Elektrische installatie

(1)

Elektrische installatie

"De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit document werd samengesteld.

Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht".

V2

Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault s.a.s.

Edition néerlandaise

Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault s.a.s.

© Renault s.a.s.

V2

MR-390-X90-88C050$000_nelTOC.mif

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

AIRBAG TEMIC Vdiagnr.: 04

Type rekeneenheid nr.:

01, 02

Diagnose - Inleiding 88C - 2

Diagnose - Vervangen van organen 88C - 8

Diagnose - Configuratie en inlezen 88C - 9

Diagnose - Overzicht van de storingen 88C - 10

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C - 11

Diagnose - Behandeling van de staten en parameters 88C - 28

Diagnose - Zoekschema's 88C - 29

88C

MR-390-X90-88C050$000_nelTOC.mif

(2)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Inleiding 88C

88C - 2

V2

MR-390-X90-88C050$111_nel.mif

188C

AIRBAG TEMIC Vdiagnr.: 04 Type rekeneenheid nr.:

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS Diagnose - Inleiding

1. GELDIGHEID VAN HET DOCUMENT

In dit document staat de diagnose die geldig is voor alle volgende rekeneenheden:

2. ONMISBARE ELEMENTEN VOOR DE DIAGNOSE Type documentatie

Methodes van de diagnose (dit document):

– Dialogys.

Elektrische schema's:

– Visu-Schéma (cd-rom), papier.

Type diagnoseapparaat

CLIP + Set adapters en verlengblokken voor gebruik van de functie "controle van de kabelbundels airbags" met de 30-polige adapter B40 (met gele voet voor de rekeneenheid).

Type onmisbaar gereedschap

3. TER HERINNERING Werkwijze:

Voor het controleren van de rekeneenheden van de auto zet u het contact aan.

Sluit het diagnoseapparaat aan en voer de gewenste handelingen uit.

Model(len): LOGAN

Betreffende functie: AIRBAG

Naam van de rekeneenheid: Airbag TEMIC Type rekeneenheid nr.: 01, 02

VDIAGNR.: 04

Onmisbaar speciaal gereedschap Adapters B32, B35

Elé. 1641 Verlengblok B55 Elé. 1617 (3/4)

Elé. 1484-10 Verlengblok B40

AIRBAGTEMIC_V04_PRELI

MR-390-X90-88C050$111_nel.mif

(3)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Inleiding 88C

88C - 3

V2

MR-390-X90-88C050$111_nel.mif

01, 02

Storingen

De storingen worden aanwezig verklaard of staan in het geheugen (verschenen in een bepaalde context en sindsdien verdwenen of nog altijd aanwezig maar niet geconstateerd onder de huidige omstandigheden).

De staat aanwezig of in geheugen van de storingen moet bekeken worden bij het opstarten van het

diagnoseapparaat na het aanzetten van + na contact (zonder iets aan de elementen van het systeem te doen).

Een storing die aanwezig is, behandelt u zoals is aangegeven in het hoofdstuk Betekenis van de storingen.

Bij een storing in het geheugen, noteert u de storingen die aangegeven zijn en volgt u de aanwijzingen van het deel Adviezen.

Als de storing bevestigd is na het opvolgen van de adviezen, is de storing aanwezig. Behandel de storing.

Als de storing niet bevestigd wordt, controleer:

– de elektrische lijnen die bij de storing horen,

– de stekkers van deze lijnen (oxydatie, verbogen pennetjes, enz.), – de weerstand van het als defect aangegeven orgaan,

– de ligging en de staat van de draden (isolatie gesmolten of gescheurd, doorschuren).

Conformiteitscontrole

Bij de conformiteitscontrole worden de gegevens gecontroleerd die door het diagnoseapparaat niet als defect worden aangegeven als zij niet goed zijn. Hiermee kunt u:

– afwijkingen vinden welke verband houden met de klacht maar die niet als defect worden aangegeven,

– De werking van het systeem controleren om te voorkomen dat een storing na de reparatie snel weer terugkomt.

In dit hoofdstuk vindt u een diagnose van de staten en de parameters, met de omstandigheden van de controle.

Als een staat niet goed is of als een parameter buiten de tolerantie is, raadpleeg dan de met de overeenkomstige methode voor het storing zoeken.

Klachten - Zoekschema's

Als de controle met behulp van het diagnoseapparaat correct is, terwijl de klacht van de klant nog steeds aanwezig is, behandelt u het probleem uitgaande van de klacht.

Een samenvatting van de globale werkwijze ziet u in het diagram op de volgende bladzijde.

