landbouwcijfers 1984 landbouw-economisch instituut centraal bureau voor de statistiek

landbouwcijfers 1984

landbouw-economisch instituut

centraal bureau voor de statistiek

Verkrijgbaar bij:

LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT

Conradkade 775, postbus 29703, 2502 LS 's-Gravenhage - giro 412235 - tel. (070) 614161 CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK

Prinses Beatrixlaan 428, postbus 959, 2270 AZ Voorburg - giro 425200 - tel. (070) 694341

Prijs f 24,25 per exemplaar (franco per post)

Op het strookje vermelden: Verzoeke toezending Landbouwcijfers 1984

Een Engelse vertaling van de inhoudsopgave en de lijst van tabellen is op verzoek verkrijgbaar.

An English translation of the table of contents and the list of tables is available on request.

WOORD VOORAF

Zoals gebruikelijk Is deze jaarlijkse publlkatle bijgewerkt met het meest recente cijfermateriaal.

Verder zijn een aantal nieuwe tabellen opgenomen. Deze bevatten cijfers die afkomstig zijn van o.a. een In de winter 198Z/'83 gehouden structuurenquete op bedrijven met kippen en de landbouwtelling 1983. 81j deze laatste be- treft het bijzondere onderwerpen die niet jaarlijks worden geënquêteerd, zoals b.v. de oppervlakte cultuurgrond welke kan worden beregend of be- vloeld en de belangrijkste brandstof voor verwarming van bedrijfsruimtes.

Daarentegen zijn enkele tabellen die niet meer actueel waren weggelaten teneinde de omvang van Landbouwcljfers binnen redelijke grenzen te houden.

De Directeur van het De Directeur-Generaal Landbouw-Economlsch Instituut, van de Statistiek,

Prof.Drs. J.de Veer Prof.Dr. W. Begeer

's-Gravenhage Voorburg/Heerlen april 1984

VERKLARING DER TEKENS

O (0,0) niets (blank) 1980-1982 1980/1982 1980/'81

A (achter het jaar)

voorlopig cijfer

• door LEI berekend, geen regionale specificaties beschikbaar gegevens ontbreken

nul

het getal is minder dan de helft van de gekozen eenheid een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen 1980 tot en met 1982

het gemiddelde over de jaren 1980 tot en met 1982 oogstjaar, boekjaar beginnend in 1980 en eindigend in 1981 van de desbetreffende gegevens zijn regionale specificaties beschikbaar bij het CBS

inclusief bedrijven kleiner dan 10 sbe groter dan

kleiner dan

zie volgende bladzijde

AFKORTINGEN

CBS LEI FEFAC

IMAG

M i n . v . L. en V . aje

e l f e . m . e.o.

f . o . b . Kw n . e . g . N . n . i . pk sbe VAT VEM VEVI w.o.

w.v.

• Centraal Bureau voor de S t a t i s t i e k

= Landbouw-Economisch I n s t i t u u t

- Federation Européenne des Fabricants d'Aliments Composes pour animaux

= I n s t i t u u t voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen

• M i n i s t e r i e van Landbouw en V i s s e r i j

• arbeidsjaareenheid - cost, insurance, f r e i g h t

• èn meer

= en ouder

• free on board - kilowatt

• n i e t elders genoemd

* n i e t nader Ingedeeld

= paardekracht

" standaardbedrijfseenheld

" bedr1jfstype-1ndel1ng - voedereenheld melk

" voedereenheld vleesvee intensief

• waaronder

• waarvan

Ingeval van afronding kan het voorkomen, dat de totalen niet geheel overeenstem- men met de som der afzonderlijke getallen.

Verbeterde cijfers in tabellen zijn niet als zodanig gekenmerkt.

INHOUD

WOORD VOORAF

VERKLARING DER TEKENS

HOOFDSTUK

III

IV

1. Algemene statistische Informatie Nederland 1 2. Algemene gegevens landbouwbedrijven 17 3. Arbeid en overige produktlenrtddelen 39 4. Oppervlaktegegevens en samenstelling veestapel (arealen, aantallen

dieren en bedrijven) 69 5. Hoeveel heldsgegevens landbouwprodukten 99

6. Lonen en prijzen van overige produktlemlddelen 111 7. Prijzen van land- en tulnbouwprodukten 129 8. Kosten, Inkomen en financiering landbouwbedrijven 149

9. Produktle en afzet 171 10. In- en uitvoer 195 11. Internationale gegevens 206 12. Diverse gegevens 231

TREFWOORDENREGISTER

249

OVERZICHT GEGEVENS

Akkerbouwgewassen en Tulnbouwgewassen en • Veestapel

Veehouderljprodukten

-Produkten Produkten

254 255 256 257

BIJLAGE: Indeling landbouwgebieden

LIJST VAN TABELLEN

HOOFDSTUK 1 Algemene statistische Informatie Nederland

11. Bevolking

a. Inwoners naar provincie I b. Inwoners naar gemeentetype c. Leeftijdsopbouw en geslacht I d. Geboorte en sterfte naar provincie I e. Bevolkingsprognose naar leeftijdsgroep f. Emigratie van Nederlanders I

g. Emigratie van mannelijke agrarische beroepspersonen

12. Beroepsbevolking

a. Beroepsbevolking, prognose naar leeftijdsgroep b. Totale arbeidsvolume naar sectoren en bedrijfstakken c. Geregistreerde werkloze mannen

13. Bodemgebrulk a. Bodemgebrulk •

b. Bodemgebrulk, per provincie c. Wijzigingen in het bodemgebrulk

d. Aankopen landbouwgrond voor andere bestemmingen e. Oppervlakte bos

14. Nationaal Inkomen en arbeldsproduktlvltelt a. Nationaal Inkomen (totaal en per hoofd b. Nationaal Inkomen naar sector

c. Arbeidsproduktlvltelt In enkele bedrijfsgroepen

9 10 10

15. Lonen en prijzen

a. Verdiende lonen en arbeidsduur In de nijverheid en de land- en

tuinbouw 11 b. Regelingslonen per uur. Indexcijfers 11

c. Koopkracht van de gulden, indexcijfers 12 d. Producentenprijzen nijverheid, Indexcijfers 12 e. Gezinsconsumptie, prijsindexcijfers 12

16. Verbruik

a. Consumptieve uitgaven, Indexcijfers 13 b. Voedingsmiddelen, verbruik per hoofd 13 c. Dierlijk eiwit, verbruik per hoofd 1+

d. Boter, margarine, eetbare ollen en vetten, verbruik totaal 14

17. Diverse gegevens

a- Overheidsuitgaven IS b. Spaargelden IS c. Hypotheken op landelijke eigendommen 15

d. Vonnissen van faillietverklaring 16 e. Opbrengsten van de omslag van alle waterschappen 16

HOOFDSTUK 2 Algemene gegevens landbouwbedrijven

Toelichting 1'

