MPGR32010032310260189
GR3 23.03.2010 0189
Natuur-Wetenschappelijk Centrum
LI
Noorderelsweg 4A
3329 KH Dordrecht Tel (078) 6213921 Fax (078) 6210099 www. nwcadvies.nl
e-mail: veen@nwcadvies.nl Bankrelatie:
ABN Amro 50.83.75.800 KvK 41119400
Ingenieursbureau Drechtsteden T.a.v. dhr. R. Penning
Postbus 619 3300 AP Dordrecht
Dordrecht, 22 maart 2010
Uw kenmerk: Per mail d.d. 22 december 2009 Onzeref.:SB10bNWC028
Betreft: Notitie inventarisatie Flora- en faunawet
Geachte heer Penning,
Bijgaand ontvangt u de notitie, in tweevoud, met betrekking tot het voor de gemeente Zwijndrecht uitgevoerde onderzoek. Dit betreft een natuurwaardenonderzoek op het bedrijventerrein "De Geer" in Zwijndrecht.
Bedankt voor de prettige samenwerking en met vriendelijke groet, namens het Natuur-Wetenschappelijk Centrum,
Sharon Boekhout
Natuurwaardenonderzoek
op het bedrijventerrein "De Geer"
in Zwijndrecht
Maart 2010 P09-125/W459
Auteur: Sharon Boekhout
Natuur-Wetenschappelijk Centrum Noorderelsweg 4A
3329 KH Dordrecht 078-6.21.39.21 veen@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl
Foto voorzijde: Een nestholte van de Grote bonte specht (Dendrocopos major) in een te rooien Abeel op het bedrijventerrein De Geer in Zwijndrecht
Natuurwaardenonderzoek op het bedrijventerrein "De Geer" in Zwijndrecht
Opdrachtgever:
Contactpersoon:
Uitvoering:
Aanleiding:
Gemeente Zwijndrecht
Ingenieursbureau Drechtsteden; Robert Penning Natuur-Wetenschappelijk Centrum
De gemeente Zwijndrecht gaat de komende jaren de openbare infrastructuur van het bedrijventerrein De Geer herinrichten. Grofweg houdt dit in dat de wegen, het riool en het groen opnieuw worden ingericht en opgehoogd naar het oorspronkelijke peil. Naar verwachting vindt de herinrichting van het bedrijventerrein plaats in 2011-2012.
Vooruitlopend op de herinrichting zal de oostelijke toe- gangsweg van het bedrijventerrein worden verlegd, dit in verband met de veiligere aansluiting van het bedrijventer- rein op de Geerweg. Hierbij wordt de watergang gedeelte- lijk gedempt, de uiteinden van de te handhaven water- gang worden verbreed en negen bomen worden gekapt.
Deze werkzaamheden worden naar verwachting in de pe- riode februari tot en met april 2010 uitgevoerd. Tevens wil de gemeente in maart 2010 ook elders op het bedrijven- terrein een aantal bomen kappen.
In het kader van de Flora- en faunawet dient, bij ruimtelij- ke ingrepen, onderzoek gedaan te worden naar be- schermde natuurwaarden en een beoordeling gemaakt te worden van eventuele negatieve effecten van de plannen op deze waarden.
Aan het Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC) is ge- vraagd onderzoek uit te voeren naar de natuurwaarden en te adviseren in het kader van de Flora- en faunawet.
Locatiebeschrijving: De onderzoekslocatie bevindt zich in Zwijndrecht en wordt
ten noorden begrensd door de Geerweg, ten oosten en
ten zuiden door de Houtkoperstraat en ten westen door
Scheepmakersstraat. De onderzoekslocatie is een bedrij-
venterrein en er is een groot aantal bomen aanwezig. Ten
noorden van het bedrijventerrein bevindt zich oppervlak-
tewater, in de vorm van een sloot.
Methode
Er is een quick-scan uitgevoerd die zich heeft gericht op de beoordeling van de ge- schiktheid van het terrein als leefgebied voor beschermde soorten waarvoor een ont- heffing nodig is en/of waarvoor speciale maatregelen nodig zijn in geval van ruimtelijke ingrepen.