(4)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Inleiding 88C

88C - 4

V2

MR-390-X90-88C050$111_nel.mif

01, 02

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN

Voer een voor-diagnose van het systeem uit

Druk de diagnosekaart af van het systeem (van de CLIP en in het Werkplaatshandboek of Service

Mededeling)

Sluit de CLIP aan

Communicatie nee met rekeneenheid?

ja

Lezen van de storingen

Bestaan van nee storingen

ja

Behandeling van de aanwezige storingen

Behandeling van de storingen in het geheugen

De verschijnselen nee blijven

Storing opgelost

ja

Zie zoekschema n˚ 1

Conformiteitscontrole

nee De verschijnselen

blijven

Gebruik de zoekschema's

De verschijnselen nee blijven

Neem contact op met de techline met ingevulde

diagnosekaart

(5)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Inleiding 88C

88C - 5

V2

MR-390-X90-88C050$111_nel.mif

01, 02

4. WERKWIJZE BIJ HET STORING ZOEKEN (vervolg) Controle van de kabelbundels

Moeilijkheden bij de diagnose

Het aansluiten van de stekkers en/of het werken aan de kabelbundel kan, tijdelijk, de oorzaak van de storing wegnemen.

De gemeten waarden van de spanningen, de weerstand en de isolatie zijn meestal correct, vooral als de storing niet aanwezig is op het moment van de analyse (storing in het geheugen).

Controle op het oog

Zoeken van beschadigingen, onder de motorkap en in het interieur.

Voer een nauwgezette controle uit van de beschermingen, van de isolaties en van de correcte ligging van de kabelbundels.

Zoek oxydatiesporen.

Manuele controle

Gebruik, tijdens de werkzaamheden aan de kabelbundels, het diagnoseapparaat op zo'n manier dat het een verandering aangeeft van de staat van de storingen van "in het geheugen" naar "aanwezig".

Controleer of de stekkers correct zijn vergrendeld.

Zet de stekkers lichtjes onder mechanische spanning.

Verdraai de kabelbundel.

Als er zich een verandering in de staat voordoet, probeer dan de oorzaak van het incident te lokaliseren.

Onderzoek van elk element

Maak de stekkers los en controleer het uiterlijk van de klemmetjes en van de pennetjes evenals het felsen (niet gefelst op de isolatie).

Controleer of de klemmetjes en de pennetjes goed in de stekkerbehuizing vergrendeld zijn.

Controleer of de klemmetjes of pennetjes tijdens het aansluiten niet worden teruggedrukt.

Controleer de contactdruk van de klemmetjes met behulp van een pennetje van het juiste model.

Controle van de weerstand

Controleer de geleiding van de complete lijnen, daarna sectie voor sectie.

Zoek een kortsluiting aan massa, aan + 12 V of met een andere draad.

Als een storing is gedetecteerd, repareer of vervang dan de kabelbundel.

(6)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Inleiding 88C

88C - 6

V2

MR-390-X90-88C050$111_nel.mif

01, 02

5. DIAGNOSEKAART

6. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Er zal altijd naar deze kaart worden gevraagd:

– bij verzoeken om technische bijstand door de techline,

– bij het vragen om goedkeuring, voor het vervangen van onderdelen waarvoor goedkeuring nodig is,

– om bij te voegen bij onderdelen die "onder controle" staan en die retour gezonden moeten worden. Het is daarmee een voorwaarde voor het vergoeden van de garantie, en is een hulp bij het analyseren van de uitgebouwde onderdelen.

Werkzaamheden aan het systeem van de airbag mogen alleen worden uitgevoerd door speciaal hiervoor opgeleid personeel.

Bij alle werkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen:

– controleer de laadtoestand van de accu om beschadiging van de rekeneenheden te voorkomen door een te geringe lading,

– gebruik geschikt gereedschap,

– voor iedere reparatie/werkzaamheden aan het systeem van de airbag, moet u altijd eerst de rekeneenheid vergrendelen om te voorkomen dat het systeem wordt geactiveerd (alle uitgangen naar de ontstekers zijn dan uitgeschakeld).

Controleer de verbinding naar de ontsteker van een airbag uitsluitend met de XRBAG of met de functie "Controle van kabelbundels van airbags" van de CLIP.

Controleer voordat u een loze ontsteker gebruikt, of zijn weerstand ligt tussen 1,8 en 2,5 ΩΩ.ΩΩ

Let op dat tijdens de werkzaamheden de voedingsspanning van de rekeneenheid niet onder 10 V zakt.

DIAGNOSE - SYSTEEMCONFIGURATIEKAART (FRONTALE AIRBAGS).

LET OP!

LET OP

Bij alle incidenten van een complex systeem moet een complete diagnose worden uitgevoerd met het juiste gereedschap. Met de DIAGNOSEKAART, die tijdens de diagnose wordt ingevuld, krijgt en houdt u een overzicht van de uitgevoerde diagnose. Het is een essentieel element in de communicatie met de fabrikant.

ER MOET ALTIJD EEN DIAGNOSEKAART WORDEN INGEVULD ALS DE TECHLINE OF GARANTIERETOURAFDELING EROM VRAAGT.

BELANGRIJK

Voor iedere reparatie/werkzaamheden aan het systeem van de airbag, moet u altijd eerst de rekeneenheid vergrendelen om te voorkomen dat het systeem wordt geactiveerd (alle uitgangen naar de ontstekers zijn dan uitgeschakeld).

Het lampje op het instrumentenpaneel brandt om aan te geven dat de rekeneenheid is "vergrendeld".

