• No results found

Bij de les. groep 7. leerjaar 5. Oefenen met breuken. Sluit. 100% aan bij school. Dit werkboek is van:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bij de les. groep 7. leerjaar 5. Oefenen met breuken. Sluit. 100% aan bij school. Dit werkboek is van:"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Oefenen

met breuken

Bij de les

groep 7

leerjaar 5

Sluit

(2)

Bij de les

Oefenen met breuken

Voor wie?

Met dit oefenboek worden de breuken geoefend zoals kinderen in groep 7 / leerjaar 5 die op school leren. Dit boek is bedoeld voor kinderen die het fijn vinden of die het nodig hebben om op school of thuis extra te oefenen. De opdrachten in dit boek sluiten naadloos aan op wat kinderen op school leren.

De oefenstof wordt per bladzijde en door het boekje heen opgebouwd:

• Bovenaan staat steeds wat de bedoeling is, daaronder staan de opdrachten.

• De bovenste opdrachten zijn makkelijker dan de opdrachten onderaan.

• De eerste pagina’s zijn makkelijker dan de laatste pagina’s in het boek.

Voor sommige kinderen is oefenen van de leerstof moeilijk. Zij kunnen in dit boek dan minder oefenstof maken. Ze kunnen bijvoorbeeld de onderste rijtjes doorstrepen. Zo oefenen zij toch de basisstof, zonder dat dit een te grote belasting is voor hun leerplezier.

Wat?

In dit boekje oefen je rekenen met breuken:

• Breuken: 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 101, 121

• Breuken vereenvoudigen (168 = 2) en gelijkmaken (312+ 116 = 446 = 423) • Breuken optellen en aftrekken

• Breuken vermenigvuldigen en delen • Breuken plaatsen op een getallenlijn • Breuken kleuren in figuren

Tips

1. Breuken oefenen met pizza en taart Oefenen met breuken kun je in het echt doen door taart, cake, pizza, chocoladerepen en dergelijke in stukken te verdelen: in kwarten als je met zijn vieren bent, in twee helften als je met zijn tweeën bent. Door met echte voorwerpen te oefenen, snap je beter wat een breuk is.

2. Rekenen met breuken door ze te tekenen Je kunt breuken ook heel goed oefenen door ze te tekenen. Teken maar eens een pizza en

verdeel hem in 5 gelijke stukken. Maak dan de som 15 + 25. Met de tekening zie je het meteen voor je en worden breuken makkelijker te begrijpen.

3. Afwisselen

Wissel inspanning en ontspanning af. Heb je een pagina gemaakt? Doe dan eens iets heel anders!

Ga even lekker bewegen, dansen of zingen of lees een (strip)boek. Je kunt tenslotte niet alleen maar hard werken!

(3)

Bij de les

Uitleg bij de opdrachten

Wat zijn breuken?

Een breuk is een deel van een geheel. Je verdeelt bijvoorbeeld een taart in vier gelijke stukken. Eén stuk geef je weg en drie stukken houd je zelf. Dan heb je 34 deel (drie van de vier stukken) van de hele taart. Je schrijft een breuk zo op: 34. De 3 is de teller, de 4 is de noemer van de breuk.

Gelijknamige en ongelijknamige breuken Breuken waarvan de noemers hetzelfde zijn, noem je gelijknamige breuken: 17, 57 en 87 zijn gelijknamige breuken. Je kunt ze optellen of aftrekken door de tellers op te tellen of af te trekken: 27 + 37 = 57 en 57 - 17 = 47. Optellen en aftrekken van breuken kan alleen als de breuken gelijknamig zijn.

Zijn ze dat niet, dan spreek je over

ongelijknamige breuken. Wil je daarmee gaan optellen of aftrekken, dan moet je ze eerst gelijknamig maken. Je gaat dan op zoek naar een gemeenschappelijke noemer. Door de teller en de noemer van de ene breuk te vermenigvuldigen met de noemer van de andere breuk en andersom krijg je een gelijknamige breuk waar je mee kunt rekenen. Bijvoorbeeld 12+13 kun je uitrekenen door de breuken gelijknamig te maken:

13 + 12 = 26 + 36 = 56.

