• No results found

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Oudenaardsesteenweg Bosstraat" Erpe-Mere Toelichtingsnota

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Oudenaardsesteenweg Bosstraat" Erpe-Mere Toelichtingsnota"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

"Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota

November 2008

(2)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008

Gezien en voorlopig vastgesteld door de Provincieraad in vergadering van

………

Op bevel,

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

De Deputatie verklaart dat onderhavig RUP voor iedereen ter inzage heeft gelegen van ……… tot ………

Namens de Deputatie, Op bevel,

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

Gezien en definitief vastgesteld door de Provincieraad in vergadering van

………

Op bevel,

De Provinciegriffier De Voorzitter

Albert De Smet Marc Lootens

Verantwoordelijke ruimtelijke planner,

(3)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008

Colofon

Dit document is een publicatie van Provincie Oost-Vlaanderen

Gouvernementstraat 1 9000 Gent

Derde Directie – Patrimonium en Technische dienst Dienst 33 – Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw Secretariaat: 09-267 75 61

Dossiernummer

RUP/2007/PRUP/OVL/058 Dossierverloop

beslissing Deputatie tot opmaak PRUP 30/04/2008 versturen voorontwerp voor plen. verg. 05/05/2008

plenaire vergadering 29/05/2008

voorlopige vaststelling door PR 17/12/2008

openbaar onderzoek advies PROCORO

definitieve vaststelling door PR

De normatieve delen van dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn:

(Deze zijn verordenend)

- het grafisch bestemmingsplan

- de stedenbouwkundige voorschriften bij het grafisch plan

De niet-normatieve delen van dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn:

(Deze zijn niet verordenend) - de toelichtingsnota

(4)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008

I n h o u d s o p g a v e

1 Inleiding ... 1

2 Doelstelling van het RUP ... 2

3 Situering van het plangebied in de omgeving ... 3

4 Toetsing aan het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ... 7

5 Relatie met het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen... 9

6 Toetsing aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Erpe-Mere... 11

7 Streefbeeld N46-Oost ... 13

8 Juridische context ... 17

9 Historiek van het bedrijf ... 21

10 Bestaande feitelijke toestand van het plangebied ... 22

11 Globale doelstellingen van het RUP ... 25

12 Planopties ... 26

13 Vertaling naar de stedenbouwkundige voorschriften ... 28

13.1 Zone voor kleinhandel... 28

13.2 Zone voor circulatie, parking en toeritten... 28

13.3 Zone voor buffer... 29

14 De watertoets... 30

14.1 Beschrijving van de bestaande toestand ... 30

14.2 Beschrijving van de effecten ... 31

14.3 Verenigbaarheid van het plan met het watersysteem ... 31

14.4 Milderende maatregelen ... 31

14.5 Toetsing aan de doelstelling en beginselen van Integraal Waterbeleid ... 32

15 Op te heffen voorschriften... 33

(5)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 1

1 I n l e i d i n g

Voorliggend document is een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (provinciaal RUP) in de zin van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 en zijn wijzigingen.

Dit provinciaal RUP wordt opgemaakt in navolging van het verlenen van een gedeeltelijk positief planologisch attest door de Deputatie op 14 juni 2007 aan het bedrijf NV Unic Mere, een kleinhandelszaak, gevestigd aan de Oudenaardsesteenweg 381 in Erpe-Mere. Gelet op het artikel 145 ter van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de latere wijziging voor wat betreft dit artikel (decreet van 19 juli 2002), dat bepaalt dat bij afgifte van een positief planologisch attest het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het jaar na afgifte van het attest verstuurd moet worden naar de betrokken instanties, besliste de Deputatie tot opmaak van het provinciaal RUP

"Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" in Erpe-Mere.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat conform artikel 38 van het decreet:

- een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;

- de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften inzake bestemming, de inrichting en/of het beheer;

- een weergave van de feitelijke en juridische toestand;

- de relatie met het ruimtelijk structuurplan waarvan het een uitvoering is;

- in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;

- in voorkomend geval, het ruimtelijk veiligheidsrapport, het planmilieueffectenrapport en/of de passende beoordeling.

Het grafisch plan en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften hebben een verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.

(6)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 2

2 D o e l s t e l l i n g v a n h e t R U P

Op 10 april 2006 werd een aanvraag tot planologisch attest voor de NV Unic Mere ingediend bij de gedelegeerde planologische ambtenaar. De gedelegeerde planologische ambtenaar oordeelde dat de provincie bevoegd was om een beslissing te nemen over dit dossier. Op 14 juni 2007 werd door de Deputatie een gedeeltelijk positief planologisch attest afgeleverd. Dit laat toe dat het bedrijf NV Unic Mere in Erpe-Mere onder volgende voorwaarden op de huidige locatie kan behouden worden en op korte termijn beperkt mag uitbreiden:

- De bijkomende ruimtes die gerealiseerd worden zijn te verantwoorden vanuit het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming van 11/2/1946 zoals meermaals gewijzigd en vanuit de voorwaarden vastgesteld in de wettelijke en reglementaire bepalingen en/of in de Europese verordeningen waarvan de controle tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoort. Deze ruimtes dienen ook tot het absolute minimum beperkt te worden.

- In de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning wordt, op basis van een duidelijke indeling van het gebouw, een indicatie van de functie van de verschillende ruimtes en een duidelijke motivering van de voorgestelde oppervlaktes in de beschrijvende nota voormelde beperking van de bijkomende constructies tot het absolute minimum, duidelijk aangetoond en verantwoord.

- In de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is duidelijk aangegeven hoe de parkeerruimte en de laad- en loskade zullen ingericht worden.

- Er wordt voldoende buffering met streekeigen opgaand groen gerealiseerd met een hoogte van minstens 2 meter, indien gewenst gecombineerd met een draadafsluiting, ten overstaan van de woningen gelegen aan de Oudenaardsesteenweg en de Bosstraat en het achterliggende agrarische gebied in het plantseizoen volgend op het afleveren van dit planologisch attest.

Voor een uitbreiding op lange termijn worden geen bijkomende constructies toegestaan behoudens minimaal noodzakelijke aanpassingen die zouden kunnen voortvloeien uit het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming van 11/2/1946 zoals meermaals gewijzigd en uit de voorwaarden vastgesteld in de wettelijke en reglementaire bepalingen en/of in de Europese verordeningen waarvan de controle tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoort.

In het RUP worden de opties, verwoord in het planologisch attest, verankerd in verordenende bepalingen.

(7)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 3

3 S i t u e r i n g v a n h e t p l a n g e b i e d i n d e o m g e v i n g

Het provinciaal RUP "Oudenaardsesteenweg - Bosstraat" omvat het bestaande bedrijf NV Unic Mere, een kleinhandelszaak gesitueerd in tweede bouwzone aan de Oudenaardse- steenweg, ten westen van het hoofddorp Mere.