N.B.:

Als de reparatie het gevolg is van een botsing met geactiveerde airbags, moet de rekeneenheid eerst worden

"Ontgrendeld" voordat hij kan worden "Vergrendeld".

Na een botsing met activeren van de airbags, kunnen storingen pas worden gewist na het "Lezen van de omstandigheden van de botsing" en daarna "Ontgrendelen" van de rekeneenheid .

(7)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Inleiding 88C

88C - 7

V2

MR-390-X90-88C050$111_nel.mif

01, 02

26606

+ 12 V MASSA WAARSCHU- WINGSLAMPJE DIAGNOSELIJN

E ONTSTEKER BESTUURDERSAIRBAG

G ONTSTEKER PASSAGIERSAIRBAG

CT DRAAIBARE DOORVOER

C0 30-POLIGE STEKKER

C2

C4 2-POLIGE STEKKERS

BESTUURDERSAIRBAG EN PASSAGIERSAIRBAG

Meetpunt Correcte waarde

Bestuurder C0, C2 en C4 1,2 Ω tot 5,2 Ω

Passagier C0 en C4 1,2 Ω tot 5,2 Ω

(8)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Vervangen van organen 88C

88C - 8

V2

MR-390-X90-88C050$222_nel.mif

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Vervangen van organen

VERVANGEN VAN EEN ELEMENT VAN HET SYSTEEM

Maak de accu los voordat u een pyrotechnisch element (airbagmodule, gordelspanner of oprolmechanisme van de gordel) in- of uitbouwt.

VERVANGEN VAN DE REKENEENHEID VAN DE AIRBAG

VOORDAT U DE REKENEENHEID GAAT VERVANGEN MOET U BESLIST CONTACT OPNEMEN MET DE TECHLINE.

Om een analyse van het defect van de geretourneerde rekeneenheid mogelijk te maken, mag beslist niet het commando RZ001 "Wissen van het storingsgeheugen" worden gebruikt als DF001 "Rekeneenheid" aanwezig of in het geheugen is.

Het magazijn levert de rekeneenheid van de airbag in vergrendelde staat (alle uitgangen naar de ontstekers zijn afgesloten), zodat er geen ongelukken bij het aansluiten kunnen gebeuren.

Het lampje op het instrumentenpaneel brandt om aan te geven dat de rekeneenheid is "vergrendeld".

Bij het vervangen van een rekeneenheid van de airbag, gaat u als volgt te werk:

– controleer of het contact uit staat, – vervang de rekeneenheid,

– wijzig indien nodig de configuratie van de rekeneenheid,

– schrijf het VIN in de rekeneenheid met behulp van het diagnoseapparaat met het commando VP010 "Schrijven van het VIN",

– zet het contact uit,

– voer een controle uit met het diagnoseapparaat,

– ontgrendel de rekeneenheid uitsluitend als het diagnoseapparaat geen storing aangeeft en controleer of het controlelampje dooft.

MR-390-X90-88C050$222_nel.mif

(9)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Configuratie en inlezen 88C

88C - 9

V2

MR-390-X90-88C050$333_nel.mif

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Configuratie en inlezen

WISSEN

CONFIGURATIE/LEZEN VAN DE CONFIGURATIES

– Om de configuratie van de rekeneenheid van de AIRBAG TEMIC te vergemakkelijken, stelt het

diagnoseapparaat commando's voor het automatisch configureren van de verbindingen naar de ontstekers en van de opname-elementen van de auto voor, naargelang de uitrusting van de verschillende uitvoeringen.

Met de commando's van het volgende overzicht kan echter ieder element van het systeem afzonderlijk worden geconfigureerd om de configuratie van de rekeneenheid aan te passen aan de werkelijke uitrusting van de auto.

– Met de commando's voor het lezen van de configuratie (LCxxx), kan bekeken worden of de configuratie van de rekeneenheid overeenkomt met de ontstekingslijnen en de opname-elementen van de auto.

– Met de configuratiecommando's (CFxxx), kan de configuratie van de rekeneenheid worden aangepast aan de werkelijke uitrusting van de auto.

ELEMENTEN DIE GECONFIGUREERD KUNNEN WORDEN Ontstekingslijnen "MET" of "ZONDER":

Vergrendelingssysteem airbag passagier "MET SLEUTEL" of "ZONDER"

Lezen van het autotype: LC034 "LOGAN"

ANDERE COMMANDO'S

– RZ001: Storingsgeheugen.

Met dit commando kunnen de storingen uit het geheugen van de rekeneenheid worden gewist.

Omschrijving in diagnoseapparaat Lezen van de

configuratie Configuratie FRONTALE BESTUURDERSAIRBAG

FRONTALE PASSAGIERSAIRBAG

LC027 LC028

CF209 CF210

Omschrijving in diagnoseapparaat Lezen van de

configuratie Configuratie

VERGRENDELINGSSYSTEEM PASSAGIERSAIRBAG LC060 CF248

– VP006: Vergrendeling rekeneenheid.

Geef dit commando elke keer dat er aan het systeem gewerkt wordt. Hiermee worden alle verbinding naar de ontstekers uitgeschakeld.