21. Gebruik van de cultuurgrond

a. Bedrijven naar bedrljfsgrootte (ha), totaal en naar hoofdberoep I 18 b. Oppervlakte cultuurgrond naar bedrljfsgrootte (ha), totaal en naar

hoofdberoep I 19 c. Bedrijven met cultuurgrond naar grondgebruik I 19

d. Oppervlakte cultuurgrond naar grondgebruik, provincie en

14 groepen van landbouwgebieden I 20 e. Oppervlakte cultuurgrond naar groepen vàn bedrljfstypen en

grondgebruik 21

22. Eigendom-pacht

a. Bedrijven naar aandeel grond In eigendom en naar bedrljfsgrootte I 21 b. Oppervlakte bedrijven naar aandeel grond In eigendom en naar

bedrljfsgrootte I 22 c. Oppervlakte cultuurgrond naar eigendom en pacht I 22

d. Gepachte oppervlakte naar categorlën van verpachters I 23 e. Bedrijven naar rechtsvorm hoofdbedrijfsgebouw en hoofdbedrij fs-

type I 23 f. bedrijven naar cultuurgrond bij het hoofdbedrijfsgebouw 23

23. Verkaveling

a. BedHjfsverkavelIng naar 14 groepen van landbouwgebieden I 24

24. Overheidsactiviteiten t.a.v. landbouwbedrijven

a. Aankopen van de Stichting Beheer Landbouwgronden 24

b. Ruilverkaveling naar provincie 25 c. Investeringen 1n cultuurtechnische werken 25

d. Bedr1jfsbee1nd1g1ngsregel1ng (0. en S. Fonds) 25 e. Borgstellingen van het BorgstellIngsfonds voor de Landbouw 26

f. Rentesubsi dieregel1ng voor modernisering van landbouwbedrijven 27

25. Bedrljfsgrootte en -typering

a. Bedrijven naar sbe-klasse en hoofdbedrljfstype I 28 b. Hoofdberoepsbedrljven naar sbe-klasse en hoofdbedrljfstype I 29

c. Totale sbe naar sbe-klasse en hoofdbedrljfstype I 29 d. Bedrijven naar (hoofd)bedrijfstype (VAT) I 30 e. Bedrijven naar sbe-klasse en (hoofd)bedrfjfstype • 31 f. Hoofdberoepsbedrljven naar sbe-klasse, naar groepen van

bedrljfstypen I 32 g. Nevenberoepsbedrljven naar sbe-klasse, naar groepen van

bedrljfstypen I 33 h. Bedrijven naar bedrljfsgrootte (ha) en groepen van bedrljfstypen I 34

26. Hoofdberoep

a. Bedrijven en oppervlakte cultuurgrond naar hoofdberoep

bedrljfshoofd en 14 groepen van landbouwgroepen I 35

27. Bedrijfsopvolging

a. Bedrijfsopvolging van bedrljfshoofden naar leeftijd van de

opvolger en (hoofd-)bedrljfstype I 36

28. Schoolopleiding

a. Bedrijven naar agrarisch dagonderwijs van bedrljfshoofden en

bedrijfsleiders 38

HOOFDSTUK 3 Arbeid en overige produkt1em1ddelen

Toelichting 39

31. Arbeid

a. Regelmatig en ni et-regel matig werkzame arbeidskrachten per

provincie I 39 b. Regelmatig en ni et-regel matig werkzame arbeidskrachten I 40

c. Arbeidskrachten en arbeldsjaareenheden I 41 d. Regelmatig werkzame arbeidskrachten, personen | 42 e. Regelmatig werkzame arbeidskrachten, arbeldsjaareenheden | 42

f. Regelmatig werkzame arbeidskrachten voor land- en

tulnbouwwerkzaamheden • 43 g. NI et-regel matig werkzame arbeidskrachten I 43

h. Zelfstandige bedrljfshoofden naar leeftijd, alle beroepen 44 1. Zelfstandige bedrijfshoofden naar leeftijd, hoofdberoep land- of

tuinbouwer 45 J. Vaste arbeidskrachten volgens geregistreerde jaarcontracten 46

k. Bedrljfsverzorgingsdiensten naar provincie 47

32. Gebouwen en inventaris

a. Bouwactiviteiten in de landbouw 48 b. Llgboxen- en voerllgboxenstallen naar provincie 48

c. Melkdiepkoeltanks naar aantal melk- en kalfkoelen per bedrijf I 49

d. Stallen voor varkens naar bouwjaar 49 e. Bedrijven met varkens naar ligging van de belangrijkste stallen

t.o.v. de bebouwde kom 49 f. Bouwjaar van kippenstallen 50

33. Trekkracht en machines

a. Werktuigen en machines in eigendom op agrarische bedrijven • 51

b. Trekkers naar 14 groepen van landbouwgebieden • 52 c. Maaidorsers naar 14 groepen van landbouwgebieden I 53 d. Melkmachine-installatles naar 14 groepen van

landbouwgebieden I 53 e. Melkmachine-installatles naar aantal melk- en kalfkoeien

per bedrijf I 54 f. Invoer van 1 andbouwwerktul gen en -machines 55

g. Invoer van land- en tulnbouwtrekkers naar motorvermogen en

merk 56 h. Uitvoer van landbouwwerktuigen en -machines 57

34. Meststoffen

a. Verbruik van kunstmeststoffen 58 b. Verbruik van zuivere N, P, K en Ca in mengmeststoffen 58

c. Verbruik van kunstmeststoffen naar soort 59 d. Voorzieningsbalansen van kunstmeststoffen 59 e. Mestproduktle runderen, varkens en pluimvee 60

f. Afvoer van kippenmest 60

35. Veevoeder

a. Beschikbaar gekomen krachtvoedergrondstoffen 61 b. Beschikbaar gekomen hoeveelheden veevoeders voor binnenlands

verbruik 62 c. Procentuele verdeling naar diersoort van de voor binnenlands

verbruik beschikbare hoeveelheid veevoeders op basis VEM 63

d. Verbruik van mengvoeder naar diersoort 64 e. Verbruik van krachtvoeder voor rundvee per melkkoe 64

f. Oppervlakte gemaald grasland naar gebruik 65

36. Gebruik en aanwending van produkt1em1ddelen

a. Bedrijven met gebruik van werktuigen en machines, naar

eigenaarscategorie 66 b. Oppervlakte cultuurgrond en aandeel daarvan dat beregend

of bevloeld kan worden 67 c. Bedrijven naar gebruik van de belangrijkste brandstof voor

verwarming van bedrijfsruimten 68

HOOFDSTUK 4 Oppervlaktegegevens en samenstelling veestapel (arealen, aantallen dieren en bedrijven)

