• No results found

Zwabber het dek, matroos! Scheepstermen leren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zwabber het dek, matroos! Scheepstermen leren"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Naut Meander Brandaan | groep 3-4 | Zwabber het dek, matroos!

NAUT MEANDER BRANDAAN | WERELDORIËNTATIE | LESSUGGESTIE | GROEP 3-4

Zwabber het dek, matroos!

Scheepstermen leren

Lesduur: 30 minuten | Lesvorm: spel | Werkwijze: klassikaal

Wat heb je nodig?

• printblad scheepstermen

• gymzaal of plein

Nederlanders varen al eeuwen op zee. Met schepen wordt handel gedreven met andere landen.

Vroeger werd er ook oorlog gevoerd op zee. En natuurlijk kun je op zee vissen. Of gewoon voor je plezier een tochtje maken!

Op elk schip is een persoon de baas, dat is de kapitein. Dat is handig, omdat je soms snel een beslissing moet nemen op een schip. De bemanning doet wat de kapitein zegt. De bemanning noem je de matrozen. Wie op een schip werkt, gebruikt andere taal dan iemand die aan land werkt. We leren scheepstaal door middel van een bewegingsspel.

Opdracht 1 Scheepstermen

Verdeel de klas in tweetallen. Geef elk tweetal een printblad. De kinderen trekken lijnen tussen de woorden en de betekenis.

Opdracht 2 Gebaren leren

Schrijf alle woorden op het digibord en vraag enkele kinderen om de betekenis toe te lichten.

Oefen dan vervolgens bij elk woord een gebaar dat erbij hoort.

• Het dek zwabberen: twee keer ‘zwabberen’: handen naar voren en achteren bewegen, twee keer ‘soppen in de emmer’: handen dichtbij op en neer bewegen.

• Het zeil hijsen: de handen een voor een boven het hoofd bewegen.

• Het vooronder: met de rug naar de leerkracht toe op je hurken zitten.

• Stuurboord: de kinderen rennen (bij het oefenen lopen ze een paar stappen) naar één kant, voor de leerkracht rechts, want die is de kapitein.

• Bakboord: de kinderen rennen naar de andere kant, links voor de leerkracht.

• Naar de kooien: de kinderen gaan liggen.

(2)

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 2 van 4 Naut Meander Brandaan | groep 3-4 | Zwabber het dek, matroos!

Opdracht 3 Bewegen maar!

Speel het spel. De leerkracht is de kapitein en geeft commando’s aan de matrozen. Geef de opdrachten en zeg soms ‘stuurboord!’ of ‘bakboord!’. De kinderen rennen naar de juiste kant. Ze moeten alle commando’s goed uitvoeren.

Variatie: een kind is de kapitein en geeft de opdrachten.

Zoek op YouTube naar Harbor Sounds | Seaside Market Ambience | 1 Hour voor echte scheepsgeluiden op de achtergrond.

Opdracht 4 Evaluatie

Vraag: Waarom zouden schepen hun eigen taal hebben? (Er zijn veel dingen op een schip die je op het land niet hebt.) Waarom is op een schip stuurboord niet gewoon rechts en bakboord links?

(Omdat je beweegt op een schip en je een duidelijke afspraak nodig hebt over wat rechts en links is.)

Opdracht 5 Uitbreiding

Breid het spel uit door meer scheepstermen toe te voegen, bijvoorbeeld: aanmeren, reven, wenden, ankeren.

Deze les is in samenwerking met Frets! ontwikkeld en past bij hun muziekvoorstelling Freonskip.

(3)

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 3 van 4 Naut Meander Brandaan | groep 3-4 | Zwabber het dek, matroos!

Printblad Scheepstermen

het zeil hijsen De vloer van een schip, buiten.

stuurboord

Dweilen of schoonmaken met een zwabber. Een zwabber is een stok met daaraan draden of stroken van stof.

bakboord

Het zeil is een doek dat wind vangt en zorgt dat de boot vooruit gaat. Als je het zeil hijst, gebruik je touwen om het doek langs de mast omhoog te brengen.

kooi Een kamertje beneden, en voorin het schip.

zwabberen

Als je achterop het schip staat (bij het roer) en naar de voorkant van het schip kijkt, is dat de rechterkant.

het dek

Als je achterop het schip staat (bij het roer) en naar de voorkant van het schip kijkt, is dat de linkerkant.

het vooronder Een bed.

NAUT MEANDER BRANDAAN | WERELDORIËNTATIE | LESSUGGESTIE | GROEP 3-4

M13530

(4)

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 4 van 4 Naut Meander Brandaan | groep 3-4 | Zwabber het dek, matroos!

Antwoorden printblad Scheepstermen

het zeil hijsen De vloer van een schip, buiten.

stuurboord

Dweilen of schoonmaken met een zwabber. Een zwabber is een stok met daaraan draden of stroken van stof.

bakboord

Het zeil is een doek dat wind vangt en zorgt dat de boot vooruit gaat. Als je het zeil hijst, gebruik je touwen om het doek langs de mast omhoog te brengen.

kooi Een kamertje beneden, en voorin het schip.

zwabberen

Als je achterop het schip staat (bij het roer) en naar de voorkant van het schip kijkt, is dat de rechterkant.

het dek

Als je achterop het schip staat (bij het roer) en naar de voorkant van het schip kijkt, is dat de linkerkant.

het vooronder Een bed.

NAUT MEANDER BRANDAAN | WERELDORIËNTATIE | LESSUGGESTIE | GROEP 3-4

M13530

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verzorgend Wassen betekent dat het wassen meestal sneller gaat en dat een wasbeurt dus sneller klaar kan zijn.. Verwacht u

Dit onderzoek heeft beter inzichtelijk gemaakt hoe ouders van kinderen met een beperking denken over het belang van leren zwemmen en het behalen van zwemdiploma’s voor hun kind,

Kinderen van ouders met een psychisch probleem en kinderen van ouders met een verslaving kunnen bepaalde kenmerken hebben die van invloed zijn op het ontstaan van

Handreiking voor gemeenten bij de ondersteuning van kinderen van ouders met psychische problemen en kinderen van verslaafde ouders... 1.3

De kinderen kunnen de opgaven zelf nakijken met het antwoordenblad. Bespreek eventueel kort wat voor wezens

In het huidige rekenonderwijs, het zogenaamde ‘realistische’ rekenen, gaat het erom dat de kinderen zich realiseren wat ze doen.. Kinderen schrijven daarom hun berekeningen in

In de ongestructureerd onderzoekend leren conditie is de gemiddelde score van kinderen met een licht verstandelijke beperking op stemming significant lager dan in de gestructureerd

‘Een situatie te creëren, waarin kin- deren betrokken bezig zijn en ge- tracht wordt elke persoon als totaliteit aan te spreken – de verstan- delijke vermogens, het zelfbesef,