– VP007: Ontgrendeling rekeneenheid.

Met dit commando wordt de rekeneenheid ontgrendeld als hij nieuw is of vergrendeld is door het commando VP006.

– VP010: Schrijven van het VIN.

Met dit commando kan het VIN in de rekeneenheid geschreven worden.

– SC004: Gebruik dit commando bij het herstellen van de auto na een botsing. Met dit commando geeft de rekeneenheid die vervangen moeten worden de lijst met ontstekingslijnen en de staat van het systeem op het moment van de botsing.

MR-390-X90-88C050$333_nel.mif

(10)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Overzicht van de storingen 88C

88C - 10

V2

MR-390-X90-88C050$444_nel.mif

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Overzicht van de storingen

Storing Code DTC Code Omschrijving in diagnoseapparaat

DF001 9080 Rekeneenheid

DF002 9042 Voedingsspanning rekeneenheid DF003 9007 Circuit frontale airbag bestuurder DF004 9005 Circuit frontale airbag passagier

DF028 9041 Circuit controlelampje passagiersairbag DF034 907E Rekeneenheid vergrendeld

DF091 9034 Circuit vergrendelingsschakelaar airbag DF165 9040 Circuit waarschuwingslampje airbag

DF193 907C Verandering staat vergrendeling passagiersairbag DF194 907F Rekeneenheid moet vervangen worden wegens botsing DF242 907B Configuratie plaats van het stuurwiel

MR-390-X90-88C050$444_nel.mif

(11)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 11

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen

DF001 AANWEZIG

OF IN GEHEUGEN

REKENEENHEID

ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vervang de rekeneenheid.

NA REPARATIE Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

AIRBAGTEMIC_V04_DF001

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

(12)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 12

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

VOEDINGSSPANNING REKENEENHEID

1.DEF: voedingsspanning te hoog 2.DEF: voedingsspanning te laag

ADVIEZEN

Bijzonderheden:

Gebruik de adapter Elé. 1484-10 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.

1.DEF

2.DEF ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Voer de nodige werkzaamheden uit zodat de voeding correct is naar de rekeneenheid van de airbag (9 V ± 0,1 <

correcte spanning < 18 V ± 0,1).

– Controleer het vastzitten en de staat van de kabelschoenen van het orgaan 107.

– Voer een diagnose uit van het orgaan 107 en van het laadstroomcircuit (zie SM 6014A, Controle van het laadstroomcircuit).

– Controleer de massa van de rekeneenheid van de airbag.

– Controleer de staat van de aansluitingen en van de vergrendeling bij de rekeneenheid van de airbag.

Als de stekker defect is en als de reparatiemethode bestaat (zie SM 6015A, Reparatie van de kabelbundels, Kabelbundel: Voorzorgen voor de reparatie), repareer de stekker, vervang anders de kabelbundel.

(13)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 13

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

CIRCUIT FRONTALE AIRBAG BESTUURDER

CO : onderbreking CC : kortsluiting

CC.0 : kortsluiting aan massa CC.1 : kortsluiting aan + 12 volt 1.DEF: configuratie

2.DEF: kortsluiting tussen verbindingen naar de ontsteker

ADVIEZEN

Indien 1.DEF, controleer en verander de configuratie van de rekeneenheid.

Bijzonderheden:

Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP worden uitgevoerd.

CO

CC ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Vergrendel de rekeneenheid met het commando VP006 "Vergrendelen rekeneenheid", met behulp van het diagnoseapparaat.

Zet het contact uit en bouw het stuurwielkussen uit (orgaan 899) (zie MR 388 Elektrische installatie, 88C, Airbag en gordelspanners, Frontale bestuurdersairbag: Uitbouwen - Inbouwen).

Controleer of het stuurwielkussen (orgaan 899) correct is aangesloten.

Maak de stekker los van het stuurwielkussen (orgaan 899) en sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker.

Zet het contact aan en voer een controle uit met het diagnoseapparaat.

Als de storing overgegaan is naar het geheugen, vervang het stuurwielkussen (orgaan ) (zie MR 388 Elektrische installatie, 88C, Airbag en gordelspanners, Frontale bestuurdersairbag: Uitbouwen - Inbouwen).

Contact uit, maak de stekker van het orgaan 689 los en sluit hem weer aan.

Controleer de stekkerverbindingen als de storing eenvoudig in het geheugen overgaat.

Gebruik uitsluitend de CLIP om de weerstand te meten op punt C2 van het circuit van de bestuurdersairbag.

Als de gemeten waarde niet correct is, vervang het orgaan 689 (zie MR 388 Elektrische installatie, 84A, Schakelaars - Signalen, draaibare doorvoer: Uitbouwen - Inbouwen).

NA REPARATIE

Wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.

Voer een nieuwe controle uit met het diagnoseapparaat en, als er geen storing wordt aangegeven, ontgrendel de rekeneenheid.

Maak het stuurwielkussen (orgaan 899) onschadelijk als dit is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

(14)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 14

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

DF003 VERVOLG

Sluit het orgaan 689 weer aan, maak de stekker van de rekeneenheid van de airbag los en plaats de adapter Elé. 1484-10.

