoppelbeveiligings- en de synchrocheckrelais.
Hiervoor zullen bij het technisch controlebezoek op de site proeven in aanwezigheid van de eigenaar producent en zijn installateur uitgevoerd worden. Deze proeven zijn een gevolg van het Synergrid reglement C10/11 punt 5.3: Bijzondere beveiligingen voor de gedecentraliseerde productie.
Om de opleveringsproeven op een uniforme wijze te kunnen uitvoeren worden er door de installateur testonderbrekingsklemmen voorzien uitgerust met een stekkerbus aansluiting. Doel van deze test onderbrekingsklemmen met stekkerbusaansluiting:
a) Uniform uitvoeren van de eind opleveringsproeven
b) Het geïsoleerd testen van de ontkoppelbeveiliging op de site met behulp van een specifieke testkoffer. Dit behoort uiteraard niet tot de eind opleveringsproeven.
Pagina 2
Overzicht testen
1) Proeven op de ontkoppelbeveiliging
De ontkoppelbeveiliging is een essentieel meettoestel ter bescherming van de installatie, externe en interne personen en het elektriciteitsdistributienet. Enkel de door de netbeheerder gevalideerde toestellen mogen toegepast worden.
• PROEF 1: Vanuit productiewerking: één fase van de meetspanning wordt onderbroken. Dit kan willekeurig de fase L1, L2 of L3 zijn. De onderbreking gebeurt door het openen van één van de drie lijn testonderbrekingsklemmen ter hoogte van de ontkoppelbeveiliging.
GEVOLG: de productie installatie wordt via zijn net parallelschakelaar gedwongen om te
ontkoppelen. Dit is de controle van het TRIPCONTACT het standaard uitgangsrelais O1 of R1 van de ontkoppelbeveiliging.
• PROEF 2: Vanuit productiewerking: de vorige proef geeft geen failsafe garantie van de bedrading.
Hiervoor wordt de verbinding onderbroken ter hoogte van het TRIP en WD uitgangscontact van de ontkoppelbeveiliging. Ook hier zijn twee testonderbrekingsklemmen voorzien, waarvan één van de twee geopend wordt.
GEVOLG: bij een failsafe bedrading ontkoppelt de installatie van het distributienet. Dit is de controle van de failsafe bedrading.
2) Proeven op de synchrocheck relais
De synchrocheck is een essentieel meettoestel ter bescherming van de interne, externe installatie en de garantie tot behoud van de netspanningskwaliteit. Enkel de door de netbeheerder gevalideerde toestellen mogen toegepast worden.
• PROEF 3: In ontkoppelde toestand: controle van de instelling van dit synchrocheckrelais volgens de technische voorschriften. Hiervoor dient echter het relais ONDER spanning te staan en kunnen de parameters gecontroleerd of heringesteld worden volgens de voorschriften van de netbeheerder. Bij niet conforme instelling worden deze parameters door de constructeur- machinebouwer
heringesteld.
• PROEF 4: Vanuit netontkoppelde situatie: één draadje van het synchocheckstuurcontact wordt losgemaakt. Hierdoor is parallelkoppeling met het distributienet niet meer mogelijk.
GEVOLG: De installatie doet pogingen tot parallel maar mag geen netkoppeling realiseren. De installatie komt in een alarmfase na ofwel die ene mislukte poging, na een time out of na een beperkt aantal pogingen, afhankelijk van constructeur.
Pagina 3
Visualisaties
Implementatie van de test onderbrekingsklemmen in een typische middenspanningsinstallatie (klantcabine).
Implementatie van de test onderbrekingsklemmen in een typische laagspanningsaansluiting.
Pagina 4
Niet verantwoordelijkheidsverklaring
1) De eigenaar van de installatie meldt wanneer de installatie kan of mag opgeleverd worden. Tot dan bevindt de installatie zich in een tijdelijke bemande testfase.
2) De eindproeven dienen steeds in het bijzijn van de producent en zijn installateur te gebeuren. Hij dient technisch op de hoogte te zijn en de draagwijdte van de proeven te kennen.
3) De schakelverrichtingen, nodig om de proeven te kunnen uitvoeren, dienen door de installateur of zijn afgevaardigde(n) te gebeuren.
4) De inhoud van deze proeven zijn gekend en kunnen door de constructeur vooraf reeds beproefd zijn. Schade die optreedt tijdens de proeven in testfase of tijdens de proeven bij de oplevering van de distributiemaatschappij kunnen niet verhaald worden naar de netbeheerder.
5) Het controleren van de ééndraadschema’s van de productie-installatie door de netbeheerder is enkel op basis van de implementatie van de ontkoppelrelais, de synchrocheck en zijn failsafe bedrading. Voor grote installatie kunnen meer eisen gesteld worden. De eindredactie van de schema’s (as built) blijft in handen van de constructeur.
6) De relais (ontkoppel- en synchrocheckrelais) worden, in de mate van het mogelijk en na positief resultaat, door de distributienetbeheerder verzegeld. De instellingen en de bedrading-aansluitingen mogen niet gewijzigd worden zonder voorafgaande afspraak met de netbeheerder met vermelding van reden en zonder diens goedkeuring.