73

a. Oppervlakte akkerbouwgewassen I 69 b. Oppervlakte akkerbouwgewassen naar ras 70 c. Oppervlakte gekeurde pootaardappelen naar ras en regio 71

d. Bedrijven met akkerbouwgewassen I 72 e. Bedrijven met akkerbouwgewassen naar areaal grootte

per groep van gewassen I

f. Bedrijven met akkerbouwgewassen naar areaal grootte en

(hoofd)bedrljfstype I 74 g. Bedrijven met granen naar areaal grootte en

(hoofd)bedrljfstype I 74 h. Bedrijven met aardappelen naar areaal grootte en

(hoofd)bedrljfstype I 75 1. Bedrijven met suikerbieten naar areaal grootte en

(hoofd)bedrljfstype I 75 J. Bedrijven met snljmals naar areaal grootte en

(hoofd)bedrljfstype 76 42. Tulnbouwgewassen

a. Oppervlakte tulnbouwgewassen I 76 b. Bedrijven met tulnbouwgewassen open grond naar areaal grootte

per groep van gewassen I 77 c. Bedrijven met tulnbouwgewassen open grond naar areaalgrootte

en (hoofd)bedrljfstype 78 d. Oppervlakte groenten open grond naar belangrijkste soorten en

naar contractteelt 78 e. Bedrijven met tulnbouwgewassen onder glas naar areaalgrootte I 79

f. Bedrijven met tulnbouwgewassen onder glas naar areaal grootte

en (hoofd)bedrljfstype I 79 43. Rundvee

a. Samenstelling van de rundveestapel I 80 b. Melk- en kalfkoelen per 100 ha grasland en voedergewassen 80

c. Bedrijven naar aantal melk- en kalfkoelen per bedrijf en

(hoofd)bedrljfstype | 81 d. Rundvee naar veeslag I 81 e. Bedrijven met melkcontrole 82 f. Melkcontrole op vet- en eiwitgehalte 82

g. Kunstmatige inseminatie bij rundvee 83

h. Kalveren naar bestemming 83 1. Aanvoer van runderen op veemarkten 84

j. Bedrijven naar aantal mestkalveren per bedrijf en

(hoofd)bedrijfstype • 84 k. Bedrijven met hokcapaclteit voor mestkalveren naar aantal

aanwezige mestkalveren I 85 1. Bedrijven naar aantal stuks jongvee voor de mesterij per

bedrijf en (hoofd)bedrljfstype I 85

44. Paarden

a. Samenstelling van de paardenstapel I 86

b. Paarden naar ras I 86 c. Bedrijven naar aantal paarden per bedrijf I 87

d. Aanvoer van paarden op veemarkten 87 45. Schapen

a. Samenstelling van de schapenstapel I 87 b. Bedrijven naar aantal schapen per bedrijf en

(hoofd)bedrijfstype I 88 c. Aanvoer van schapen op veemarkten 88

46. Varkens

a. Samenstelling van de varkensstapel • 89

b. Varkens naar ras I 89 c. Bedrijven met mestvarkens en fokzeugen naar aantal

dieren per bedrijf I 89 d. Aanvoer van varkens op veemarkten 90

Fokkerij

e. Bedrijven naar aantal fokzeugen per bedrijf en

(hoofd)bedrijfstype I 90 f. Kunstmatige Inseminatie bij varkens 91

g. Dekkingen van varkens per maand 91 Mesterl j

h. Bedrijven naar aantal mestvarkens per bedrijf en

(hoofd)bedrijfstype I 92 i. Bedrijven met hokcapadtelt voor mestvarkens naar aantal

aanwezige mestvarkens I 92 47. Pluimvee

a. Samenstelling van de kippenstapel I 93 Leghennen en moederdleren van slachtrassen

b. Bedrijven naar aantal leghennen per bedrijf en

(hoofd)bedrijfstype • 93 c. Bedrijven met hokcapaclteit voor leghennen naar aantal

aanwezige leghennen | 94 d. Bedrijven naar aantal moederdleren van slachtrassen

per bedrijf en (hoofd)bedrijfstype I 94 e. Bedrijven met hokcapacitelt voor moederdleren van

slachtrassen naar aantal aanwezige moederdleren van

slachtrassen • 95 f. Inleg van broedeieren naar ras 95

g. Inleg van broedeieren van kippen per maand 95 Slachtkuikens

h. Bedrijven naar aantal slachtkuikens per bedrijf en

(hoofd)bedrljfstype 96 i. Bedrijven met hokcapacitelt voor slachtkuikens naar

aantal aanwezige slachtkuikens • 96 Eenden

j. Samenstelling van de eendenstapel I 97 k. Bedrijven naar aantal legeenden per bedrijf • 97

1. Bedrijven naar aantal si ach teenden per b e d r i j f ! 97 Kalkoenen

m. Bedrijven naar aantal kalkoenen voor broedeierproduktie

per bedrijf • 98 n. Bedrijven naar aantal kalkoenen voor de slacht per bedrijf

en (hoofd)bedrijfstype • 98

HOOFDSTUK 5 Hoeveel heidsgegevens landbouwprodukten

51. Akkerbouwprodukten

a. Produktie van akkerbouwgewassen I 99

b. Stroproduktie I 99 c. Gemiddelde opbrengst van akkerbouwgewassen I 100

d. Gemiddelde stro-opbrengst I 100 e. Gemiddelde opbrengst van granen naar groepen van

landbouwgebieden I 101 f. Gemiddelde opbrengst van aardappelen, bleten en snljmals

naar groepen van landbouwgebieden I 102 g. Geplombeerde hoeveelheid pootaardappelen naar ras 103

52. Melk en zulvelprodukten

a. Helkproduktle 103 b. Bemiddelde melkproduktle per dier naar veeslag 104

c. Melkaanvoer naar regio en perloden van 4 weken 104

d. Zulvelproduktle 105 53. Vee en vlees

a. Produktle van vlees naar diersoort 106 b. Gemiddeld geslacht gewicht naar diersoort 106 c. Totaal slachtingen en bruto eigen produktle 107

d. Hulsslachtingen naar diersoort 108 e. Slachtvarkens naar handelsklasse 108 f. Gedestrueerde kadavers naar diersoort 109 54. Eieren en slachtplulmvee

a. Produktle van klppeeleren 109 b. Produktle van slachtplulmvee 110 55. Wol

Wol-1nname naar provincie en kwaliteit 110

HOOFDSTUK 6 Lonen en prijzen van overige produkt1em1ddelen

Toelichting 111 61. Lonen en sociale lasten

a. Basisuurlonen in de akker- en weidebouw en de

veehouderij 112 b. Loonswljzlgingen 1n de landbouw sinds 1-3-1978 113

c. Weeklonen van vaste werknemers in de akker- en

weidebouw, veehouderij en pluimveehouderij 114 d. Weeklonen van vaste werknemers in de tuinbouw,

exclusief boomkwekerij 115 e. Weeklonen van vaste werknemers in het boomkwekerij-

bedrijf 116 f. Minimumloon In de land- en tuinbouw volgens CAO 117

g. Gemiddeld verdiend bruto-loon en arbeidsduur van

volwassen mannelijke arbeiders in de land- en tuinbouw 117 h. Loonkosten per gewerkt uur In de akkerbouw en

veehouderij 118 1. Sociale lasten voor werknemers In de landbouw,

sinds 1-1-1978 119 62. Koop- en pachtprijzen

a. Koopprijzen van boerderijen, los bouwland en

los grasland I 121 b. Pachtprijzen van boerderijen, los bouwland en

los grasland I 122 63. Prijzen en meststoffen

a. Verbruikersprijzen van kunstmeststoffen 123 b. Verbruikersprijzen van mengmeststoffen 123 64. Prijzen van voedernriddelen

a. Verbruikersprijzen van mengvoeders 124 b. Verbruikersprijzen van hooi, stro en andere ruwvoeders 124

65. Prijzen van energie

a. Verbruikersprijzen van brandstoffen, gas en elektrlci-

d t e 1 t 125 66. Prijsindexcijfers

a. Brandstoffen en smeermiddelen 126 b. Goederen en diensten in de landbouw 126 c. Loonwerktarieven in de land- en tuinbouw 127

d. Landbouwwerktulgen en -machines 127

e. Bouwmaterialen 128 f. Bouwkosten Hgboxenstal voor melkkoeien 128

HOOFDSTUK 7 Prijzen van land- en tulnbouwprodukten

71. Akkerbouwprodukten

a. Richt-, Interventie-, drempel- en afgeleide telersprljzen

van granen en handelsgewassen 129 b. Richt-, Interventie-, drempel- en minimumprijzen van suiker,

melasse en suikerbieten 130 c. Prijzen en steunbedragen overige marktordenlngsprodukten 130

d. Telersprljzen van granen 131 e. Telersprljzen van peulvruchten en handelsgewassen 132

f. Telersprljzen van suikerbieten 132 g. Telersprljzen van consumptieaardappelen 133 h. Telersprljzen van fabrieksaardappelen 133 1. Telersprljzen van hooi, stro en andere ruwvoeders 134

j. Consumentenprijzen van suiker 135

72. Tulnbouwprodukten

a. Gemiddelde v e l U n g p r l j z e n van de voornaamste groente- en

frultsoorten 136 b. Gemiddelde v e l U n g p r l j z e n van de voornaamste snijbloemen

en potplanten 137

73. Melk en zulvelprodukten

a. Richtprijzen voor en heffingen op melk 138 b. Drempel-, I n t e r v e n t i e p r i j z e n en steunbedragen van

zulvelprodukten 139 c. Opbrengstprijzen van melk 139

d. Gemiddelde netto-opbrengstprljzen van melk per 4-weekse

periode 140 e. Officiële Nederlandse zuivelnoterlngen 140

f. Beurs- en marktnoteringen voor kaas 141

74. Vee en vlees (excl. slachtplulmvee)

a. Gemeenschappelijke prijzen In de sector vee en vlees 141

b. Marktprijzen van gebruïksvee 142 c. Marktprijzen van slachtvee 143 d. Marktprijzen van schapen 143 e. Marktprijzen van varkens 144 f. Marktprijzen van paarden 145

75. Eieren en slachtplulmvee

a. Producentenprijzen van slachtplulmvee en klppeeleren

per jaar 145 b. Producentenprijzen van slachtplulmvee en klppeeleren

per maand 146

76. Wol

a. Wolprijzen 146 77. Prijsindexcijfers

a. Opbrengsten In de landbouw 147

HOOFDSTUK 8 Kosten, Inkomen en financiering landbouwbedrijven

Toelichting 149 81. Produktlewaarden en produktlvltelt

a. Produktlewaarde van de land- en tuinbouw en berekening

van het agrarisch Inkomen 150 b. Landbouwproduktle en toegevoegde waarde (Indexcijfers) 153

c. Totale produktlewaarde van landbouwprodukten naar

bestemming 154 d. Produktle en toegevoegde waarde per arbeldsjaareenheld 155

82. Produktlekosten per produkt

a. Produktlekosten van melk 156 b. Produktiekosten van consumpt1e-e1eren 157

c. Produktiekosten van slachtkulkens 157 d. Produktiekosten van biggen 158 e. Produktiekosten van mestvarkens 158

83. Bedrijfsresultaten

a. Bedrijfsresultaten van landbouwbedrijven 159 b. Bedrijfsresultaten van akkerbouwbedrijven en gemengde

bedrijven met overwegend akkerbouw 160 c. Bedrijfsresultaten van weidebedrijven 161 d. Bedrijfsresultaten van gemengde bedrijven met overwegend

rundveehouderij en met intensieve veehouderij 162 e. Bedrijfsresultaten leghennen op batterljbedrljven 162

f. Bedrijfsresultaten slachtkulkens 163 g. Bedrijfsresultaten slachtkalkoenen 163 h. Bedrijfsresultaten varkensfokkerij 163 1. Bedrijfsresultaten varkensmesterlj 164

84. Financiering

a. Balansen van de Nederlandse landbouwbedrijven 164 b. Inkomensvorming, besteding en financiering op landbouw-

bedrijven 165 c. Balansen van eigendoms- en pachtbedrijven 165

d. Balansen van elgendomsbedrijven 166 e. Balansen van pachtbedrijven 167 f. Inkomensvorming- en besteding op elgendomsbedrijven 168

g. Inkomensvorming- en besteding op pachtbedrijven 169

HOOFDSTUK 9 Produktie en afzet

Toelichting voorzieningsbalansen 171 91. Land- en tuinbouwprodukten gezamenlijk

a. Voorzieningsbalansen land- en tuinbouwprodukten totaal,

telerswaarde 172 b. Produktie van land- en tuinbouwprodukten, Indexcijfers 173

c. Verbruik van land- en tuinbouwprodukten, Indexcijfers 174 d. Produktie-, verbrulks- en exportpakket van land- en

tuinbouwprodukten 175

92. Akkerbouwprodukten

a. Voorzieningsbalansen akkerbouwprodukten totaal,

telerswaarde 176 b. Voorzieningsbalansen akkerbouwprodukten naar groepen van

gewassen, telerswaarde 177 c. Voorzieningsbalansen granen, hoeveelheden 179

d. Voorzieningsbalansen peulvruchten en aardappelen,

hoeveel heden 182 e. Voorzieningsbalansen suikerbieten, hoeveelheden 183

93. Tuinbouwprodukten

a. Voorzieningsbalansen tuinbouwprodukten totaal,

telerswaarde 184 b. Voorzieningsbalansen groenten en fruit, telerswaarde 184

c. Voorzieningsbalansen groenten en fruit, hoeveelheden 185

d. Veilingaanvoer van tuinbouwprodukten 186

94. Veehouderljprodukten

a. Voorzieningsbalansen veehouderljprodukten totaal,

telerswaarde 187 b. Voorzieningsbalansen veehouderljprodukten naar sector,

telerswaarde 188 c. Voorzieningsbalansen veehouderljprodukten naar groepen

van Produkten, telerswaarde 189 d. Voorzieningsbalansen melk en zulvelprodukten, hoeveelheden 190

e. Voorzieningsbalansen vlees, hoeveelheden 192 f. Voorzieningsbalansen klppeeleren, hoeveelheden 193