Het onderzoeksgebied is een aantal malen gebiedsdekkend onderzocht. Deze veldbezoeken hebben bestaan uit daginventarisaties waarbij alle soortgroepen zijn geïnventariseerd en waarbij gekeken is naar de geschiktheid van het gebied voor aanvullend beschermde flora en fauna. Specifiek is gekeken naar vleermuizen (geschiktheid van het gebied en de bomen), vogels met een vaste verblijf-plaats en vissen.
Resultaten
De bomen in het plangebied hebben weinig waarde als verblijfplaats voor vleermuizen.
In een te rooien Abeel is een nestholte van een Grote bonte specht Dendrocopos ma-
jor aangetroffen. In de te dempen watergang zijn algemeen beschermde vissoortenwaargenomen.
Conclusie
Het grootste deel van de aanwezige soorten zijn algemene soorten die onder de vrij- stellingsregeling in het kader van de Flora- en faunawet vallen (zie bijlage 1 Tabellen soorten Flora- en faunawet). Er hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd.
Uit de bomeninspectie is naar voren gekomen dat de bomen weinig waarde hebben als verblijfplaats voor vleermuizen en dat er op dit moment genoeg bomen overblijven.
Deze kunnen de functie als jacht- of migratieroute blijven vervullen. Geadviseerd wordt om ter compensatie een aantal vleermuiskasten op te hangen.
Voor de Grote bonte specht geldt dat rekening gehouden dient te worden met de broedperiode. Geadviseerd wordt om ter compensatie een aantal spechtenkasten op te hangen.
Daarnaast dient er rekening gehouden te worden met het broedseizoen van vogels.
Binnen deze periode (globaal van 15 maart -15 juli, soortspecifiek), maar ook daarbui- ten, mogen door werkzaamheden geen broedende vogels, hun nesten of jongen ver- stoord worden.
Uit de visinventarisatie is gebleken dat er algemeen beschermde vissoorten aanwezig
zijn. Voor alle vissoorten geldt de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat alle mogelijke
nadelige gevolgen voor (alle) planten en dieren (ook onbeschermde) zoveel mogelijk
vermeden moeten worden. Bij het dempen van sloten moeten de aanwezige vissen zoveel mogelijk worden overgezet en/of worden opgedreven naar een andere sloot.
Zekerheidshalve wordt aangeraden hiervoor een ecologisch werkprotocol op te laten stellen.
Aanbevelingen
Aanbevolen wordt geen activiteiten zoals rooien, kappen en grondverzet, in de broed- tijd van vogels uit te voeren, tenzij onderzoek door een deskundige heeft uitgewezen dat van broedgevallen op het moment van slopen of rooien geen sprake is.
Op het moment dat de overige bomen gerooid zullen worden, wordt aanbevolen on-
derzoek uit te laten voeren naar de geschiktheid voor vleermuizen en vogels met een
vaste verblijfplaats.
Bijlage 1: Tabellen soorten Flora- en faunawet
Tabel 1: Algemene soorten
Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora en fauna
wet aangevraagd te worden, maar wel moet de zorgplicht worden nagekomen.