Gebruik uitsluitend het gereedschap CLIP voor het meten van de weerstand op de kabel A van de adapter Elé. 1484-10.

Als de gemeten waarde niet correct is, controleer de aansluitingen bij de stekker van de rekeneenheid tussen de verbindingen 60AM en 60AN.

Als de aanwezigheid van een storing niet op de bovenstaande wijze is aan te tonen, controleert u op de grondplaat van de rekeneenheid van de airbag, de vijf openingspennen van de shunts van de 30-polige stekker.

Controleer de staat van de stekkerverbindingen van de rekeneenheid van de airbag.

Controleer de staat van de 30-polige stekker (vergrendeling, stekkerverbindingen,enz.).

CC.0

CC.1 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Zet het contact uit en bouw het stuurwielkussen uit (orgaan 899) (zie MR 388 Elektrische installatie, 88C, Airbag en gordelspanners, Frontale bestuurdersairbag: Uitbouwen - Inbouwen).

Controleer de correcte aansluiting en de staat van ontstekingsbedrading.

Gebruik uitsluitend de CLIP om de isolatie te meten van de draad ten opzichte van de storingsbron op punt C2 in het circuit van de frontale bestuurdersairbag.

Als de gemeten waarde niet correct is, vervang het orgaan 689 (zie MR 388 Elektrische installatie, 84A, Schakelaars - Signalen, draaibare doorvoer: Uitbouwen - Inbouwen).

Sluit het orgaan 689 weer aan, maak de stekker van de rekeneenheid van de airbag los en plaats de Elé. 1484-10.

Gebruik uitsluitend het gereedschap CLIP voor het meten van de weerstand op de kabel A van de adapter Elé. 1484-10 (1,3 ΩΩΩΩ < correcte weerstand < 5,2 ΩΩ).ΩΩ

Als de gemeten waarde niet correct is, controleer de aansluitingen bij de 30-polige stekker tussen de verbindingen 60AM en 60AN.

NA REPARATIE

(15)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 15

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

DF003 VERVOLG 1

2.DEF ADVIEZEN

Bijzonderheden: Deze storing komt overeen met de detectie van een kortsluiting tussen 2 verbindingen naar de ontsteker.

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:

Als een andere onstekingslijn een storing "2.DEF" heeft, zoek dan eerst naar een kortsluiting tussen de circuits van de twee betrokken ontstekers.

Als er geen meerdere storingen zijn, zoek dan in het scherm van de parameters de andere verbinding naar de ontsteker die betrokken is bij de kortsluiting.

Controleer de isolatie van de circuits van de twee betreffende ontstekers.

Als (een van) de verbinding(en) defect is en als de reparatiemethode bestaat (zie SM 6015A, Reparatie van de kabelbundels, Kabelbundel: Voorzorgen voor de reparatie), repareer de kabelbundel, vervang anders de kabelbundel.

NA REPARATIE

(16)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 16

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

CIRCUIT FRONTALE AIRBAG PASSAGIER

CO : onderbreking CC : kortsluiting

CC.0 : kortsluiting aan massa CC.1 : kortsluiting aan + 12 volt 1.DEF: configuratie

2.DEF: kortsluiting tussen verbindingen naar de ontsteker

ADVIEZEN

Bijzonderheden:

Metingen aan de verbinding naar de ontstekers van de airbag en gordelspanners mogen uitsluitend met de CLIP worden uitgevoerd.

CO

Zet het contact uit, controleer de staat van de 8-polige blauwe stekker (aansl. A3 en A4) achter het dashboardkastje.

Plaats de adapter 1617 (3/4).

Gebruik uitsluitend het gereedschap CLIP voor het meten van de weerstand op de kabel C van de adapter Elé. 1617 (3/4).

NA REPARATIE

Sluit de rekeneenheid en het orgaan 861 weer aan. Zet het contact weer aan.

Wis het geheugen van de rekeneenheid. Zet het contact uit.

Maak het orgaan 861 onschadelijk als dit is vervangen (gereedschap Elé. 1287).

(17)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 17

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

1

2

CO

Als de gemeten waarde niet correct is, zet het contact uit en bouw de nodige onderdelen uit om bij de bedrading van het orgaan 861 te kunnen komen (zie MR 388 Elektrische installatie, 88C, Airbag en gordelspanner, Frontale passagiersairbag: Uitbouwen - Inbouwen).

Maak de stekker los van het orgaan 861, sluit een loze ontsteker aan op de stekker van de ontsteker en meet opnieuw de weerstand op de kabel C van de adapter Elé. 1617 (3/4).

Als de gemeten waarde correct is, vervang het orgaan 861 (zie MR 388 Elektrische installatie, 88C, Airbag en gordelspanner, Frontale passagiersairbag: Uitbouwen - Inbouwen).

Als de gemeten waarde niet correct blijft: defect in bedrading tussen de 8-polige blauwe stekker en de stekker van het orgaan 861 (C4/C2).