Langs de Oudenaardsesteenweg, de verbindingsweg Aalst – Zottegem, zijn in een losse structuur handelsontwikkelingen ontstaan tussen de open woonbebouwing. De Bosstraat is de belangrijkste toegangsweg naar de kern van Mere. (zie bijgevoegde kaarten)

De grenzen van het provinciaal RUP "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" komen overeen met de grenzen van het kadastraal perceel Erpe-Mere, 2de afdeling, sectie A, nr. 541b2, en beperkte delen van de kadastrale percelen 541z en 542t2. (zie bijgevoegde kaart)

(8)

500 0 500 m 1/20 000

SITUERINGSPLAN

bron: AGIV, gescande topografische kaart

(9)

1/10 000

ORTHOFOTOPLAN

bron: AGIV, orthofoto's 2006

250 0

250 m

(10)

1/1250

KADASTRAAL PLAN

bron: AGIV, kadscans

100 0 100 200 m

(11)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 7

4 T o e t s i n g a a n h e t R u i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n V l a a n d e r e n

De gemeente Erpe-Mere situeert zich overeenkomstig het RSV in het buitengebied. Er wordt geopteerd om de bestaande bundeling van economische activiteiten beleidsmatig te behouden en waar mogelijk te versterken. Er wordt voor geopteerd om nieuwe economische activiteiten van regionaal belang en herlokalisatie van bestaande regionale bedrijven te concentreren in de economische knooppunten.

Wat betreft kleinhandel wordt in het RSV gesteld dat kleinhandel een wezenlijk deel moet uitmaken van het functioneren van een stedelijk gebied, omdat het bij uitstek een stedelijke functie is. De verweving van kleinhandel met andere functies is essentieel.

Verder wordt ook gesteld dat kleinhandelslinten moeilijk deel kunnen uitmaken van een gewenste ruimtelijke structuur waarin gedeconcentreerde bundeling en verweving van functies voorop staat.

Ook is het een belangrijke doelstelling om de ontwikkelingen in het buitengebied zoveel mogelijk te bundelen in de kernen van het buitengebied. Binnen iedere kern van het buitengebied worden op het niveau van de betrokken kern interessante locatievoorwaarden gecreëerd voor de inplanting van kleinhandel. De bereikbaarheid en de leefbaarheid van de kern moeten als geheel voorop staan.

Voor de ruimtelijke herstructurering van bestaande kleinhandelslinten en –concentraties en voor de inplanting van nieuwe kleinhandelszaken worden vooral ontwikkelingsperspectieven met betrekking tot de vestiging van nieuwe handelszaken aangegeven.

Voor de kleinhandel ontstaan langs verbindingswegen en mogelijks in het buitengebied, gelden volgende ontwikkelingsperspectieven:

- Langs verbindingswegen en op knooppunten van verbindingswegen buiten de kernen van het buitengebied en buiten de stedelijke gebieden kunnen, conform het ruimtelijk principe van de gedeconcentreerde bundeling, geen nieuwe ruimtelijk geïsoleerde kleinhandelsbedrijven worden ingeplant.

- Voor kleinhandelslinten en -concentraties die structuurloos gegroeid zijn langs verkeers- wegen en dit zowel in stedelijke gebieden, in stedelijke netwerken of zelfs in het buitengebied is een ruimtelijke herstructurering via inrichting van essentieel belang.

Onder ruimtelijk herstructureren wordt verstaan: het verbeteren van de bestaande ruimtelijke samenhang en relaties tussen de kleinhandelsvestigingen en met de omgeving, het verhogen van de verkeersleefbaarheid, de verkeersveiligheid en de interne verkeersorganisatie en de ontsluiting (o.m. parkeren) en het creëren van een hogere beeldwaarde of imago van het kleinhandelslint of -concentratie en de omgeving.

- De bestaande, verspreide inplantingen worden geval per geval behandeld.

Voor bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen omschrijft het RSV de volgende algemene ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden:

- Een maximale verweving van economische activiteiten met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd: goed nabuurschap moet het uitgangspunt vormen. Goed nabuurschap is afhankelijk van de ruimtelijke structuur en van het ruimtelijk functioneren van een gebied. Het is eveneens afhankelijk van de

(12)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 8

gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en het karakter van het bedrijf en haar activiteit.

- Alle mogelijkheden en voorzieningen (op milieuhygiënisch vlak, qua mobiliteits- problematiek,…) voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend.

- De ruimtelijke implicaties bij een herlokalisatie (bijkomende infrastructuur voor nieuwe lokale en regionale bedrijventerreinen, bijkomend ruimtegebruik, versnipperen van onbebouwde ruimte, vermindering van ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur, landbouw en bos, …) worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van een ontwikkeling op de bestaande locatie.

- De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden. De ruimtelijke draagkracht is niet in algemene regels te vatten, deze wordt gebied per gebied bepaald. Historisch gegroeide situaties en hinder zijn mede bepalend voor de draagkracht.

- Er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd zowel in ruimte als in tijd; de verwachte ontwikkelingen en uitbreiding van het bedrijf moeten goed ingeschat worden evenals bedrijfseconomische implicaties (efficiëntere organisatie van de bedrijfs- gebouwen, verbeterde ontsluiting, …) volgens het BATNEEC-principe.

(13)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 9

5 R e l a t i e m e t h e t P r o v i n c i a a l R u i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n O o s t - V l a a n d e r e n

Erpe-Mere situeert zich in het buitengebied. De kern Mere werd in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan geselecteerd als hoofddorp. De Oudenaardsesteenweg werd geselecteerd als secundaire weg II, het gedeelte tussen het op- en afrittencomplex van de E40 is geselecteerd als primaire weg II.

Het studiegebied is volgens het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan gelegen in de deelruimte 'Oostelijk rastergebied'. In deze deelruimte wordt het belang van de stedelijke centra versterkt en wordt de leefbaarheid van de openruimtefuncties veiliggesteld. Dit betekent dat een verdere versnippering en inkrimping van het agrarische areaal voorkomen moet worden en dat de landschappelijke kwaliteiten (waarneming van openheid en groen, recreatieve mogelijkheden,…) niet verder geïndividualiseerd mogen worden, maar voor iedereen beschikbaar gehouden/gemaakt moeten worden. Het ruimtelijk beleid is complementair aan dat van de deelruimten 'Dendersteden' en het 'Oost-Vlaams Kerngebied'.

Het bestaande bedrijf NV Unic Mere heeft een assortiment goederen behorende tot de dagdagelijkse voorzieningen en heeft dus eerder een lokaal karakter. Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan stelt dat kleinhandel als woonondersteunende voorziening deel uitmaakt van de nederzettingsstructuur en dat bovenlokale ontwikkelingen van kleinhandel gesitueerd moeten worden in de stedelijke gebieden. Kleinhandel dient bijgevolg niet gestimuleerd te worden in het buitengebied.

Als algemene doelstelling voor de gewenste economische structuur wordt gesteld dat er bij het bundelen van economische activiteiten rekening dient gehouden te worden met de bestaande problemen in het buitengebied (zonevreemde bedrijven, beperking op verweving van de bedrijvigheid, milieubeperkingen, gebrek aan ruimte voor herlokalisatie,…).

Voor bestaande kleinhandelsconcentraties van bovenlokaal belang stelt het PRS dat er een restrictief beleid gevoerd wordt voor de bestaande kleinhandel van bovenlokaal belang in het buitengebied. Verdere uitbreiding van de verlinting is niet wenselijk. Er kunnen geen nieuwe handelszaken meer bijkomen. Sluipende uitgroei van lokale handel in buitengebiedkernen tot handel van bovenlokaal niveau moet tegengegaan worden. Uitbreiding van bestaande geïsoleerde kleinhandel van bovenlokaal belang is niet wenselijk.