Zooadieren Aardmuis Bosmuis Bunzing Dwergmuis Dwergspitsmuis Egel
Gewone bosspitsmuis Haas
Hermelijn Huisspitsmuis Konijn
Mol
Ondergrondse woelmuis Ree
I Rosse woelmuis
I Tweekleurige bosspitsmuis I Veldmuis
■ Vos , Wezel
Woelrat
■ Reptielen en amfibieën Bruine kikker
Gewone pad
Kleine watersalamander Middelste groene kikker Meerkikker
Mieren
Behaarde rode bosmier Kale rode bosmier Stronkmier Zwartrugbosmier
Microtus agrestis Apodemus sylvaticus Mustela putorius Micromys minutus
Sorex minutus '
Erinaceus europaeus '
Sorex araneus Lepus europaeus Mustela erminea Crocidura russuia Oryctolagus cuniculus Talpa europaea Microtus subterraneus Capreolus capreolus Clethrionomys glareolus Sorex coronatus
Microtus arvalis Vulpes vulpes Mustela nivalis Arvicola terrestris
Rana temporaria Bufo bufo
Lissotriton vulgaris
Pelophylax klepton esculentus Pelophylax ridibundus
Formica rufa Formica polyctena Formica truncorum Formica pratensis
Vervolg tabel 1: Algemene soorten
Slakken Wijngaardslak Vaatolanten Aardaker Akkerklokje
Brede wespenorchis Breed klokje
Dotterbloem*
Gewone vogelmelk Grasklokje
Grote kaardenbol Kleine maagdenpalm Knikkende vogelmelk Koningsvaren Slanke sleutelbloem Zwanenbloem
Helix pomatia
Lathyrus tuberosus
Campanula rapunculoides Epipactis helleborine Campanula latifolia Caltha palustris
Omithogalum umbellatum Campanula rotundifolia Dipsacus fullonum
Vinca minor
Omithogalum nutans Osmunda regalis Primula elatior Butomus umbellatus
* Uitgezonderd de ondersoort Spindotterbloem (Caltha palustris araneosa), deze staat in tabel 2 van de Flora- en faunawet
Tabel 2: Overige soorten
Als een goedgekeurde gedragscode van toepassing is op de activiteiten geldt een vrij- stelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar de activiteiten moeten aantoonbaar worden uitgevoerd zoals in de gedragscode staat. Tevens geldt de zorgplicht.
Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode, maar wel maatre- gelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren.
Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode en geen maatrege- len genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden. De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten:
• In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten?
• Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar?
Zooadieren Damhert Edelhert Eekhoorn Grijze zeehond Grote bosmuis Steenmarter Wild zwijn
Reptielen en amfibieën Alpenwatersalamander Levendbarende hagedis Dagvlinders
Moerasparelmoervlinder Vals heideblauwtje Vissen
Bermpje
Kleine modderkruiper Giebel
Cervus dama Cervus elaphus Sciurus vulgaris Halichoerus grypus Apodemus flavicollis Martes foina
Sus scrofa
Mesotriton alpestris Zootoca vivipara
Euphydryas aurinia Lycaeides idas
Barbatula barbatula Cobitis taenia Carassius gibelio
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Vervola vissen Marmergrondel Meerval
Rivierdonderpad Witvingrondel
Vaatolanten
Aangebrande orchis Aapjesorchis
Beenbreek Bergklokje Berg nachtorchis Bijenorchis Blaasvaren Blauwe zeedistel Bleek bosvogeltje Bokkenorchis Brede orchis
Bruinrode wespenorchis i Daslook
Dennenorchis Duitse gentiaan Franjegentiaan
Geelgroene wespenorchis Gele helmbloem
Gevlekte orchis Groene nachtorchis Groensteel
Grote keverorchis Grote muggenorchis Gulden sleutelbloem Harlekijn
Herfstschroeforchis Hondskruid
Honingorchis Jeneverbes Klein glaskruid Kleine keverorchis Kleine zonnedauw Klokjesgentiaan
Proterorhinus semilunaris Silurus glanis
Cottus perifretum Romanogobio belingi
Orchis ustulata Orchis simia
Narthecium ossifragum Campanula rhomboidalis Platanthera chlorantha Ophrys apifera
