• No results found

Utrecht, 6 november 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Utrecht, 6 november 2015 "

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Postbus 85.246 | Aidadreef 4 | T 030 – 31 00 933 | www.poraad.nl | KvK Utrecht 30 235 217 3508 AE Utrecht | 3561 GE Utrecht | @PO_Raad | info@poraad.nl | Rek. NL22 RABO 0110 7640 56 Plaats/datum:

Utrecht, 6 november 2015

Onderwerp:

onderwijsachterstanden

Kenmerk:

2015.048570/RdB

Geachte mevrouw Wolbert,

Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt zeker als het gaat om het bestrijden van onderwijsachterstanden. Elk kind moet zoveel mogelijk kansen krijgen om zich optimaal te ontwikkelen. Geld voor onderwijsachterstandenbeleid was én is bedoeld om kinderen met achterstanden extra ondersteuning te geven waardoor ze een succesvolle (school)loopbaan hebben en op het niveau komen dat past bij hun talenten.

De komende jaren nemen zowel de gemeentelijke als de middelen voor het primair

onderwijs voor achterstandsleerlingen af, in totaal met € 100 miljoen. Dit komt door stijging van het opleidingsniveau van ouders (criterium voor definitie achterstandsleerling

1

).

In de praktijk wordt echter niet ervaren dat de achterstand bij kinderen, ondanks een stijgend opleidingsniveau van ouders, afneemt. Achterstand wordt namelijk ook bepaald door andere factoren in de situatie van de kinderen zoals een laag inkomen van ouders, etnische herkomst, de wijk of regio waar de leerling opgroeit, GGZ-problematiek. Daarnaast hebben we de komende tijd te maken met een grote groep nieuwkomersleeringen, veelal van hoger opgeleide ouders. We weten dat deze groep om diverse redenen een groot risico op (taal)achterstanden heeft. In de praktijk betekent dit dat het aantal gewichtenleerlingen op papier afneemt, maar het aantal kinderen met werkelijke achterstand of anderen

problemen niet afneemt. Gemeenten hebben daarom ook vaak hun doelgroepenbeleid verbreed. Dit ligt in lijn met de intentie die de Tweede Kamer onder meer heeft, voor gemeenten om vanuit de Jeugdwet en WMO te komen tot een integrale aanpak in het sociale domein.

1

Ouders zijn hoogopgeleid als zij minstens 3 jaar middelbare school hebben gevolgd.

Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. Vaste commissie OCW

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

(2)

Evaluatie wet oke

Afgelopen jaren is, zo blijkt ook uit de evaluatie van de wet OKE, veel vooruitgang geboekt als het gaat om het verbeteren van kwaliteit van VVE-aanbod. De evaluatie laat ook zien dat op de plekken waar meer onderwijsachterstandsmiddelen beschikbaar zijn (G37) de kwaliteit ook beter is. Maar dat heeft wel tijd gekost om op dit kwaliteitsniveau te komen.

Het geld blijft dus hard nodig om die kwaliteit te behouden. Zodat er blijvend geïnvesteerd kan worden in de professionalisering van medewerkers en de verdere versterking van het preventiebeleid en het opvoedklimaat in de voorschoolse periode. Immers, dat is wat het Rijk vraagt van gemeenten in de Jeugdwet, zodat kinderen zonder achterstanden makkelijk kunnen instromen in het onderwijs. Veel gemeenten leggen uit eigen middelen ook al budget bij om dit te organiseren.

Bevriezing budget onderwijsachterstandsmiddelen

De PO-Raad, VNG, Brancheorganisatie Kinderopvang en de MOgroep pleiten voor bevriezing van het budget achterstandsmiddelen op het niveau 2015. Dit geeft ons de tijd om op een zorgvuldige manier te werken aan nieuwe criteria voor het vaststellen van

onderwijsachterstand die wel recht doen aan de huidige problematiek, de lokaal gezien bredere doelgroep en die bovenal recht doet aan wat de leerlingen nodig hebben. Dit sluit ook aan bij de brief van de G4 die op 9 oktober 2015 naar minister Asscher en

staatssecretaris Dekker is gestuurd.

De komende jaren staan gemeenten, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen voor grote uitdagingen. Gezamenlijk spannen deze partijen zich in om onderwijsachterstanden te voorkomen en te beperken. In het kader van het onderwijsachterstandenbeleid ontvangen gemeenten middelen om in het voorschoolse domein in samenwerking met

kinderopvangorganisaties en peuterspeelzaalwerk voorschoolse voorzieningen te

arrangeren. Schoolbesturen hebben deze middelen nodig om goed onderwijs voor leerlingen met een achterstand te kunnen bieden. Zij bieden hiervoor VVE in groep 1 en 2, bieden verlengde onderwijstijd bijvoorbeeld in de vorm van weekend- of zomerscholen en organiseren schakelklassen.

De partijen willen deze uitwerking juist in gezamenlijkheid oppakken, in afstemming met het ministerie van OCW en SZW omdat zowel de gemeenten, schoolbesturen,

kinderopvangbranche en peuterspeelzaalwerk een verantwoordelijkheid hebben in het bestrijden en voorkomen van achterstanden. Bovendien sluit dit goed aan bij de huidige ontwikkelingen waarbij de doorgaande lijn van voorschoolse naar vroegschoolse periode steeds meer inhoudelijk vorm krijgt.

Het zou immers kapitaalvernietiging zijn als de effectieve voorzieningen die de afgelopen jaren zorgvuldig tot stand zijn gekomen, weer afgebouwd worden.

Met vriendelijke groet,

Rinda den Besten Leo Houwen

Voorzitter PO-Raad Voorzitter Brancheorganisatie Kinderopvang

Jantine Kriens Marijke Vos

Voorzitter directieraad VNG Voorzitter MOgroep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sociaal kapitaal Percentage vrijwilligerswerk 19 jaar en ouder per gemeente 2016 Modellering NL

Door hun eetpatroon en omdat ze met weinig zijn, zorgen ze voor een gevarieerd landschap met open plekken en struiken met doornen waar boompjes tussen opschieten..

Wanneer gedacht wordt aan iemand die graag fruit zou willen eten, maar dit nooit eerder deed, zou het voor die persoon te verkiezen zijn dat het gedrag van deze persoon bepaald

Na de formulering van zijn asielaanvraag zorgt het departement “dispatching” van het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) voor de toekenning van

Het samen eens zijn over wat wel en niet kan en over straffen en belonen, geeft je kind duidelijkheid en rust.. Voor meer informatie over begrenzen verwijs ik naar

Als we spreken over data hebben we het niet over ondubbelzinnige gegevens, maar over registraties die diep met onze vooronderstellingen en voorkeuren verweven zijn.. Om een

steuningsbehoefte, maar voor alle leerlingen in het goed dat de verschillende partijen intensiever kunnen samen- werken, dat er ruimte komt voor andere professionals in de school en

• Alle leraren in het primair onderwijs krijgen in oktober een eenmalige uitkering van 42% van hun nieuwe maandsalaris (naar rato van de aanstelling en aanstellingsduur);. •