Ook aftrekken gaat zo: 12 - 13 = 36 - 26 = 16. Als er helen bij zitten, dan noem je het samengestelde (of gemengde) breuken. In optelsommen met deze breuken tel je eerst de helen op, daarna de breuken:

213 + 313 = 5 + 13+13 = 523. Zo maak je ook aftreksommen: 258 - 128 = 158 - 28 = 138. Vereenvoudigen

Om goed te kunnen rekenen met breuken is het soms nodig om breuken te vereenvoudigen. Dat doe je door in de breuk de teller en de noemer door hetzelfde getal te delen. Bij de breuk 28 kun

delen. Zo vereenvoudig je de breuk 28 naar 14. Staat in een breuk boven de streep een groter getal dan in de noemer (85), dan kun je ook deze breuk vereenvoudigen door een hele (55) uit de breuk te halen. 85 wordt zo 135.

Vermenigvuldigen

Als je een breuk vermenigvuldigt met een getal, vermenigvuldig je de teller met dat getal:

14 x 3 = 34.

Bij het vermenigvuldigen van twee breuken, vermenigvuldig je de teller met elkaar en de noemers met elkaar: 14 x 23 = 122. Dit mag je vereenvoudigen naar 16.

Bij vermenigvuldigen ven een getal met een samengestelde breuk vermenigvuldig je eerst het hele getal, daarna vermenigvuldig je het hele getal met de teller: 5 x 312 = 1552. Als je dat vereenvoudigt, wordt het 1712.

Bij een keersom met twee samengestelde breuken, maak je eerst van alle getallen breuken.

Die vermenigvuldig je en daarna ga je de uitkomst vereenvoudigen: 134 x 212 = 74 x 52 = 358 = 438. Delen

Bij het delen door een breuk geldt het volgende:

Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde. Bijvoorbeeld 8 : 12 = 8 x 21 = 16. Dat geldt ook bij het delen van een breuk door een breuk: 23 : 34 = 23 x 43 = 98.

Bij samengestelde breuken maak je eerst van de getallen breuken, daarna pas je de regel toe:

Delen door een breuk is vermenigvuldigen door het omgekeerde: 34 : 312 = 34 : 72 = 34 x 27 = 286. Dat mag je vereenvoudigen naar 143.

Dit oefenboek biedt de mogelijkheid om rekenen met breuken extra te oefenen.

(4)

Herhaling van alle sommen die je in de vorige delen al gehad hebt.

2 + 3 = 4 x 2 = 2 + 3 = 4 x 1 =

4 + 1 = 3 x 1 = 5 + 1 = 2 x 5 =

7 - 3 = 3 : 7 = 6 - 1 = 1 : 3 =

5 - 2 = 7 : 5 = 3 - 2 = 4 : 6 =

7 - 5 = 4 : 3 = 4 - 1 = 2 : 5 =

3 + 2 = 2 x = 3 + 2 = 4 x =

1 + 3 = 4 x 1 = 1 + 2 = 5 x =

7 - 3 = 2 : 9 = 7 - 3 = 1 : 2 =

5 - 3 = 1 : 3 = 4 - 1 = 2 : 4 =

3 - 1 = 3 : 5 = 5 - 3 = 4 : 2 =

+ = - = 3 + 1 = 5 - 3 =

+ = - = 1 + 2 = 7 - 5 =

+ = - = 3 + 2 = 3 - 1 =

+ = - = 4 + 1 = 4 - 2 =

+ = - = 1 + 4 = 6 - 5 =

12 1 2 12

12 1 2 12

12

12

12

12

12

12

14 1 2

12 3 4

14 1 2

12 3 4

14 3 4

34

14

24

24

24

38 3 4

12 3 8

38 3 4

12 5 8

14 3 8

38

58

28

48

18

13 4 3

53 1 3

13 2 3 13

23 1 3

13

23

13

23

23

16 1 3

23 1 6

12 2 6

56 1 3

23 5 6

13 1 6

56 2 3

12 2 6

46 1 2

23 3 6

12 2 6

56 1 2

23 5 6

13 3 6

46 1 2

12 4 6

23 2 6

56 2 3

13 4 6 16 2

6

(5)