Cystopteris fragilis Eryngium maritimum Cephalantera damasonium Himantoglossum hircinum Dactylorhiza majalis majalis Epipactis atrorubens Allium ursinum
Goodyera repens Gentianella germanica Gentinella ciliata Epipactis muelleri Pseudofumaria lutea Dactylorhiza maculata Coeloglossum viride Asplenium viride Neottia ovata
Gymnadenia conopsea Primula veris
Orchis morio Spiranthes spiralis Anacamptis pyramidalis Herminium monorchis Juniperus communis Parietaria judaica Listera cordata Drosera intermedia Gentiana pneumonanthe
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Vervola vaatolanten Kluwenklokje Koraalwortel Kruisbladgentiaan Lange ereprijs Lange zonnedauw Mannetjesorchis Maretak
Moeraswespenorchis Muurbloem
Pamassia Pijlscheefkelk Poppenorchis Prachtklokje Purperorchis Rapunzelklokje
Rechte driehoeksvaren Rietorchis
i Ronde zonnedauw Rood bosvogeltje i Ruig klokje
Schubvaren Slanke gentiaan Soldaatje i Spaanse ruiter
Spindotterbloem Steenanjer Steenbreekvaren
Stengelloze sleutelbloem Stengelomvattend havikskruid Stijf hardgras
Tongvaren Valkruid Veenmosorchis Veldgentiaan Veldsalie
Vleeskleurige orchis Vliegenorchis Vogelnestje Voorjaarsadonis
Campanula glomerata Corallorhiza trifida Gentiana cruciata Veronica longifola Drosera anglica Orchis mascula Viscum album Epipactis palustris Erysimum cheiri Pamassia palustris Arabis hirsuta sagittata Aceras anthropophorum Campanula persicifolia
Orchis purpurea 1 Campanula rapunculus 1 Gymnocarpium robertianum
Dactylorhiza majalis praetermissa Drosera rotundifolia
Cephalanthera rubra Campanula trachelium Ceterach officinarum Gentianella amarella Orchis militaris Cirsium dissectum Caltha palustris araneosa Dianthus deltoides Asplenium trichomanes Primula vulgaris
Hieracium amplexicaule Catapodium rigidum Asplenium scolopendrium Arnica montana
Hammarbya paludosa Gentianella campestris Salvia pratensis Dactylorhiza incamata Ophrys insectifera Neottia nidus-avis Adonis vernalis
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Vervola vaatolanten Wantsenorchis Waterdrieblad Weideklokje
Welriekende nachtorchis Wilde gagel
Wilde herfststijlloos Wilde kievitsbloem Wilde marjolein Wit bosvogeltje Witte muggenorchis Zinkviooltje
Zomerklokje Zwartsteel Kevers Vliegend hert Kreeftachtiaen Rivierkreeft
Orchis coriophora Menyanthes trifoliata Campanula patuia Platanthera bifolia Myrica gale
Colchicum autumnale Fritillaria meleagris Origanum vulgare Cephalanthera longifolia Pseudorchis albida Viola lutea calaminaria Leucojum aestivum
Asplenium adiantum-nigrum
Lucanus census
Astacus astacus
Soorten van Tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/bijlage IV HRL
Als maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren.
Als geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplan- tings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit artikel 2 van het Besluit vrijstelling be- schermde dier- en plantensoorten (soorten bijlage 1 AMvB) of uit de Habitatrichtlijn (soor- ten bijlage IV HRL).
Deze belangen zijn:
• Bescherming van flora en fauna (b)
• Volksgezondheid of openbare veiligheid (d)
• Dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van so- ciale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten (e) En alléén voor soorten van bijlage 1 AMvB:
• Uitvoering werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling Ü)
De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten:
• In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten?
• Is er een wettelijk belang (belang b, d, e of j)?
• Is er een bevredigende oplossing?
• Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar?