Als de gemeten waarde correct is, sluit de 8-polige blauwe stekker en het orgaan 861 weer aan.

Mak de stekker van de rekeneenheid van de airbag los en controleer de aansluitingen bij 30-polige stekker tussen de verbindingen 60H en 60K.

Plaats de 30-polige adapter Elé. 1484-10 .

Gebruik uitsluitend het gereedschap CLIP voor het meten van de weerstand op de kabel B van de adapter Elé. 1484-10 (1,3 ΩΩΩΩ < correcte weerstand < 5,2 ΩΩ).ΩΩ

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen het orgaan 756 en de 8-polige blauwe stekker (C0/C2).

NA REPARATIE

(18)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 18

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

CC.0

Zet het contact uit, controleer de aansluiting en de staat van de 8-polige blauwe stekker (C2) achter het dashboardkastje.

Plaats de adapter Elé. 1617 (3/4).

Gebruik uitsluitend de CLIP om de isolatie te meten ten opzichte van de storingsbron op de kabel C van de adapter Elé. 1617 (3/4).

Als de gemeten waarde niet correct is, vervang de kabelbundel (C4/C2).

Als de gemeten waarde correct is, sluit dan de 8-polige blauwe stekker weer aan.

Maak de stekker van de rekeneenheid los en controleer de staat van de aansluitingen bij de 30-polige stekker tussen de verbindingen 60H en 60K.

Als de stekker defect is en als de reparatiemethode bestaat (zie SM 6015A, Reparatie van de kabelbundels, Kabelbundel:

Voorzorgen voor de reparatie), repareer de stekker, vervang anders de kabelbundel.

Plaats de 30-polige adapter Elé. 1484-10 .

Gebruik uitsluitend het gereedschap CLIP voor het meten van de weerstand op de kabel B van de adapter Elé. 1484-10 (1,3 ΩΩ ΩΩ

< correcte weerstand < 5,2 ΩΩΩΩ).

Als de gemeten waarde niet correct is: defect in bedrading tussen het orgaan 756 en de 8-polige blauwe stekker (C0/C2).

Als (een van) de verbinding(en) defect is en als de reparatiemethode bestaat (zie SM 6015A, Reparatie van de kabelbundels, Kabelbundel: Voorzorgen voor de reparatie), repareer de kabelbundel, vervang anders de kabelbundel.

2.DEF ADVIEZEN

Bijzonderheden: Deze storing komt overeen met de detectie van een kortsluiting tussen 2 verbindingen naar de ontsteker.

Volgorde voor het behandelen van meer dan een storing:

Als een andere onstekingslijn een storing "2.DEF" heeft, zoek dan eerst naar een kortsluiting tussen de circuits van de twee betrokken ontstekers.

Als er geen meerdere storingen zijn, zoek dan in het scherm van de parameters de andere verbinding naar de ontsteker die betrokken is bij de kortsluiting.

Controleer de isolatie van de circuits van de twee betreffende ontstekers.

Als (een van) de verbinding(en) defect is en als de reparatiemethode bestaat (zie SM 6015A, Reparatie van de kabelbundels, Kabelbundel: Voorzorgen voor de reparatie), repareer de kabelbundel, vervang anders de kabelbundel.

NA REPARATIE

(19)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 19

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

CIRCUIT CONTROLELAMPJE PASSAGIERSAIRBAG

CC.1 : kortsluiting aan + 12 volt

CO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZEN Bijzonderheden: gebruik de adapter Elé. 1484-10 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.

Controleer de staat van het waarschuwingslampje (gloeilampje).

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V op de verbinding 60CD tussen de organen 247 en 756.

CO.0 ADVIEZEN Geen bijzonderheden

Lampje uit met + na contact

Controleer de staat van het waarschuwingslampje airbag.

Controleer de geleiding op de verbinding 60CD tussen de organen 247 en 756.

Controleer de + 12 V op het lampje.

Lampje brandt met + na contact

Maak de stekker los van de rekeneenheid van de airbag en controleer de 5 pennen die de shunts openen in de stekker.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa op de verbinding 60CD tussen de organen 247 en 756.

(20)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 20

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

REKENEENHEID VERGRENDELD

1.DEF: rekeneenheid vergrendeld

Dit signaal geeft informatie over de vergrendeling van de rekeneenheid.

Als dit aanwezig is, zijn alle ontstekingscircuits vergrendeld en kunnen de airbags niet in werking komen.

Dit signaal is normaal in twee gevallen:

– de rekeneenheid is nieuw (het magazijn levert de rekeneenheid vergrendeld),

– De rekeneenheid is door het diagnoseapparaat vergrendeld in verband met werkzaamheden aan het systeem.

Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de techline.

(21)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 21

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

CIRCUIT VERGRENDELINGSSCHAKELAAR AIRBAG

CC.0 : kortsluiting aan massa

CO.1 : onderbreking of kortsluiting aan + 12 volt 1.DEF: configuratie

2.DEF: samenhang

ADVIEZEN

Bijzonderheden:

Vergrendel de rekeneenheid met het commando VP006 "Vergrendelen rekeneenheid", met behulp van het diagnoseapparaat.