2 x = 1 : 2 =

3 x = 4 : 5 =

5 x 2 = 3 : 4 =

2 x 3 = 2 : 3 =

4 x 1 = 1 : 4 =

+ = - = 4 + 1 = 4 - 2 =

3 + 2 = 3 - 1 = 3 + 2 = 5 - 2 =

2 + = 2 - 1 = 4 + 2 = 3 - 1 =

4 + 3 = 8 - 3 = 5 + 3 = 4 - 1 =

1 + 5 = 6 - 2 = 4 + 1 = 7 - 4 =

4 x = 1 : 4 =

3 x 2 = 2 : 4 =

5 x 3 = 1 : 2 =

2 x 4 = 2 : 5 =

2 x 1 = 3 : 7 =

46

16

36

56

26

46

16

26

36

26

29 5 9

19 4 9

69 5 9

49 5 9

79 7 9

79 4 9

59 7 9

19 4 9 29

79 4 9

23 2 9

59 1 3

13 3 9

29 2 3

79 1 3

19 1 3

13 5 9

59 2 3

23 7 9

13 3 9

29

19

59

79

59

39

29

59

29

19

(6)

1 + 4 = 6 - 4 = 2 + 3 = 8 - 2 =

2 + 3 = 3 - 2 = 5 + 2 = 5 - 2 =

2 + 3 = 4 - 3 = 3 + 1 = 4 - 1 =

4 + 1 = 3 - 1 = 4 + 3 = 3 - 1 =

3 + 2 = 5 - 2 = 1 + 2 = 6 - 2 =

4 x 4 = 4 : 5 =

9 x 3 = 6 : 10 =

5 x 2 = 2 : 9 =

3 x 2 = 1 : 4 =

7 x 1 = 3 : 5 =

34 2 12

12 1 12

12 5 1 4

56 5 12

12 3 1 3

23 5 12

12 7 2 3

12 5 1 4

16 1 12

34 7 12

1112 3 4

12 5 5 6

16 7 12

34 7 12

23 1 12

13 11 12

56 5 12

12 7 12

14 5 12 12 5

12 5

12 7

1112

12 3

12 1

12 2

12 8

12 3

12 4

12 4

(7)

De volgende breuk is zevenden.

Deze breuk kun je niet vereenvoudigen.

Een makkelijke breuk dus.

+ = + = - = - =

+ = + = - = - =

+ = + = - = - =

+ = + = - = - =

+ = + = - = - =

+ = - = + = - =

+ = - = + = - =

+ = - = + = - =

+ = - = + = - =

+ = - = + = - =

3 + = 7 + = 5 + = 3 + =

5 + = 8 + = 3 + = 2 + =

2 + = 4 + = 6 + = 8 + =

ze venden

17 2 7

37 2 7

57 1 7

47 2 7

37 3 7

37 1 7

17 4 7

27 2 7

47 1 7

17 3 7

37 2 7

27 1 7

57 3 7

47 3 7

67 2 7

57 2 7

37 1 7

47 1 7

67 5 7

47 2 7

47 5 7

27 8 7

37 6 7

47 6 7

57 6 7

127 9 7

87 3 7

117 5 7

137 6 7

107 4 7

27 9 7

67 8 7

97 3 7

67 8 7

47 9 7

157 8 7

127 6 7

107 9 7

137 11 7

117 9 7

17 3 7

37 3 7

27 3 7

17 5 7

37 2 7

17 2 7

27 6 7

37 9 7

67 3 7

47 6 7

57 8 7 37 5 7

(8)

groep 7 leerjaar 5

zwijsen.nl/bijdeles

9 789048 744718

Oefene n met m etriek

Bij de les

groep8 leerjaar 6

Sluit 100%bij schoolaan

Dit werkboek is v an:

begrijpend en studerend lezen

Bij de les

groep7/8 leerjaar5/6

Sluit 100%bij schoolaan

Dit werkboek is v an:

Oefenen met metriek

Bij de les

groep7 leerjaar 5

Sluit 100% aan bij school

Dit werkboek is van:

Oefenen met breuken

Bij de les

groep6 leerjaar 4

Sluit 100% aan bij school Dit werkboek is van:

oefenen met geld en geldzaken

Bij de les

groep5/6 leerjaar3/4

Sluit 100% bij schoolaan Dit werkboek is van:

rekenen tot en met

1000

Bij de les

groep5 leerjaar 3

Sluit 100% aan bij school Dit werkboek is v

an:

begrijpend e n studerend l ezen

Bij de les

groep4 leerjaar 2

Sluit 100% aan bij school Dit w

erkboek is v an:

Oefenen met werkwoo rden

Bij de les

groep3/4 leerjaar1/2

Sluit 100%aan bij school Dit w

erkboek is v an:

Oefenen met spe lling

Bij de les

groep3 leerjaar 1

Sluit 100% aan bij school Dit w

erkboek is v an:

Bij de les

groep 7

leerjaar 5

Sluit

100%

aan

Oefenen met breuken

Extra oefenen met breuken? Dat kan met dit oefenboek!

Rekenen met breuken kan lastig zijn. Maar niet met dit oefenboek.

Je leert stap voor stap rekenen met breuken. Je begint eenvoudig met het rekenen met eenvoudige breuken: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. En dan wordt het steeds een stukje uitdagender: je gaat oefenen met het rekenen met eenvoudige (1/6) en samengestelde breuken (2 3/4). Door het plaatsen van breuken op een getallenlijn en het herkennen van breuken in figuren wordt het werken met breuken inzichtelijk.

Zo oefen je rekenen met

alle voorkomende breuken, zodat je een goede rekenaar wordt!

10+

rekenen

→ breuken

(3 1/2 + 1 1/6 = 4 4/6 = 4 2/3)

Breuken: 1/2, 1/3, 1/4, 1/5, 1/6, 1/7, 1/8, /10, 1 /121

Breuken vereenvoudigen (16/8 = 2) en gelijkmaken

Breuken optellen en aftrekken

Breuken vermenigvuldigen en delen

Breuken plaatsen op een getallenlijn

Breuken herkennen in figuren

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als u de vingers en de hand tijdelijk niet of niet goed heeft kunnen bewegen, kunnen deze snel stijf worden1. U kunt dan het beste zo snel mogelijk weer de gewone

V 1 Hoeveel minuten heeft Jorit zijn computer deze week gemiddeld gebruikt.. V 2 Wat is

Na het zetten wordt er een gips rondom uw onderarm aangelegd en wordt er een controle röntgenfoto gemaakt.. Als een juiste stand niet wordt bereikt, kan een operatie ter verbetering

• Gemengde breuken - In deze oefening moet een gemengde breuk worden omgezet naar een oneigenlijke breuk (teller groter dan de noemer), en terug.. • Ontbinden in factoren - In

Door de teller en de noemer van de ene breuk te vermenigvuldigen met de noemer van de andere breuk en andersom krijg je een gelijknamige breuk waar je mee kunt rekenen.. Als

Daarna wordt het steeds een stukje uitdagender: van woorden met een d aan het eind (hond) en woorden met een c die je uitspreekt als een s of een k (cent, computer) tot woorden

Als uw kind dan nog te veel pijn heeft, kan uw kind het gebruik van de brace en de sling in de derde week afbouwen?. Om stijfheid van de pols te voorkomen is het belangrijk dat uw

Indien uw kind dan nog te veel pijn heeft, is het verstandig het gebruik van de brace in de tweede week af te bouwen?. Om stijfheid van de pols te voorkomen is het belangrijk dat