Het bedrijf NV Unic Mere is gelegen in het natuurverbindingsgebied 'Valleigebied Molenbeek Honegem – Gotegem (Erpe-Mere)'. De provincie heeft als taak de natuurverbindings- gebieden af te bakenen en in te richten. Momenteel is de provincie nog niet gestart met de afbakeningsprocessen voor de natuurverbindingsgebieden. In deze verbindingsgebieden is de natuurfunctie ondergeschikt aan de primaire hoofdfunctie (doorgaans landbouw, bosbouw, enz.). Behoudens voornoemde hoofdfuncties is de voornaamste doelstelling van die gebieden het met elkaar verbinden van de VEN- en natuurverwevingsgebieden zodat genetische uitwisseling tussen populaties mogelijk is. Het zijn ruimtes die groter zijn dan enkel de elementen die voor de natuurverbinding (zullen) zorgen. Voor de verbindings- gebieden stelt de provincie de volgende doelstellingen voorop:

(14)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 10

- In de natuurverbindingsgebieden worden de bestaande natuurwaarden versterkt met het oog op hun verbindingsfunctie.

- De natuurfunctie wordt er bepaald door kleine landschapselementen en kleinere natuur- gebieden.

- De natuurfunctie dient er verbeterd te worden door behoud, herstel en ontwikkeling van de kleine landschapselementen en kleinere natuurgebieden (de uitbouw van een netwerk van kleine landschapselementen).

- In de natuurverbindingsgebieden wordt gestreefd naar een beperkte uitbreiding van bossen en het behoud van de open ruimte.

- In de natuurverbindingsgebieden wordt gestreefd naar het garanderen/verhogen van de basismilieukwaliteit.

Voor het bedrijf werd een gedeeltelijk positief planologisch attest afgeleverd voor het behoud op de huidige locatie en een uitbreiding van het gebouw op korte termijn, onder bepaalde voorwaarden. De uitbreiding is niet bedoeld om de handelsactiviteit op zich te laten uitbreiden, dus geen werkelijke schaalvergroting, doch om te kunnen voldoen aan de bepalingen van de arbeidswetgeving en bepalingen inzake de veiligheid van de voedselketen.

(15)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 11

6 T o e t s i n g a a n h e t G e m e e n t e l i j k R u i m t e l i j k S t r u c t u u r p l a n E r p e - M e r e

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Erpe-Mere werd door de Deputatie van Oost- Vlaanderen goedgekeurd op 13 juli 2006.

Het studiegebied is volgens het GRS gelegen in de hoofdruimte 'westelijk open gebied'. Dit gebied omvat het landelijk deel van Erpe-Mere en wordt gekenmerkt door kleine kernen en dunbebouwde linten. Het is in hoofdzaak een open landbouwgebied van hoge landbouw- kwaliteit met een open karakterstructuur. De leemgronden van de uitgestrekte open koutergebieden zijn geschikt voor een grondgebonden autonome landbouw. Door de grote oppervlakte van de percelen, is dit gebied geschikt voor extensieve teelten.

In het GRS worden de ruimtelijke deelgebieden 'Erpe en Mere', 'Burst en Bambrugge', 'Aaigem' en 'E40-N9' als belangrijk beschouwd en op microschaal verder uitgewerkt. Het plangebied behoort tot de deelruimte 'Erpe en Mere'. De bovenlokale handel langs de Oudenaardsesteenweg (N46) maakt deel uit van deze deelruimte. Volgens het PRS kunnen hier in de toekomst geen handelszaken meer bijkomen. De bestaande zaken kunnen wel geconsolideerd worden. Om de huidige situatie te verbeteren dient er gezorgd te worden voor een veiligere verkeersafwikkeling en een duidelijke ruimtelijke begrenzing van het kleinhandelslint.

Het GRS voorzag in beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor de bestaande grootschalige kleinhandel. Deze bepaling werd echter door de Deputatie geschrapt bij de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Erpe-Mere. Deze uitspraak is immers strijdig met het richtinggevend gedeelte van het PRS waarin gesteld wordt dat voor bovenlokale kleinhandel buiten de stedelijke gebieden een restrictief beleid moet worden gevoerd. Deze kleinhandel kan hoogstens blijven bestaan op het huidige niveau. Ruimtelijke en functionele schaalvergroting is niet wenselijk.

In het GRS wordt het wenselijk geacht dat de Oudenaardsesteenweg (N46) en de Gentsesteenweg (N9) over hun gehele tracé herbekeken worden in een streefbeeldstudie.

Hierbij dient de nodige aandacht te worden geschonken aan de fietsvoorzieningen, de kruispunten en de doorstroming van het openbaar vervoer. In het gemeentelijk mobiliteits- plan werden een reeks maatregelen voorzien om de dringendste problemen op korte termijn te kunnen aanpakken. In het kader van het mobiliteitsplan werd tevens voorgesteld om de erffuncties langs de N46 via ventwegen te ontsluiten tussen de industriezone en het op- en afrittencomplex van de E40. Deze maatregel zou de verkeersafwikkeling vereenvoudigen en de verkeersveiligheid verbeteren. Het bedrijf Unic Mere NV is gelegen aan de strook waar ventwegen gesitueerd worden.

Het plangebied is volgens het GRS gelegen in een gebied met natuur als ondergeschikte functie. Deze selectie betekent dat enkel de basiskwaliteit en de natuurverbindingsstroken in stand worden gehouden. De gebiedsgerichte opties zijn: het beschermen van bestaande waardevolle beplantingen, volgens het desbetreffende landschapsbeleid, en het opnemen van alle waardevolle bermen en lijnvormige aanplantingen in een raamwerk.

(16)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 12

Het op- en afrittencomplex van de E40 wordt in het GRS aangegeven als een plaats waar een nieuw landschap dient te worden opgebouwd. Dit betekent dat lijnvormige elementen met elkaar zullen geconfronteerd worden. Zo zal de aandacht gevestigd worden op de doortochten van de beken door de bebouwde omgeving en kunnen er parkachtige omgevingen gerealiseerd worden ter hoogte van de kernen langs de beken. Ook de accentuering van de bestaande en nieuwe bakens zal de leesbaarheid en de beleving van het landschap verhogen. Midden in de openruimtekamers van dit gebied zal er geen nieuwe bebouwing worden toegestaan.

(17)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 13

7 S t r e e f b e e l d N 4 6 - O o s t

Voor de N46 werd een streefbeeld opgemaakt dat op 21 augustus 2006 conform werd verklaard door de Provinciale Auditcommissie. De studie handelt over het wegvak van de N9 (kruispunt Vijfhuizen, Erpe-Mere) tot de N42 (kruispunt De Vos, Zottegem) en kreeg de naam 'Streefbeeld N46 – Oost' mee.

De N46 heeft een typisch steenwegkarakter, met verschillende activiteiten en een zekere dynamiek. Hier en daar zijn er nog een aantal doorkijken naar het omliggende openruimte- gebied. De weg heeft een wisselend profiel met verschillende doortochten en veel erftoegangen. De streefbeeldstudie biedt een kader om wegvaksgewijs en kruispuntsgewijs ontwerpen op te maken voor de herinrichting van de N46. Op deze manier kan de weg zijn functie als bovenlokale verzamelweg (secundaire weg type II) invullen, zorgt hij voor een veilige aansluiting op het hogere wegennet en kan hij verder instaan voor de verbinding tussen Aalst en Zottegem en dit op een verkeersveilige en leefbare manier.

De N46 bevindt zich in het noordelijk deel van Zuid-Oost-Vlaanderen en vormt de verbinding tussen het regionaalstedelijk gebied Aalst en de kleinstedelijke gebieden Oudenaarde en Zottegem. Deze studie handelt over het oostelijk deel van deze weg, namelijk het gedeelte tussen het kruispunt Vijfhuizen (met de N9 te Erpe-Mere) en De Vos (met de N42 te Zottegem). Dit weggedeelte bevindt zich op het grondgebied van de gemeenten Erpe-Mere, Herzele en Zottegem.

Langs de N46-oost bevindt zich hoofdzakelijk bebouwing. Er komen slechts enkele open ruimtes voor. De bebouwing bestaat voornamelijk uit woningen doch er komen ook verschillende handelsactiviteiten, bedrijven, e.d. voor. In de omgeving van het op- en afrittencomplex met de E40 is er een opvallende concentratie aan bedrijvigheid.

Het traject wordt onderverdeeld in 7 deelgebieden. Het plangebied maakt deel uit van deelgebied 2 'Tussen spoorwegbrug en op- en afrittencomplex'. In dit gebied bevinden zich tal van grootschalige handelsfuncties en bedrijven. Ook de toegangswegen tot zowel het regionale bedrijventerrein als het lokale bedrijventerrein zijn in dit deelgebied gesitueerd. Het op- en afrittencomplex is gelegen ten noorden van de N46. Dit complex takt via een klassieke kruispuntinrichting aan op de N46 en is ruimtelijk niet sterk aanwezig. De aanwezigheid van de E40 wordt wel benadrukt door de brug in het midden van het op- en afrittencomplex. In de omgeving is ook het station Erpe-Mere gelegen. De spoorlijn Burst – Aalst kruist hier de N46. Ter hoogte van de op- en afrit richting Brussel bevindt zich ook een gsm-mast.

De gewenste ruimtelijke structuur vloeit grotendeels voort uit de verschillende ruimtelijke structuurplannen. De belangrijkste aspecten zijn het verder versterken van de verschillende kernen langs het tracé en het behoud van de nog aanwezige open ruimtes. Het belang van het op- en afrittencomplex te Erpe-Mere wordt onderschreven.

(18)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 14

Voor het deelgebied worden vijf aandachtspunten voor de gewenste ruimtelijke structuur naar voor geschoven:

- Benadrukken van de spoorwegbrug als ruimtelijke grens

De spoorwegbrug vormt een ruimtelijke grens tussen het open karakter van de N46 in de richting van Vijfhuizen en het verstedelijkte gebied tot aan het op- en afrittencomplex.

Door verlichting, wegaanleg, e.d. kan de brug extra geaccentueerd worden. Ze vervult ook een rol van poorteffect.

- Bovenlokale handel en bedrijvigheid

Tussen het complex van de E40 en de spoorwegbrug functioneert de N46 als een bovenlokale handelsstraat. Rekening houdende met de beleidsdoelstellingen uit het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen kunnen hier geen bovenlokale handelszaken bijkomen. De ontsluiting van zowel het regionaal als het lokaal bedrijven- terrein moet ruimtelijk geaccentueerd worden.

- Versterken van de stationsomgeving

Ter hoogte van de kruising van de spoorlijn Burst – Aalst met de N46 bevindt zich het station Erpe-Mere. De aanwezigheid van dit station dient in de herinrichting van de weg benadrukt te worden.

- Brug E40 als ruimtelijke referentie

De bestaande E40-brug draagt bij tot het verstedelijkt karakter van de omgeving. De brug fungeert eveneens als een bijkomend poorteffect.

- Op- en afrittencomplex ingeschakeld in de globale ruimtelijke structuur van dit gebied Het op- en afrittencomplex en de ontsluiting van de verschillende handelszaken, het lokaal bedrijventerrein en het regionaal bedrijventerrein dienen beter op elkaar afgestemd te worden. Een bijkomend aandachtspunt is het integreren van een carpoolparking binnen de herinrichting van het op- en afrittencomplex.

Voor het deelgebied worden volgende verkeersplanologische concepten voorgesteld (zie ook bijgevoegde schets):

- Snelheidsregime

Er wordt een snelheidsregime van 70 km/u vooropgesteld.

- Dwarsprofiel

Tussen de Industrieweg en het op- en afrittencomplex wordt een vrije busbaan voorzien.

Dit moet de doorstroming van het openbaar vervoer binnen dit congestiegevoelig deel van de N46 bevorderen.

- Aansluitingen en inrichting kruispunten

• Kruispunt Evenbroekveld – N46

Er dienen voorsorteerstroken te worden voorzien.

• Kruispunt Loskadestraat – N46

De stationsomgeving dient geaccentueerd te worden. Er worden geen voorsorteer- stroken voorzien (om sluipverkeer te ontmoedigen). Daarnaast wordt ook een fietsoversteek gepland. Vanuit de Loskadestraat wordt enkel nog rechtsafslaand verkeer toegelaten.

• Kruispunt Industrieweg – N46

Er dienen voorsorteerstroken voorzien te worden. Er wordt een beveiligde fiets- oversteekplaats gepland langs elke kant van het kruispunt.

• Op- en afrittencomplex (richting Gent)

Er wordt voorgesteld om een rotonde in te planten teneinde de afwikkeling van dit kruispunt op een zo vlot mogelijke manier te laten verlopen. Verder verkeers- onderzoek is nodig alvorens dit voorstel verder uit te werken en te realiseren. Voor het fietsverkeer lijkt het aangewezen een ondertunneling van de rotonde te realiseren om het kruisen voor fietsers veiliger te maken. Er dient eveneens een carpoolparking

(19)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 15

van ongeveer 120 plaatsen voorzien te worden. Via de ondertunneling kan ook de bereikbaarheid van de carpoolparking beter gegarandeerd worden. Ter hoogte van de Industrieweg werd al een fietsoversteekplaats aangelegd en op het kruispunt met de Bosstraat zijn verkeerslichten geplaatst. Daar het ter hoogte van de carpool- parking niet aangewezen is om fietsers te laten oversteken, wordt voorgesteld om plaatselijk tussen de Industrieweg en de Bosstraat het fietspad als een dubbelrichtingsfietspad met een breedte van 2,5 m in te richten. Het fietspad aan de overkant van de weg wordt evenwel behouden. Op de aantakking van de aan te leggen carpoolparking met de N46 wordt enkel 'rechts in, rechts uit'-verkeer toegelaten. Omwille van de verkeersveiligheid wordt er geen dwarsend verkeer toegestaan.

• Kruispunt Ottergemstraat – Bosstraat

Er wordt voorgesteld om de bestaande situatie te behouden. Dit kruispunt dient wel een beperkte herschikking te krijgen (afmetingen dwarsprofielen, e.d.).

• Op- en afrittencomplex (richting Brussel)

Er wordt voorgesteld om een rotonde te voorzien (analoog zoals de richting Gent) De belangrijkste ingreep, namelijk de realisatie van de rotondes ter hoogte van het op- en afrittencomplex wordt voorzien op middellange termijn. Door de complexiteit van dit dossier en de andere geplande werken in de omgeving zal de heraanleg van het op- en afrittencomplex pas gerealiseerd kunnen worden binnen een tijdspanne van vijf tot tien jaar.

Bijkomend onderzoek is immers vereist.

(20)
(21)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 17

8 J u r i d i s c h e c o n t e x t

Plan Oudenaardsesteenweg – Bosstraat

Adres Oudenaardsesteenweg 381 9420 Erpe-Mere

Kadasternummers Erpe-Mere, 2de afdeling, sectie A, nr. 541b2, 541z en 542t2

Gewestplan

(zie bijgevoegde kaart)

Gewestplan Aalst – Ninove – Geraardsbergen – Zottegem (KB 30 mei 1978)

Deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied

Stedenbouwkundige vergunningen

27/08/1965 (CBS): bouwen van een vrijstaande woning

27/02/1970 (CBS): bouwen van een grootwarenhuis

11/09/1970 (CBS): oprichten van een omvormingscabine

14/09/1972 (CBS): bouwen (eerder uitbreiden) van een grootwarenhuis

25/03/1976 (CBS): uitbreiden van een magazijn 19/03/1980 (CBS): oprichten van een stapelplaats 06/05/2008 (CBS): uitbreiden handelszaak (op basis van gedeeltelijk positief planologisch attest) Milieuvergunningen Aktename melding Klasse III op 11 maart 1997

door het College van Burgemeester en Schepenen van Erpe-Mere

met VLAREM-rubrieknummer:

rubriek 3.3: het lozen van sanitair afvalwater via septische tank in openbare riolering

rubriek 3.6.2.1: het lozen van afvalwater beenhouwerij via vetvanger in openbare riolering rubriek 16.3.1.1: koelinstallaties met totale geïnstalleerde drijfkracht van 13,8 kW

rubriek 17.3.6.1.b: ondergrondse mazouttank van 3000 liter

rubriek 45.4.d: verkoopspunt van producten van dierlijke oorsprong alsmede de daaraan verbonden uitsnijderij

Gewestelijk RUP geen

Provinciaal RUP geen

Gemeentelijk RUP / BPA geen Verkavelingsvergunningen geen Beschermde monumenten geen

(22)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 18

Beschermde

dorpsgezichten/landschappen geen Vogelrichtlijngebieden geen Habitatrichtlijngebieden geen

Ramsargebieden geen

VEN-gebieden geen

Gebieden van het Integraal Verwevings- en onder- steunend Netwerk (IVON)

geen

Vlaamse of erkende natuurreservaten

geen

Bosreservaten geen

Beschermingszones grondwaterwinning

geen Bevaarbare waterlopen/

gewestwegen/ spoorwegen

geen Onbevaarbare waterlopen geen NOG/ROG gebieden

(zie bijgevoegde kaart)

geen

(23)

500 0 500 m 1/20 000

GEWESTPLAN

bron: AGIV, digitaal gewestplan

(24)

500 0 500 m 1/20 000

NOG EN ROG gebieden

bron: AGIV, geo-vlaanderen LEGENDE

ROG2006

NOG

(25)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 21

9 H i s t o r i e k v a n h e t b e d r i j f

De handelsvestiging is in 1970 ontstaan als discount en omstreeks 1985 werd het bedrijf omgevormd tot de NV Unic Mere. In 1996 werd het bedrijf opgenomen in de GB-keten als Partner GB en in 2005 verwierf het bedrijf het statuut van Super GB. Het bedrijf heeft in 2005 een omzet gerealiseerd van 5 415 953,95 Euro en kende een personeelsconfiguratie die naast 2 beheerders bestond uit 20 arbeidskrachten in vast verband waarvan 2 halftijdse werkkrachten. Daarnaast waren er nog 1 leercontract en 2 studenten in de handelsvestiging werkzaam.

De handelsvestiging werd opgericht in 1970, samen met de voormalige bedrijfswoning. Deze bedrijfswoning, gelegen op het kadastrale perceel 541z, werd in 1987 verkocht en maakt momenteel geen deel meer uit van de bedrijfssite. Een deel van de bestaande toegangsweg naar het bedrijfsperceel bevindt zich op de kadastrale percelen 541z en 542t2. Bij navraag is gebleken dat er een "erfdienstbaarheid van doorgang eeuwigdurend en onvergeld voor alle gerij en te voet" rust op het kadastrale perceel 541z. Een gedeelte van het perceel 542t2 wordt momenteel door het bedrijf gehuurd en wordt gebruikt als een deel van de toerit naar de bedrijfssite. Uit bijkomende inlichtingen blijkt dat de eigenaar van voormeld perceel zich bereid heeft verklaard om dit deel van het perceel te verkopen.

In 2006 werd een planologisch attest ingediend dat gedeeltelijk gunstig geadviseerd werd door de Deputatie op 14 juni 2007. Volgens het decreet ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 is de Deputatie verplicht het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan binnen een jaar na afgifte van het attest te versturen naar de betrokkenen.

(26)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 22

1 0 B e s t a a n d e f e i t e l i j k e t o e s t a n d v a n h e t p l a n g e b i e d

Het betrokken plangebied bestaat uit het bedrijf NV Unic Mere, een handelsvestiging met een assortiment behorende tot de dagdagelijkse verbruiksgoederen.

De handelsvestiging is gelegen langs de Oudenaardsesteenweg, waar handelszaken zich situeren in een losse structuur tussen de woonbebouwing. Door de specifieke ontstaans- geschiedenis situeert de vestiging zich in tweede bouwzone achter het woonlint langs de steenweg. Het woonlint is gelegen in woongebied met landelijk karakter, terwijl de handelsvestiging zich situeert in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Ten noorden van de parking van de vestiging bevindt zich de bebouwing van de Bosstraat, ten oosten grenst de site aan landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Momenteel is het bedrijf niet visueel gebufferd. Het terrein van Unic Mere beslaat een oppervlakte van ca. 0,44 ha (zijnde het bestaande gebouw en parking; de erfdienstbaarheid en het gehuurde deel zijn hier niet inbegrepen).

De toegang naar de handelsvestiging verloopt via een zeer smalle toegangsweg gesitueerd tussen twee woningen. Een deel van deze toegangsweg is niet in eigendom van het bedrijf en wordt geregeld via een erfdienstbaarheid van doorgang. Ter hoogte van de Oudenaardsesteenweg wordt een deel van het perceel 542t2 momenteel gehuurd om een voldoende comfortabele uitrit te hebben op de steenweg. Door het bedrijf werd reeds gezocht naar een tweede en/of betere ontsluiting, doch dit blijkt onmogelijk. Momenteel blijft de bestaande smalle toegangsweg van de handelsvestiging de enige mogelijke ontsluiting naar de Oudenaardsesteenweg. (zie bijgevoegde kaart)

De bedrijfssite zelf kent een eenvoudige opbouw. De bedrijfsgebouwen zijn gelegen achter het woonlint langs de Oudenaardsesteenweg en worden ontsloten langs dezelfde steenweg.

Ten noorden en ten westen van de bedrijfsgebouwen is het terrein verhard met asfalt en doet het dienst als parking. Aan het bedrijfsgebouwen werden een aantal kleine aanbouwen gerealiseerd. Zo werden ten oosten van het bedrijfsgebouw een bureel en een bergruimte aangebouwd. Ten westen van het gebouw werden twee aanbouwen opgericht, nl. de koelkasten van de slagerij en de elektriciteitscabine.

De totale oppervlakte van het bedrijfsgebouwen bedraagt 1072 m², waarvan ongeveer 840 m² in gebruik is als verkoopsruimte. Met een netto verkoopsoppervlakte van rond de 800 m² situeert het bedrijf zich binnen de categorie 'supermarkten', zoals opgenomen in de inventaris van hypermarkten, supermarkten en superettes van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.

De bedrijfssite kan als hoofdzakelijk vergund worden beschouwd. Er is een vergunning voorhanden voor het bedrijfsgebouw en voor de elektriciteitscabine. Voor de verhardingen en de andere aanbouwen (bureau, koelkast en luifel) zijn geen stedenbouwkundige vergunningen teruggevonden. Het bedrijf beschikt over een geldige milieuvergunning melding klasse III dd. 11 maart 1997.

(27)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 23

In september 2005 werkten 16 bedienden en 2 beheerders in het bedrijf. Verder zijn er ook 2 arbeiders en verschillende tijdelijke krachten en studenten actief, afhankelijk van het moment. De voorbije jaren is het aantal vaste werknemers stabiel gebleven. Wel zijn er nu meer voltijdse krachten dan voorheen. Het aantal tijdelijke krachten varieerde in de loop van de jaren. De werknemers staan in voor de administratie, de verkoop en het magazijn. Het onderhoud en de reparaties van toestellen wordt uitbesteed.

Tabel 1: Tewerkstellingsevolutie

Bedienden Diversen

Jaar Beheerd

ers Voltijds Halftijds

Arbeiders Totaal vaste werknemers Leer-

contracten

Deeltijds leren

Studenten

1999 1 13 5 2 20 2 0 1

2000 1 13 5 2 20 3 0 1

2001 1 14 4 2 20 3 0 5

2002 1 14 4 2 20 1 1 5

2003 2 15 3 2 20 1 2 10

2004 2 15 3 2 20 2 1 7

2005 2 16 2 2 20 1 0 2

Het bedrijf haalde in 2005 een omzet van 5 415 953,95 Euro. Uit de cijfers van de voorbije jaren blijkt dat het bedrijf een groeiende omzet heeft gekend. De sterkste toename vond plaats in 2002. Het bedrijf wenst naar de toekomst toe de huidige activiteiten te bestendigen en verder te versterken. Het bedrijf voorziet een groeivooruitzicht van 4 % per jaar.

Tabel 2: Omzetevolutie

Jaar Omzet (in Euro) 2000 3 717 461,94 2001 3 899 691,40 2002 4 503 876,89 2003 4 863 766,77 2004 5 034 399,54 2005 5 415 953,95

Per week heeft deze handelsvestiging gemiddeld 3500 klanten wat neerkomt op ongeveer 538 klanten per dag. De drukste momenten situeren zich op zaterdag en zondagvoormiddag.

Het bedrijf beschikt momenteel over 102 parkeerplaatsen, doch door het gebruik van een gedeelte van de parking voor het stapelen van paletten en als standplaats voor vracht- wagens die goederen komen lossen, ligt dit aantal in realiteit lager.

Per week gebeuren er 37 leveringen, waarvan dagelijks drie vrachtwagens voor verse voedingswaren, bijna dagelijks één voor de levering van diepvriesproducten, driemaal per week voor droge voeding en tweemaal per week voor non-food. De levering van tijdschriften gebeurt viermaal per week met een bestelwagen, van foto's dagelijks en van inpak een keer per week;

Het aantal voertuigbewegingen (heen en terug) van de personeelsleden bedraagt 38 à 40 per dag, het aantal voertuigbewegingen van klanten gemiddeld 914 en wekelijks vinden 74 vrachtbewegingen plaats. Het mobiliteitprofiel van de handelsvestiging wordt ingeschat op ongeveer 1000 voertuigbewegingen per dag.

(28)
(29)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 25

1 1 G l o b a l e d o e l s t e l l i n g e n v a n h e t R U P

Dit ruimtelijk uitvoeringsplan dient een antwoord te geven op de volgende knelpunten:

Oplossen van de problematiek van de te beperkte accommodatie voor kleinhandel De handelsvestiging NV Unic Mere nam in 1985 haar intrek in bestaande vergunde gebouwen. De accommodatie is echter onaangepast aan de hedendaagse normen. Het bedrijf heeft nood aan uitbreiding daar de huidige bedrijfsgebouwen ontoereikend zijn geworden. Een beperkte uitbreiding is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de bepalingen van de arbeidswetgeving en de wettelijke verplichtingen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Zo zijn de personeels- en utilitaire ruimtes te klein of onaangepast. Ook de koelkasten van de slagerij voldoen niet aan de wettelijke normen.

Inpassen in de omgeving

Het bedrijf bevindt zich in een tweede bouwzone langsheen de Oudenaardsesteenweg en wordt omgeven door verschillende woningen met bijbehorende tuinen. Noch ten overstaan van deze woningen noch ten overstaan van het achterliggende agrarische gebied werd er een groenscherm of buffer aangelegd. Hierdoor is er mogelijke hinder van de parking en het bedrijf naar de omwonenden toe. Om deze hinder zoveel mogelijk te beperken dient er een buffer te worden aangelegd. Om geen parkeerplaatsen te verliezen kan er slechts een buffer van 1 m breedte worden voorzien. Dit moet voldoende zijn om de mogelijke hinder voor de omwonenden zoveel mogelijk te beperken. De toegang tot de handelszaak is vrij smal.

Daarom wordt de bufferstrook beperkt tot een breedte van een halve meter.

(30)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 26

1 2 P l a n o p t i e s

In dit provinciaal RUP worden volgende opties genomen:

Mogelijkheid bieden voor een noodzakelijke verruiming van het handelsgebouw

Het bedrijfsgebouw wordt opgenomen in een zone voor kleinhandel, met beperkingen naar de aard van de kleinhandel.

Er wordt geen uitbreiding van de verkoopsoppervlakte toegestaan. Het is immers niet de bedoeling om een schaalvergroting van de huidige handelsvestiging te stimuleren. De huidige configuratie noodzaakt echter tot een aantal aanpassingen om de interne werking van het bedrijf te optimaliseren. Dit is nodig om te kunnen voldoen aan de bepalingen van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Volgende ruimtes zijn vereist:

- Een toilet per 15 tegelijk tewerkgestelde personen.

- Een refter van minimum 18,5 m² voor maximum 25 personen.

- Een of meerdere kleedkamers gescheiden van de andere ruimtes waar een kastje per werknemer wordt voorzien.

- Een economaat nodig voor de opslag van onderhoudsproducten.

- Een verplichte koelinstallatie uitsluitend bestemd voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (zowel koelkast als diepvriezer).

- Gescheiden bereidings- en afwaszones en een aparte zone voor handhygiëne in de beenhouwerij. Deze zones moeten rechtstreeks in verbinding staan met het verkoopslokaal. Bovendien dienen de verschillende zones voldoende ver van elkaar gelegen zijn om kruiscontaminatie te voorkomen.

- De werkplaats en de koelkasten van de beenhouwerij dienen gescheiden te zijn van andere lokalen.

- Een grotere inkompartij is nodig om een vlotte evacuatie van het gebouw te verzekeren.

Om de dringende herschikking en verruiming van de personeelslokalen, burelen en utilitaire ruimtes binnen het gebouw te realiseren, beperkt tot de noodzakelijke aanpassingen in functie van de sociale noden en wetgeving terzake, is een bijkomende vloeroppervlakte nodig van ongeveer 150 m². Het aantal m² effectieve verkoopsoppervlakte wordt hierdoor niet verhoogd.

Aandacht voor landschappelijke integratie en visuele buffering van de handelsvestiging:

De parking en het handelsgebouw moeten gebufferd worden t.o.v. het aangrenzend open gebied en t.o.v. de aangrenzende woningen. Er wordt een groenzone van 1 m breed gerealiseerd om de visuele impact van het bedrijf tot een aanvaardbaar minimum te herleiden. Het voorzien van een bredere buffer is niet mogelijk gezien de beperkte oppervlakte van de parking. Indien voor een bredere buffer wordt gekozen, zou het aantal parkeerplaatsen moeten verminderen. Dit is niet wenselijk, gezien het opvangen van de parkeerdruk op eigen terrein prioritair is. Voor de begroening van het terrein en de aanleg van de buffer wordt gebruik gemaakt van streekeigen groen.

(31)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 27

Aandacht voor de waterhuishouding in het gebied:

Voor de opvang van het hemelwater kunnen op het terrein de nodige bufferbekkens voorzien worden. Deze buffercapaciteit kan zowel ondergronds als in open lucht voorzien worden. Het gaat hier voornamelijk om het bestendigen van de bestaande toestand. Er wordt in het RUP geen bijkomende verharding toegelaten, enkel de bebouwde oppervlakte kan licht uitbreiden.

(32)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 28

1 3 V e r t a l i n g n a a r d e s t e d e n b o u w k u n d i g e v o o r s c h r i f t e n

De opties die genomen worden in dit RUP, dienen vertaald te worden in stedenbouwkundige voorschriften. Op het bestemmingsplan komen drie verschillende zones voor, die hieronder besproken worden:

13.1 Zone voor kleinhandel

Binnen deze zone kunnen de kleinhandelsactiviteiten worden gesitueerd. Er worden beperkingen opgelegd naar de aard van de kleinhandel

Deze zone komt overeen met de bezetting van het bestaande gebouw en de noodzakelijke uitbreiding ervan.

In overeenstemming met de opties in het PRS kunnen geen bijkomende handelszaken van bovenlokaal belang zich situeren in het buitengebied. Dit wil zeggen dat binnen het plangebied de bestaande handelszaak kan behouden blijven, doch dat er bij een eventuele overname geen afsplitsing van de handelsactiviteiten naar meerdere eenheden (handelsactiviteiten) mag gebeuren. Op die manier wordt verhinderd dat er nog grote uitbreidingen mogelijk zijn en er dus een schaalvergroting kan ontstaan of dat er een kleinhandelsconcentratie met andere karakteristieken zou ontstaan.

Voor de te behouden en te herstructureren handelszaak wordt uitgegaan van de bestaande functionele toestand. Dit betekent dat er geen ruimtelijke en functionele schaalvergroting kan toegestaan worden, in de zin van het uitbreiden van het werkingsbereik en het klantenpotentieel. Gezien de handelszaak momenteel functioneert binnen een ruimtelijk geheel dat omwille van veiligheidsredenen onaanvaardbaar is, werd overeenkomstig de functionele aspecten en rekening houdend met de wetgeving terzake de absoluut noodzakelijke uitbreiding van het handelsgebouw ingecalculeerd. Door het in rekening brengen van deze oppervlaktes wordt vermeden dat een ruimtelijke en functionele schaalvergroting, in de zin van het uitbreiden van het werkingsbereik en het klanten- potentieel, bewerkstelligd wordt.

De bestaande gebouwenconfiguratie blijft grotendeels behouden. Wel is een beperkte uitbreiding van de gebouwen toegestaan. Een voorwaarde hierbij is dat de gebouwen niet hoger opgetrokken mogen worden dan de bestaande hoogte.

Er kan geen toezichtswoning voorzien worden bij het bedrijf.

13.2 Zone voor circulatie, parking en toeritten

De bestaande parkeerzone wordt bestemd als zone voor circulatie, parking en toeritten met inbegrip van laden en lossen. In functie van de bedrijfsvoering (en de interne organisatie van het gebouw) wordt geen afzonderlijke zone voor het laden en lossen van goederen voorzien.

(33)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 29

In deze zone kan ook in beperkte mate opslag in open lucht voorzien worden. Deze dient echter gegroepeerd te worden op een plaats.

13.3 Zone voor buffer

Om de handelsvestiging visueel af te schermen t.o.v. de aanliggende woongebieden en de integratie in de omgeving te optimaliseren wordt er een groenzone gerealiseerd. Deze buffer moet de visuele impact van het bedrijf tot een aanvaardbaar minimum herleiden. Rekening houdend met de bestaande toestand en de beperkte ruimte dient deze buffer 1 m te bedragen.

Daar de toegangsweg vrij smal is, wordt voor een gedeelte van de toegang wordt een bufferzone van 0,5 m breedte vooropgesteld. Hierdoor wordt het tuingedeelte van perceel 542t2 zoveel mogelijk afgeschermd.

Aan de oostelijke perceelsgrens wordt de buffer voor een deel onderbroken. Hier is immers de huidige loskade gesitueerd. Deze bestaande loskade blijft behouden. Dit betekent dat hier regelmatig vrachtwagens moeten manoeuvreren om goederen te lossen. Deze ruimte is vrij beperkt waardoor er geen plaats meer is om een buffer te realiseren. De gehele parking wordt echter bijna volledig door een buffer omgeven.

(34)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 30

1 4 D e w a t e r t o e t s

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid1 bepaalt dat de overheid die over een plan beslist, er zorg voor draagt dat geen schadelijk effect ontstaat voor het watersysteem of dat het schadelijk effect zoveel mogelijk wordt beperkt. Indien dit niet mogelijk is, moet het schadelijk effect hersteld worden of in geval van vermindering van infiltratie van hemelwater of vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd worden.

Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van uitvoeringsbesluit over de watertoets definitief goed. Het ontwerp geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. Het besluit treedt in werking op 1 november 2006. Hierin wordt ondermeer gesteld dat de overheid die beslist over een (vergunning of) plan met een mogelijk schadelijk effect op het watersysteem “alle aanpassingen in het plan moet aanbrengen die ze in het licht van de kenmerken van het watersysteem en de aard en omvang van het plan gepast acht om het schadelijk effect te voorkomen of te beperken”, en “indien dit niet mogelijk is legt ze herstelmaatregelen op of, bij vermindering van de infiltratie van hemelwater of vermindering van ruimte van het watersysteem, compensatiemaatregelen”. Tevens stelt het uitvoeringsbesluit (art. 4 §2) dat de beslissing over een plan of programma een waterparagraaf bevat. Deze dient volgende gegevens te bevatten:

- De verenigbaarheid van het plan met het watersysteem;

- In voorkomend geval, de voorwaarden en maatregelen om het schadelijke effect dat kan ontstaan als gevolg van het plan, te voorkomen, te verminderen, te herstellen, of, in de gevallen van vermindering van de infiltratie van hemelwater of vermindering van ruimte van het watersysteem, te compenseren;

- Een toetsing van de beoordeling van het plan aan de doelstellingen, bepaald in artikel 5 van het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003.

Verder wordt een overzicht gegeven van de diverse effectgroepen, wordt de significantie hiervan aangegeven en worden maatregelen voorgesteld.

14.1 Beschrijving van de bestaande toestand

Het plangebied is gesitueerd in het deelbekken Molenbeek Erpe-Mere en in het bekken van de Dender. Er zijn geen bevaarbare of onbevaarbare waterlopen in het plangebied. Het plangebied ligt niet in recent overstroomd gebied noch in een potentieel overstroombaar gebied.

1 (B.S.14 november 2003). hoofdstuk III, afdeling I, Artikel 8 § 1.

(35)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 31

14.2 Beschrijving van de effecten

Om de verenigbaarheid van het plan met het watersysteem te toetsen wordt nagegaan in hoeverre er mogelijke (schadelijke) effecten kunnen optreden. Volgende effectgroepen kunnen worden onderscheiden bij de realisatie van het RUP:

- Verminderde infiltratie door realisatie verharde oppervlakte - Impact op waterbeheersingsfunctie van de lokale waterlopen 14.3 Verenigbaarheid van het plan met het watersysteem

Voor elk van de onderscheiden effecten wordt nagegaan in hoeverre het gaat om schadelijke effecten (significant negatief) op het watersysteem. Indien dit het geval is worden milderende maatregelen voorgesteld.

- Verminderde infiltratie door realisatie verharde oppervlakte

Door de vermindering van de infiltratiecapaciteit worden grondwatervoorraden moeilijker aangevuld (met mogelijke verdrogingseffecten tot gevolg) en worden piekdebieten in de waterlopen die het run-off water ontvangen hoger. Dit is een significant negatief effect.

- Impact op waterbeheersingsfunctie van de lokale waterlopen

Het natuurlijk stroomregime van de lokale waterlopen wordt aangetast doordat grotere hoeveelheden water op korte tijd in de waterloop terecht komen. Hierdoor wordt de stroomsnelheid in de waterlopen verhoogd en vermeerdert de kans op overstromingen (of treden deze mogelijk frequenter op).

14.4 Milderende maatregelen

Op 1 oktober 2004 nam de Vlaamse regering een besluit houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Dit besluit bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater afkomstig van verharde oppervlakten. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In twee instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd (42 l per sec per ha verharde oppervlakte). Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden.

Om nadelige effecten als gevolg van een verminderde infiltratie door de realisatie van verharde oppervlakte en de aantasting van het natuurlijk stroomregime van de lokale waterlopen door input van grotere hoeveelheden water op korte termijn te milderen, kunnen binnen het plangebied volgende maatregelen voor de buffering worden genomen:

- het realiseren van een open bufferbekken;

- het realiseren van een ondergronds bufferbekken;

(36)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 32

14.5 Toetsing aan de doelstelling en beginselen van Integraal Waterbeleid Voor de toetsing van het plan aan de doelstellingen, bepaald in artikel 5 van het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 zijn volgende doelstellingen zijn relevant bij dit RUP:

- art. 5, 6° a en d

6° Het beheer van hemelwater en oppervlaktewater zo organiseren dat:

a) het hemelwater zoveel mogelijk verdampt of nuttig wordt aangewend of geïnfiltreerd, en dat het overtollige hemelwater en effluentwater gescheiden van het afvalwater en bij voorkeur op een vertraagde wijze via het oppervlaktewaternet wordt afgevoerd;

d) de risico's op overstromingen die de veiligheid aantasten van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, worden teruggedrongen;

Uit de toelichting bij de milderende maatregelen onder 14.4. blijkt dat er aan deze doelstellingen wordt voldaan.

Voor wat de beginselen van het Integraal Waterbeleid betreft (art. 6 van het decreet van 18 juli 2003), zijn volgende beginselen relevant bij dit RUP:

- art. 6, 1°

1° Het standstillbeginsel, op grond waarvan moet wo rden voorkomen dat de toestand van watersystemen verslechtert;

De opgelegde maatregelen onder de vorm van stedenbouwkundige voorschriften zorgen ervoor dat de toestand niet verslechtert.

- art. 6, 2°

2° Het preventiebeginsel, op grond waarvan moet wor den opgetreden om schadelijke effecten te voorkomen, veeleer dan die achteraf te moeten herstellen;

De opgelegde maatregelen onder de vorm van stedenbouwkundige voorschriften zorgen ervoor dat zich geen schadelijke effecten voordoen.

(37)

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan – "Oudenaardsesteenweg – Bosstraat" – Erpe-Mere

Toelichtingsnota – November 2008 33

1 5 O p t e h e f f e n v o o r s c h r i f t e n

Het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978) wordt opgeheven binnen het plangebied van dit provinciaal RUP. Het betreft deels een zone woongebied met landelijk karakter en deels een zone landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Reclamant verzoekt dan ook om deze passages te laten vervallen of zodanig aan te passen dat daarin niet wordt gesteld of wordt gesuggereerd dat het vervallen van de

het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening over het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en de ingediende bezwaren en adviezen met hierin

deze criteria worden ingezet bij de uitwerking van het voorliggende plan en de evaluatie van de mogelijke impact op de omgeving, hoewel Deprez Construct voor het grootste deel

ƒ Wordt dit aantal vergeleken met het aantal crematies in andere noordwest Europese landen, bijvoorbeeld Nederland en Zweden (ca. 43%), Groot-Brittannië (70%), dan blijkt er nog

Dat opgemerkt wordt dat het Woestijnegoed centraal gelegen is binnen het plangebied van het PRUP, en dat deze hoeve de basis vormde voor de ruimtelijke ontwikkeling van Aalter

This study explores the feasibility of a distribution and storage system that supplies both heat and cold based on local sources and drinking water to buildings. Water has a large

Naast de reeds genoemde maatregelen voor de verschillende locaties in het ontwerp plan-MER, kan nu reeds geadviseerd worden om op de locatie Bedrijventerrein Gent

Aangezien er (zoals aangegeven in het ontwerp plan-MER) op projectniveau voor de keuze van de meest geschikte inplanting indien nodig nog nader onderzoek kan