HOOFDSTUK 10 In- en uitvoer

Toelichting 195 101. Landbouwprodukten gezamenlijk

a. Totale Invoer van Produkten van agrarische herkomst

en de visserij 196 b. Totale uitvoer van Produkten van agrarische herkomst

en de visserij 197 c. Waarde, volume en prijs van de 1n- en uitvoer van

landbouwprodukten en voedingsmiddelen 198 d. Waarde, volume en prijs van de Invoer van landbouwprodukten

en voedingsmiddelen 200 e. Waarde, volume en prijs van de uitvoer van landbouwprodukten

en voedingsmiddelen 201 102. Akkerbouwprodukten

a. Invoer van akkerbouwprodukten 202 b. Uitvoer van akkerbouwprodukten 202 103. Tulnbouwprodukten

a. Invoer van tuinbouwprodukten 203 b. Uitvoer van tulnbouwprodukten 203 104. Vee en veehouderljprodukten

a. Invoer van vee en veehouderljprodukten 204 b. Uitvoer van vee en veehouderljprodukten 205

HOOFDSTUK 11 Internationale gegevens 111. Diverse EG-gegevens

a. Kengetallen landbouw 1n EG-landen 206 b. Uitvoer van agrarische Produkten EG-landen 212 c. Mengvoederproduktle naar voedersoort 218 d. Gemeenschappelijk markt- en prijsbeleid (EG) In de landbouw 220

e. EG-term1nolog1e 226 f. Het Europese Monetaire Stelsel (EMS) 228

g. Uitgaven Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw 230

HOOFDSTUK 12 Diverse gegevens 121. Landbouwcoöperatie

a. Aanvoer, afzet etc. van landbouwcoöperaties

231

a. Mengvoederbedrijven en -produktie naar produktleomvang 232

b. Mengvoederproduktle naar voedersoort 232 123. Landbouwonderwijs

a. Leerlingen landbouwscholen en -cursussen 233 b. Bestemming van gediplomeerden van het hoger en middelbaar

agrarisch onderwijs 233

124. (Omrekenlngs)normen

a BewerkIngseenheden (be) en standaardbedrljfseenheden (sbe) 234 b. Grootvee-eenheden (GE) per dier, op basis voederbehoefte 236

c. Rendement akkerbouwprodukten 237 d. Rendement melkverwerklng 237 e. Aanhoudingspercentages voor slachtdieren 237

f. Omrekeningskoersen 238

125. Maten en gewichten

a. Lengtematen 238 b. Oppervlaktematen 238 c. Inhoudsmaten 239 d. Gewichten 239

e. Kllogramgewlchten per hl en per bushei 239

Het Internationale stelsel van meeteenheden (SI)

f. Erkende meeteenheden (SI-eenheden) 240 g. Voorvoegsels voor het vormen en decimale veelvouden en

delen van SI-eenheden 241 h. Eenheden die niet tot het SI behoren, doch blijvend zijn erkend 241

1. Herleiding van vervallen eenheden tot SI-eenheden 242

126. Overige gegevens

a. Boerderljbranden naar oorzaak 243 b. Besmettelijke veeziekten 243

c. Omzetbelasting 244 d. Wet Investeringsrekening (WIR) 245

e. Leveringsvoorwaarden 247 f. Rentestanden en rendementen hypotheken, aandelen en

obligaties 247 g. KHmaatgegevens Nederland 248

Hoofdstuk 1

Algemene statistische Informatie Nederland

11. Bevolking

11-a. Inwoners naar provincie, 31 december

1950 1960 1970 1975 1979 1980 1981 1982

Groningen Friesland Drenthe Overijssel + NOP Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg

Zuidelijke IJsselmeerpolders 1) Centraal Persoonsregister Nederland

w.o. mannen

Tot. bevolking per km2 land Totale bevolking, 30 juni

x 1 000 462 468 285 690 1 101

584 1 875 2 425 272 1 267

745

.

27 10 200

5 084 478 480 314 812 1 288

687 2 073 2 726 284 1 513

894 1 6 11 556

5 754 1 2 2 1 1

13 6

522 527 373 933 534 816 260 992 310 819 012 17 4 119 550

1 2 3 1 1

13 6

540 561 406 986 640 868 296 049 332 967 052 36 2 734 837

1 1 2 3 2 1

14 6

554 584 418 018 694 895 308 084 348 051 069 66 2 091 994

557 589 422 1 028 1 709 908 2 316 3 107 352 2 072 1 073 76

1 14 209

7 048 559 592 424 1 034 1 719 917 2 312 3 121 354 2 085 1 077 90

1 14 286

7 082 561 595 425 1 038 1 727 923 2 308 3 130 355 2 094 1 081 101

1 14 340

7 103 315 344 389 406 415 419 421 423 10 114 11 480 13 032 13 653 14 030 14 144 14 246 14 310 Bron: CBS Maandstatistiek van de bevolking |.

1) I n d . Dronten en Lelystad.

11-b. Inwoners naar gemeentetype

Al A2 A3 A4 BI B2 B3 Cl C?

C3 C4 C5

gemeentetype 1)

platteland, 50% e.m. landbouw platteland, 40 tot 50% landbouw platteland, 30 tot 50% landbouw platteland, 20 tot 30% landbouw geïndustrialiseerd platteland geïndustrialiseerd platteland forensengemeenten

pi attelandsstadjes kleine steden middelgrote steden middelgrote steden grote steden Totaal 2)

bevolking op 28 februari

absoluut 1 282 51 186 365 993 1 030 249 1 081 464 1 633 178 1 718 917 218 301 1 011 476

751 937 1 447 191 3 745 355 13 056 529

1971

%

0,0 0,4 2,8 7,9 8,3 12,5 13,2 1,7 7,7 5,8 11,1 28,7 100

bevolking op 31 december

absoluut 909 51 938 400 045 1 224 507 1 217 317 2 001 936 2 059 143 .

335 494 1 229 795

849 025 1 446 519 3 521 647 14 338 275

i 1982

%

0,1 0,4 2,8 8,5 8,5 14,0 14,4 2.3 8,6 5,9 10,1 24,6 100

indexcijfers februari 31-12-'81

70,3 100,7 108,8 117,5 112,0 121,7 118,3 152,7 120,3 112,5 99,9 94,8 109,4

1971=100 31-12-'82

70,9 101,5 109,3 118,9 112,6 122,6 119,8 153.7 121,6 112,9 100,0 94,0 109,8 Bron: CBS Maandstatistiek van de bevolking.

1) Omschrijving gemeentetypen.

Bi grootste woonkern minder dan 5 000 Inwoners.

B2 grootste woonkern 5 000-20 000 Inwoners.

B3 meer dan 30ï allochtone woonforensen.

Cl stedelijke woonkern 2 000 tot 10 000 inwoners.

C2 stedelijke woonkern 10 000 tot 30 000 inwoners.

C3 stedelijke woonkern 30 000 tot 50 000 inwoners.

C4 stedelijke woonkern 50 000 tot 100 000 inwoners.

C5 stedelijke woonkern 100 000 en meer inwoners.

2) Exclusief het Centraal Persoonsregister.

11-c. Leeftijdsopbouw en geslacht 31 december

0-15 jaar

16-20 jaar

21-24 jaar

25-39 jaar

40-49 jaar

50-64 jaar

65 jaar en oud

Totale bevolking gesl.

m V

m V m V m V m V m V

m V

m V

1950 in 31,8 30,1 8,2 7,8 6,3 6,2 21,2 21,6 12,0 12,6 13,0 13,7 7,5 8,1

1955 1960

% van het totaal 32,5 30,6 7,6 7,3 5,9 5,7 20,4 20,7 11,9 12,3 13,6 14,5 8,0 8,8 absoluut (x 5 084

5 117 5 391 5 431

32,6 30,7 8,0 7,6 5,7 5,4 19,8 19,8 11,5 11,8 14,0 15,0 8,5 9,6 1000) 5 754 5 802

1965 aantal

30,7 29,2 9,7 9,2 6,1 5,7 19,5 18,6 11,4 11,8 13,9 15,1 8,7 10,5

6 178 6 199

1970 mannen i 29,6 28,2 8,7 8,2 7,7 7,3 20,0 18,5 11,4 11,6 13,6 14,8 9,0 11,4

6 550 6 570

1975 1979 resp. vrouwen

27,5 26,1 8,8 8,3 6,8 6,4 22,6 20,8 11,2 11,0 13,8 14,9 9,2 12,5

6 837 6 897

25,2 23,7 9,0 8,5 6,9 6,5 24,0 22,2 11,5 10,9 14,0 14,9 9,6 13,4

6 994 6 097

1980

24,6 23,1 9,1 8,6 7,0 6,6 24,2 22,5 11.5 10,9 14,1 14,9 9,6 13,5

7 048 7 160

1981

24,0 22,5 9,1 8,6 7,0 6,6 24,5 22,8 11,6 10,9 14,1 14,9 9,6 13,7

7 082 7 204

1982

23,4 21,9 9,1 8,5 7,1 6,7 24,8 23,1 11,7 10,9 14,3 15,0 9,7 13,9

7 103 7 237 Bron: CBS Maandstatistiek van de bevolking |.

11-d. Geboorte en sterfte per 1 000 inwoners naar provincie 1951/

1960 1961/

1970 1971/

1980

1975 1979 1980 1981 1982

Geboorte Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland Per 1 000 vrouwen van 15-44 jaar

Netto vervangingsfactor 1)

19,2 21,8 23,3 23,4 22,5 21,4 19,2 19,8 20,0 24,7 24,8

19,1 21,4 20,6 21,6 20,8 20,1 17,9 18,5 18,5 22,0 20,3

13,7 15,4 14,1 15,4 14,2 13,7 12,4 13,2 14,0 14,3 12,4

12,7 14,5 13,0 14,1 13,2 13,0 10,9 11,7 14,2 13,3 11,1

12,1 13,7 12,1 13,9 12,8 12,6 11,5 12,4 12,5 13,0 11,6

12,4 14,3 12,7 14,3 13,0 12,9 11,8 12,8 13,3 13,1 11,5

12,1 14,0 12,3 13,8 12,5 12,7 11,5 12,7 12,8 12,7 11,4

11,9 13,3 11,6 13,4 12,2 12,2 11,1 12,0 12,9 12,0 10,0

21,5 19,8 13,8 13,0 12,5 12,8 12,5 12,0

.01,2 1,43

94,9 1,40

63,8 0,85

60,3 0,79

55,9 0,75

56,9 0,76

55,1 0,75

52,4 0,72

Sterfte Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland

8,21 8,64 6,98 7,32 7,66 7,93 7,93 7,46 9,14 6,76 6,84

8,9 9,2 7,5 7,6 8,1 8,3 8,7 8,2 9,5 6,7 6,9

9,2 9,3 8,0 8,0 8,2 8,0 9,0 8,8 9,6 6,8 7,5

9,4 9,2 7,7 8,3 8,4 7,5 8,7 8,6 10,0 6,6 7,6

9,2 8,5 8,1 7,9 7,8 7,7 8,8 8,6 9,3 6,7 7,4

9,2 8,8 8,1 7,7 7,9 7,8 8,7 8,7 9,2 6,7 7,5

8,9 8,9 8,1 7,9 7,8 7,8 8,8 8,6 9,6 6,8 7,6

9,3 9,0 8,2 8,1 8,0 7,7 8,9 8,7 9,1 6,9 7,6

7,55

8,0 8,2 8,3 8,0 8,1 8,1 8,2

Bron: CBS Maandstatistiek van de bevolking |.

1) Deze factor geeft de tendens van de toekomstige bevolkingsontwikkeling aan volgens de geboorte- en sterfteverhoudingen in de beschouwde periode. Bij een waarde groter dan 1 zal de bevolking op de duur toenemen, bij een waarde kleiner dan 1 afnemen.

11-e. Bevolkingsprognose naar leeftijdsgroep, 1 januari

0- 4 jaar 5- 9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 Jaar 55-59 jaar 60-64 jaar 65-69 jaar 70-74 jaar 75 jaar e.o.

Totaal Alg. totaal

werkelijke 1980

m

x 1000

452 552 626 638 606 587 614 476 414 388 358 345 273 242 186 238 6 994

bevolking

V

430 528 597 610 585 560 574 440 391 380 370 375 309 298 258 393 7 097 14 091

berekende bevolking 1985

m V

Alternatief L

465 459 558 633 647 614 589 611 472 408 378 342 320 240 197 260 7 193

14 ! 443 437 534 604 621 591 561 574 440 389 375 362 362 293 272 467 7 328 521

1990 m

481 466 459 558 632 646 612 586 607 466 398 362 318 282 197 282 7 353

14 V

458 444 438 534 606 621 590 559 572 437 383 367 351 344 268 524 7 496 849

2000 m

473 490 479 464 456 554 628 641 604 573 584 436 355 297 231 324 7 591

15 V

450 467 457 443 437 533 603 618 585 551 558 421 363 337 304 599 7 725 316

0- 4 jaar 5- 9 jaar 10-14 jaar 15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar 65-69 jaar 70-74 jaar 75 jaar e.o.

452 552 626 638 606 587 614 476 414 388 358 345 273 242 186 238

430 528 597 610 585 560 574 440 391 380 370 375 309 298 258 393

Alternatief H

488 462 561 637 651 617 589 611 472 408 377 342 319 240 197 260

465 440 536 608 626 593 562 575 441 389 375 362 362 293 272 467

531 493 467 568 647 660 617 585 606 465 398 361 317 282 196 282

506 470 445 544 622 631 592 561 575 439 384 367 350 343 268 523

554 562 538 502 483 587 656 655 607 571 582 434 353 295 229 323

528 535 512 480 466 562 623 627 589 556 562 423 362 336 303 597

Totaal 6 994 7 097 7 232 7 368 7 476 7 621 7 931

060

Alg. totaal 14 091 14 600 15 097 15 991

Bron: CBS Prognose van de bevolking van Nederland na 1980.

N.B.: Er zijn 2 alternatieve berekeningen vermeld die het karakter dragen van een mogelijke boven- (alternatlef H) resp. benedengrens (alternatief L) voor het bevolkingsverloop. Te zamen be- schrijven zij het trendgebied waarbinnen de toekomstige bevolkingsontwikkeling zich kan af- spelen.

11-f. Emigratie van Nederlanders

1951/1955 1956/1960 1961/1965 1966/1970 1971/1975 1976/1980 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982

totaal

m

33 364 26 941 18 972 19 200 18 245 18 419 17 897 18 405 18 982 18 256 18 553 19 872 20 167

V

28 058 24 179 18 291 19 316 18 451 17 661 17 904 17 950 18 027 17 140 17 284 18 344 19 246

waarvan met beroep

21 16 11 11 10 10 9 10 10 9 10 10 9

m

080 524 849 822 671 128 807 260 418 996 158 577 993

4 4 4 5 5 4 4 4 4 4 4 4 4

V

364 418 650 654 668 724 879 875 725 515 627 545 342

bedrij fsnoofden in de

m

472 169 94 68 60 100 51 71 99 123 153 145 111

landbouw V

4 2 3 2 1 1

_

1 1 1 1 2

-

werknemers 1n de landbouw

m

2 842 984 395 259 172 142 155 136 124 137 158 166 145

V

27 8 11 10 14 17 9 22 18 18 20 24 22 Bron: CBS Statistiek van de buitenlandse migratie |.

11-g. Emigratie van Nederlanders, mannelijke agrarische beroepspersonen

Herkomst Gronlngen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Nrd.-Holland Zd.-Holland Zeeland Nrd.-Brabant Limburg Zd. IJssel- meerpolders Centr. Pers.

reglster Nederland

bedrljfshoofden 1951/ 1961/ 1971/

1960

17 27 22 20 33 12 29 51 9 70 31

- -

321 1970

5 9 5 5 7 3 10 14 4 13 7

- -

81 1980

10 8 3 4 10 3 7 14 4 12 4

1

-

80 1979

27 20 7 5 10 5 10 13 5 16 4

1

-

123 1980

19 20 4 6 19 3 11 23 4 30 11

3

-

153 1981

19 19 7 10 15 8 10 22 3 17 12

2 1 145

1982

6 11 6 7 15 1 15 14 3 23 10

- -

111

werknemers 1951/ 1961/ 1971/

1960

104 238 67 122 212 79 298 368 51 253 121

- -

1 913 1970

15 37 9 24 36 13 59 71 10 31 20

1

-

327 1980

7 13 5 10 19 7 29 38 4 17 8

1

-

157 1979

9 13 4 5 14 7 25 32 5 17 5

1

-

137 1980

3 15 5 10 14 4 28 48 6 16 8

1

-

158 1981

6 11 5 11 19 8 24 31 7 25 13

6

-

166 1982

3 10 2 9 13 10 22 38 4 20 8

6

-

145

Leeftijd 0-14 jaar 15-19 jaar 20-29 jaar 30-49 jaar 50-64 jaar 65 jaar e.o.

Totaal

-

1 62 192 59 7 321

-

1 22 44 12 2 81

-

1 22 42 13 2 80

-

1 30 67 22 3 123

-

41

-

92 20

-

153

-

2 42 86 13 2 145

-

1 27 66 16 1 111

2 224 1 169

470 44 4 1 913

-

40 207 67 13 1 327

-

11 95 43 7 1 157

-

7 86 38 6

-

137

-

13 93 46 5 1 158

-

8 112 39 5 2 166

-

2 98 42 2 1 145 Bron: CBS Statistiek van de buitenlandse migratie.

12. BEROEPSBEVOLKING

12-a. Beroepsbevolking, prognose naar leeftijdsgroep

15-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar 65 jaar e.o.

Totaal

beroepsbevolking 1979 mannen

x 1000

182 471 548 589 454 389 354 305 257 141 36

vrouwen

202 399 246 192 153 133 114 92 65 31 6

berekende mannelijke beroepsbevolking per 1 1980

185 479 548 605 464 397 353 307 255 131 35

1985

178 510 572 570 598 445 372 315 245 143 31

1990

164 499 609 598 562 576 417 334 254 140 30

1995

131 433 597 633 590 540 542 375 273 147 26

2000

134 366 515 619 623 568 507 490 306 161 22

januari 2005

142 380 439 534 610 600 533 456 402 178 23

1)

148 402 457 456 525 586 562 480 372 236 26

1) De gegevens zijn gebaseerd op de "Arbeidskrachtentelling 1979"

12-b. Totale arbeidsvolume 1) naar sectoren en bedrijfstakken

1965 1970 1975 1978 1979 1980 1981* 1982*

Bedrijven

1 000 arbeidsjaren

Land- en tuinbouw Bosbouw 2) Visserij Totaal

Voedlngs- en genotm.Industrie Delfstoffenwinning en overige In- dustrie 3)

Openbare nutsbedrijven Bouwnijverheid en Installatiebedrijven Handel, hotel- en restaurant- wezen, reparatiebedrijven 3) Transport-, en communicatie- bedrijven

Overige diensten

374 6 8 388 207

42 464 746 304 661

316 6 7 329 202

43 505 938 305 785

287 6 6 299 185 907 45 436 918 310 926

273 6 6 285 178 843 44 445 919 308

268 6 6 280 178 833 45 459 933 313

266 6 6 278 175 826 46 449 939 320

261 6 6 273 172 800 47 400 922 319

257 6 6 269 167 764 47 355 891 314

Totaal bedrijven 3 986 4 129 4 026 4 023 4 070 4 093 4 014 3 893

Overhei d 516 567 630 690 703 714 728 732

Totaal bedrijven en

overheid 4 502 4 696 4 656 4 713 4 773 4 807 4 742 4 625

Bron: CBS Nationale rekeningen.

N.B.: Als gevolg van een herziening van de Nationale rekeningen in 1977, zijn de gegevens over de jaren daarvoor niet geheel vergelijkbaar met die van de jaren daarna.