Controleer de staat van de stekker van de rekeneenheid (vergrendeling, stekkerverbindingen, enz.).

Controleer de staat van de stekkerverbindingen bij de 8-polige blauwe tussenstekker (aansl. A5 en A6).

Controleer de staat van de kabelbundel.

Controleer de isolatie ten opzichte van de massa en de geleiding, van de verbindingen 60DS en 60DT tussen de organen 756 en de 8-polige blauwe tussenstekker.

Controleer de 6-polige stekker van de schakelaar voor het uitschakelen van de passagiersairbag.

Controleer de isolatie ten opzichte van de massa en de geleiding, van de verbindingen 60DS en 60DT tussen de 8-polige blauwe tussenstekker en de stekker van de schakelaar voor het uitschakelen van de passagiersairbag.

(22)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 22

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

1 2 3 4 5 6 7 8

01, 02

ADVIEZEN

Bijzonderheden:

Vergrendel de rekeneenheid met het commando VP006 "Vergrendelen rekeneenheid", met behulp van het diagnoseapparaat.

Controleer de staat van de stekker van de rekeneenheid (vergrendeling, stekkerverbindingen, enz.).

Controleer de isolatie ten opzichte van + na contact en de geleiding, van de verbindingen 60DS en 60DT tussen de organen 756 en de 8-polige blauwe tussenstekker.

Controleer de 6-polige stekker van de schakelaar voor het uitschakelen van de passagiersairbag.

Controleer de isolatie ten opzichte van + na contact en de geleiding, van de verbindingen 60DS en 60DT tussen de

8-polige blauwe tussenstekker en de stekker van de schakelaar voor het uitschakelen van de passagiersairbag.

(23)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 23

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

CIRCUIT WAARSCHUWINGSLAMPJE AIRBAG

CC.1 : kortsluiting aan + 12 volt

CO.0 : onderbreking of kortsluiting aan massa

ADVIEZEN

Bijzonderheden:

Controleer de staat van het waarschuwingslampje (gloeilampje).

Controleer de isolatie ten opzichte van + 12 V op de verbinding 60A tussen de organen 247 en 756.

Lampje uit met + na contact

Controleer de staat van het waarschuwingslampje airbag.

Controleer de geleiding op de verbinding 60A tussen de organen 247 en 756.

Controleer de + 12 V op het lampje.

Als de aanwezigheid van een storing niet op de bovenstaande wijze is aan te tonen, maakt u de stekker los van de rekeneenheid en sluit u de adapter Elé. 1484-10 aan.

Gebruik de CLIP voor het testen van de werking het lampje op het instrumentenpaneel vanaf de grijze kabel nummer 1 van de adapter Elé. 1484-10.

Als het lampje oplicht door middel van het gereedschap, vervang de rekeneenheid van de airbag (zie MR 388 Elektrische installatie, 88C, Airbag en gordelspanners, Rekeneenheid van de airbag: Uitbouwen - Inbouwen).

Als dit niet zo is, voer dan de hierboven beschreven controles nogmaals uit.

(24)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 24

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

Lampje brandt met + na contact

Maak de stekker los van de rekeneenheid van de airbag en controleer de 5 pennen die de shunts openen in de stekker.

Controleer de isolatie ten opzichte van massa op de verbinding 60A tussen de organen 247 en 756.

(25)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 25

V2

MR-390-X90-88C050$555_nel.mif

01, 02

VERANDERING STAAT VERGRENDELING PASSAGIERSAIRBAG

ADVIEZEN

Bijzonderheden:

Binnen 10 secondes na het aanzetten van + na contact, kan de passagiersairbag worden uitgeschakeld met de sleutel. Na deze tijd, registreert de rekeneenheid deze storing en gaat het lampje branden op het instrumentenpaneel. Door het uitzetten en weer aanzetten van het contact wordt de werking van het systeem hersteld.

Zet de airbagschakelaar in de gewenste stand, zet het contact uit en wacht enkele secondes.

Zet het contact weer aan en wis het storingsgeheugen van de rekeneenheid.

Als de storing aanhoudt, neem contact op met de techline.

(26)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 26

V2

MR-390-X90-88C050$666_nel.mif

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS Diagnose - Betekenis van de storingen

REKENEENHEID MOET VERVANGEN WORDEN WEGENS BOTSING

Neem contact op met de techline (zie MR 388 Elektrische installatie, 88C, Airbag en gordelspanner, Rekeneenheid van de airbag: Uitbouwen - Inbouwen).

MR-390-X90-88C050$666_nel.mif

(27)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Betekenis van de storingen 88C

88C - 27

V2

MR-390-X90-88C050$666_nel.mif

01, 02

CONFIGURATIE PLAATS VAN HET STUURWIEL

1.DEF: niet of niet goed uitgevoerd

Deze storing betekent dat de plaats van het stuurwiel niet is geconfigureerd.

Configureer de rekeneenheid via het commando CF291 "Plaats stuurwiel".

Lees de configuratie van de plaats van het stuurwiel LC088 "Plaats stuurwiel" in de rubriek "lezen configuratie".

(28)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

88C

88C - 28

V2

MR-390-X90-88C050$777_nel.mif

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Staten

PARAMETERS

– ET010: Botsing gedetecteerd

Deze staat geeft aan dat een botsing is gedetecteerd door de rekeneenheid.

– ET072: Controlelampje staat passagiersairbag aangestuurd.

Met deze staat kan worden gecontroleerd of de rekeneenheid heeft gevraagd het controlelampje van passagiersairbag aan te sturen.

– ET073: Rekeneenheid vergrendeld door het gereedschap

Deze staat geeft aan dat de rekeneenheid nieuw is of vergrendeld is door het diagnoseapparaat.

– ET074: Waarschuwingslampje commando.

Met deze staat kan worden gecontroleerd of de rekeneenheid heeft gevraagd het waarschuwingslampje storing aan te sturen.

– ET076: Rekeneenheid moet vervangen worden

Deze staat geeft aan of de rekeneenheid vervangen moet worden.

– ET103: Type vergrendeling passagiersairbag

Deze staat geeft aan dat de verbindingen naar de ontsteker uitgeschakeld zijn als de

passagiersairbag is uitgeschakeld (frontale passagiersairbag, borstkas airbag voor passagier en gordelspanner van de gordelsluiting passagier).

– ET105: Diagnose vergrendeld voeding buiten limiet.

Deze staat geeft aan dat de staat van de diagnose van de rekeneenheid geblokkeerd is doordat de accuspanning lager is dan de werkingsdrempel van de rekeneenheid.

– ET143: Passagiersairbag(s) vergrendeld

Deze staat geeft aan dat de verbindingen naar de ontstekers vergrendeld zijn (frontale passagiersairbag, borstkas airbag voor passagier en gordelspanner van gordelsluiting passagier).

– ET163: Vergrendelingssysteem passagiersairbag

Deze staat maakt het mogelijk te weten of de auto een schakelaar voor het vergrendelen van de passagiersairbags heeft.

– PR001: Voedingsspanning rekeneenheid.

Deze parameter geeft de voedingsspanning in volt van de rekeneenheid.

– PR002: Type auto

Deze parameter maakt het mogelijk om te controleren of de op de auto gemonteerde rekeneenheid de goede is.

– PR013: Impedantie frontale bestuurdersairbag.

– PR014: Impedantie frontale passagiersairbag.

AIRBAGTEMIC_V04_ETAT/AIRBAGTEMIC_V04_PARAMETRE

MR-390-X90-88C050$777_nel.mif

(29)

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Zoekschema's 88C

88C - 29

V2

MR-390-X90-88C050$888_nel.mif

01, 02

AIRBAG EN GORDELSPANNERS

Diagnose - Zoekschema's

ZOEKSCHEMA 1 GEEN COMMUNICATIE MET DE REKENEENHEID VAN DE AIRBAG

Controleer het diagnoseapparaat door dit aan te sluiten op de rekeneenheid van een andere auto. Als het diagnoseapparaat in orde is en als er met geen enkele rekeneenheid van de auto gecommuniceerd kan worden, is het mogelijk dat een defecte rekeneenheid de diagnoselijn K verstoort.

Maak de verschillende rekeneenheden één voor één los om de defecte rekeneenheid te lokaliseren.

Controleer de spanning van het orgaan 107 en voer de nodige werkzaamheden uit om de spanning op de juiste waarde te krijgen (10,5 V < accuspanning < 16 V).

Controleer de voedingszekering van de rekeneenheid van de airbag. Controleer de aansluiting van de stekker van de rekeneenheid en de staat van deze stekkerverbindingen. Controleer de voeding van de rekeneenheid:

– maak de stekker los van de rekeneenheid van de airbag en gebruik de adapter Elé. 1484-10 voor werkzaamheden aan de stekker van de rekeneenheid.

– controleer en herstel de + na contact tussen de verbindingen AP10 en NAP.

Als (een van) de verbinding(en) defect is en als de reparatiemethode bestaat (zie SM 6015A, Reparatie van de kabelbundels, Kabelbundel: Voorzorgen voor de reparatie), repareer de stekker, vervang anders de

kabelbundel.

Controleer de voeding van de diagnoseaansluiting:

– + voor contact op de verbinding BP56, – massa op de verbinding MAM en NC.

Controleer de geleiding en de isolatie van de volgende verbinding:

– verbindingscode HK tussen de organen 225 en 756

Als (een van) de verbinding(en) defect is en als de reparatiemethode bestaat (zie SM 6015A, Reparatie van de kabelbundels, Kabelbundel: Voorzorgen voor de reparatie), repareer de stekker, vervang anders de

kabelbundel.

Als de communicatie nog steeds niet tot stand komt na deze controles, vervang de rekeneenheid van de airbag (zie Vervangen van organen).

NA REPARATIE Als de communicatie tot stand is gekomen, behandelt u de eventueel aangegeven storingen.

MR-390-X90-88C050$888_nel.mif