Soorten bijlage 1 AMvB:
Zoogdieren Boommarter Das
Eikelmuis
Gewone zeehond Veldspitsmuis Waterspitsmuis Reptielen en amfibieën Adder
Martes martes Meles meles Eliomys quercinus Phoca vitulina Crocidura leucodon Neomys fodiens
Vipera berus
Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/bijlage IV HRL
Vervolg soorten bijlage 1 AMvB:
Vervola reptielen en amfibieën Hazelworm
Ringslang
Vinpootsalamander Vuursalamander Vissen
Beekprik Bittervoorn Elrits
Gestippelde alver Grote modderkruiper Rivierprik
Daavlinders Bruin dikkopje Dwergblauwtje Dwergdikkopje Groot geaderd witje Grote ijsvogelvlinder Heideblauwtje lepepage
Kalkgraslanddikkopje Keizersmantel Klaverblauwtje
Purperstreepparelmoervlinder Rode vuurvlinder
Rouwmantel
Tweekleurig hooibeestje Veenbesparelmoervlinder Veenhooibeestje
Veldparelmoervlinder Woudparelmoervlinder Zilvervlek
Vaatolanten Groot zeegras
Anguis fragilis Natrix natrix
Lissotriton helveticus Salamandra salamandra
Lampetra planeri Rhodeus amarus Phoxinus phoxinus Albumoides bipunctatus Misgurnus fossilis Lampetra fluviatilis
Erynnis tages Cupido minimus Thymelicus acteon Aporia crataegi Limenitis populi Plebeius argus Satyrium w-album Spialia sertorius Argynnis paphia
Polyommatus semiargus Brenthis ino
Lycaena hippothoe Nymphalis antiopa Coenonympha arcania Euphydryas aurinia Coenonympha tullia Melitaea cinxia Melitaea diamina Bolaria euphrosyne
Zostera marina
»1 AMvB/bijlage IV HRL
Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1
Dytiscus latissimus Graphoderus bilineatus Cerambyx cerdo Osmoderma eremita
Unio crassus Anisus vorticulus
Soorten bijlage IV HRL:
Zoogdieren
Bechstein's vleermuis Bever
Bosvleermuis Brandt's vleermuis Bruinvis
Euraziatische lynx Franjestaart
Gewone baardvleermuis Gewone dolfijn
Gewone dwergvleermuis Gewone grootoorvleermuis Grijze grootoorvleermuis Grote hoefijzerneus Hamster
Hazelmuis
Ingekorven vleermuis Kleine dwergvleermuis Kleine hoefijzerneus Laatvlieger
Meervleermuis Mopsvleermuis
Nathusius' dwergvleermuis Noordse woelmuis
Otter
Rosse vleermuis Tuimelaar
Tweekleurige vleermuis Vale vleermuis
Watervleermuis Wilde kat Witflankdolfijn Witsnuitdolfijn
Reptielen en amfibieën Boomkikker
Geelbuikvuurpad Gladde slang
/lvB/bijlage IV HRL Vogels
Rana arvalis
rriturus cristatus
°elobates fuscus
Dodarcis muralis
Delophylax lessonae zpidalea calamita
\lytes obstetricans .acerta agilis
\/laculinea nausithous .ycaena dispar
Waculinea teleius Waculinea arion loenonympha hero
Dxygastra curtusii Dphiogomphus cecilia .eucorrhinia pectoralis
\eshna viridis
Sympecma paedisca .eucorrhinia albifrons Somphus flavipes .eucorrhinia caudalis
Zoregonus maraena
\cipenser sturio
-uronium natans Jparis loeselii
\pium repens
Spiranthes aestivalis
Als maatregelen genomen kunnen worde en/of vaste rust- en verblijfplaats te garai faunawet aangevraagd te worden. Om 2 voldoende zijn en er inderdaad geen onthi worden om de maatregelen (goed) te later Als geen maatregelen genomen kunnen tings- en/of rust- en verblijfplaats te gan worden op grond van een wettelijk belang Deze belangen zijn:
• Bescherming van flora en fauna (l
• Veiligheid van het luchtverkeer (c)
• Volksgezondheid of openbare veil De aanvraag wordt beoordeeld op de volg
• In welke mate wordt de function;
verblijfplaats aangetast door de ac
• Is er een wettelijk belang (belang I
• Is er een bevredigende oplossing'
• Komt de gunstige staat van instan Bescherming van vogelnesten
Artikel 11 van de Flora- en faunawet luidt:
"Het is verboden nesten, holen of andere van dieren, behorende tot een beschermt nielen, uit te halen, weg te nemen ofte vei Tijdens de werkzaamheden moet rekenin*
vogels. De Flora- en faunawet kent geen gaat er om of er sprake is van een broed zoen een nieuw nest of zijn in staat om ee eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het der de bescherming van artikel 11 van de ontheffing nodig voor werkzaamheden buil len worden getroffen die voorkomen dat d<
dens het broedseizoen.