1) Zelfstandige bedrljfshoofden, medewerkende gezinsleden en werknemers.

2) Raming LEI.

3) M.1.V. 1969 zijn de reparatiebedrijven overgebracht van de industrie naar de handel.

12-c. Geregistreerde werkloze mannen

Alle beroepsgroepen eind februari eind mei eind augustus eind november Agrarische sector

eind februari eind mei eind augustus eind november

1970

62 823 35 167 33 388 42 011

2 670

733 632

1975

168 717 144 192 153 613 164 980

4 431 2 891 2 924 3 758

1980

156 465 135 817 167 005 199 192

4 736 3 078 3 738 4 600

1981

249 520 234 423 271 242 306 163

6 450 5 022 6 361 7 393

1982

354 270 345 325 386 804 426 532

9 105 8 072 9 382 11 232

1983

551 251 527 647 561 591 571 233

16 594 14 554 15 839 17 036 Bron: CBS Sociale maandstatlstlek.

N.B.: Incl. de werklozen met een arbeidsverhouding 1n het vrije bedrijf en excl.

jecten voor aanvullende werkgelegenheid.

werknemers op ob-

13. B0DEMGEBRUIK

13-a. Bodemgebrulk, 1 januari

1977 1979 1981

km2

Recreatieterrein Industrie- en haventerrein Woongebied

Overig bebouwd terrein Bouwterrein Bos Glastuinbouw

Overig agrarisch gebruik Natuurlijk terrein Overige gronden Water

Totaal

1 269 647 394 1 871 323 337 2 905

133 24 238

1 641 186 3 243 37 187

1 263 675 408 1 935 331 341 2 940

137 24 115

1 603 191 3 344 37 283

1 289 710 428 1 997 340 326 2 955

139 23 994 1 560 190 3 376 37 305 Bron: CBS Bodemstatistiek | .

N.B.: In tegenstelling tot het begrip "cultuurgrond" uit de landbouwtelling, omvat het begrip

"agrarisch gebruik" (en "glastuinbouw") naast de beteelde oppervlakte tevens tuinen voor eigen gebruik, cultuurgrond van n1et-telplicht1gen, verspreide bebouwing, water smaller dan 6 meter enz.

13-b. Bodemgebrulk per provincie per 1 januari 1981

Verkeersterrein Recreatieterrein Industrie- en haventerrein Woongebied

Overig bebouwd terrein Bouwterrein

Bos

Overig agrarisch gebruik Natuurlijk terrein Overige gronden Water Totaal

Verkeersterrein Recreatieterrein Industrie- en haventerrein Woongebied

Overig bebouwd terrein Bouwterrein

Bos

Overig agrarisch gebruik Natuurlijk terrein Overige gronden Water Totaal

Gronin-

gen km2 60 28 20 110 14 19 24 2

47 17 262

Fries- land

93 38 14 J04 11 15 85 1

256 12 456

Zuid- Holland

136 115 87 291 57 70 39 87

167 20 456

Drenthe

97 36 12 96 14 7 256 2

125 19 27

Zeeland

74 32 19 66 7 13 23 1

87 16

3 017 Over- ijssel

132 55 33 146 22 16 345 1

127 10 114

Noord- Brabant

197 100 76 348 60 41 655 6

138 28 149

Gelder- land

188 100 52 261 52 23 862 9

250 22 120

Limburg

104 49 39 187 27 16 281 8

49 24 38

Utrecht

52 38 17 120 28 15 178 5 843 31 5 65

IJssel- meer- polders

36 19 4 14 6 31 111 0 641 82 5 187

Noord- Holland

121 102 53 254 43 61 94 18

200 11 271

Neder- land

1 289

710 428

340 326

139

1 560

190

N.B.: In tegenstelling tot het begrip "cultuurgrond" uit de landbouwtelling, omvat het begrip "agrarisch gebruik" en "glastuinbouw" naast de beteelde oppervlakte tevens tuinen voor eigen gebruik, cul- tuurgrond van niet-telpllchtlgen, verspreide bebouwing, water smaller dan 6 meter enz.

13-c. Wijzigingen In het bodemgebruik tussen 1-1-1979 en 1-1-1981, In ha Onttrokken aan

Verkeersterrein Recreatieterrein Industrie- en haventerrein Woongebied

Overig bebouwd gebied Bouwterrein Bos Glastuinbouw Overig agrarisch gebruik Natuurlijk terrein Overige gronden Water Totaal

Verkeersterrein Recreatieterrein Industrie- en haventerrein Woongebied

Overig bebouwd gebied Bouwterrein Bos Glastuinbouw Overig agrarisch gebruik Natuurlijk terrein Overige gronden Water Totaal

toegevoegd verkeers- terreln

34 17 61 21 965 72 3 1 133

230 4 10 2 551

aan recrea- tie- terrein

27 21 79 26 816 317 11 2 033

307 134 79 3 848

glas- tuin- bouw

0 0 0 0 0 0 0 463 0 0 0 463

Industrie en haven- terreln

17 5 14 38 1 372

12 18 917 21 17 9 2 440

overig agrarisch gebruik

104 107 39 17 189 231 84 63 4 030

500 14 5 377

- woon- gebied

47 72 30 38 4 749

35 5 1 769

5 25 5 6 778

natuur- lijk terrein

0 1 0 0 25 191 7 0 324 148 270 966

overig bebouwd gebied

9 38 41 68 620 38 2 666 58 13 6 1 559

overi ge gronden

31 20 22 19 27 20 41 1 851 27 4 1 061

bouw- terrein

57 128 152 157 82 109 68 6 603

326 263 26 7 969

water

29 12 11 9 12 219 22 0 510 132 102

1 058 bos

16 30 2 4 10 91 5 1 213

93 50 2 1 513

totaal

335 447 334 428 467 9 273

736 176 16 482

5 227 1 254 421 35 583 Bron: CBS Bodemstatistiek |.

N.B.: In tegenstelling tot het begrip "cultuurgrond" uit de landbouwtelling, omvat het begrip

"agrarisch gebruik" en "glastuinbouw" naast de beteelde oppervlakte tevens tuinen voor eigen gebruik, cultuurgrond van niet-telplichtlgen, verspreide bebouwing, water smaller dan 6 meter enz.

13-d. Aankopen landbouwgrond voor andere bestemmingen 1982

Bestemming koper

niet-part1culieren particulieren totaal

overheden verenigingen, stichtin- gen nv's, bv's e.d.

ha Industrie, bebouwing of

eigen bewoning Verkeer Recreatie Bos- en natuurterrein Dijken en water Overige Totaal

729 238 339 564 72 140 2 082

89 12 41 437 3 18 600

266 0 172 3 10

_

1 084 250 552 1 004

75 168

451

Bron: CBS Maandstatistiek van de landbouw.