Een (beperkt) aantal soorten bewoont hel naar hetzelfde nest. Verblijfplaatsen van d<
• Nesten die het hele jaar door zijn t
• Nesten die niet het hele jaar door 2
Nesten die het hele jaar door zijn beschermd
Voor de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet het gehele seizoen:
1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: Steenuil).
2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk zijn van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Roek, Gierzwaluw en Huismus).
3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fy- sieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschik- baar (voorbeeld: Ooievaar, Kerkuil en Slechtvalk).
4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwe- lijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: Boomvalk, Buizerd en Ransuil).
Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd
5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over vol- doende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Categorie 5-soorten vragen extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd; deze soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaar- wegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten die momenteel door LNV wordt ge- hanteerd:
Nesten van Boomvalk Buizerd Gierzwaluw
de volgende soorten zijn jaarrond beschermd indien ze nog in functie zijn:
Grote gele kwikstaart Havik
Huismus Kerkuil Oehoe Ooievaar Ransuil Roek Slechtvalk Sperwer
Falco subbuteo Buteo buteo Apus apus Motacilla cinerea Accipiter gentilis Passer domesticus Tyto alba
Bubo bubo Ciconia ciconia Asio otus
Corvus frugilegus Falco peregrinus Accipiter nisus
deze behouden blijven of anders tijdig op een goede manier vervangen worden. De func- tie die het leefgebied voor de betreffende populatie vervult moet onverminderd blijven be- staan.
Om te voorkomen dat dieren gedood, verwond of actief verstoord worden, kunnen de volgende maatregelen nodig zijn:
• niet slopen in de winterslaapperiode (in deze periode kan zelden met zekerheid worden vastgesteld dat vleermuizen afwezig zijn in een potentieel geschikt en onoverzichtelijk object, omdat ze dan ook 's nachts passief zijn. Dat maakt ze in deze periode overigens extra kwetsbaar);
• vlak voor de sloop onderzoeken of er individuen aanwezig zijn in het te slopen object. Zijn deze wel aanwezig dan geldt dat in geval van een significant belang- rijke verblijfplaats gewacht moet worden tot het dier of de dieren weg zijn, anders kan het dier/kunnen de dieren ook passief verjaagd worden (door verstoring van het microklimaat of 's nachts dichten van de invliegopening) mits zij niet verwond, gedood of actief verstoord worden.
Bij het verdwijnen van een verblijfplaats kunnen maatregelen bestaan uit het aanbieden van inpandige voorzieningen in nieuwbouw, zodat deze geschikt is voor vleermuizen om in te verblijven.
Om zeker te weten of de geplande maatregelen voldoende zijn kan een ontheffing aan- gevraagd worden bij de Dienst Regelingen. Een afwijzingsbrief, die stelt dat geen onthef- fing nodig is, 'omdat als de voorgestelde maatregelen genomen worden er immers geen verboden overtreden worden' geldt als goedkeuring van de voorgestelde maatregelen.
Zijn de maatregelen niet voldoende, dan moeten deze aangepast worden. Als dat niet mogelijk is, is een ontheffing nodig. Deze wordt alleen verstrekt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang.
Jachtgebied en vliegroutes
Naast verblijfplaatsen bestaat het leefgebied van vleermuizen uit foerageergebied en vliegroutes (vaak bomenrijen of waterlopen). Deze zijn ook beschermd als zij van signifi- cant belang zijn. Zij gelden als significant belangrijk indien, bij aantasting, de functionali- teit van de verblijfplaats(en) in het geding komt. Is dat het geval, dan zijn maatregelen nodig die dit voorkomen, anders is een ontheffing nodig. Ook hier geldt dat deze alleen verstrekt wordt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang.